37
Sluit de uitrusting die u gebruiken wilt op de
ttinguitgangen (3) aan.
Belangrijk:
- Deze ttings kunnen continu geladen zijn
(volgens S1- waarde) of tijdelijk (volgens S2-
waarde).
- schakel de machine onmiddellijk uit en
neem contact met uw onderhoudsstation op:
- In geval van ongebruikelijke trillingen of
geluiden.
- Indien de motor overbelast lijkt of
onstekingsfouten vertoont.
- Sluit de generator niet op het huiselijke
stroomnet aan, aangezien dit schade aan
de generator zelf of aan andere elektrische
toestellen in uw huis kan veroorzaken. Merk
op: sommige elektrische toestellen
(guurzagen, boren enz.) kunnen een groter
stroomverbruik hebben wanneer ze in lastige
omstandigheden gebruikt worden.
"Gebruik de geleverde gelijkstroomkabel
om verbinding te maken met
een 12 V gelijkstroomapparaat.
Belangrijk!
De gelijkstroomuitgang van de generator is
niet behandeld door een precies elektrisch
circuit.
Gebruik de uitgang nooit om een precies
gelijkstroominstrument van stroom te
voorzien.
Bij gebruik van de generator voor de voeding
van een verwarmingsapparaat.
Houd het aangedreven verwarmingsapparaat
op afstand van de generator.
7.4 De motor uitschakelen
- Voordat u de generator uitschakelt, laat u
hem kortstondig zonder verbruikers draaien,
zodat hij „afkoelt”.
- Zet de AAN/UIT-schakelaar (10) in positie
„0”.
- Sluit de benzinekraan.
7.5 Overbelastingsbeveiliging voor
ttinguitgangen
Belangrijk!
De generator is uitgerust met een
overbelastingsbeveiliging. Deze schakelt
de connectors (3) uit. U kunt de connectors
opnieuw starten door een reset van de
stroomonderbreker (6).
Belangrijk! Indien dit gebeurt, reduceer
dan de elektrische stroom die u van de
generator afneemt of verwijder alle defecte
aangesloten toestellen.
Belangrijk! Defecte
overbelastingsbeveiligingen
mogen enkel worden vervangen door
overbelastingsbeveiligingen van een identiek
ontwerp en met dezelfde prestatiegegevens.
Indien er reparaties noodzakelijk zijn, gelieve
dan uw klantendienstcentrum te contacteren.
8. Reiniging, onderhoud en opslag
Schakel de motor uit en trek de kous van
de bougie voordat u enige reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan de
apparatuur uitvoert.
8.1 Reiniging
- Houd alle veiligheidsinrichtingen,
luchtkleppen en de motorbehuizing zo veel
mogelijk vrij van stof en vuil.
Veeg de apparatuur met een schone doek
af of blaas ze schoon met perslucht op lage