20
5. Voer in het veld Enter passkey for
<device name> (Wachtwoordsleutel voor
<toestelnaam> invoeren) een
wachtwoordsleutel in.
6. Typ dezelfde wachtwoordsleutel op het
toestel waarop Bluetooth is ingeschakeld
waarmee u verbinding maakt.
Opmerkingen: controleer of het toestel waarop
Bluetooth is ingeschakeld en waarmee
u verbinding wilt maken, zich in de juiste modus
voor verbinden bevindt.
De namen van de toestellen waarop Bluetooth is
ingeschakeld en die u aan elkaar hebt gekoppeld,
staan in een lijst met gekoppelde toestellen
waarop Bluetooth is ingeschakeld. Deze toestellen
staan niet in de lijst met apparaten waarop
Bluetooth is ingeschakeld, die verschijnt wanneer
u op Add Device (Toestel toevoegen) klikt.
Meer informatie
Klik met het wieltje in het programma om Help-
onderwerpen te openen voor het programma dat
u gebruikt. Klik op Help.
U opent de hoofdlijst met Help-onderwerpen voor
alle programma's door in een Help-scherm met
het wieltje te klikken. Klik op Index.