26
Let op! W
anneer u bij de ontvanger batterijen wilt gebruiken dan mag de ontvanger resp. zender niet met de netapater
worden verbonden. Dit leidt tot beschadiging van de apparaten.
• Zender (A)
1. Open het accuvak door eenvoudig het deksel van het accuvak in de richting van de pijltjes te schuiven (A5).
2. Leg de benodigde 3 mignon-accus’s/batterijen volgens de markering in het batterijvak. Sluit daarna weer het batterijvak.
3. Ga nu te werk als boven (ingebruikname met adapter, punt 3 tot 5 zender).
• Ontvanger (B)
1. Open het batterijvak door het deksel in de richting van de pijltjes te schuiven (B7)
2. Leg 3mignon cellen volgens de markering in het batterijvak. Sluit het batterijvak.
3. Ga nu te werk als boven (ingebruikname met adapter, punt 2 tot 4, ontvanger). De bedrijfszekerheid is bij het doven van de
rode LED bij zender en ontvanger niet meer gegarandeerd. In al deze gevallen moet de accu’s worden opgeladen resp. de
batterijen vervangen.
• Milieutip
Batterijen milieutip: Batterijen of accu‘s behoren niet bij het huisvuil. Als gebruiker bent u wettelijk verplicht gebruikte batterijen /
accu‘s terug te geven. U kunt de batterijen inleveren bij de openbare inzamelpunten in uw gemeente of overal, waar de betreffende
soort batterijen / accu‘s worden verkocht. Ook wij nemen batterijen / accu‘s gratis terug. Indien u hiervan gebruik wilt maken, stuur
uw batterijen dan met de vermelding “gebruikt !“ naar het volgende adres:
Vivanco GmbH, Ewige Weide 17, 22926 Ahrensburg
Deze aanduidingen vindt u op batterijen / accu‘s die schadelijke stoffen bevatten:
Pb Batterij bevat lood
Cd Batterij bevat cadmium
Hg Batterij bevat kwik
4. Functiereikwijdte
Op grond van de fysische verstrooiingsomstandigheden van radiogolven moet u de reikwijdte van uw Babyfon® in uw omgeving
vaststellen. Bij optimale omstandigheden kunt u een reikwijdte behalen van 300 m. De feitelijk reikwijdte hangt echter sterk af van
de plaatselijk omstandigheden (b.v. plaats van de zender, aarde van de bebouwing of atmosferische omstandigheden). Bovendien
kan de reikwijdte beperkt zijn wanneer de ontvanger in de hand gehouden wordt en deze de ontvanger omsluit.Bij mobiel gebruik
moet daarom de riemclip worden gebruikt. Binnenshuis moet u zich met de Babyfon vrij kunnen bewegen. De functie reikwijdte in
uw omgeving kan gemakkelijk worden vastgesteld. Neem hiervoor een radio en zet dit voor de Babyfon®-zender. Wanneer de
overdracht te horen is, gaat u met de ontvanger naar de plaats waar de storingvrije ontvangst nodig is.
5. Kanaalkeuze
Bij de Babyfon® BM 400 kan de signaaloverdracht via twee overdrachtskanalen plaatsvinden (“A“ of “B“). Wanneer de ontvangst
van het geluid heel slecht is, ga dan over naar het andere kanaal: zet de kanaalkeuzeschakelaar (A4) van de zender en de
kanaalkeuzeschakelaar (B6) van de ontvanger beiden op het andere kanaal. Let er op dat de kanaalkeuzeschakelaar op de zender
en de ontvanger in dezelfde positie staan. Alleen dan kan er overdracht plaatsvinden.
6. Gevoeligheid / Volume
De aanspreekgevoeligheid van de zender en het volume van de ontvanger van de Babyfon® BM 400 kunnen door u worden
ingesteld: draai de gevoeligheidsregelaar (A6) op de zender naar de gewenste gevoeligheid voor de microfoon. Hoe hoger de
gevoeligheid ingesteld, des te eerder begint de zender te zenden wanneer uw baby geluid maakt. Ook bij de ontvanger kan met
de volumeregelaar (B5) het volume van de ontvangen signalen voor uw omgeving overeenkomstig worden geregeld.