25
• Indicatie batterijstatus
Om de betrouwbaarheid van de Babyfon® te verhogen, begint de “power”-status bij zender en ontvanger te knipperen, wanneer
door de batterij/accuspanning een betrouwbaar gebruik niet meer mogelijk is. Bovendien klinkt er bij de ontvanger een
waarschuwingstoon.
2. Bedieningselementen
(A) Zender
(A1) Bus voor stroomvoorziening 6V DC
(A2) Aan- / Uitschakelaar
(A3) Standby-aanduiding
(A4) Kanaalkeuzeschakelaar
(A5) Batterijvak
(A6) Gevoeligheidsregelaar
(A7) Reikwijdteschakelaar
(B) Ontvanger
(B1) Bus voor stroomvoorziening 6V DC
(B2) Riemclip
(B3) Aan- / Uitschakelaar
(B4) Standby-aanduiding
(B5) Volumeregelaar
(B6) Kanaalkeuzeschakelaar
(B7) Batterijvak
3. Gebruik
1. Inbedrijfname met netadapter:
1. Sluit de kabel voor stroomvoorziening aan op de daarvoor bestemde bus (A1) aan de achterkant van de zender. Steek nu de
adapter in het stopcontact (230 V / 50 Hz). Plaats de zender minimaal op 1 meter afstand van de persoon die wordt bewaakt
(zie info e-smog).
2. Controleer de kanaalkeuzeschakelaar (A4). Zender en ontvanger moeten op hetzelfde kanaal zijn ingesteld ( “A“ resp. “B“):
alleen dan kan er overdracht plaatsvinden.
3. Schakel nu de zender in (A2). De standby-aanduiding (A3) gaat rood branden en geeft aan dat de zender gebruiksklaar is.
4. De van fabriekswege ingestelde aanspreekgevoeligheid (vanaf welk punt de zender wordt geactiveerd) met regelaar A6
verhogen en naar wens aanpassen.
5. Stel het zendvermogen in naar uw wensen. Wanneer de Bayfon in hoofdzaak stationair wordt gebruikt, (zender in kinderkamer
> ontvanger in woonkamer) adviseren wij schakelaarstand “S” (klein zendvermogen).
Bij mobiel gebruik adviseren wij de schakelaarstand “L” (groot zendvermogen). Alleen bij schakelaarstand “L” kan de aangegeven
reikwijdte in optimale gevallen worden bereikt.
6. De zender (A) is nu klaar voor gebruik.
(B) Ontvanger
1. Sluit de voedingskabel aan op de daarvoor bestemde bus (B1) aan de achterkant van de ontvanger. Steek nu de adapter in
het stopcontact (230 V / 50 Hz).
2. Controleer de kanaalkeuzeschakelaar (B6). Zender en ontvanger moeten op hetzelfde kanaal (“A“ resp. “B“) zijn ingesteld,
anders kan er geen overdracht plaatsvinden.
3. Schakel nu de ontvanger in (B3). Wanneer het apparaat klaar is voor gebruik gaat de standby rood branden (B4).
4. Voor een gegarandeerd functioneren is het minimale volume van fabriekswege ingesteld op ca. ⁄ van het maximale volume.
Het volume kan naar wens worden verhoogd.
2. Ingebruikname met batterijen/accu’s:
De BM 400 beschikt over een automatische acculaadfunctie bij zender en ontvanger. Dit laadautomatisme wordt geactiveerd
wanneer zich accu’s in het batterijvak bevinden!