GEBRUIK
15
GGeevvooggeellttee
Met deze functie (F C) kunt u een hele kip of stukken kip (poten) van 500 tot 2000 g bakken
en goudbruin laten worden.
Het bakken geschiedt met in microgolven + hete lucht stand .
Gebruik een hittebestendige schaal voor de magnetron, bij voorkeur van aardewerk (min-
der vetspatten dan bij glas). De kippenpoten moeten direct op de geëmailleerde schaal
worden geplaatst.
Voor het koken kunt u met een vork gaatjes prikken in het vel, om spatten te voorkomen.
Giet wat olie over de kip, bestrooi hem naar wens met peper, zout en kruiden.
Hele kip: zet de schaal op het rooster op niveau 1.
Kippenpoten: tot 900 g, de schaal op het rooster zetten op niveau 2.
Aan het einde van de baktijd de kip 5 minuten in de oven laten voordat u hem opdient.
VViiss
Met deze functie (F) kunt u vis tussen 100 g - 1000 g bakken.
Alle soorten vis kunnen in de magnetron worden gebakken. Zorg er alleen voor dat u verse
vis gebruikt.
Het voedingsmiddel wordt in de microgolven stand gebakken.
U kunt hele vis bakken, in stukken of gefileerde vis. Als u een hele vis wilt bakken, maak dan
sneden in het dikste gedeelte voor een beter resultaat.
Leg de vis in een ronde of ovale magnetronschaal, voeg 2 à 3 eetlepels water, citroensap of
witte wijn toe en bedek de schaal met het deksel of met folie; na het bakken op smaak bren-
gen.
Zet de schaal op het draaiplateau.
Halverwege de bakcyclus hoort u een pieptoon en knippert “ “ op het display om u
eraan te herinneren dat het tijd is de vis om te draaien voor een beter resultaat.
GGrrooeenntteenn
VVeerrss UU11
UU22
DDiieeppvvrriieess
UU33
Met deze functie kunt u tussen 100 en 1000 g groenten koken.
De gerechten worden gekookt in de microgolven stand.
Kies verse groenten en voeg voor het koken wat water toe:
- tot 200 g: 2 eetlepels water
- tot 500 g: 0,5 dl water
- tot 1 000 g: 1 dl water
Gebruik een aan het volume van de groenten aangepaste schaal en bedek deze (behalve
als u champignons kookt).
Zet de schotel op het glazen draaiplateau.
Halverwege de kooktijd herinnert een pieptoon u eraan dat de groenten gemengd moeten
worden, en “ “ verschijnt op het display. Voeg boter of olie toe en breng op smaak.
Wacht na het koken enkele minuten voordat u de groenten opdient.
Kies categorie
UU11
om hardere groenten, met meer vezels, te koken: spruitjes, geraspte
witte kool, in schijfjes gesneden wortel, knolselderij enz.
Kies categorie
UU 22
voor het koken van zachte, waterhoudende groenten:
Courgettes in plakjes of stukjes, preiringen, aardappelen in plakjes van dezelfde groot-
te, bladspinazie, venkel, stukjes bloemkool, broccoli, enz.
Kies categorie
UU 33
voor het koken van diepvriesgroenten:
Wortels in schijfjes, stukjes bloemkool en broccoli, spruitjes, gesneden prei, schijfjes of
dobbelsteentjes courgette, spinazie.
handleiding van automatische functies
NL