Hoofdstuk 4 Problemen oplossen 61
5 Geef de informatie op die u van uw internetaanbieder hebt ontvangen, zoals de
accountnaam, het wachtwoord en de naam van de PPPoE-voorziening (indien
noodzakelijk).
6 Klik op 'Pas toe' om de instellingen te activeren.
Netwerkverbindingen
Controleer of de Ethernet-kabel is aangesloten op de MacBook Pro en op de
netwerkaansluiting. Controleer ook of de kabels en de voedingen van de Ethernet-
hubs en -routers goed zijn aangesloten.
Als twee of meer computers gebruikmaken van dezelfde internetverbinding, moet u
controleren of het netwerk correct is geconfigureerd. Hiervoor moet u weten of uw
internetaanbieder één of meerdere (één voor elke computer) IP-adressen verstrekt.
Als u slechts één IP-adres hebt, moet u een router hebben die het delen van één
IP-adres door meerdere computers mogelijk maakt. Dit wordt wel NAT (Network
Address Translation) of “IP masquerading” genoemd. Raadpleeg voor informatie over
de configuratie de documentatie die bij de router is geleverd of neem contact op met
degene die het netwerk heeft geconfigureerd. Met een AirPort-basisstation kunt u één
IP-adres delen met meerdere computers. Raadpleeg Mac Help of ga naar de AirPort
Extreme-website van Apple op www.apple.com/nl/support/airport voor meer
informatie over het gebruik van een AirPort-basisstation.
Als u het probleem met behulp van de bovengenoemde stappen niet kunt oplossen,
neemt u contact op met uw internetaanbieder of de netwerkbeheerder.