21NL
5.4.5 Het gras maaien
De machine is niet geschikt voor zwaar werk
en om grote hoeveelheden gras te maaien.
De invoer van het lemmer wordt bekomen
middels een apparaat met wrijving. Teneinde de beschadiging of
een voortijdige slijtage van de frictie-elementen te vermijden, moet
men de volgende aanduidingen strikt opvolgen.
Om te beginnen maaien:
1. alle vreemde voorwerpen van het gazon wegne-
men die door het mes zouden geraakt kunnen
worden (stenen, takken, beenderen, ijzerdraden,
enz.) en de plaats van verborgen elementen die
niet verwijderd kunnen worden (wortels, irrigatie-
systemen, enz.) duidelijk aanduiden;
2. zorg ervoor dat de grasopvangzak correct is
gemonteerd;
3. zet de gashendel in de stand «SNEL»;
4. breng het maaidek naar de hoogste stand voordat
men het lemmer invoert;
5. schakel het mes alleen in (☛ 4.6) op het grasveld en niet op grond
met grind of te hoog gras, zonder in de tussenliggende standen te
treuzelen.
6. rij gelijkmatig en uiterst voorzichtig over het grasoppervlak, zoals
eerder beschreven;
BELANGRIJK
BELANGRIJK
7. op oneven terreinen, de maaihoogte van het gras zodanig regelen
dat men voorkomt dat het mes gaat stoten tegen de onregelmatig-
heden van het terrein of tegen vreemde voorwerpen die schade
aan het mes zelf en aan de support kunnen veroorzaken;
8. de juiste rijsnelheid inschakelen voor de gewenste voorwaartse
bewegingssnelheid (1
ste
of 2
de
versnelling) en de maaihoogte
van het gras (☛ 4.5) regelen zodanig dat de hoeveelheid te ver-
wijderen gras niet excessief is, teneinde te vermijden dat het
mes blokkeert of dat het kanaal verstopt raakt.
8. Regel de rijsnelheid (☛ 4.4b) en regel de maaihoogte (☛ 4.5)
zodanig dat de hoeveelheid afgemaaid gras niet te groot is, om
te voorkomen dat het mes vastloopt of het kanaal versopt
raakt; het beste is altijd met een lage snelheid te beginnen te
maaien, die dan geleidelijk verhoogd kan worden tot een maxi-
mum van ongeveer 2/3 van de bewegingsloop van de regelhen-
del.
Bij het maaien van hellende terreinen
dient u de snelheid te minderen, met het oog op de veiligheid
(
☛
1.2 - 5.5).
– Minder vaart telkens wanneer u een afname van het toerental waar-
neemt, en denk eraan dat u nooit een mooi maairesultaat bekomt
als de rijsnelheid te hoog is ten opzichte van de hoeveelheid gras.
– Ontkoppel het mes en zet het maaidek in de hoogste stand als
over een hindernis of oneffenheid moet worden gereden.
LET OP!
Model ELV63:
Model EL63: