137
GLOEILAMP TYPE W
GROOTLICHT E (HB3) 60
DIMLICHT E (HB3) 60
PARKEERLICHTEN VOOR A (W5W) 5
RICHTINGAANWIJZERS VOOR B (P21W) 21
RICHTINGAANWIJZERS OP VOORSPATBORD A (W5W) 5
RICHTINGAANWIJZERS ACHTER B (P21W) 21
REMLICHTEN/PARKEERLICHTEN ACHTER B (P21W/R5W) 21/5
ACHTERUITRIJLICHTEN B (P21W) 21
MISTACHTERLICHT B (P21W) 21
KENTEKENPLAATVERLICHTING A (W5W) 5
MISTLAMPEN VOOR D (H3) 55
DERDE REMLICHT A (W5W) 5
LEESLAMPJE C (H6W) 6
PLAFONDLAMPJE VOOR B (C10W) 10
Halogeenlampen mag
u uitsluitend aanraken
op het metalen gedeel-
te. Als u de bol met uw vingers
aanraakt, zal de lichtopbrengst
van de lamp teruglopen en kan
ook de levensduur beperkt wor-
den. Als u de bol per ongeluk
toch hebt aangeraakt, moet u de
bol schoonwrijven met een doek-
je met alcohol en daarna laten
drogen.
Halogeenlampen be-
vatten gas onder druk.
Bij breuk kunnen er
glassplinters wegschieten.