135
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
ALGEMENE AANWIJZINGEN
– Als een lampje niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet doorge-
brand is, voordat u de lamp vervangt.
– Zie voor de plaats van de zekeringen
de paragraaf “Een doorgebrande zeke-
ring“ in dit hoofdstuk.
– Controleer, voordat u een defecte
lamp vervangt, of de contacten niet zijn
geoxideerd.
– Vervang een defecte lamp door een-
zelfde type met hetzelfde vermogen. Een
lamp met een te laag vermogen geeft te
weinig licht; een lamp met een te hoog
vermogen verbruikt te veel energie.
– Als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om veilig-
heidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is.
Modificaties of repara-
ties aan de elektrische
installatie die niet cor-
rect worden uitgevoerd en waar-
bij geen rekening wordt gehou-
den met de technische specifica-
ties van het systeem, kunnen
storingen in de werking en zelfs
brandgevaar veroorzaken.
Wij raden u aan defec-
te gloeilampen, indien
mogelijk, door de Alfa
Romeo-dealer te laten vervan-
gen. De juiste werking en afstel-
ling van de buitenverlichting zijn
van essentieel belang voor de rij-
veiligheid en bovendien wettelijk
verplicht.