127
De krik dient uitslui-
tend voor het verwisse-
len van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd is
of voor auto’s van hetzelfde mo-
del. Gebruik de krik niet voor het
opkrikken van andere auto’s. En
beslist nooit voor het uitvoeren
van werkzaamheden onder de
auto.
Op een sticker op de
krik is het maximum
hefvermogen aangege-
ven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt.
Het reservewiel is niet geschikt
voor de montage van sneeuw-
kettingen. Als u een lekke voor-
band (aangedreven wiel) hebt en
er moet met sneeuwkettingen
worden gereden, dan moet u een
wiel van de achteras afhalen en
daarvoor in de plaats het reser-
vewiel monteren. Zo hebt u op
de vooras twee normale wielen
waarop uw sneeuwkettingen
kunt monteren.
Maak het ventiel niet
open.
Plaats geen enkel stuk
gereedschap tussen velg en
band.Controleer regelmatig de
spanning van de banden en van
het reservewiel en houdt u daar-
bij aan de waarden die beschre-
ven staan in het hoofdstuk
“Technische gegevens“.
Krik de auto uitsluitend aan de
zijkant op. Om beschadiging aan
de rem- en brandstofleidingen te
voorkomen moet de hefarm van
de garagekrik in het gebied aan
de voorzijde worden geplaatst.
Op het reservewiel is
een oranje sticker aan-
gebracht waarop de be-
langrijkste aanwijzingen en de
beperkingen staan vermeld met
betrekking tot het gebruik van
het reservewiel.
Deze sticker mag absoluut niet
worden verwijderd of afgedekt.
Op de sticker staan de volgende
aanwijzingen in vier talen ver-
meld:
- ATTENTIE! Alleen tijdelijk ge-
bruiken, 80 km/h max!
- Vervang zo snel mogelijk door
een normaal wiel.
- Bedek deze aanwijzingen niet.
Als de krik niet juist geplaatst
wordt, kan de opgekrikte auto
van de krik vallen.