45
Maak voor het omleggen de gordel los
uit de houder (A-fig. 29) op de mid-
denstijl.
Pak aan de buitenzijde van de stoel de
gesp (A-fig. 28), trek de gordel uit tot-
dat de gesp volledig in de sluiting (B-
fig. 28) kan worden gestoken.
De veiligheidsgordel is goed vergrendeld
als u tijdens het insteken van de gesp in
de sluiting een duidelijke klik hoort. Voor
het losmaken van de gordel moet u op
toets (C-fig. 28) drukken.
De rolautomaat blokkeert als u de gor-
del snel uittrekt, bij hard remmen of bij
botsingen.
Als de oprolautomaat blokkeert, laat
dan de gordel een stukje teruglopen en
trek de gordel vervolgens weer geleidelijk
uit.
Via de rolautomaat wordt de lengte van
de gordel automatisch aangepast aan het
postuur van de drager, waarbij voldoende
bewegingsruimte overblijft.
Als de auto op een steile helling staat,
kan de rolautomaat blokkeren; dit is een
normaal verschijnsel.
P4Z00021
fig. 28
Begeleid de gordel tij-
dens het teruglopen om
te voorkomen dat de
gordelband draait.
HOOGTEVERSTELLING VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR
Het bovenste bevestigingspunt van de
veiligheidsgordels voor kan in vier ver-
schillende standen worden gezet. Hier-
door is de gordel in hoogte verstelbaar.
Pas de hoogte van de gordel altijd aan
het postuur van de inzittende aan. Dank-
zij deze voorzorgsmaatregel werkt de
gordel beter en is het risico op verwondin-
P4Z00205
fig. 29
gen tijdens een botsing geringer.
De gordel is goed afgesteld als hij over
de schouder halverwege tussen nek en
uiteinde van de schouder ligt.
Druk om de hoogte te regelen op knop
(B-fig. 29) van het vergrendelmecha-
nisme en schuif gelijktijdig beugel(C-fig.
29) in de gewenste stand.