14
Opslaan van voedsel
Verzeker dat koude lucht kan circuleren wanneer u voedsel opslaat.
Het product dat gekoeld moet worden, mag nooit direct contact maken met
de achterste wand binnen in het koelkastcompartiment.
Deze kunnen bevriezen en gedeeltelijk vast blijven zitten tegen de wand
wanneer het wordt verwijderd, zodat het de dauw ervan weerhoudt
regelmatig te stromen.
Plaats voedsel zoals kaas, vleeswaren, fruit, groenten, al gekookt eten en
bereide salades in bakjes en sluit ze af.
Op deze manier wordt hun natuurlijke frisheid en aroma behouden.
Voedsel moet worden opgeslagen volgens de verschillende temperatuur zones.
Boter, kaas - in de binnenkant van de deur in het boter schaaltje en de kaas
houder.
Eieren - in de binnenkant van de deur
Fruit, groenten, sla - in de groente bakjes
Vleeswaren, vlees - in het onderste gedeelte (eerste lade of het afdeksel
boven de groentebak)
Melk producten, conserven, potjes - in het bovenste gedeelte of in de
binnenkant van de deur
Flessen / tubes - in de binnenkant van de deur
Gebruik van het vriescompartiment
Belangrijk!
Doe de koelkast niet open als de elektrische stroom is afgesloten! Voedsel
bederft niet als de applicatie vol is en voor een korte periode is afgesloten
(kijk voor meer informatie onder “houdbaarheidsdatum in geval van uitval” in
de catalogus of in het advertentie materiaal). Indien de stroomuitval
voortzet, gebruik dan het ontdooide voedsel binnen een korte periode.
Houdbaarheidsdatum verandert wanneer de temperatuur van het bevroren
voedsel stijgt.
Temperatuur instelling
Om de temperatuur in te stellen, gebruik de relevante knoppen voor zowel de
koelkast als het vriescompartiment. Zie “Gebruik van het
koelkastcompartiment”. De juiste temperatuur voor bevroren voedsel en nog
te bevriezen voedsel is -18°C.