38
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd goed voorbereid te
worden.
Zet voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar op stand „3”. Zet
de levensmiddelen direct op de verdamperplaat. Het invriezen duurt
ongeveer 24 uur. Zet daarna de temperatuurregelaar op de gewenste
stand of laat hem op stand „3” staan, deze stand is geschikt voor
normaal gebruik. Ingevroren producten kunt u het beste op het
draadrooster in de vriesruimte bewaren.
Open tijdens het invriezen de deur van de vriesruimte liever niet.
Zet de temperatuurregelaar niet op een hogere stand (bijv. „6”). De
invriestijd zou hierdoor wel korter worden, maar de temperatuur in de
koelruimte zou constant onder 0 °C komen, waardoor opgeslagen
dranken en levensmiddelen zouden bevriezen.
Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in dan in „Technische
gegevens” staat aangegeven. De levensmiddelen bevriezen anders
niet tot in de kern en kunnen dan na het ontdooien bijv. smaak en
geur verliezen.
Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes, dat vermindert de
invriescapaciteit.
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar het
draadrooster in de vriesruimte verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt
in de invriesruimte. Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed
op reeds ingevroren producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven op diepvriesproducten
die u koopt. Bewaartijden voor zelf ingevroren producten vindt u op
de binnenkant van de deur van de vriesruimte. De symbolen staan voor
verschillende levensmiddelen, de cijfers staan voor de maximale
bewaartijd in maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard worden, als ze niet
ontdooid zijn voordat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet opnieuw invriezen,
maar dienen ze zo snel mogelijk geconsumeerd te worden.