40
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend
apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende
ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie
om onnodige rijpvorming te voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan
nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal,
geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag
niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en
vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in
uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het gebruik in
de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het koelvermogen
wordt minder, de temperatuur stijgt en er is meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koelruimte
automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te doen. De thermostaat
onderbreekt regelmatig de werking van de compressor. Het koelen
wordt dan onderbroken, de temperatuur van de verdamperplaat stijgt
boven 0 °C en het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een