10
Voorwoord
Geachte klant,
Wij bedanken u voor de aankoop van deze fot-elektrische rookmelder.
Met dit toestel heeft u een product gekocht, dat met de allernieuwste
techniek werd gebouwd. Dit product voldoet aan de eisen van de
geldende Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming
werd aangetoond, de overeenkomstige verklaringen en documenten
zijn bij de fabrikant gedeponeerd. Om deze toestand te behouden en
een gebruik zonder gevaren te garanderen, moet u als gebruiker deze
montage-instructies in acht nemen!
Opmerkingen
De rookmelder dient in combinatie met een inbraakalarm- of
gevaarmeldingsinstallatie voor de beveiliging tegen branden. Hij wordt
op plaatsen met een geringe stofbelasting gebruikt (woningen,
kantoren) of op plaatsen waar met een sterke rookontwikkeling bij
branden (smeulende branden, meubels) wordt gerekend.
De rookmelder reageert op rook die in zijn rookkast terechtkomt.
Opgelet!
Rookmelders kunnen niet ter voorkoming van brand gebruikt worden.
Ze dienen uitsluitend voor het constateren van bepaalde
brandkenmerken. Let er bij de installatie op dat de positie van de
afzonderlijke melders overeenkomstig de geldende
brandveiligheidsvoorschriften en –aanbevelingen werd gepland.
Deze melder is uitsluitend voor toepassingen binnenshuis
geschikt!
Om een goede werking van uw rookmelder te garanderen, neemt u
a.u.b. de volgende opmerkingen in acht:
Demonteer de melder niet
Let op hindernissen die de luchtstroom naar de detector
zouden kunnen hinderen.
Controleer na de installatie of alle melders van een
brandalarmsysteem functioneren en herhaal deze controle elk jaar.
Positionering
U dient voor uw eigen veiligheid of voor de veiligheid van uw klant
rookmelders alleen centraal boven het te bewaken vlak te
positioneren. Let erop dat de melder minimaal 30 cm van de wanden
verwijderd gemonteerd wordt.
U dient rookmelders uitsluitend in ruimten te gebruiken waarin geen
hoge stofbelasting aanwezig is en niet met branden van uiterst
ontvlambare brandstoffen gerekend hoeft te worden.
Installatie
1. Maak de melder van de bodemplaat los door melder en
bodemplaat tegen elkaar te drukken en linksom te draaien.
2. Installatie van de bodemplaat:
2.1. Bevestig de bodemplaat met pluggen en schroeven op de
wand of op het plafond.
2.2. De melder heeft vier aansluitsnoeren voor de installatie
nodig. Het schakelschema is in afb. 1 weergegeven, de
bodemplaat in afb. 2.
De cijfers voor de markering van de aansluitingen vindt u
binnen in de bodemplaat terug.
3. Instellen van het relais op NO/NC