Afstandsbediening (vervolg)
Afstandsbediening (vervolg)
De Afstandsbediening Bedienen
OPGELET •
Haal de afstandsbediening niet uit elkaar.
•
Leg de afstandsbediening niet in de buurt van de lens of de ventilator van de projector.
•
Laat de afstandsbediening niet vallen.
•
Zorg ervoor dat de afstandsbediening niet nat wordt en plaats er geen voorwerpen op. Als dit toch gebeurt kan het leiden tot een defect.
•
Als u de afstandsbediening gedurende een langere periode niet gebruikt, kunt u het beste de
batterijen uit de afstandsbediening verwijderen en deze op een veilige plek bewaren.
•
Vervang de batterijen als u merkt dat de afstandsbediening niet goed werkt.
•
Als sterk licht, zoals direct zonlicht of licht van extreem dichtbij (zoals bijvoorbeeld van een
fluorescentielamp), op de afstandsbedieningssensor van de projector schijnt, kan het zijn dat de
afstandsbediening niet meer reageert. Verander dan de richting van de projector, om ervoor te zorgen
dat het licht niet direct op de afstandsbedieningssensor van de projector schijnt.
OPMERKING
•
De afstandsbediening werkt zowel op de
afstandsbedieningssensor aan de voorzijde als
achterzijde van de projector.
•
Bereik aan de voorzijde van de afstandsbedieningsensor is 3
meter in een hoek van 40 graden
(20 graden aan de linkerkant en
20 graden aan de rechterkant van de afstandsbedieningsensor).
Bereik aan de achterzijde van de afstandsbedieningsensor is 3
meter in een hoek van 40 graden (20 graden aan de linkerkant en
20 graden aan de rechterkant van de afstandsbedieningsensor).
•
Het kan ook mogelijk zijn om het signaal via het geprojecteerde beeld te reflecteren naar het apparaat. Als het
onhandig is om de afstandsbediening rechtstreeks op het apparaat te richten kunt u deze mogelijkheid proberen.
•
Daar de afstandsbedieningssensor infraroodlicht gebruikt om signalen door te sturen naar de projector
(Klasse 1 LED), dient u er voor te zorgen dat er tussen de afstandsbediening en de afstands
bedieningssensor van de projector geen obstakels staan die het uitgangssignaal kunnen onderbreken.
notitie
U kunt de afstandsbediening voorzien van een kabel door de REMOTE CONTROL-poorten van het
hoofdapparaat aan te sluiten op de afstandsbediening met een audiokabel (3.5 dia. Stereo-mini-kabel met stekkers).
Stel het ID-nummer van de projector op voorhand in. Hiervoor kunt u
onderdeel “AFST.B. ID” van de paragraaf “Menu OPT.” raadplegen.
notitie
Als ALLE is geselecteerd voor het onderdeel
“AFST.B.ID” van het menu OPT., wordt de projector
bediend door de afstandsbediening onafhankelijk
van de positie van de ID CHANGE-schakelaar.
Plaats de knop van de schakelaar in de positie van het
ID nummer van de projector die u wilt bedienen.
Gebruik Van Afstandsbediening ID Modus
Dit is de functie waarmee u twee of drie projectors van hetzelfde type
op hetzelfde moment kunt gebruiken. Deze functie dient te worden
ingesteld gedurende de setup van een projector.
ID CHANGE-
schakelaar