- Een rode grote reflector achter
- Gele reflectoren voor en achter aan de pedalen
- Twee gele reflectoren in de spaken van elk met 180° verplaatst aangebracht, alternatief
reflecterende witte strepen op de banden.
Schijnwerpers en achterlichten werkend met een accu of batterij zijn in Duitsland alleen toegelaten,
als deze een toelating van de StVzO (= Duitse wegenverkeersreglement) hebben.
Zorg voor elke rit voor de volgende punten:
- De accu is opgeladen
- De remmen, kettingkast, spatborden functioneren uitstekend
- Het stuur is veilig bevestigd en correct ingesteld
- Het zadel is veilig bevestigd en correct ingesteld
- De pedalen zijn veilig bevestigd
- De wielen zijn veilig bevestigd
- De banden zijn in uitstekende staat
- De bandenspanning is correct ingesteld
- De verlichting functioneert en is correct ingesteld
- De schakeling functioneert en is correct ingesteld
- Schroeven, moeren en snelspanner zijn stevig aangetrokken
Tips voor het veilig rijden
- Neem alle regionale verkeerswetten en fietsvoorschriften in acht. Neem de voorschriften
met betrekking tot de toelating van fietsen en het rijden op trottoirs, wetten voor het
gebruik van fietspaden enz. Neem de voorschriften met betrekking tot helmen en
kinderzitjes evenals speciale verkeersregels voor fietsers in acht. Het is uw
verantwoordelijkheid om u vertrouwd te maken met de wetten en voorschriften en deze na
te leven.
- U gebruikt de straat of het fietspad samen met gemotoriseerde verkeersdeelnemers,
voetgangers en andere fietsers. Respecteer hun rechten. Doe altijd de verlichting aan.
- Rij vooruitblikkend. Ga er altijd van uit dat anderen u niet zouden kunnen zien. Kijk naar
voren en wees bedacht op het volgende:
- Remmende of voor u op uw straat afbuigende voertuigen evenals van achteren komende
voertuigen
- Het openen van de deuren van geparkeerde voertuigen.
- Op de straat lopende voetgangers.
- Kinderen of huisdieren, die in de buurt van de straat spelen
- Gaten in de weg, afvoerputje, spoorrails, verbindingsnaden, weg‐ of trottoirconstructies,
afval of andere hindernissen, waardoor u evt. naar de andere rijbaan moet uitwijken of die
blijven hangen aan uw fiets of op een andere manier ertoe leiden dat u de controle verliest
en een ongeluk veroorzaakt.
- Rij op de bestemde fietssporen en fietspaden of zo dicht mogelijk bij de straatkant, in de
richting van de verkeersstroom of zoals door regionale voorschriften bepaald.
- Stop bij stoptekens en verkeerslichten. Rem bij wegkruisingen en kijk in beide richtingen.
Vergeet niet dat fietsers altijd de zwakkere verkeersdeelnemers zijn. Fietsers trekken bij
botsingen met auto’s altijd aan het kortste eind.
- Gebruik bij het afslaan of stoppen de gangbare handsignalen.