11. Componenten van de fiets monteren
Bij de levering is de fiets voorgemonteerd. De volgende componenten moet u nog monteren of laten
monteren resp. moet u nog instellen en/of controleren of laten instellen en/of controleren:
- De stuurstang moet ingesteld worden
- De zadelstand en hoogte moeten ingesteld worden
- De pedalen moeten aangeschroefd worden
- De fijninstelling van de versnelling moet gecontroleerd en evt. bijgesteld worden
- De werking van de remmen moet absoluut gecontroleerd worden
Stuurstang monteren resp. draaien
Om de stuurstang te monteren, gaat u als volgt te werk:
- Draai de „instelschroef“ los
- Draai de „voorbouwklemschroeven“ los
- Draai het stuur tot het zijn eindpositie bereikt heeft
- Draai de „instelschroef“ stevig aan
- Draai de „voorbouw“ stevig aan (aanhaalmoment: 10 Nm)
- Draai de „instelschroef“ stevig aan (aanhaalmoment: min. 10 Nm)
Om de horizontale positie van de versnellings- en remhendel in te stellen gaat u als volgt te werk:
- Draai alle vier „stuurstangklemschroeven“ los
- Draai de stuurstang in de gewenste richting (zie hiervoor pijlindicatie in de afb. boven)
- Draai de vier stuurstangklemschroeven gelijkmatig vast (aanhaalmoment: 10 Nm)