1
99
G
S C H O O N M A K E N
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte, vochtige doek.
G e b r uik nooit agressieve chemicaliën, benzine, detergenten of andere
reinigingsoplossingen. Maak het gaasfilter regelmatig met een stofzuiger schoon.
Zie ook hoofdstuk D “Luchtfilter”.
H
O P B E R G E N
Leeg het waterreservoir (zie hoofdstuk E).
Maak het gaasfilter schoon (zie hoofdstuk G). Ve rwijder het 3M
T M
F i l t r e t e
T M
filter en het actief koolfilter.
• Ve r wijder het 3M
T M
F i l t re t e
T M
filter en het actief koolfilter, voordat u het
apparaat aan het eind van het seizoen weer opbergt en plaats nieuwe
filters pas aan het begin van het nieuwe seizoen. De oude filters mogen
worden afgedankt bij het huisvuil (niet bij het GFT-afval).
• Nieuwe filterpakketten zijn verkrijgbaar bij uw dealer.
Laat het apparaat enkele uren in de luchtcirculatiestand werken, zodat het
binnenwerk helemaal droog wordt.
B e r g de kabel op zoals getoond. Bescherm het apparaat tegen stof en berg
het op een droge plek op, buiten het bereik van kinderen.
LET OP!
Gebruik de airconditioner nooit zonder gaasfilter.
WA A R S C H U W I N G !
Schakel het apparaat eerst uit en haal dan de stekker uit het stopcontact.