694471
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/46
Next page
Pag.1
NEDERLAND-NL
BELGIE-BE
BEDIENINGS EN INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Trimline 100 F ( 1136 )
Trimline 100 T ( 1135 )
Trimline 120 F ( 1137)
Trimline 120 T ( 1138)
Trimline 140 F ( 1139 )
Trimline 140 T ( 1149)
Trimline 170 F ( 1048 )
Pag.2
INHOUDSOPGAVE
1. Algemeen Pag. 3
1.1 Inhoud verpakking
2. Beveiliging van het toestel Pag. 4
2.1 Veiligheid
3. Bedienings instructies 8-symbool afstandbediening Pag. 5
3.1 Instelling Celsius of Fahrenheit
3.2 Tijd instellen
3.3 Functies in en uitschakelen
3.4 Handmatige instelling (handset)
3.5 Het vuur aan zetten
3.6 Standby instelling (waakvlam brander)
3.7 Het vuur uit zetten
3.8 Vlamhoogte afstelling
3.9 Aanduiding Hoog en Laag vuur
3.10 Thermostaat modus
3.11 Countdown timer
3.12 Programma modus
3.13 Temperatuur instelling
3.14 Dubbele brander functie
3.15 Kinder slot
3.16 Eco stand
4. Handbediening Pag. 11
4.1 Aansteken van het vuur
4.2 Doven van het vuur
4.3 Uitschakelen van het toestel
5. De eerste keer stoken Pag. 12
5.1 Dagelijks onderhoud
5.2 Belangrijke tips
6. Installatievoorschriften Pag. 13
6.1 Algemeen voorschrift
7. Concentrisch kanaalsysteem Pag. 14
7.1 Componenten van het concentrisch kanaal systeem
7.2 Opbouw Concentrisch kanaalsysteem
7.3 Montagevoorschriften bestaande rookkanalen.
7.4 Onderdelen.
7.5 Montage
7.6 Reiniging en onderhoud
8. Instructies voor Mertik Maxitrol GV60 en Afstandsbediening Pag. 18
8.1 Storing zoeklijst Mertik Maxitrol
9. Onderhouds controle lijst Pag. 24
10. Onderhouds werkzaamheden Pag. 25
11. Plaatsen van het toestel Pag. 26
11.1 Aansluiting op de gasleiding
11.2 Voorbereiding en plaatsing van het toestel
11.3 Installatie Gasregeling GV60
11.4 Plaatsing en montage van de CC kanalen met toebehoren
11.5 Plaatsing van de keramische houtset
11.6 Plaatsing van de optionele Pebbleset
11.7 Plaatsing van de optionele Carrara / Basalt stenen
12. Technische gegevens GV60 Pag. 28
12.1 Gas technische gegevens
Tabel concentrische trajecten
Restrictie bepalingen 1700 alle gassoorten
13. Problemen en hun mogelijke oplossingen Pag. 31
Illustraties Pag. 3245
Voor België is deze instructie ook in Duitstalige uitvoering beschikbaar
Informeer bij uw producent.
Fur Belgien ist diese Bedienungsanleiting auch in deutcher sprache erhaltlich.
Informieren sie bei Ihren producent.
WIJZIGINGEN EN DRUKFOUTEN VOORBEHOUDEN.
(9/07112014)
Pag.3
Met de aanschaf van deze gashaard wensen wij u veel stookplezier. Lees deze instructies zorgvuldig voordat
u de haard installeert en in gebruik neemt. Bewaar deze instructies goed. In geval van storing steeds opge-
ven: type en serienummer dat u aantreft in de gas inbouwkast. Uw aankoopnota is uw garantiebewijs.
1. Algemeen
Bij aflevering dient u direct het toestel op eventuele transportschade te controleren. Is dit het geval dan dient u dit
onmiddellijk en zo nauwkeurig mogelijk aan uw leverancier door te geven.
Attentie
Het toestel dient geplaatst, aangesloten en gecontroleerd te worden door een erkend installateur, volgens de natio-
nale, regionale, lokale normen en voorschriften. Het toestel dient door de installateur gecontroleerd te worden op
gasdichtheid van gas en verbrandingsproducten en de juiste werking van de diverse onderdelen en functies. Ook
het afvoersysteem en de uitmondingen in gevel of dakvlak dienen te voldoen aan de geldende voorschriften. Het
toestel valt in de categorie gesloten toestellen, in een opstellingsruimte zonder ventilator en met een schoorsteen-
verlies groter dan 17 % (niet condenserend).
Waarschuwing.
Gaskachels worden heet als ze in bedrijf zijn. Na inbouw van het toestel wordt het glasoppervlak beschouwd als
actieve zone. Het glasoppervlak kan zeer heet worden.!
Opgelet! Dienovereenkomstig moet voorzichtigheid worden betracht en b.v. kinderen en hulpbehoevenden
uit de buurt van brandende kachels worden geweerd. Ook mogen kachels niet op of tegen brandbare mate-
rialen worden geplaatst (gordijnen enz.).
1.1 Inhoud verpakking
1 x Kompleet gemonteerd toestel :
Trimline 100 F ( 1136 )
Trimline 100 T ( 1135 )
Trimline 120 F ( 1137)
Trimline 120 T ( 1138)
Trimline 140 F ( 1139 )
Trimline 140 T ( 1149)
Trimline 170 F ( 1048 )
1 x Afstandsbediening
1 x Restrictie plaatje
2 x Batterij AAA 1.5 Volt
4 x Batterij AA 1.5 Volt
1 x Bediening en installatievoorschriften
1 x Hout imitatie set
2 x Zuignap
Optioneel
Zwart glazen achterwand
Boezemijzer
Pebble set
Carrara / Basalt set
Pag.4
2. BEVEILIGING VAN HET TOESTEL
Het toestel is volledig beveiligd door middel van een thermo-elektrische waakvlambeveiliging ter voorkoming
van het onvoorzien uitstromen van gas uit de hoofdbrander.
2.1 Veiligheid
Plaats geen keramisch brander decoratiemateriaal of houtstammen tegen de waakvlambrander. Zorg ervoor dat
de waakvlam ten allen tijde vrij over de hoofdbrander kan branden. Alleen dan is een goede ontsteking van de
hoofdbrander gewaarborgd. Het zich niet houden aan deze voorschriften kan tot een gevaarlijke situatie leiden.
Het is noodzakelijk dat het toestel, het complete concentrische kanalensysteem en de uitmonding om de 2
jaar door een erkend gasvakman/installateur worden gereinigd en gecontroleerd. De veilige werking van het
toestel blijft hierdoor gewaarborgd. Zie voor aanvullende instructie Hoofdstuk 10: Onderhoud.
Wanneer door welke oorzaak dan ook de waakvlam dooft, 5 minuten wachten alvorens de waakvlam
opnieuw aan te steken.
Het toestel mag niet in gebruikt gesteld worden zonder of met gebroken ruit.
Het is niet toegestaan om brandbare stoffen op de keramische hout stammenset te leggen.
De inrichting van de hoofdbrander met keramisch brander decoratiemateriaal en houtstammen mag onder
geen beding worden veranderd of aangevuld.
Er mogen geen licht ontvlambare materialen, zoals nylon kleding of brandbare vloeistoffen in de nabijheid
van het toestel worden gebracht.
Zorg er te allen tijde voor dat kinderen en andere personen die niet op de hoogte zijn van de werking van
een gastoestel, zich uitsluitend onder toezicht, in de nabijheid van het toestel begeven.
Gebruik een haardscherm tegen verbranding en ter bescherming van de hierboven vermelde kinderen en
personen.
BEDIENINGS INSTRUCTIES 8-SYMBOOL AFSTANDBEDIENING
ELEKTRONISCHE CODE INSTELLEN ( Alleen bij eerste keer gebruik.)
Een code wordt automatisch geselecteerd voor alle Mertik Maxitrol electronics.
De ontvanger moet worden gekoppeld met de handset als volgt:
Druk en houd de ontvanger reset-knop (zie figuur) vast tot u twee (2) pieptonen
hoort. De eerste piep is kort en de tweede pieptoon is lang. Na de tweede pieptoon,
laat u de reset-knop los. Binnen de daaropvolgende 20 seconden druk op de knop
van de afstandsbediening tot u twee extra korte piepjes hoort. De code is nu ingesteld. Als u een lange toon
hoort, is de koppeling niet gelukt of de bedrading is onjuist aangesloten. OPMERKING: Dit is een eenmalige
koppeling, en is niet meer vereist na vervangen van de batterijen van de handset of de ontvanger.
INSTELLING CELSIUS OF FAHRENHEIT
Om tussen °C en °F, druk de knoppen en tegelijk in.
OPMERKING: Kies °F deze resulteert in een 12 uur klok aanduiding.
Kies °C deze resulteert in een 24 uur klok aanduiding.
TIJD INSTELLEN
1. druk de knoppen en tegelijk in. Dag knippert.
2. Druk op de of knop om een nummer te selecteren welke correspondeert
met de met de dag van de week bijv. 1= maandag, 2 = dinsdag, 3 = woensdag,
4 = donderdag, 5 = vrijdag, 6 = zaterdag, 7 = zondag).
3. Om uren in te stellen druk op de of knop.
4. druk de knoppen en tegelijk in. Minuten knipperen.
5. Om minuten in te stellen druk op de of knop.
6. Om te bevestigen druk de knoppen en tegelijk in of wacht even.
FUNCTIES IN EN UITSCHAKELEN
Instellen
Druk op de gewenste instelling
Afsluiten
1. Druk nogmaals op de zelfde knop om terug te keren naar handmatige instelling.
2. druk op de of knop om de handmatige instellingen te veranderen.
3. Druk op een andere knop om die instellingen te veranderen
Tijd
Signaal indicator
Batterij
°F or °C
Eco stand
Kinder slot
Countdown
Programma
Thermostatische stand
Dubbele brander Temperatuur
Thermostaat instelling
De kamertemperatuur wordt gemeten en vergeleken met de ingestelde
temperatuur. De vlamhoogte wordt dan automatisch aangepast om de
ingestelde temperatuur te bereiken
Programma instellen
Programma's 1 en 2, kan elke worden geprogrammeerd om aan
en uit gaan op specifieke tijden bij een ingestelde temperatuur.
Eco stand instellen
Vlamhoogte moduleert tussen hoog en laag, afhankelijk van de kamer-
temperatuur en in relatie tot de ingestelde temperatuur.
Als de omgevingstemperatuur lager is dan de ingestelde
temperatuur, zal de vlamhoogte langer op hoog staan. Als de kamertemperatuur
hoger dan de ingestelde temperatuur is, zal de vlamhoogte langer op laag staan.
Een cyclus duurt ongeveer. 40 min..
HANDMATIGE INSTELLING (HANDSET)
HET VUUR INSCHAKELEN
Handset een - knop bediening
(Standaardinstelling)
* Druk op de knop tot twee korte piepjes en een knipperend reeks lijnen
bevestigt dat de start reeks is begonnen; laat nu de knop los.
* Hoofdgas toevoer wordt ingeschakeld nadat waakvlamontsteking wordt
bevestigd.
* Handset gaat automatisch in de handmatige modus na dat de hoofdbrander
is ontstoken.
(CSA versie, CE versie).
LET OP
ALVORENS HET INSTELLEN
1. Zorg ervoor dat de MANUAL knop op het gasblok op ON positie stand staat, tegen de klok in.
2. Zet de ON / OFF schakelaar (indien aanwezig) in de "I" (AAN stand).
LET OP
Veranderen van een knops naar twee knops ontsteking door op de knop te drukken en 16 sec. ingedrukt te
houden onmiddellijk na het installeren van de batterijen.
ON wordt weergegeven en 1 knippert.
Wanneer de wijziging is voltooid dan is 1 verandert in 2.
WAARSCHUWING
Wanneer waakvlamontsteking wordt bevestigd, zal de motor automatisch de maximale vlam hoogte aannemen.
Handset twee- knop bediening (vervolg)
* Druk tegelijk op de en knoppen tot twee korte piepjes en een knipperend
reeks lijnen bevestigt dat de start reeks is begonnen; laat nu de knoppen los.
* Hoofdgas toevoer wordt ingeschakeld nadat waakvlamontsteking wordt
bevestigd.
* Handset gaat automatisch in de handmatige modus na dat de hoofdbrander
is ontstoken.
(CSA versie, CE versie).
STANDBY INSTELLING (WAAKVLAM BRANDER)
Handset
* Houd de knop tot het apparaat ingesteld is op waakvlam brander
HET VUUR UITZETTEN
Handset
* Druk op de knop om het vuur uit te zetten
OPMERKING: Na 5 sec. Kan het vuur weer ontstoken worden
VLAM HOOGTE AFSTELLING
Handset
* Om het vlambeeld te verhogen druk op
* Om het vlambeeld te verlagen druk op of vast houden tot waakvlam positie
AANDUIDING HOOG EN LAAG VUUR
* Dubbel klik knop en laag vuur "LO" wordt weergegeven.
OPMERKING:
Vlam gaat eerst naar hoog vuur voordat ze naar laag vuur gaat.
* Dubbel klik knop en hoog vuur "HI" wordt weergegeven.
Veranderen van twee knops naar een knops ontsteking door op de knop te drukken en 16 sec. ingedrukt te
houden onmiddellijk na het installeren van de batterijen.
ON wordt weergegeven en 2 knippert. Wanneer de wijziging is gecompleteerd dan is 2 verandert in 1.
LET OP
WAARSCHUWING
Als de waakvlam niet blijft branden na meerdere pogingen, zet de hoofd knop (Gasregel blok) op OFF.
en “SCHAKEL HET GASTOESTEL UIT”.
WAARSCHUWING
Als het toestel niet reageert SCHAKEL HET GASTOESTEL UIT.
THERMOSTAAT MODUS
AAN:
Druk op Thermostaat pictogram verschijnt, vooraf
ingestelde temperatuur wordt kort weergegeven, waarna
de kamer temperatuur wordt weergegeven
UIT:
1. Druk op de knop
2. Druk op of om de Handmatige regeling in te instellen.
3. Druk om de Countdown Timer in te schakelen.
4. Druk om de Eco stand in te stellen.
INSTELLEN:
1. Druk op de knop en houd deze ingedrukt totdat Thermostaat pictogram verschijnt, temperatuur knippert.
2. Om temperatuur in te stellen druk op of knop
3. Om te bevestigen druk op de knop
COUNTDOWN TIMER
AAN/INSTELLEN:
1. Druk totdat het zandlopertje verschijnt en de uren knipperen.
2. Om de uren te selecteren druk op of
3. Om te bevestigen druk op Minuten knipperen.
4. Om de minuten te selecteren druk op of
5. Om te bevestigen druk op of wacht even.
UIT:
Druk zandlopertje en tijd is niet meer zichtbaar
OPMERKING: Aan het einde van de countdown tijd, gaat het vuur uit. De Countdown Timer werkt alleen in
handmatige, thermostatische en Eco standen. Maximale countdown tijd is 9 uur.
PROGRAMMA MODUS
OPMERKING: De ingestelde temperatuur op thermostatische stand is de temperatuur voor de AAN-tijd in
Programma Modus. Het veranderen van de op thermostatische stand ingestelde temperatuur verandert ook de
ON tijd temperatuur in Programma stand.
Standaard instellingen:
TEMPERATUUR UIT: (Alleen waakvlam brander)
AAN:
Druk op. , , 1 of 2, ON of OFF verschijnt.
UIT:
1. Druk of of om in te stellen.
Handmatige Modus.
2. Druk voor Thermosstatische Modus.
TEMPERATUUR INSTELLING:
1. Houdt de knop ingedrukt tot dat
knippert, ON, stel de gewenste
temperatuur in. (thermostaat) wordt weergegeven.
2. Om door te gaan druk op. ,
OFF wordt weergegeven, temperatuur knippert.
3. Selecteer OFF temperatuur door of in te drukken
4. Bevestig door in te drukken.
, 1, ON wordt weergegeven, uren knipperen.
OPMERKING: De ON (thermosstatische) en OFF temperaturen zijn hetzelfde voor
elke dag.
DAG INSTELLING
5. ALL knippert. Druk op
of om een keuze te maken tussen ALL, SA-SU,
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
6. Bevestig door in te drukken.
TIJD AAN INSTELLING
7. Om uren te selecteren druk op of
8. Bevestig door
in te drukken. 1, ON wordt weergegeven, minuten knipperen.
9. Om minuten te selecteren druk op of
TIJD UIT INSTELLING:
10. Bevestig door in te drukken.
, 1, OFF wordt weergegeven, uren knippe-
ren..
11. Om uren te selecteren druk op of
12. Bevestig door in te drukken.
, 1, OFF wordt weergegeven, minuten knipperen.
13. Om minuten te selecteren druk op of
OPMERKING: Als u stopt met het programmeren op dit punt, blijft programma 2 gedeactiveerd.
OPMERKING: Programma's 1 en 2 maken gebruik van dezelfde in-en uitschakelingen van temperaturen. Zo-
dra een AAN en / of UIT temperatuur is ingesteld, wordt die temperatuur de nieuwe standaardinstelling.
OPMERKING: Als ALL, SA-SU of dagelijkse timer worden geprogrammeerd voor PROGRAMMA 1 en pro-
gramma 2 aan en uit tijden, dan worden deze de nieuwe standaard tijden. De batterijen moeten worden verwij-
derd om de ingestelde programma’s 1 en 2 aan en uit tijden en temperaturen te wissen
SA-SU of dagelijkse timer (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) geselecteerd
• Stel aan tijd en uit tijd met behulp van dezelfde procedure als ALL geselecteerd (boven).
• SA-SU: Stel aan tijd en uit tijd voor zowel zaterdag als zondag.
• Dagelijkse Timer: Separate aan en uit tijd kan worden ingesteld voor een enkele dag van
de week, voor meerdere dagen van de week, of voor elke dag van de week.
• Wacht tot het instellen is beëindigd.
DUBBELE BRANDER FUNCTIE (INDIEN VAN TOEPASSING)
Bij ontsteking wordt brander 1 ingeschakeld en brander 2 staat op de laatst
gebruikte stand.
UIT:
Om de 2e brander uit te schakelen, druk op de knop
Dubbele brander pictogram
verdwijnt.
AAN:
Om de 2e brander aan te zetten, druk op de knop
Dubbele brander pictogram wordt weergegeven.
OPMERKING: Als de batterijen van de ontvanger leeg raken zal de 2e brander
op de laatst gebruikte stand blijven.
KINDER SLOT
AAN:
Om te activeren druk en tegelijkertijd in. verschijnt.
De handzender is dan onbruikbaar behalve de OFF functie.
UIT:
Om te de activeren druk en tegelijkertijd in. pictogram verdwijnt.
ECO STAND
AAN:
Druk op om de Eco stand in te schakelen. Eco stand pictogram wordt
weergegeven.
UIT:
Druk op Eco stand pictogram verdwijnt.
Pag.11
4.0 HANDBEDIENING (in geval van nood, alleen bij niet functioneren afstandbediening)
In geval van een defecte afstand bediening is het mogelijk om het toestel met de hand te bedienen. Hiervoor
moet eerst de ontsteek (piëzo)kabel van de ontvanger worden afgenomen en die voorzichtig op de piëzo-
connector op het gas regelblok worden geschoven.
4.1 Aansteken van het vuur
* Open de gas afsluitkraan die in de gasleiding naar het toestel is gemonteerd.
* Druk de “O I” schakelaar, op het gas regelblok, in de “I” positie.
* Draai de motorknop, op het gas regelblok, geheel rechtsom. De knop maakt hierbij een “klik”-geluid.
* Draai de bedieningsknop, op het gas regelblok, in deMAN” positie. Een metalen rondje, in de bedie-
ningsknop, wordt zichtbaar.
* Druk het metalen rondje in. Bijvoorbeeld met een pen. Er stroomt nu gas naar de waakvlam.
* Terwijl men het metalen rondje ingedrukt houdt, dient men enkele malen de (vierkante) piëzoknop
(naast de “O I” schakelaar) in te drukken om de waakvlam te ontsteken. Door het glasraam kan men zien
of de waakvlam brandt.
* Als de waakvlam brandt, het metalen rondje nog 10 seconden ingedrukt houden en daarna loslaten.
Belangrijk: Gaat de waakvlam uit, dan dient men minimaal 5 minuten te wachten voordat men de
bovenstaande handelingen herhaalt.
* Draai de bedieningsknop naar de ON positie. Afhankelijk van de positie van de motorknop zal de brander
wel of niet ontsteken.
* Door de motorknop linksom in de gewenste stand te draaien zal de brander ontsteken en kan men de vlam
hoogte regelen.
4.2 Doven van het vuur
Draai de motorknop, op het gas regelblok, geheel rechtsom. De knop maakt hierbij een “klik”-geluid. De brander
gaat uit. De waakvlam blijft branden.
4.3 Uitschakelen van het toestel
Druk de “O I” schakelaar, op het gas regelblok, in de “O” positie. De waakvlam gaat uit.
Wordt het toestel langere tijd niet gebruikt, dan is het aan te bevelen om de gas afsluitkraan in de toevoerleiding
dicht te draaien.
Belangrijk: Wanneer door welke oorzaak dan ook de waakvlam dooft, 5 minuten wachten alvorens
de waakvlam opnieuw aan te steken.
Piëzo Knop
Piëzo connector
(Bij handbediening)
Bedieningsknop
Motorknop
(in maximale stand)
Microswitch
O I” schakelaar
Aansluiting 8-polige
Metalen rondje voor de
handbediende ontsteking
(Bedieningsknop in Manuele-positie)
Pag.12
5. DE EERSTE KEER STOKEN
Het toestel is voorzien van een hittebestendige laklaag die bestand is tegen zeer hoge temperaturen. Tijdens de
eerste stookuren kan er een min of meer hinderlijke geur ontstaan door het inbranden van de lak; dit is echter
ongevaarlijk. Om dit zo snel mogelijk te verhelpen, dient men het toestel enkele uren volop te laten
branden en het vertrek goed te ventileren. Na de eerste keren branden, kan er een lichte aanslag op de
binnenzijde van de ruit komen. Dit komt door de lak die uithardt. Nadat de haard is afgekoeld kan deze aanslag
verwijderd worden met een kachelglasreiniger of keramische kookplaatreiniger.
5.1 Dagelijks onderhoud
* Voorkom dat er zich te veel stof en deeltjes van sigarettenrook, kaarsen en olielampen in de lucht van uw
woning bevindt. Verhitting van deze deeltjes, via het convectie systeem van het toestel, kan namelijk
leiden tot verkleuring van wanden en plafond. Daarom dient men het vertrek, waar het toestel staat, altijd
voldoende te ventileren. Verwijder regelmatig de eventuele stofaanslag achter de bedieningsklep met een
stofzuiger.
Indien het glas gebroken of gescheurd is, moet men het onmiddellijk laten vervangen door een er-
kend installateur voordat het toestel weer in werking wordt gesteld.
* Indien op het toestel is gemorst, dient het onmiddellijk uitgezet te worden. Pas als het toestel is afgekoeld,
kan men het reinigen. Nooit een schuurmiddel, agressieve schoonmaak middelen of kachelpoets gebruiken;
uitsluitend een droge, niet pluizende doek gebruiken.
* Bij de vakhandel zijn ook spuitbussen hittebestendige lak verkrijgbaar, zodat men voor het jaarlijkse
onderhoud eventueel kleine vlekken of beschadigingen kan bijspuiten.
5.2 Belangrijke tips voor het stoken met gas of houtgestookte kachels en haarden.
Voorkom verkleuring van wanden en plafonds!
In elke woonruimte bevinden zich altijd stofdeeltjes in de lucht ook als er regelmatig gestofzuigd wordt!
Deze deeltjes zijn goed zichtbaar in binnenvallende zonnestralen. Zolang de hoeveelheden stofdeeltjes in
de lucht beperkt blijven, zult u hiervan geen last ondervinden. Alleen als deze deeltjes door welke oorzaak
dan ook in grotere hoeveelheden door de kamer zweven en vooral als de lucht extra verontreinigd is door
roet en teerdeeltjes, veroorzaakt door b.v. het branden van kaarsen of olielampjes en het roken van siga-
retten of sigaren, kan men spreken van een slecht binnenklimaat! In een verwarmde woonruimte stroomt
afgekoelde lucht langzaam over de vloer naar het verbrandingtoestel. In het convectiesysteem van de haard
of kachel wordt deze lucht verwarmd, waardoor een snel opstijgende warme luchtkolom ontstaat, die zich
dan weer door de ruimte verspreidt. In deze lucht bevinden zich dus altijd stof en andere vervuilende deel-
tjes die zich zullen afzetten of koude en vaak vochtige vlakken. Vooral in een nog niet droge nieuwbouw
( bouwvocht ) zal zich dit probleem kunnen voordoen. Een ongewenst resultaat van dit fenomeen zou een
verkleuring van muren en of plafond kunnen zijn!
Hoe kunt u deze problemen voorkomen?
* Bij een nieuw gemetselde schouw of na een verbouwing minimaal 6 weken wachten voordat met gaat
stoken.
* Het bouwvocht moet namelijk geheel verdwenen zijn uit wanden, vloer en plafond.
* Het vertrek waar het toestel staat dient goed te worden geventileerd.
* De benodigde luchtverversing moet in acht worden genomen volgens het lokaal Bouwbesluit.
* Maak zo weinig mogelijk gebruik van kaarsen en olielampjes en houd het verbrandingslont zo kort moge-
lijk.
* Deze beide “sfeerbrengers” zorgen voor aanzienlijke hoeveelheden vervuilende en ongezonde roetdeeltjes
in uw woning.
* Rook van sigaretten en sigaren bevat o.a. teer stoffen, die bij verhitting eveneens op koudere en vochtige
muren zullen neerslaan.
* Bij een slecht binnen klimaat zal het verschijnsel zich, weliswaar in mindere mate, eveneens boven radia-
toren en verlichtingsarmaturen en bij ventilatieroosters kunnen voordoen.
Pag.13
6. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
6.1 Algemeen voorschrift
* De gashaard dient geplaatst, aangesloten en gecontroleerd te worden als een gesloten toestel door een
erkend installateur, volgens de nationale, regionale en lokale normen en voorschriften.
* Ook het afvoersysteem en de uitmondingen in gevel of dakvlak dienen te voldoen aan de geldende normen
en voorschriften.
* De temperatuur van de wanden en schappen in de omgeving van de zij en achterkant van het toestel mag de
omgevingstemperatuur met niet meer dan 80°C overstijgen.
* Het toestel is in combinatie met het concentrisch kanalensysteem THC CC Ø100/ Ø150 mm of
Ø130/ Ø200mm goedgekeurd volgens de Europese CE-norm voor gastoestellen, en mag daarom uitsluitend
met dit systeem worden toegepast.
* Het toestel dient door de installateur gecontroleerd te worden op lokale gasdistributie (gas- type en gas-
druk) zoals aangegeven op het typeplaatje.
* De instructie is alleen geldig als de desbetreffende landcode op het toestel is vermeld. Is dit niet het geval
dan is het noodzakelijk de gas technische gegevens van het desbetreffende land te raadplegen en
modificaties te overleggen met de fabrikant.
* Bij de eerste keer stoken zal er lucht in de gasleiding zitten. De gasleiding dient daarom eerst ontlucht te
worden..
* Steek de kachel volgens het bedieningsvoorschrift aan en controleer of het vlambeeld gelijkmatig is. Na de
eerste keer stoken dient u eventueel de aanslag op de glasruit, als gevolg van het uitmoffelen van het toe-
stel, te verwijderen met behulp van een glasreiniger voor kachels.
Waarschuwing:
Plaats het toestel nooit tegen of in een brandbare wand !.
Afstand tot brandbare materialen:
* T.o.v. het front, zij- en bovenkant van het toestel zal een afstand van 1200 mm toegepast moeten worden
vanaf het toestel tot aan: gordijnen, bekledingen en weefsels, en of ander brandbaar materiaal tenzij anders
vermeld in deze instructie.
Afstand tot niet brandbare materialen:
* Bij installatie van het toestel , zal een minimale afstand van 25 mm van de muur gehandhaafd moeten
worden tenzij ander vermeld in deze instructie.
Belangrijk
* Constructie materiaal voor schouwen en mantels etc. of bij een inbouw situatie moeten van onbrandbaar
materiaal gemaakt zijn. Dit geld tevens voor vloeren en plafonds. Gebruik nooit brandbare materialen nabij
het toestel met inachtneming van de bovengenoemde voorschriften.
Let op: Als u twijfelt, raadpleeg dan uw leverancier.
Belangrijk
De installatie mag uitsluitend door
een bevoegd persoon uitgevoerd worden
Pag.14
7. CONCENTRISCH KANAALSYSTEEM CC (Zie Pag.32, 33 en 34)
Het concentrisch kanaal systeem is samengesteld uit een binnenkanaal en een buitenkanaal. Deze kanalen zijn con-
centrisch opgesteld; door het binnenkanaal worden de verbrandingsgassen afgevoerd, tussen binnen- en buiten-
kanaal wordt de verse verbrandingslucht toegevoerd.
7.1 Componenten van het concentrisch kanaalsysteem. ( Zie Pag.32, 33 en 34 )
Met behulp van het concentrisch kanaalsysteem zijn verschillende aansluitingen mogelijk:
Door het dakvlak en door de gevel.
Het traject van dit systeem is op verschillende wijzen aan te leggen,
maar er zijn enkele belangrijke voorwaarden:
* Totale toegestane verticale kanaallengte niet langer dan 12 meter (som van kanaallengte en de reken-
lengtes voor de bochten).
* Bochten 90° hebben een rekenlengte van 2 meter horizontaal.
* Bochten 45° hebben een rekenlengte van 1 meter horizontaal.
* De uitmonding kan op elke willekeurige plaats in het dakvlak of gevel geschieden (aan en afvoer in identiek
drukgebied), maar moet voldoen aan de geldende voorschriften.
* Kanaal trajecten mogen niet geïsoleerd worden
Attentie
* Zorg ervoor dat de restrictieplaat juiste manier gemonteerd wordt zoals aangegeven in deze instructie.
* De juiste restrictieplaat zal het toestel, het meest optimale rendement, vlambeeld en verbranding geven.
* Montage van een foutief geplaatste restrictieplaat kan storingen aan het toestel veroorzaken.
7.2 Opbouw concentrisch kanaalsysteem CC (zie Pag.15)
Indirecte gevel aansluiting .
* De uitmonding kan ook in een boven afvoer situatie in de gevel geschieden,houdt rekening met hinder naar
omgeving, volgens de nationale, regionale, lokale normen en voorschriften. Let ook op dat de winddruk ook
hier op de uitmonding niet te extreem is zoals een balkon, plat dak, hoeken en in zeer smalle stegen etc., daar
dit de prestaties van het toestel negatief kan beïnvloeden.
* Verzorg een sparing in de gevel van rond 155 mm of 205 mm bij gebruik van Ø130-200 kanalen (in een
brandbare gevel extra ruimte van 50 mm. rondom de buitenbuis houden) en monteer de geveldoorvoer met
de muurplaat aan de binnenzijde van de wand. Aan de buitenzijde dient de muurplaat van de geveldoorvoer
voldoende tegen de muur te worden af gedicht; dit i.v.m. lekkagemogelijkheid van vocht c.q. rookgassen de
woonruimte in.
* Indien noodzakelijk, dient het kanaal te worden omkokert. Ook als het kanaal langs brandbare materialen ge-
monteerd gaat worden, dienen er voldoende brandwerende maatregelen te worden genomen.
* Bepaal de positie van het toestel en de uitmonding en begin de opbouw van het kanaal met de aansluiting op
het toestel , let op de montagerichting en verbindt de elementen d.m.v. de klembanden aan elkaar.
* Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel , kan gebruik worden gemaakt van de paspijp
L= 50 - 250 mm. Gebruik, indien noodzakelijk, muurbeugels ter ondersteuning van het kanaal.
Montage dakdoorvoering
* De uitmonding kan op willekeurige plaats in het dakvlak geschieden (aan- en afvoer in identiek druk gebied),
en moet voldoen aan de geldende voorschriften.
* Voor een waterdichte doorvoering kan gebruik worden gemaakt van een dakplaat plat voor platdak, of een
dakplaat lood voor hellende pannendaken. Indien nodig kan er worden versleept m.b.v .diverse bochten. De
sparing in het dakbeschot dient 5 cm. rondom groter te zijn, dit i.v.m . voldoende brandwerendheid.
* Er moet rekenschap gehouden worden met de bepaling ( Zie hiervoor de nationale, regionale, lokale normen
voorschriften) van de weerstand tegen branddoorslag tussen ruimten. Er dient een omkokering van brand vrij
materiaal (b.v . 12 mm. Promatect brandwerende plaat) te worden toegepast op 25 mm vanaf het buiten
kanaal.
* Bepaal de positie van het toestel en de uitmonding en begin de opbouw van het kanaal met de aan sluiting
op het toestel (altijd eerst 1 meter verticaal), let op de montagerichting !. Binnenkanaal moet afwaterend ge-
monteerd worden. Verbindt de elementen d.m.v .de klembanden aan elkaar. Zorg ervoor dat alle verbindingen
goed gasdicht zijn.
* Tussen bochten, of bij de aansluiting op het toestel c.q. dakdoorvoer, kan gebruik worden gemaakt van een
paspijp. Gebruik op elke verdieping 2 muurbeugels ter ondersteuning van het kanaal
Pag.16
7.3 Montagevoorschriften bestaande rookkanalen.
Voorschriften
Dit rookgasafvoersysteem valt onder de cat.: C91 en moet opgebouwd worden volgens de nationale regelgeving en
de voorschriften van de fabrikant, zoals aangegeven in de documentatie en de installatievoorschriften.
Dit houd o.a. in dat de schoorsteen doorvoer niet kleiner mag zijn dan rond / vierkant 150 mm doch niet groter dan
200 mm en niet geventileerd door roosters etc. Bij grotere schoorsteen doorvoeren kan eventueel een flexibele slang
van rond 150 mm toegepast worden in combinatie met een flexibele slang rond 100 zoals hieronder omschreven.
Andere situaties dient u te overleggen met uw leverancier / fabrikant.
7.4 Onderdelen ( Zie Pag. 14 )
Controleer alle onderdelen op eventuele beschadigingen voordat u met de montage begint. Voor de ombouw van een
gemetseld kanaal tot concentrisch kanaal, aansluitend op CC kanaal systeem, heeft u de volgende onderdelen nodig:
1. Klemband 7. Schoorsteen montageplaat (renovatie pakket)
2. CC Passtuk 8. Klemband
3. Klemband 9. Dakdoorvoer
4. Montage plaat binnen
5. Schuifstuk (renovatie pakket)
6. Flexibele slang RVS. 316 L enkelwandig rond 100 /107
N.B. De renovatie / saneringsset bestaat uit de onderdelen 4, 5, en 7
7.5 Montage ( Zie Pag.17 )
* Voer de flexibele slang (6) door het bestaande kanaal (8).
* Bevestig het schuifstuk (5) aan de onderzijde van de flexibele slang, en borg deze met twee parkers.
* Houdt de onderzijde van het schuifstuk gelijk met de onderzijde van het kanaal of het plafond. Kort de flexibele
slang af op ca.100 mm boven de kop van de schoorsteen.
* Bevestig de montageplaat bovendaks (7) aan de flexibele slang, klem deze met een slangklem RVS rond 90 tot
165, borg het geheel met een parker.
* Bevestig de montageplaat bovendaks (7) waterdicht op de kop van de schoorsteen m.b.v. siliconenkit en RVS
schroeven.
* Monteer de dakdoorvoer (9) en borg deze met de meegeleverde klemband (10)
* Na montage zal het schuifstuk (5) ca. 100 mm onder het kanaal of plafond uitsteken.
* Bevestig de montageplaat binnen (4) gasdicht tegen de onderzijde van het bouwkundige kanaal of tegen de on-
derzijde van de betonnen vloer m.b.v. siliconenkit en schroeven.
* Plaats het toestel volgens de voorschriften van de toestelfabrikant
* Monteer minimaal 1 meter concentrisch kanaal type THC CC (2).
* Verleng het concentrische kanaal met behulp van secties (2) tot minimaal 100 mm in het bouwkundige kanaal.
Draai tenslotte de klemband in de montageplaat binnen (3) handvast.
7.6. Reiniging en onderhoud.
Het toestel dient jaarlijks gereinigd en gecontroleerd te worden door uw dealer. Het Concentrisch Kanaalsysteem
CC systeem dient elke 2 jaar gereinigd te worden.
Controle op:
1 Dichtheid van het gas verbranding producten en verbrandingslucht toevoercircuit.
2 De juiste werking van het gas- regelblok en het ontsteken van de brander.
Pag.17
9. Dakdoorvoer
8. Klemband
7. Schoorsteen montageplaat
(renovatie pakket)
6. Flexibele slang (RVS)
5. Schuifstuk (renovatie pakket)
4. Montage plaat binnen
(renovatie pakket)
3. Klemband
2. CC Passtuk
1. Klemband
Pag.18
8. Instructies voor Mertik Maxitrol GV60 en Afstandsbediening:
Zie er op toe dat de aan het toestel toegevoerde brandstoffen schoon zijn en vrij zijn van stofdeeltjes en vocht.
Voordat een gastoevoerleiding (nieuw of bestaand) wordt aangesloten aan de hoofdgasleiding bij de gasmeter en aan
het gas regelblok van het toestel dient deze te zijn doorgeblazen met schone en droge perslucht. Afgesneden koper-
leidingen maar ook de aluminium waakvlamleiding dienen te worden ontbraamt en schoongeblazen alvorens deze
aan te sluiten.
Warmte, vocht en stof vormen een bedreiging voor alle elektronica
Bescherm de elektronische (gas) besturing totdat alle bouw, stuc- en schilderswerkzaamheden zijn voltooid. Moeten
onverhoopt nog dergelijke werkzaamheden worden verricht, bescherm deze dan tegen indringend vuil en vocht met
bijvoorbeeld plastic folie.
Waarschuwing
Elektronica raakt blijvend defect wanneer deze wordt blootgesteld aan temperaturen hoger dan 60°C.
Reguliere AA batterijen barsten open bij >54°C waarna de inhoud hiervan de onderliggende elektronische schake-
lingen beschadigt. Batterijen hebben de langste levensduur bij <25°C. Bij >50°C bedraagt deze levensduur nog ca.
23 weken, dit maakt het gebruik van de gashaard onnodig kostbaar.
Plaats gas regelblok en ontvanger enkel zoals voor gemonteerd in de fabriek
Bedenk dat op een later tijdstip onderdelen eventueel vervangen moeten worden of reparaties worden verricht.
Het plaatsen van de besturing op een wijze afwijkend van de door ons voorgeschreven methode kan dit bemoeilij-
ken.
Let op!
Plaats de batterijen, enkel nadat alle bedrading van ontvanger, gasregelblok en waakvlamset is verbonden
Voortijdige verbinding met de stroombron kan de elektronica beschadigen.
Voorkom dat de ontstekingskabel zich in de nabijheid van de antennedraad bevindt of dat beiden elkaar
kruisen
De hoge spanning die vrijkomt bij de ontsteking kan het gevoelige ontvangercircuit van de antenne beschadigen.
Het is mogelijk dat het toestel hierna verminderd of geheel niet meer op commando’s van de handset reageert.
Zie foto 1 pag.19
Verleng het bijgeleverde thermokoppel alleen met de originele verlengset .
(verkrijgbaar via uw leverancier)
Ongeoorloofde verlenging van het thermokoppel heeft spanningsvermindering tot gevolg, hierdoor kan de
magneetspoel niet worden geactiveerd.
Voorkom lekkage van de ontsteekvonk naar andere delen van de installatie dan de ontsteekpen bij de
waakvlam
Houd de ontsteekkabel vrij van romp of andere metalen onderdelen. Indien kabelverlenging wordt toegepast, zie er
op toe dat verbindingen extra worden geïsoleerd met siliconentule.
Voor automatische start via de handzender dienen de ontvanger en de bedieningsorganen op het gasregelblok
te zijn ingeschakeld
De ovale schijf op het gas regelblok dient op stand ON’ te zijn gedraaid. De 1/0 schakelaar dient op 1’ te zijn af-
gesteld. Zie foto 2 pag.19. De ontsteekkabel moet op het ontvangstkastje zijn aangesloten bij het aansluitpunt
‘SPARK’. Zie foto 1 pag.19.
Draai de contactonderbreker en de thermokoppelverbinding niet te vast op het gas regelblok!
Handvast plus een halve slag met een steeksleutel is ruimschoots voldoende. Te vast aandraaien vernielt
de aansluiting van de onderliggende magneet spoel dan wel de isolatie rond de aluminium contactpen in de
onderbreker. Hierdoor is het mogelijk dat de magneetspoel de gastoevoer naar de waakvlam niet opent en
het toestel niet functioneert.
Pag.19
De handzender bevat de thermostaatvoeler van het systeem
De handzender functioneert het best op 2 á 3 m afstand van het toestel. Hoewel de communicatie via korte golf
radiosignalen plaatsheeft, is het aan te bevelen de handzender in het ‘zicht’ van het gastoestel te leggen, op een
plaats waar de gebruiker een behaaglijke temperatuur wil beleven. Leg de handzender niet in zonnestraling of op
andere warme plaatsen. De thermostaat meet die temperatuur en regelt de vlamhoogte van het gastoestel
overeenkomstig
Vervangen van de batterijen
1. Handzender:
* Open de deksel aan de achterzijde.
* Verwijder de batterijen uit de batterijhouder.
* Plaats 2 nieuwe 1,5V-batterijen AAA op de aangegeven wijze in de batterijhouder. Minpool (-) van de batterij
tegen de drukveer van de houder.
* Sluit de deksel en plaats de ontvanger weer terug in de houder.
2. Ontvanger:
* Haal voorzichtig de gehele ontvanger uit de houder.
* Schuif het klepje open.
* Verwijder de batterijen uit de batterijhouder.
* Plaats 4 nieuwe 1,5V-batterijen AA op de aangegeven wijze in de batterijhouder. Minpool (-) van de batterij
tegen de drukveer van de houder.
* Sluit de deksel en plaats de ontvanger weer terug in de houder.
Foto 2
Foto 3
Foto 1
40 mm
Pag.20
8.1 Storingzoeklijst Mertik GV60:
No ACTIE Mogelijk probleem/oorzaak Oplossing
1.
Optie: wandschakelaar START:
druk op ON knop> wandschake-
laar werkt.
NEE
Gebogen pinnen schakelaar, of
kabel breuk/defect.
Pinnen richten, wandschakelaar of
kabel vervangen.
1.
Handzender START: druk op de
knop voor startprocedure. 2 korte
piepjes
NEE
Handzender batterij slecht. Vervang batterij, 2x AAA 1.5V
Alkaline kwaliteit!
Ontvanger batterijen slecht. Vervang batterijen, 4x 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
Optionele netstroom adapter
werkt niet.
Controleer netstroom adapter.
Handzender/ ontvanger code con-
troleren.
Op nieuw code inleren, zie instruc-
tie en label op ontvanger.
OK
Zender/ontvanger zendbereik is
beperkt.
1. Antenne kabel verplaatsen,
zie instructie.
2. Vervang ontvanger.
Optionele wandschakelaar/ beka-
beling werkt niet goed.
Vervang wandschakelaar/ bekabe-
ling.
Zekering ontvanger defect (alleen
oudere versies).
Vervang ontvanger.
2.
Magneet unit in gasklep wordt
bekrachtigd (hoorbare klik)
NEE
Geen piep sig-
naal
Magneet spoel gasklep werkt niet. Vervang gasregelklep volledig.
NEE
3 korte piep
signalen
Ontvanger batterijen slecht. Vervang batterijen, 1,5V AA Alka-
line kwaliteit!
NEE
1 lang piep
signaal.
ON/OFF schakelaar op gasregel-
klep in OFF positie
Schakelaar op ON zetten.
8 aderige kabel tussen ontvanger
en gasregelklep defect/slecht con-
tact.
Controleer kabel m.n. bij stekker-
verbinding.
OK
Schakelaar kabel onderbroken. Controleer schakelaar kabel, zie fig
1 op pag.18
Motor werkt niet goed. Vervang gasregelklep volledig.
Microswitch op gasregelklep
werkt niet goed.
Vervang gasregelklep volledig.
Thermokoppelonderbreker niet
goed aangesloten of aangedraaid
Vervang thermokoppelonderbreker
Pag.21
No ACTIE Mogelijk probleem/oorzaak Oplossing
3.
NEE
Ontstekingscomponenten functioneren niet. Controleer vonkkabel tussen ontvanger en
vonkpen op juiste verbinding.
Controleer afstand vonkpen en waakvlam
kop.
Controleer vonkpen op doorslag naar massa
(breuk in keramiek)
Controleer vonkkabel op breuk
Controleer of vonkkabel vrij ligt van metalen
delen. Controleer of vonk t.p.v. verbinding
ontsteekkaars niet overspringt op massa. Kort
indien mogelijk kabel in. Eventueel extra iso-
leren met siliconen slang o.i.d.)
Elke seconde een vonk.
NEE
Ontsteking procedure stopt, geen waakvlam.
Geen reactie meer bij gebruik afstandbediening
( ontvanger reageert niet meer).
Druk op RESET knop, zie instructie.
Maak massakabel tussen waakvlambrander en
gasregelklep.
Vonkkabel niet oprollen.
Kort ontsteekkabel in indien mogelijk.
NEE
Ontsteking procedure stopt, geen waakvlam.
Wel reactie ontvanger bij gebruik afstandbe-
diening.
Vervang batterijen in ontvanger, 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
OK
4.
Waakvlam brandt.
NEE
TC SW kabel omgedraaid. Controleer steker aansluitingen op ontvanger
en onderbreker., zie fig 1.
Magneet spoel gasklep werkt niet. Vervang gasregelklep volledig.
Kortsluiting tussen onderbreker en SW kabel Controleer verbindingen onderbreker.
OK
Geen gas( magneetspoel valt uit na 30 sec.
hoorbare piepsignalen)
Controleer gastoevoer naar gasregelklep.
5.
Vonken stopt nadat
waakvlam brandt
NEE
Kortsluiting tussen onderbreker en TC kabel. Controleer verbindingen bij onderbreker, zie
fig. 1
OK
Elektronische meetversterker defect. Vervang ontvanger.
Onderbreker
Ontvanger
Pag.22
No ACTIE Mogelijk probleem/
oorzaak
Oplossing
6.
NEE
Weerstand in thermokop-
pel circuit te hoog.
Controleer kabels en verbindingen in
thermokoppel circuit.
Magneet spoel valt
uit(hoorbare klik)
Thermokoppel niet warm
genoeg.
Controleer of waakvlam goed op
thermokoppel staat, en stel zo nodig
waakvlam juist in.
Motor draait naar hoofd-
branderstand en waak-
vlam blijft branden.
Lage thermokoppelspan-
ning.
Controleer verbindingen en vervang
zo nodig thermokoppel. Draai de
verbindingen niet te vast aan!
Kortsluiting door bescha-
digde thermokoppel tip.
Vervang thermokoppel, draai de ver-
bindingen niet te vast aan!
NEE
Ontstekings procedure
stopt. Geen reactie meer
bij gebruik afstandbedie-
ning ( ontvanger reageert
niet meer).
Druk op RESET knop, zie instructie
Maak massakabel tussen waakvlam-
brander en gasregelklep.
OK
Vonkkabel niet oprollen
Kort ontsteekkabel in indien moge-
lijk.
7.
Hoofdbrander gaat aan.
NEE
Knop handmatige bedie-
ning gasregelklep op MAN
positie.
Knop naar ON positie draaien.
OK
8.
Hoofdbrander blijft aan.
NEE
Teveel/te weinig luchtstro-
ming/trek langs waakvlam,
waait uit of verstikt.
Controleer of restrictieplaat in toestel
juist is toegepast, zie instructie.
Slechte afvoersituatie, controleer
juistheid traject en de verbindingen.
OK
9.
Magneetspoel valt uit,
terwijl motor draait.
3x Piep signaal
NEE
Ontvanger batterijen
slecht.
Vervang batterijen, 4x 1,5V AA
Alkaline kwaliteit!
Systeem kan worden uit-
geschakeld middels af-
standbediening
NEE
Systeem kan worden
uitgeschakeld door
ON/OFF schakelaar
NEE
Kortsluiting tussen TC en
SW kabel.
Controleer verbindingen bij onder-
breker.
JA
JA
OK OK
Vervang gasregelklep
Pag.23
bedieningsknop
motorknop
Mertik GV60
schakelaar
AAN
UIT
KABELBOOM
Thermokoppel onderbreker
kabel met of zonder aan/uit
Thermokoppel kabel
THERMOKOPPEL ONDERBREKER
THERMOKOPPEL
ONTSTEEK KABEL
ANTENNE
Ontvanger (4 x AA batterijen)
Ontvanger / Batterij houder
RESET KNOP
Pag.24
Naam
Adres
Serienummer toestel
Aankoopdatum
Installatiedatum
Opmerkingen
9.0 ONDERHOUDS CONTROLE
Installateurs gegevens:
Service datum Uitgevoerd door Uitgevoerde werkzaamheden
Service en onderhouds logboek:
Pag.25
10. Onderhouds werkzaamheden.
Let op; tijdens onderhoudswerkzaamheden toestel gastoevoer c.q. stroomvoorziening zoveel mogelijk afsluiten.
Onderhoudswerkzaamheden dienen door een vakbekwaam installateur te worden uitgevoerd.
Sluit de gaskraan tijdens onderhoudswerkzaamheden
Inspecteren
Werkzaamheden OK
1 Algemene inspectie a De hoofdbrander moet vloeiend ontsteken(binnen enkele seconden) en mag niet ploffen door vertraagd
ontsteken. Indien er sprake is van vertraagd ontsteken, ga naar punt 7.
b Controleer het vlambeeld. Geen vlammen tegen glas. Vlambeeld dient stabiel te zijn
Na ca 15 minuten moet vlambeeld geel zijn, bij te blauw vlambeeld ga naar punt 7.
c Controleer op overmatige roetvorming aan binnenzijde glas/verbrandingskamer en op decoratieve de-
len. Bij overmatige roetvorming ga naar punt 7.
2 Deur/front a controleer op obstructies in de convectielucht openingen
3 Glasruit, dichting. a controleer glasruit op barsten etc. vervang indien beschadigd,gescheurd,gebroken.
b controleer glasruitdichting, deze moet aansluiten op toestel en glasruit vervang indien nodig.
c controleer eventuele scharnieren, sluitingen, glaslatten etc
d reinig het glas. Bij montage letten op gelijkmatige(niet te grote) belastingen op glasruit. Voorkom punt
belasting.
4 Gasregelcompartiment
en convectieruimte
a reinig deze ruimtes met een stofzuiger. Doe dit voorzichtig. Verwijder delen die hier niet thuis horen.
b controleer of convectieluchtstroom vrij is.
5
Decortieve delen
(stammen/kiezels etc.)
a verwijder de deco delen en reinig brander(voorzichtig bij keramische branders!) met stofzuiger.
en (waakvlam)brander
b inspecteer de decoratieve delen op beschadigingen/scheuren/verkleuring en reinig zonodig met zachte
borstel.
c controleer of branderdek intact en vrij van corrosie is. Vervang indien nodig de brander.
d na afronding inspectie:herplaats deco delen, exact volgens opgave fabrikant. Waakvlambrander goed
vrijhouden!
e controleer of de waakvlambescherming intact is(indien van toepassing).
f controleer piezo op voldoende vonksterkte, en ontsteekkabel op vrijliggen van metaaldelen/electrische
delen.
6 Verbrandingskamer a controleer de conditie van de afwerking zoals lak, emaille. Controleer op corrosie. Repareer indien no
dig.
b vervang toestel indien deze gaten vertoond.Toestel afsluiten voor verder gebruik
c controleer overdrukluiken of overdrukconstructie op afdichting en voldoende beweging/uitslag.
7 Hoofdbrander ontste-
king en bediening
a neem brander uit toestel en controleer of hoofd inspuiter vrij van vuil is.
b controleer of primaire beluchtingsopening in hoofdbrander vrij van vuil is.
c monteer brander controleer of deze goed in positie staat tov waakvlambrander.
d controleer of brander goed gefixeerd is en niet kan bewegen.
e controleer of waakvlambrander goed brandt, met strakke blauwe vlam
f controleer of brander over gehele oppervlakte gelijkmatig en zonder grote vertraging ontsteekt.
g controleer of er sprake is van een gelijkmatig en stabiel branderbeeld.
h controleer voor- en branderdruk. Vergeet na meting drukmeetnippels niet te sluiten.
i controleer of gasregelingdelen intact zijn, en bv plastic delen niet gesmolten zijn.
j controleer elektrische bedrading op beschadigingen en op goed vrijliggen van hete delen toestel.
8 Installatie a controleer of convectieroosters vrij van stof/vuil zijn
b controleer of afstanden tot brandbare meubelen etc voldoende is
9 Rookgasafvoer/ lucht
toevoer
a voor zover mogelijk, inspecteer algehele staat van het af/toevoersysteem en controleer op blokkering-
en/ lekkages/ corrosie.
b controleer de uitmonding, moet vrij van vuil en blokkades zijn.
c controleer specifiek op lekkages van kitranden etc.
10 Afstand bediening a controleer juiste werking van de afstandbediening.
11 Ventilatoren(indien
aanwezig)
a reinig de convectieventilatoren en controleer op juiste werking.
Pag.26
11. PLAATSEN VAN HET TOESTEL
Attentie: Voordat u het toestel plaatst is het aan te bevelen eerst Hoofdstuk 7 “Concentrisch kanaalsysteem”
op Pag.14 door te nemen.
11.1 Aansluiting op de gasleiding
Afhankelijk van de opstelling kunt u bepalen waar de gasleiding komt te liggen. Let erop dat tijdens het aansluiten
de regelapparatuur niet wordt verdraaid en dat er geen overmatige spanningen optreden. De bereikbaarheid van di-
verse koppelpunten dient bij de betreffende componenten gewaarborgd te zijn. Controleer na het aansluiten de ver-
bindingen op gasdichtheid. Gebruik in de toevoerleiding een 3/8“ gaskraan met koppeling. Zorg er voor dat de gas-
leiding vrij van vuil of zand is, en dat gas en verbrandingsproducten van de diverse onderdelen en functies juist wer-
ken. De gas aansluiting dient spanningsvrij te geschieden. Dit ter voorkoming van beschadiging aan de gas regelap-
paratuur.
11.2 Voorbereiding en plaatsing van het toestel
Verwijder de verpakking en controleer het toestel op mogelijke beschadigingen.
Let op ! Plaats het toestel op een stabiele ondergrond.
Leg het toestel niet op de zij.
Zet het toestel op de plaats van bestemming
De voorruit moet nu verwijderd worden om de toegevoegde onderdelen uit het toestel te kunnen halen.
Verwijder de sierlijst aan de onderzijde, van de ruit.
Haal de glasstrip voorzichtig uit zijn zitting eventueel met behulp van een schroevendraaier.
Zie Pag. 37 .
Door de meegeleverde zuignap(pen) in het midden op de glasruit te plaatsen is de ruit eenvoudig uit het toestel
te nemen door deze eerst voorzichtig naar boven te bewegen en daarna de onderkant van de ruit heel voorzich-
tig en langzaam naar u toe te trekken, om hierna de ruit te laten zakken en vervolgens te plaatsen op een veili-
ge plek waar de ruit niet kan breken of beschadigen. Zie Pag. 37 afb 4
Neem hierna de verpakte onderdelen uit het toestel en controleer deze op schade of breuk.
Situeer het toestel (zie Pag.36 Afb. 1 , 2 en 3 als voorbeeld inbouw situatie) in de door u bepaalde inbouw situ-
atie. Het toestel moet aan de achterkant direct aan de wand bevestigd worden ( bevestigings materiaal niet
meegeleverd). Positioneer de meegeleverde uitblaas roosters op minimaal 50 cm onder het plafond op de be-
treffende wand. (zie Pag.36-C). Eventueel kan een verlaagd plafond van onbrandbaar materiaal binnenin het
geheel uitkomst brengen bij een visueel belemmerend situatie.
Attentie: Temperatuur uit de uitblaas roosters kan op meer dan 100°C uitkomen.
Voorzichtigheid is daarom geboden.
De poten van het toestel kunnen hoger of lager gesteld worden voor de grove afstelling. (Min 150 Max 455)
Zie Pag.39 afb 15.
U dient rekenschap te houden met het inbouwen en de hoogte van de Gas Cassette omlijsting.
De stelpoten geven de mogelijkheid het toestel verfijnd af te stellen.
Bouw de Gas Cassette in op de door u bepaalde inbouwsituatie.(Zie pag. 36)
Let op ! De afstand van de besturingskast en het toestel wordt bepaald door de kabel lengten welke van de
besturingskast naar de waakvlambrander en het gas blok etc. Dat is Max. 1200 mm.
11.3 Installatie Gasregeling GV60. (zie Pag.37 afb.5)
De complete gasregeling is onder de gashaard gemonteerd. Het gasblok inclusief de branderautomaat moet
door de installateur in de gas cassette gemonteerd worden. Hieronder procedure stap voor stap:
1. Nadat de glas ruit is weggenomen kunnen de onderdelen uit de gashaard worden gehaald ; plaats de gehele
gashaard voorzichtig op de achterkant. U kunt de houten pallet te gebruiken om de gashaard te ondersteunen.
2. Verwijder de 2 tyraps / kabelbinders die de gasbuizen etc bijeen houden. Zie Pag. 37 afb. 6
3. Verwijder de schroef van de gasklep beugel ( Zie Pag. 38 afb. 7 )zorgvuldig en verplaats het geheel naar de
kant van de gas haard van waar u de gas cassette kan opbouwen.
4. Leid alle buizen zorgvuldig, zodat scherpe bochten wordt voorkomen.
5. Plaats de gasklep op de juiste positie op de achterzijde van het gas cassette.
6. Monteer de Gasklep inclusief beugel binnenin de gas cassette , en zet deze vast met
de 2 vleugel moeren op de positie zoals aangegeven. Schuif de Branderautomaat inclusief de beugel in de gas
cassette en zet deze eveneens vast zoals aangegeven. Zie Pag. 38 afb. 9 en 10
Pag.27
7. Plaats de volledige gas cassette in de omkasting van de gashaard. Houd de maximale afstand
tussen gashaard en gas cassette in de gaten door de beperkte lengte van thermokoppel etc.
8. Zorg ervoor dat de buizen, ontstekingskabel en thermokoppel zonder trekspanning en scherpe bochten zijn
aangebracht, dit moet ten allen tijde worden vermeden. Zorg ervoor dat de bougiekabel vrij ligt van metalen
delen.
9. Na het aansluiten van de gas leidingen, rookgasafvoer kanalen en voor aanvang van de opbouw van de con-
structie rond de gashaard moeten alle gasaansluitingen op lekkage gecontroleerd worden. Test alles om een
goede werking van de gashaard vast te stellen.
11.4 Plaatsing en montage van de CC kanalen met toebehoren.
Zie hiervoor Hoofdstuk 7 Concentrisch kanaalsysteem op Pag. 14 en de ”Tabel Concentrische trajecten”
op Pag.30.
* Het is tevens mogelijk de haard in te bouwen met gebruik van brandvrije plaat Superisol 50 mm.
(Zie inbouw voorbeeld op Pag.36 afb. 1, 2 en 3 en Pag.37 3A)
* Na het inbouwen van de haard en de diverse aansluitingen zijn gerealiseerd en gecontroleerd op lekkage en
juiste werking van voorgeschreven apparatuur en de werking daarvan, moet de houtset geplaatst worden.
11.5 Plaatsing van de keramische houtset (Zie Pag. 40 t/m 44)
LET OP ! Voordat men de houtset plaatst moet bij een
G25 20-25mBar toestel de Beluchtingbeugels van de
dubbele Brander vervangen worden.
Werkwijze:
* Decoratieplaat en brander uit het toestel nemen.
* Beluchtingbeugel met 2x ø5mm van beide branders schroeven.
* De beluchtingbeugels voor G25 met 1xø7 mm plaatsen.
* Schroeven terugplaatsen.
* Brander en decoratieplaat terugplaatsen.
* De branderdruk en de injector hoeven niet gewijzigd te worden.
Attentie: Bij het plaatsen van de houtset en de diverse gloeimaterialen dient men rekenschap te houden
met:
A: Geen gloeimateriaal in of op waakvlambrander.
B: Voorkom dat er keramisch materiaal op het koord van de ruitzitting terecht komt.
Verwijder dit eventueel. De ruiten kan hierdoor beschadigd raken.
* Meng de lava korrels en de zogeheten wokkels en verspreidt deze gelijkmatig over de
brander en de branderplaat zodat deze net bedekt zijn. Gloeivlokken kunnen hier en daar neergelegd worden als
decoratie.
LET OP ! Sleuf rondom de brander moet vrijgehouden worden van gloei materiaal. Teveel geplaatst
gloeimateriaal kan het verbrandingsproces beïnvloeden. Overige materiaal kan bewaard worden.
* Plaats vervolgens de houtblokken in de juiste volgorde zoals aangegeven op Pag. 40 t/m 44.
* Plaats de houtset zorgvuldig. Andere ligging kan ernstige invloed hebben het vuurbeeld of slecht functioneren
van het brandproces (roeten).
* Controleer voordat u de ruiten terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet worden of niet.
Zie de ”Tabel Concentrische trajecten” op Pag.30
* Als er een restrictie voorgeschreven staat in uw situatie verwijder dan de keerplaat door deze los te schroeven
aan de voorzijde van de plaat daarna de plaat naar achteren te schuiven en vervolgens uit te nemen. Monteer de
restrictieplaat met de twee meegeleverde schroeven en plaats de keerplaat terug.
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven op Pag.26.
ZORG ER ALTIJD VOOR DAT DE WAAKVLAM VRIJ BLIJFT VAN WELK MATERIAAL DAN
OOK !
11.6 Plaatsing van de optionele Pebbleset (Zie Pag. 45)
* Strooi vermiculite gelijkmatig over branderbed. Zorg ervoor dat de waakvlam vrij blijft.
* Leg een rij pebbles van middelgrote en grote afmeting aan de voorzijde op de branderplaat
Pag.28
Bedieningsknop
Stelschroef Branderdruk
Stelschroef
waakvlambrander
Motorknop
Piëzo connector
(bij handbediening)
E= Thermokoppel
aansluiting
Laagstand schroef
Gas uitlaat =B
Gas inlaat
Gas uitlaat =A
Gas inlaat druk
meetnippel
Gas uitlaat druk
meetnippel
Gas inlaat = C
D= Waakvlambrander
aansluiting
B
A
C
D
* Vul van voor naar achteren het branderbed op met kleine en middelgrote pebbles.
Leg de pebbles op het branderbed zo dicht mogelijk tegen elkaar aan.
* Vul de achterzijde van de branderplaat met middelgrote en grote pebbles.
* Controleer voordat u de ruiten terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet worden of niet.
Zie pag. 29 en de ”Tabel Concentrische trajecten” op Pag.30
* Als er een restrictie voorgeschreven staat voor uw situatie verwijder dan de keerplaat Pag.39 afb.13 door deze
los te schroeven aan de voorzijde van de plaat daarna de plaat naar achteren te schuiven en vervolgens uit te
nemen. Monteer nu de restrictieplaat Pag.39 afb.14 met de twee meegeleverde schroeven en plaats de keer
plaat terug.
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven op Pag.26.
11.7 Plaatsing van de optionele Carrara / Basalt stenen (Zie Pag. 41)
* Strooi vermiculite gelijkmatig over branderbed. Zorg ervoor dat de waakvlam vrij blijft.
* Vul het branderbed netjes en gelijkmatig met de Carrara stenen.
* Controleer voordat u de ruit terug plaatst of er een restrictie plaat geplaatst moet worden of niet.
Zie pag.29 en de ”Tabel Concentrische trajecten” op Pag.30
* Als er een restrictie voorgeschreven staat voor uw situatie verwijder dan de keerplaat door deze los te schroe
ven aan de voorzijde van de plaat daarna de plaat naar achteren te schuiven en vervolgens uit te nemen.
Monteer nu de restrictieplaat met de twee meegeleverde schroeven en plaats de keerplaat terug.
* Plaats nu de ruit terug in omgekeerde volgorde zoals is beschreven op Pag.26.
ZORG ER ALTIJD VOOR DAT DE WAAKVLAM VRIJ BLIJFT VAN WELK MATERIAAL DAN OOK !
12. TECHNISCHE GEGEVENS GV60
Gas blok type : Mertik GV60 M1
Branderautomaat type : B6R R8U
Ontsteking : Afstand bediening en Piëzo ontsteking
Gas aansluiting : 3/8 “ (Uitwendig) A=Gas uitlaat B=Gas uitlaat C=Gas inlaat
D=Waakvlambrander aansluiting E=Thermokoppel aansluiting
Toestel categorie : C11-C31-C91
Waakvlam : SIT 3 vlams
Verbrandingsgas afvoer en
Verbrandingsluchttoevoer : Concentrisch: of Ø130-200mm
E
Pag.29
1048 (170)
GASTYPE G20/25 G30/31
PRESSURE 20//20-25 30//29-37//30-50
COUNTRY
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORY I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRY AIR 2xø8,5mm/1xø7mm 3xø16mm
PRE PRESSURE MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BURNERPRESSURE HIGH MBAR 11/13,7 26,2//26,2-33,6//33,6
BURNERPRESSURE LOW MBAR 7,1/7,0 11,1//11,1-14,6//14,6
INJECTOR SIZE Ø MM 2x2,5 2x1,45
INJ. PILOTBURNER CODE 51 30
LOWSETTING SIZE MM 2,2 1,8
LOAD Hs KW 15,5/14,6 15,2//15,2-15//15
LOAD Hi KW 14/13,1 13,9//13,9-13,8//13,8
CONSUMPTION M³/h 1,48/1,62 0,43/0,55
NOM.OUTPUT kW 12/11 11,7/11
12.1 Gas technische gegevens
GASTYPE G20/25 G30/31
PRESSURE 20//20-25 30//29-37//30-50
COUNTRY
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORY I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRY AIR 2xø6mm/1Xø4mm 3xø16mm
PRE PRESSURE MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BURNERPRESSURE HIGH MBAR 14,4//16,5 15//14-18,5//15
BURNERPRESSURE LOW MBAR 2,5//3,2 10,7//10,7-13,2//10,7
INJECTOR SIZE Ø MM 2x2,0 2X1,4
INJ. PILOTBURNER CODE 51 30
LOWSETTING SIZE MM 1,8 1,3
LOAD Hs KW 12,4//10,8 10,15//10,15-9,8//9,8
LOAD Hi KW 11,1/9,7 9,3//9,3-9//8,2
CONSUMPTION M³/h 1,22//1,19 0,29//0,34-0,37//0,34
NOM.OUTPUT kW 9,3//8,1 7,6//7,6-7,35//7,35
1137 / 1138 (120/120 tunnel)
GASTYPE G20/25 G30/31
PRESSURE 20//20-25 30//29-37//30-50
COUNTRY
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORY I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRY AIR 2xø6,5mm/2xø4,5mm 3xø16mm
PRE PRESSURE MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BURNERPRESSURE HIGH MBAR 11//14 14//17-18//13,8
BURNERPRESSURE LOW MBAR 9//11,3 10,4//10,5-13//10,5
INJECTOR SIZE Ø MM 2x2,2mm 2x1,4mm
INJ. PILOTBURNER CODE 51 30
LOWSETTING SIZE MM 1,8 1,3
LOAD Hs KW 12,6//11 10,6//10,6-10,5//9,5
LOAD Hi KW 11,3/9,9 9,8//9,8-9,66//8,7
CONSUMPTION M³/h 1,2//1,25 0,3//0,3-0,35//0,35
NOM.OUTPUT kW 9,45//8,25 7,95//7,95-7,9//7,12
1139 / 1149 (140/140 tunnel)
GASTYPE G20/25 G30/31
PRESSURE 20//20-25 30//29-37//30-50
COUNTRY
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
NL/NO/DK/DE/ES/PT/IE/GB/BE/FR/AT/SI/
HU/PL/CY/MT/IT/CH/CZ/SK/SI
CATEGORY I2H//I2E+//I2E-I2ELL//I2L I3B/P//I3+//I3P
PRIMAIRY AIR 2xø7,5mm/2xø4mm 3xø16mm
PRE PRESSURE MBAR 20//20-25 30//29-37//30-50
BURNERPRESSURE HIGH MBAR 14,3//17,8 24,6//24,6-30,4//24,6
BURNERPRESSURE LOW MBAR 13,2//16,6 11,8//11,8//14,4
INJECTOR SIZE Ø MM 2x2,3mm 2x1,45
INJ. PILOTBURNER CODE 51 30
LOWSETTING SIZE MM 2,2 1,3
LOAD Hs KW 16,1//14,3 14,3//14,3-14,2//13,1
LOAD Hi KW 14,5/12,8 13,2//13,2-13//12
CONSUMPTION M³/h 1,53//1,58 0,41//0,41-0,53//0,49
NOM.OUTPUT kW 12/10,7 8,8//8,8//10,8
1135 / 1136 (100/100 tunnel)
Alle toestellen NoX Klasse 5
AT I2H, I3B/P BE I2E+ , I3+ DK I2H, I3B/P DE I2ELL, I3B/P FI I2H, I3B/P FR I2E+, I3+ GR I2H, I3B/P
GB I2H, I3+ IS I3B/P IE I2H, I3+ IT I2H, I3+ LU I2E, I3B/P NL I2L, I3B/P NO I3B/P
PT I2H, I3+ ES I2H, I3+ SE I2H, I3B/P CY I3B/P,I3+ EE I3B/P,I2H LT I3B/P,I2H LV I3B/P,I2H
MT I3B/P HU I3B/P,I2H PL I3B/P SI I3B/P,I2H SK I2H
Pag.30
Tabel concentrische trajecten
Traject Afbeelding
X totaal in
meter
Y totaal in
meter
Restrictie
min* max* min* max* 1048 t/m 1149
Indirecte geveluitmonding A-B 1 3 0 5.5
Geen
Dakdoorvoer zonder verslepingen C 2 12 vanaf 6 meter
Dakdoorvoer met versleping 45 graden** D 3 12 0 4 vanaf X totaal - Y > 6 meter
Dakdoorvoer met versleping 90 graden*** E 1 12 0 2 vanaf X + X1- Y > 6 meter
Bocht 45 graden: rekenlengte 1 meter
Bocht 90 graden: rekenlengte 2 meter
* lengte exclusief dak -of geveluitmondingen. Altijd startlengte 1 meter aanhouden!
** Verhouding verticaal : horizontaal X + X1 + X2 : Y ≥ 2 : 1
*** Verhouding verticaal : horizontaal X + X1 : Y ≥ 2 : 1
Restrictie bepalingen 1048-1149 alle gassoorten
verticale trajecten
keerplaat restrictie
0-6 meter ja nee
6-12 meter ja 50 mm
horizontale trajecten maximaal 5.5 meter + geveldoorvoer
keerplaat restrictie
1m 90° gvl ja nee
1m 90° 5.5m gvl ja nee
E
B
Y
X
C
X
D
Y
A
Pag.31
13. PROBLEMEN EN HUN MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Kijk a.u.b. eerst na of alle richtlijnen werden gevolgd alvorens u de eventuele problemen met het toestel gaat
trachten op te lossen.
Waarschuwing:
Het oplossen van problemen met uw kachel, zowel gas technisch als elektrisch, moet steeds gebeuren door een
bevoegd technicus.
SYMPTOOM TE ONDERNEMEN AKTIE
De waakvlam wil niet bran-
den.Na herhaaldelijk ontste-
ken.
1. Als u de kachel voor de eerste maal gaat aanmaken of na een servicebeurt, zit er
lucht in de leidingen. Het duurt een poosje vooraleer alle lucht uit de leidingen
is gestroomd en er gas komt dat kan ontstoken worden.
2. Kijk na of de gastoevoer naar het toestel toe wel degelijk open staat en dat er
voldoende gasdruk naar het toestel toe is.
3. Zie na of er vonken zijn tussen de vonkelektrode en de waakvlam. Als er geen
vonken zijn:
a) Kijk na of de verbinding tussen de elektrode en de ontsteker niet gebroken is
of slecht gemaakt werd.
b) Kijk na of de vonk niet op een andere plaats kortsluit of overslaat.
De waakvlam blijft niet
branden na ontsteking.
1. Zie na of de waakvlam groot genoeg is om rond de thermokoppel te branden.
Als de vlam te klein is moet u de gastoevoerdruk nakijken. Als de hoogte van
de waakvlam niet bijgesteld kan worden, zou er een obstructie in de waakvlam
kunnen zitten.
2. Zie na of de thermokoppelonderbreker goed aan de gas klep zit aangesloten.
3. Kijk na of de gas klep niet stuk is.
4. Zie na of de restrictie plaat naar behoren wel of niet is geplaatst ( Zie pag.25 )
De hoofdbrander dooft wan-
neer het toestel warm is.
1. Dit kan een normale werking van de thermostaat zijn.
Kijk na of de waakvlam de thermokoppel voldoende kan verwarmen. Als
de waakvlam te klein is dan moet u de gastoevoer of de waakvlamafstelling
nakijken.
2. Zie na of de restrictie plaat naar behoren wel of niet is geplaatst ( Zie pag.25 )
Roetafzetting op het glas. 1. Controleer of het lavasplit goed op de brander ligt.
2. Kijk of de waakvlam brander vrij gehouden is van brander vulling.
3. Kijk na of er geen verstopping is van de branderopeningen
4. Controleer de goede werking van de rookgasafvoer en of er niets de rookgasaf-
voer verhindert of verstopt.
5. Kijk de leidingdruk na.
Scherpe blauwe vlammen
die loskomen van de bran-
der of een te wild brandende
waakvlam.
1. Controleer of de restrictieplaat is toegepast.
Flauwe (verstikkende)
waakvlam.
1. Waakvlam branderdruk of kanaal traject nakijken
Hoofdbrander wil niet bran-
den nadat waakvlambrander
brand.
1 Zie na of de motorknop draait en of de batterijen niet leeg zijn.
2 Mogelijk defect van gas blok
3 Controleer of de waakvlam de brander goed ontsteekt
4. Kijk na dat de branderopening niet verstopt is.
Pag.35
Trimline 100 T Trimline 100 F
Trimline 120 T Trimline 120 F
Trimline 140 T Trimline 140 F
Trimline 170 F
MAX 1200
Pag.36
3
A
1
B
A
C
B
C
B
C
2
C
C
Pag.37
3A
Pag.38
5
6
4
GAS BLOK
BRANDER
AUTOMAAT
Pag.39
GAS CASSETTE
Positie Waakvlam
brander onder het
toestel
7 9
11
12
8
10
Pag.40
13
14
15
16
Min 150
Max 455
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Zen Fires 140 F at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Zen Fires 140 F in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,82 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info