13
• Dekbedovertrekken en
kussenslopen dichtdoen, anders
verzamelen zich hierin kleinere
wasstukken.
Ritssluitingen en haak-
oogsluitingen dichtdoen, losse
banden en ceintuurs
samenknopen.
• Dubbel gevoerd wasgoed
binnenstebuiten keren (bijv. bij een
met katoen gevoerde parka, de
katoenen laag aan de buitenkant).
Het wasgoed droogt dan beter.
• Tricot kan iets krimpen. Deze
textielsoort niet overdrogen. Bij de
aanschaf rekening houden met het
feit dat dit textiel, al naar gelang de
kwaliteit, krimpt.
• Om het statisch worden (knetteren
en kleven) van synthetisch
wasgoed te voorkomen, adviseren
wij u in de wasautomaat een
wasverzachter te gebruiken.
• Het kan voorkomen dat u, na het
drogen, toch nog vochtige plekken
in het wasgoed vindt. Dat is met
name het geval bij dikke kragen,
manchetten en zomen. U kunt deze
kledingstukken nadrogen, hierbij de
machine op minstens 30 minuten
instellen.
Belading
Eigenlijk zou u het wasgoed steeds
moeten wegen. Wegen is
omslachtig, daarom geven wij u
een ander hulpmiddel:
• katoen en linnen: volle belading,
maar niet proppen;
• synthetische stoffen: halfvolle
belading;
• fijne was: éénderde van de trommel
• Maximaal vulgewicht benutten! U
droogt het zuinigst, als u zich aan
de vulgewichten houdt, die in de
programmatabel vermeld staan.
Een volgepropte trommel leidt tot
onregelmatige droging en te lange
droog-tijd, waardoor ook het
energieverbruik on-nodig toeneemt.
Kleine hoeveelheden drogen is
altijd minder economisch.
Onderstaande aanwijzingen
kunnen u daarbij helpen
dekbedovertrek 500 g
kussensloop 200 g
handdoek 200 g
theedoek 100 g
tafellaken 250 g
servet 250 g
badjas 1200 g
nachthemd 100 g
pyjama 500 g
ondergoed 100 g
blouse 100 g
overhemd 200 g