9
Installatie
Plaats van opstelling
¥ Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels,
felle zonnestralen enz.
¥ Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in de afbeelding.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie
openingen tijdens gebruik niet worden
afgedekt.
¥ Waterpas opstellen
De kast is aan de achterkant van twee rollers en
aan de voorkant van twee stelvoetjes voorzien. De
rollers vergemakkelijken het verplaatsen. Door het
verdraaien (zie
afbeelding) van de stelvoetjes stelt
u de kast, van voor naar achter gezien, waterpas.
Zou de vloer van links naar rechts gezien scheef
zijn, dan moet u de vloer, op het laagste punt, aan
de achterkant ergens mee ophogen.
De klimaatklasses staan op het typeplaatje dat zich
links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke
omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse
behoort:
Klimaatklasse
SN +10 tot +32¡C
+16 tot +32¡C
+18 tot +38¡C
+18 tot +43¡C
N
ST
T
voor een omgevingstemperatuur van
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, die op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspanning en
de netfrequentie in uw woning.
Een afwijking op de netspanning tot plus of minus
6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De stekker mag alleen geplaatst worden in
een geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal
drieaderig snoer, geschikt voor een geaard
stopcontact. Mocht het stopcontact in uw
woning niet geaard zijn, dan dient een erkend
installateur het apparaat volgens de geldende
normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73
(Laagspanning) en opeenvolgende
wijzigingen;
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzigingen.
Attentie
Het apparaat moet van de stroomvoorziening
afgesloten kunnen worden; de stekker moet
dus ook na de installatie bereikbaar blijven.