20
ONDERHOUD
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar
behoefte, reinigen met een vochtige doek en een
neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne
schoonmaakmiddelen drogen doorgaans
streeploos op.
Nalappen met schoon water en daarna
droogzemen.
Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en
dergelijke oplosmiddelen.
2. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na
verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder
de stromende kraan. U kunt daartoe de lade
geheel uit de machine nemen door op de pal,
links achterin, in te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de
wasverzachter kunt u, ten behoeve van het
schoonmaken, verwijderen.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan
zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak
de binnenkant met een oude tandenborstel
schoon.
Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de
machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
3. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het
wateropnemen gaat doen, verdient het
aanbeveling om het toevoerfilter te controleren
op verstopping.
Daartoe draait u eerst de kraan dicht en
vervolgens draait u de slangwartel van de kraan
af.
Trek nu het filter uit z’n behuizing.
Reinig het met een borsteltje en plaats het weer
terug.
Draai de wartel weer stevig op de kraan.