15
NL
De plaatsing van het apparaat
De temperatuur van de omgeving heeft een invloed op
het energieverbruik en op de optimale functie van het
apparaat.
Let u bij de plaatsing erop, dat het apparaat tussen de
twee, zich tot de verschillende klimaatklassen op het
typeplaatje behorende temperatuurgrenzen gebruikt
moest worden.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Indien de omgevingstemperatuur onder de onderste
grens valt, kan de temperatuur binnen het apparaat
hoger zijn dan de voorgeschreven temperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur boven de bovenste
grens stijgt, moet de compressor meer werken, de
automatische ontdooiing wordt problematisch en de
temperatuur binnen het apparaat en het energiever-
bruik stijgen.
Monteert u de afstandhouders in het tasje van de
onderdelen naar de achterste hoeken van het
apparaat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de afstandhouders
onder de schroeven, dan trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat waterpas staat. Dit kunt u
met hulp van de twee regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige plaats, plat
tegen de kachel of het fornuis.
Indien u voor het apparaat geen andere plaats kunt
vinden en het toch naast het fornuis moet worden
gesteld, dan let u op de volgende minimale afstanden:
Indien er in het geval van gas- of elektrisch for-
nuis een afstand van 3 cm of minder ter
beschikking staat, dan moet u een 0,5 - 1 cm
dikke, niet brandbare isolatieplaat tussen de
twee apparaten stellen.
In het geval van olie- of kolenkachel moet de afs-
tand 30 cm zijn, omdat de warmteafgifte ervan
groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als u het direct naar
de muur stelt, zodat het de muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast moet u de mini-
male afstanden volgens de afbeelding houden:
A: stelling onder een kast
B: stelling vrij staand