34
GEBRUIK
1 Programmakaart
De nederlandse programmakaart wordt tegelijk
met het instructieboekje verstrekt en moet op de
voorzijde van de wasmiddellade geplakt worden.
2 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
3 Toets “verlaagd
centrifugeertoerental”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental als volgt:
■ voor katoen en linnen:
- van 1000 t/min tot 650 t/min
■ voor synthetica en fijne was (progr. P):
- van 900 t/min tot 650 t/min;
■ voor wol (progr. P):
- van 1000 t/min tot 650 t/min.
4 Toets “verkorte wastijd”
Voor weinig vuil wasgoed kunt u, bij het
programma B voor een verkorte wastijd kiezen.
U drukt dan voortijds deze toets in. Kies een
temperatuur van 30° tot 60°C max.
5 Toets “intensief spoelen”
Deze functie kunt u alleen instellen voor
katoen en linnen: de machine voert de
spoelgangen met meer water uit.
Intensief spoelen kan gewenst zijn in
gebieden met heel zacht water of bij allergie
voor wasmiddelen.
6 Draaiknop voor
temperatuurkeuze
Met de knop voor de temperatuurregeling
kiest u de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen.U kunt ook
met de temperatuur van het ingekomen
leidingwater wassen, door de knop op in te
stellen.
7 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van
het programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en
gaat uit door nogmaals indrukken van deze
toets.
8 Draaiknop voor
programmakeuze
Met de programmaknop kiest u rechtsom
draaiend, het gewenste programma.
Belangrijk!
De draaiknop moet alleen bij uitgeschakelde
apparaat gedraaid worden.
Bedieningspaneel