13
NEDERLANDS
Volgorde van handelen
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het
vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te
activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed
uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn
ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden
verwijderd. Programma: bonte was 60°C, met een
halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor
één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst
uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot
hij stuit.
Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een
maatbekertje af en giet het in het vakje voor het
hoofdwasmiddel .
Als u een programma met VOORWAS-functie kiest,
ook in vak doseren.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor
bestemde vakje .
Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste
programma.
Het lampje van de START/PAUZE-toets gaat
knipperen.
5. Centrifugetoerental instellen of
(spoelstop) of
(niet centrifugeren)
kiezen.
Draai de knop op de gewenste positie.
F1025
6. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
7. Functie “DELAY START”
(START/UITSTEL) kiezen
Voordat u het programma start, als u de machine
op een ander tijdstip wilt laten beginnen, drukt u op
de “DELAY START” toets totdat het lampje dat
overeenkomt met de gekozen tijd, brandt.
8. Het programma starten
Druk op de START/PAUZE-toets: het betreffende
lampje stopt met knipperen, het deur-lampje en het
lampje “WASHING” branden.