36
Bijvoorbeeld:
knippert 1 maal = stand 1
knippert 2 maal = stand 2
knippert 3 maal = stand 3
knippert 4 maal = stand 4
knippert 5 maal = stand 5
4. Druk op de 70° 80
I
-toets om de hardheidsstand te
wijzigen. De hardheidsstand verandert iedere keer
dat u op de 70° 80
I
-toets drukt.
Bijvoorbeeld:
Als de huidige hardheidsstand 3 is, dan zet u deze
op 4 door eenmaal op de 70° 80
I
-toets te drukken.
Als de huidige hardheidsstand 5 is, dan zet u deze
op 1 door eenmaal op de 70° 80
I
-toets te drukken.
Het lampje van de 70° 80
I
-toets blijft ongeveer 5
seconden uit, waarna het de nieuwe
hardheidsstand knipperend aangeeft.
5. Schakel de afwasmachine uit d.m.v. de Aan/uit-
toets om de nieuwe hardheidsstand te bevestigen.
Als de hardheid van het leidingwater in uw
woning overeenstemt met stand 1, dan hoeft
u geen zout te gebruiken omdat het water al
zacht is (met de waterontharder op stand 1
brandt de led zout nooit).
Gebruik zout bij stand 2 en hoger.
Als de waterhardheid op 2 of hoger is
ingesteld, dan brandt het controlelampje
tijdens de programmakeuze en wanneer het
afwasprogramma klaar is als het
zoutreservoir leeg is. Het controlelampje
brandt niet tijdens het afwasprogramma, ook
niet wanneer het zoutreservoir leeg is