23
Installatie
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk bij
aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
De machine mag met zowel een zijwand als de achterkant
tegen een muur staan.
Waterpas stellen
Als de machine niet waterpas staat, sluit de deur niet tussen
de 2 waterpasnokjes (links en rechts). Dan draait u één of
meerdere van de verstelbare voeten in of uit, tot de machine
in de richtingen voor-achter en links-rechts waterpas staat.
Watertoevoer
De machine mag op warm water, tot maximaal 60°C,
aangesloten worden (zie "Technische gegevens"
Gebruiksaanwijzing - Deel 2).
Wij adviseren u echter dat niet te doen omdat dan de
afwasresultaten niet altijd goed zullen zijn en daarnaast ook
de koude spoelgangen met warm water gebeuren, zodat
van besparing nauwelijks sprake is.
Wel is de programmaduur aanzienlijk korter, omdat de
noodzakelijke opwarmtijd ontbreekt. Dat is echter tevens
één van de redenen waarom, met name bij sterk bevuilde
afwas, de resultaten niet altijd goed zullen zijn.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een kraan
met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer met
snelaansluiting (press block).
Gebruik een nieuwe slang voor de aansluiting.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de
waterstroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
Belangrijk!
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet tijdens
het op z'n plaats schuiven van de machine. De slang mag
niet verlengd worden. U kunt echter wel een langere,
complete en voor dit doel gemaakte slang kopen.