26
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt.
De machine is voorzien van een drie-aderig aansluit-
snoer en steker met aardcontacten.
De steker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcon-
tact met (aangesloten en functionerende) aardcontac-
ten; de machine dient deugdelijk geaard te zijn.
Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het
snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of
een langer snoer aan de machine monteren of het
stopcontact verplaatsen.
Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is
niet toegestaan.
In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zoge-
heten «vaste aansluiting» gemaakt worden; raadpleeg
uw installateur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of
letsel, ontstaan door het niet voldoen aan boven-
staande veiligheidsvoorschriften.
Vóór het in gebruik nemen
Voer een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetres-
ten (die bij de fabricage zijn ontstaan) in de wastrom-
mel en de kuip verwijderd worden. Programma: bonte
was 60°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is
met een «waterstop-sys-
teem» uitgerust. Zou,
door natuurlijke veroude-
ring, de binnenslang lek
raken, dan blokkeert het
systeem de watertoevoer.
Het optreden van deze
storing kunt u zien aan
een rode sektor in het
venstertje «A».
Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel
tegen een nieuwe.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op
drie manieren plaatsen:
Over de rand van een
wasbak. U moet er dan
voor zorgen dat de bocht
niet, door het snel uit-
stromende water, van de
rand kan schieten. Bij-
voorbeeld door de bocht
met een touwtje aan de
kraan of aan een haak in
de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftak-
king moet boven de siphon (stankafsluiter) zitten en
zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste
60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van
65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en
niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn,
dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp gro-
ter moet zijn dan de buitendiameter van het slang-
eind.
De afvoerslang legt u vanaf de machinekant over de
vloer en laat u pas bij de afvoermogelijkheid omhoog
lopen.