40
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen
verschillende functies met elkaar gecombineerd
worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het
programma is ingesteld en voordat toets
START/PAUZE wordt ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende
lampje branden. Als de toets nogmaals wordt
ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 3 seconden knippert, betekent
dat dat een onjuiste keuze is gemaakt: in het
multidisplay verschijnt code Err.
5 Toetsen EXTRA DROOG,
KASTDROOG en STRIJKDROOG
(elektronisch drogen)
Door indrukken van deze toetsen kiest u de
gewenste droogheidsgraad voor witte/bonte was en
synthetica:
- extra droog (alleen voor witte/bonte was)
- kastdroog
- strijkdroog
Als het droogprogramma begint, regelt de machine
de droogtijd automatisch: het wasgoed wordt zo
lang gedroogd tot het de gewenste
droogheidsgraad heeft bereikt.
6 Toets DROOGTIJD
Met deze toets kunt u een bepaalde droogtijd
kiezen. Bij iedere druk op de toets wordt de tijd 5
minuten langer.
Druk de toets zo vaak in tot de gewenste droogtijd
in het multidisplay wordt aangegeven.
Voor witte/bonte was kan de droogtijd van 10
minuten tot 2 uur en 10 minuten (
22 .. 11 00
) worden
ingesteld.
Voor synthetica kan de droogtijd van 10 minuten tot
1 uur en 40 minuten (
11 ..44 00
) worden ingesteld.
Bij NON-STOP wassen en drogen wordt de
droogtijd 2 seconden lang in het multidisplay
aangegeven.
Daarna verschijnt de duur van het gezoken
wasprogramma.
7 KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd
wasgoed, kan niet bij instelling WOL gekozen
worden.
8 VOORWAS
Voorwassen op max. 40°C vóór de automatisch
volgende hoofdwas (kan niet bij instelling WOL
gekozen worden).
De voorwas eindigt met een korte centrifugegang bij
de programma’s witte/bonte was en synthetica en
met alleen pompen bij fijne was.
Belangrijk: de functies VOORWAS en KORT kunnen
niet tegelijk worden ingesteld; één instelling sluit de
andere uit.
9 EXTRA SPOELEN
Met deze toets kunt u het aantal spoelgangen
verhogen van 3 naar 4 (kan niet bij instelling WOL
gezoken worden).
Aan te raden voor mensen met een
wasmiddelallergie of in gebieden met erg zacht
water.
10 SPOELSTOP
Als u deze toets indrukt blijft het wasgoed in het
laatste spoelwater liggen; het wordt niet
gecentrifugeerd.
Na beëindiging van het programma knippert het
lampje spoelstop in de indicatie van het
programmaverloop. Hiermee wordt aangegeven dat
het water nog moet worden weggepompt, voordat
de deur kan worden geopend.
U hebt 2 mogelijkheden:
• toets START/PAUZE indrukken; de machine
pompt het water weg en centrifugeert daarna;
• programma POMPEN kiezen om het water weg te
pompen. Er wordt dan niet gecentrifugeerd.
De functie SPOELSTOP kan ook voor het
wolprogramma gekozen worden: het water van
de laatste spoelgang wordt weggepompt, maar
het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd.
Als u het water niet laat wegpompen, wordt het
na 18 uur automatisch door de machine
weggepompt.
De functie SPOELSTOP kan niet gekozen worden
bij NON-STOP wassen en drogen.
Attentie! Voordat u programma POMPEN kunt
instellen, moet u eerst de programmakiezer op
ANNULEREN draaien.