45
NEDERLANDS
5. Waterafvoer in noodgevallen
Als de machine niet leegpompt (afvoerpomp
geblokkeerd of afvoerleiding verstopt) moet u als
volgt te werk gaan om het water uit de machine te
lozen:
l
haal de stekker uit het stopcontact
l
draai de waterkraan dicht
l
wacht (indien nodig) totdat het zeepsop afgekoeld
is
l
plaats een bakje onder het filter om het water op
te vangen
l
draai het filter voorzichtig los zodat het water
rustig uit de machine kan stromen.
6. Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan
temperaturen onder 0°C moeten enkele
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
l Draai de waterkraan dicht en schroef de
toevoerslang los.
l Leg het uiteinde van de toe- en afvoerslang in een
bak.
l Stel het programma “POMPEN” (ABPUMPEN) in
en laat de machine tot aan het einde draaien.
l Draai de programmakiezer op “KORREKTUR”
(ANNULEREN).
l Schakel de machine uit.
l Draai de wartel van de toevoerslang weer stevig
op de kraan en breng ook de afvoerslang weer op
zijn plaats aan.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven,
wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt
voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine
kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt
gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan
0°C is.