11
NEDERLANDS
GEBRUIK
Bedieningspaneel
1 Controlelampje “lichtnet”
Het controlelampje gaat branden wanneer de
AAN/UIT-toets ingedrukt is.
2 Toets AAN/UIT
Op deze toets drukken om de machine onder
spanning te zetten (inschakelen) en er
nogmaals op drukken om het apparaat uit te
schakelen.
De toetsen en hun functie
De verschillende functies moeten na het
instellen van het programma en vóór het
inschakelen van de Start/Pauze-toets
gekozen worden.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het
betreffende lampje branden. Door nogmaals
indrukken gaat het lampje weer uit.
Bij een verkeerde keus knipperen de lampjes
ongeveer 3 seconden
.
3 Toets “EXTRA SPOELEN”
Deze functie kan voor alle programma’s behalve
het wolwasprogramma gekozen worden. De
machine voert 4 in plaats van 3 spoelgangen uit.
Een extra spoelgang kan gewenst zijn in
gebieden met heel zacht water of bij allergie
voor wasmiddelen.
4 Toets “SPOELSTOP”
Indien u de functie SPOELSTOP voor witte en
bonte was kiest, wordt het laatste spoelwater
niet afgevoerd om te voorkomen dat de was
verkreukelt: het controlelampje van het
programmaverloop knippert aan het einde van
het programma en waarschuwt zo dat het water
geloosd moet worden.
U kunt hiervoor kiezen uit twee mogelijkheden:
n op START/PAUZE drukken, de machine
pompt het water af en centrifugeert
overeenkomstig het type wasgoed (u kunt
natuurlijk een lagere centrifugesnelheid
kiezen met behulp van de toets
“CENTRIFUGEREN”)
n het afvoerprogramma POMPEN kiezen om
het water zonder centrifugeren af te voeren.
Als het water niet afgevoerd wordt, loost de
machine het automatisch na 18 uur.
Belangrijk!
De programma’s voor synthetica en fijne was
eindigen automatisch met spoelstop. Door het
indrukken van de SPOELSTOP-toets na het
kiezen van deze programma’s wordt het water
afgepompt en de was kort gecentrifugeerd.
OPGELET! Voor het kiezen van het
programma POMPEN moet de programma-
keuzeknop op ANNULEREN gedraaid
worden.