21
NEDERLANDS
Installatie
Plaatsen
Deze wasdroger vraagt om een goed geventileerd
vertrek, omdat het apparaat warme, zeer vochtige
lucht produceert.
Er moet een mogelijkheid zijn om een venster te
openen of een afzuigventilator in te schakelen. Een
betere methode is het aanbrengen van een
luchtafvoerslang naar buitenshuis.
De ruimte rondom de wasdroger moet zo veel
mogelijk stofvrij gehouden worden.
De wasdroger kan op iedere soort vloer geplaatst
worden. Belangrijk is echter dat hij waterpas
opgesteld wordt. Daartoe dienen de stelvoeten.
De voeten mogen niet verwijderd worden.
De droger moet voortdurend verse lucht aan kunnen
zuigen. Zodoende moet u ervoor zorgen dat het
rooster aan de achterkant niet door obstakels in z’n
ventilatiefunctie belemmerd kan worden.
Bij onvoldoende ventilatie kan zich een opeenhoping
van warmte voordoen, hetgeen schade aan de
motor kan veroorzaken.
Onder de bodem van de machine moet een vrije
luchtstroming gewaarborgd zijn. Hoogpolig tapijt,
bijvoorbeeld, kan de luchtstroom belemmeren, wat
de machine schade toe kan brengen.
Belangrijk: De temperatuur in het vertrek waar de
droger staat mag tijdens de werking, + 35° C niet
overschrijden.
Afvoer van de vochtige lucht
De luchtafvoer kan zowel aan een zijkant als aan de
achterkant plaatsvinden.
De niet gebruikte openingen moeten met de
meegeleverde deksels afgesloten worden.
Aanbrengen van een luchtafvoerslang
De beste methode om het vocht kwijt te raken is een
afvoer naar buitenshuis. Daarvoor gebruikt u een
flexibele afvoerslang van 100 mm ø, welke u door
middel van de meegeleverde adapter «A» op één
van de afvoeropeningen aansluit. De afvoerslang is
met de machine meegeleverd.
De droger verlaat de fabriek met de luchtafvoer aan
de rechterkant klaar voor het aanbrengen van de
luchtafvoerslang. Als u de slang aan de linkerkant of
aan de achterzijde wilt verbinden, dient u contact op
te nemen met de ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Hoe langer de slang en hoe kouder het vertrek, hoe
groter de kans is dat in de slang vocht tot water
condenseert. U kunt voorkomen dat het water zich
ergens in de slang verzamelt of mogelijk zelfs terug
in de droger loopt: prik een gaatje (3 mm) in het
laagste punt van de slang en zet of hang er een
bakje onder (zie figuur punt «B»).
Houd de slang zo kort mogelijk en met zo weinig
mogelijk bochten. Een erg lange slang beïnvloedt de
werking van de wasdroger nadelig en geeft kans op
vorming van condenswater binnen de slang.
Sluit de afvoerslang niet op een bestaand
kanaal aan.
De luchtverversing moet tenminste 150 m
3
/h kunnen
bedragen.
De andere kant van de slang sluit u aan op een
muur- of vensterdoorvoer. Dat doet u zodanig dat er
geen regenwater in kan lopen; dus overkappen of
naar buiten toe omlaag richten.