8
*
Remslangen
• Controleren op scheuren of beschadiging. √√√√ √
• Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.) Elke 4 jaar
9
*
Wielen • Controleren op slingering en schade. √√√√
10
*
Banden
• Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
• Zo nodig vervangen.
• Bandspanning controleren.
• Zo nodig corrigeren.
√√√√ √
11
*
Wiellagers • Lager controleren op losheid of schade. √√√√
12
*
Balhoofdlagers
• Controleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.
√√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
13
*
Framebevestigingen
• Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
√√√√ √
14
Zijstandaard,
middenbok
• Werking controleren.
• Smeren.
√√√√ √
15
*
Zijstandaardschakelaar • Werking controleren. √√√√√ √
16
*
Voorvork • Controleren op werking en olielekkage. √√√√
17
*
Schokdemperunits
• Controleren op werking en achterschokdempers op
olielekkage.
√√√√
18
*
Carburateur • Stationair motortoerental afstellen. √√√√√ √
19 Motorolie
• Verversen. (Zie pagina 3-2 en 6-17 voor nadere informatie
over het waarschuwingslampje olieverversen.)
√
Zodra het waarschuwingslampje Olieverversen
gaat branden (na elke 3.000 km).
• Olieniveau controleren en machine inspecteren op
olielekkage.
Elke 3.000 km √
NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURT
KILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040