Achterrem
• Controleer de werking.
• Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
3-13, 6-27–6-30
Gasgreep
• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de kabel.
• Vraag zo nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en
de kabel en het kabelhuis te smeren.
6-23, 6-31
Wielen en banden
• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer als dat nodig is.
6-24–6-27
Remhendels
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.
3-12–3-13, 6-27, 6-31
Middenbok, zijstandaard
• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer zo nodig de scharnierpunten.
6-31–6-32
Framebevestigingen
• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet zo nodig vast.
—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars
• Controleer de werking.
• Corrigeer als dat nodig is.
3-2–3-12, 6-37–6-42
Zijstandaardschakelaar
• Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.
3-20–3-22
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA