Index .........................................161
Inleiding
Beknopte Handleiding
Het Afspelen van Songs
Stijlen
Voices
Het Afspelen van de Demo’s
Basisprocedures — Het Organiseren
van Uw Data
Uw Clavinova Gebruiken Samen met
Andere Apparaten
Appendix
Het maken van Globale en andere
Belangrijke Instellingen — Function
Het Instellen van de Volumebalans en
van Voice Veranderen — Mixing Console
Het Opslaan en Oproepen
van Paneelinstellingen —
Registration Memory
Het Creëren van Begeleidingsstijlen —
Style Creator
Het Opnemen van Uw Spel en het
Creëren van Songs — Song Creator
Het Bewerken van Voices
— Sound Creator
CVP-205/203
12
Toepassingen Index
Gebruik deze index om bladzijdeverwijzingen te vinden die u wellicht kunnen
helpen voor uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Het luisteren naar de interne songs..........................................................................................................blz. 75
Het luisteren naar diskette songs...........................................................“Songs op Diskette Afspelen” op blz. 77
Het luisteren naar demo songs.................................................................................................................blz. 53
Het luisteren naar de demo van de geselecteerde voices..........................................................................blz. 55
Het luisteren naar songs met de speciale voices van de Clavinova.........................................................blz. 120
Spelen
Het oproepen van de piano-instelling......................................................................................................blz. 56
Het gebruik van de drie pedalen..............................................................................................................blz. 59
Het spelen van een begeleiding in de juiste toonsoort........................................“Transpose Assign” op blz. 133
Twee voices combineren...........................“Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand........................................................................
“Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 58
Het geluid veranderen
Het geluid verbeteren met reverb en andere effecten..............................“Voice Effecten Toevoegen” op blz. 58
.....................................................................................................“Het Instellen van de Effecten” op blz. 122
Het Instellen van de Volumebalans........................................................................................................blz. 120
Twee voices combineren...........................“Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand........................................................................
“Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 58
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het afspelen van de Automatische Begeleiding
Het automatisch spelen van begeleiding..................................................................................................blz. 60
De ideale paneelinstellingen voor uw muziek oproepen..........................................................................blz. 70
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitschakelen.............................................................................................blz. 80
Oefenen met een nauwkeurig en regelmatig tempo.....................”Het Gebruik van de Metronoom” op blz. 51
Het creëren van een song door het ingeven van noten.............................................................................blz. 97
Uw eigen instellingen creëren
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het creëren van begeleidingsstijlen........................................................................................................blz. 109
13
CVP-205/203
Toepassingen Index
Het Gebruik van een microfoon (alleen CVP-205)
Aansluiten van een microfoon
...................................”Het Aansluiten van een Microfoon of Gitaar (MIC./ LINE IN aansluiting)” op blz. 144
Instellingen
Het Registreren van Paneelinstellingen.....................................................................................................blz. 85
Fijnstemming van de toonhoogte/Selecteren van een toonladder...........................................................blz. 127
Het maken van gedetailleerde instellingen voor het afspelen van songs.................................................blz. 125
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de Automatische Begeleiding.......................................blz. 130
Het maken van instellingen voor de pedalen......................................................................................................
.....................“Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het Toetsenbord — Controller” op blz. 131
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de toetsenbord voices..................................................blz. 133
Het weergeven van het scherm op een TV (alleen CVP-205)..............................................................................
..........................“Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven — Video Out (alleen CVP-205)” op blz. 136
Het maken van gedetailleerde instellingen voor MIDI............................................................................blz. 137
De Clavinova op andere apparaten aansluiten
Basisinformatie over MIDI........................................................................................”Wat is MIDI?” op blz. 148
Het opnemen van uw spel........“Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een extern audiosysteem,
en het opnemen ervan op een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 145
Het volume verhogen ...............“Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een extern audiosysteem,
en het opnemen ervan op een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 145
Het uitsturen van het geluid van een ander instrument door de Clavinova............. ”Het geluid van een extern
apparaat weergeven via de ingebouwde luidsprekers van de Clavinova (AUX IN aansluitingen)” op blz. 145
Het aansluiten van een computer.......................................................................................................................
............................”Het Aansluiten op een Computer (MIDI aansluitingen/TO HOST aansluiting)” op blz. 146
Montage
Het monteren en demonteren van de Clavinova ................................................................................................
......................................................”CVP-205/205M: Het Assembleren van het Piano-Onderstel” op blz. 153
................................................................”CVP-203: Het Assembleren van het Piano-Onderstel” op blz. 155
Snelle oplossing
Basisfuncties van de Clavinova en hoe u hem het beste kunt gebruiken.............................................blz. 12, 14
De Clavinova terugzetten op zijn aanvangsinstellingen......................................................................................
..................“Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de CVP-205/203 — System Reset” op blz. 143
Schermmededelingen..................................................................”Omtrent de Schermmededelingen” op blz. 8
In de CVP-205/203 zijn twee verschillende klankbronnen ingebouwd: Natural en XG. De Natural
klankopwekking en zijn voices hebben een groot wave geheugen, waardoor u een enorme expressieve
controle heeft over het geluid, zeer fijn en gedetailleerd. De XG klankbron (die de Regular Voices opwekt)
biedt een maximale compatibiliteit met een grote verscheidenheid aan apparaten en song data.
De maximum polyfonie voor iedere klankbron is zo verdeeld dat deze voor uw spel zo geschikt mogelijk
is. Meestal worden de songs en stijlen afgespeeld door de XG klankbron, terwijl de Natural Voices vanaf
het toetsenbord worden bespeeld — waardoor u de Natural Voices kunt bespelen met behoud van de
volledige polyfonie, zelfs als de song en de stijl data de polyfonielimiet zou overschrijden.
*Afhankelijk van de geselecteerde stijl in kwestie, kan een Natural voice worden gebruikt voor de begeleiding. Meestal worden songs afgespeeld door de XG voices (blz. 152);
u kunt ze evenwel automatisch “revoicen”— zodat de uitzonderlijk brede en realistische geluiden, kenmerkend voor de CVP-205/203, zullen worden gebruikt (blz. 120).
Welke parameters beschik-
baar zijn hangt af van het
geselecteerde voice type
(Regular of Natural; zie hier-
onder).
Houd in gedachte dat er
bepaalde parameters zijn
waarvoor SOUND CREA-
TOR instellingen alleen in-
vloed hebben op de MAIN
part voice.
OPMERKING
OPMERKING
Voices die via de XG
klankbron klinken zijn ver-
deeld in twee groepen. De
ene is de originele set met
Clavinova voices (Cool!,
Sweet!, Live!) en de andere
is de conventionele XG set.
OPMERKING
Natural!Cool!Sweet!Live!XG
Voices exclusief voor de ClavinovaGM/XG compatibele voices
Natural Voices (gegenereerd door de
Natural klankbron)
Regular Voices (gegenereerd door de XG klankbron)
Voornamelijk gebruikt voor vanaf het
toetsenbord bespeelde voices
Voor vanaf het toetsenbord gespeelde voices en het afspelen van songs/stijlen*
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
CVP-205/203
90
PIANO (Piano Voice is geselecteerd)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
COMMON
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
SOUND (alleen Regular Voice)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Deze knoppen worden gebruikt om de
helderheid van de klank in te stellen. Deze
instelling beïnvloedt alle Natural Voices
tegelijk. Als er een andere voice dan
piano (Natural) wordt geselecteerd, zet
deze dan op EFFECT pagina. Zie de
Effect pagina (blz. 92) voor details.
Bepaalt de stemmingscurve, speciaal
voor piano voices. Selecteer “FLAT” als u
het gevoel heeft dat de stemmingscurve
van de piano voice niet goed overeen-
komt met die van de overige instrument
voices.
STRETCH..Stemmingscurve speciaal
voor piano’s
FLAT..........Stemmingscurve waarbij de
frequenties over het gehele
toetsenbord de octaaf exact
verdubbelen.
Bepaalt de depth van
sustain sampling voor
het damper pedaal.
Welke parameters beschik-
baar zijn verschilt per
geselecteerde voice.
OPMERKING
Stel het volume in van de huidige
bewerkte voice.
Stel de portamento tijd in voor
iedere part (MAIN/LAYER/VOICE)
(alleen Regular Voice) (blz. 121).
Bepaalt de aanslaggevoeligheid, of
hoe het volume op uw
aanslagsterkte reageert.
0 —––Produceert steeds sterkere
niveauverlagingen,
naarmate u zachter speelt.
64—––Normale respons.
127—Produceert hoog (vast)
volume voor iedere
aanslagsterkte.
Verschuift het octaafgebied van de
geselecteerde voice (per heel
octaaf) omhoog of omlaag. Als de
Main of Layer part voice wordt
gebruikt, is de M/LYR parameter
beschikbaar; als de Left part voice
wordt gebruikt, is de LEFT
parameter beschikbaar.
Deze parameters zijn identiek
aan die in het CONTROLLER
scherm. Zie blz. 131 voor
details.
Dit bepaalt of de voice monofoon
wordt bespeeld (alleen Regular
Voice) (blz. 59).
Bepaalt de filter, EG en vibrato
instellingen (zie hieronder).
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
91
CVP-205/203
■FILTER
FILTER instellingen bepalen het algehele timbre van het geluid door een bepaald
frequentiegebied te versterken/verzwakken.
■EG
De EG (Envelope Generator) instellingen bepalen hoe het volume van het geluid in de tijd verloopt. U kunt er vele
karakteristieke kenmerken van natuurlijke akoestische instrumenten mee nabootsen — zoals de snelle attack en de
korte naklank van percussie-instrumenten of de lange naklank van een piano.
• ATTACK...... Bepaalt hoe snel het geluid zijn maximale volumeniveau
bereikt, nadat de toets is aangeslagen. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de attack.
• DECAY........Bepaalt hoe snel het geluid zijn sustain niveau bereikt
(een beetje zachter dan het maximum). Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de decay.
• RELEASE..... Bepaalt hoe snel het geluid wegsterft, totdat u niets meer
hoort, nadat de toets is losgelaten. Hoe hoger de waarde, hoe
langzamer de release.
■VIBRATO
• DEPTH........Bepaalt de intensiteit van het Vibrato effect (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een meer nadrukkelijke Vibrato.
• SPEED.........Bepaalt de snelheid van het Vibrato effect (zie grafiek).
• DELAY........ Bepaalt de hoeveelheid tijd die verstrijkt tussen het
moment dat de toets wordt aangeslagen en dat het
Vibrato effect actief wordt (zie grafiek). Door hogere
waardes neemt de delay (vertragingstijd) toe.
OPMERKING
Naast het helderder/doffer
maken van het geluid, kunt u
de Filterfunctie ook gebrui-
ken voor het produceren van
elektronische, synthesizer-
achtige effecten.
Cutoff frequency
Volume
Frequency
(pitch)
Cutoff range
These frequencies are
“passed” by the filter.
•BRIGHTNESS
Bepaalt de cutoff frequentie, ofwel de
frequentie vanaf waar het filter
werkzaam is (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een helderder
geluid.
Cutoff frequentie
Cutoff gebied
Frequentie
(toonhoogte)
Frequenties doorge-
laten door het filter
Volume
Resonance
•Harmonic Content
Bepaalt hoeveel nadruk de cutoff
frequentie (resonantie), ingesteld bij
BRIGHTNESS hierboven, krijgt (zie
grafiek). Hogere waardes resulteren in
een meer nadrukkelijk effect.
Volume
Frequency
(pitch)
Frequentie
(toonhoogte)
Resonantie
Volume
Tijd
Niveau
Toets aan
Toets los
ATTACKRELEASE
DECAY
Als RELEASE op een hoge
waarde wordt ingesteld,
wordt de sustain lang.
OPMERKING
VIBRATO
Creëert een zweving in het
geluid door een steeds
terugkerende toonhoogte-
verandering.
OPMERKING
DEPTH
SPEED
DELAY
Tijd
Niveau
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
CVP-205/203
92
EFFECT
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
HARMONY
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Deze parameters zijn identiek aan die in het HARMONY/ECHO scherm van FUNCTION. Zie blz. 136 voor
details.
Bepaalt het effecttype (Reverb/Chorus/
DSP) voor de Natural Voices.
Als een Regular Voice wordt geselec-
teerd, worden het DSP type en Variation
ingesteld in twee aparte menu’s. Voor
informatie over de effectstructuur, zie
blz. 124; en voor een lijst van alle
beschikbare effecttypes, zie de aparte
Data List.
Bepaalt de helderheid van de toon als er een
Natural voice is geselecteerd (alleen CVP-
205). Dit kan ook worden ingesteld vanuit de
PIANO pagina (blz. 90), als er een piano
voice geselecteerd is.
•Metallic.........Scherpe metaalachtige toon
•Bright............Heldere toon
•Normal..........Standaard toon
•Mellow...........Zachte, warme toon
•Dark ..............Donkere toon
Identiek aan "MIXING CONSOLE"
op blz. 122.
•Als u [BRIGHT] of
[Metalic] als Brilliance
type selecteert, zal het
volumeniveau iets
verhogen. In dat geval kan
een hoog [MASTER
VOLUME] vervorming
veroorzaken. Zet in dat
geval het volume wat
lager.
•De “SPEED” parameter
wordt toegevoegd als het
DSP type VIBE ROTOR
wordt geselecteerd. Met
deze parameter kunt u de
vibrato snelheid instellen
als u een Vibraphone
voice selecteert, om het
effect van een vibe rotor
pedaal na te bootsen.
Met deze parameter kunt u bepalen of het geluid
ook zal doorklinken als u toetsen ingedrukt houdt
(“PIANO LIKE”), of dat het geluid alleen naklinkt
terwijl het pedaal ingedrukt is, zoals bij het spelen
op een echte vibrafoon (“NORMAL”) (alleen voor
Vibraphone voice).
OPMERKING
93
CVP-205/203
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van
Songs
— Song Creator
Met deze krachtige en toch eenvoudig te bedienen song opnamefuncties kunt u uw eigen toetsenbordspel opnemen en
bewaren voor later gebruik. Er zijn verschillende opnamemethodes beschikbaar: Quick Record (blz. 94), waarmee u
eenvoudig en snel kunt opnemen; Multi Track Opnames (blz. 95), waarmee u een aantal verschillende parts kunt
opnemen; en Step Record (blz. 97), waarmee u noten één voor één kunt ingeven. Songs kunnen niet alleen voice
instellingen voor het toetsenbord (Main, Layer, Left) bevatten, maar ook de effecten en Automatische Begeleidings-parts.
De opgenomen song kan worden bewaard in het interne geheugen of op diskette (blz. 39, 45).
Omtrent Het Opnemen van Songs
■Quick Record (blz. 94)
Dit is de makkelijkste opnamemethode en u kunt er snel het piano stuk, dat u
aan het instuderen bent, mee opnemen. U kunt kiezen uit drie partijen: rech-
terhand, linkerhand en Automatische Begeleiding. U kunt bijvoorbeeld alleen
uw rechterhand opnemen, of uw rechterhand plus de Automatische Begelei-
ding.
■Multi Track Opnames (blz. 95)
Hiermee kunt u een song opnemen met een aantal verschillende instrument
voices met de sound van een compleet orkest of band als resultaat. Neem ieder
instrument individueel op en creëer volledig georkestreerde composities. U
kunt ook uw eigen spel over een bestaande part van een interne song of song
op diskette heen opnemen.
■Step Record (blz. 97)
Deze methode lijkt op het schrijven van noten op muziekpapier. Hiermee kunt
u iedere noot één voor één ingeven, door het specificeren van zijn toonhoogte
en lengte. Dit is ideaal voor het opnemen van heel precieze opnames, of het
opnemen van zeer moeilijk te spelen partijen.
■Songs Bewerken (blz. 103)
Met de CVP-205/203 kunt u ook songs bewerken die zijn opgenomen met
Quick Record, Multi Track en Step Record.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
STARTSTOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
RECTOPSTART / STOPREWFFREPEATGUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit.SYNC.STOPSYNC.STARTSTART / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACKNEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSPVARIATIONHARMONY / ECHOMONOLEFT HOLD
E.PI ANOORGAN & ACCORDIONPERCUSSIONGUITARBASS
WOODWIND
STRINGSCHOIR & PADSYNTH.XGUSER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
RECTOPSTART / STOPREWFFREPEATGUIDE
NEW SONG
SYNC.START
DIGITAL
RECORDING
•De interne geheugencapaciteit van
de Clavinova is ongeveer 580KB.
De geheugencapaciteit voor 2DD
en 2HD diskettes is respectievelijk
ongeveer 720KB en 1,44MB. Als u
data in deze lokaties bewaart, wor-
den alle file types van de Clavinova
(Voice, Stijl, Song, Registraties,
etc.) bij elkaar bewaard.
•Het microfooningangssignaal
(alleen CVP-205) kan niet worden
opgenomen.
•Songs opgenomen op de CVP-
205/203 worden automatisch op-
genomen als SMF (Standard MIDI
File format 0) data. Zie blz. 151
voor details over SMF.
•Het afspelen van de opgenomen
song data kan worden verzonden
via de MIDI OUT, waardoor u de
geluiden van een externe toonge-
nerator (blz. 138) kunt bespelen.
•Het volumeniveau van ieder kanaal
van de song kan worden ingesteld
vanuit de MIXING CONSOLE en
de instellingen kunnen worden op-
geslagen. Bovendien kunt u, zelfs
nadat u al een voice voor uw
toetsenbordspel heeft
geselecteerd, tijdens het opnemen
voice selecties opnemen, zodat
deze voice veranderingen tijdens
het afspelen automatisch zullen
plaatsvinden (blz. 105).
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
94
Dit is de makkelijkste opnamemethode — perfect voor het opnemen en afspelen van een pianostuk dat u aan het
instuderen bent, zodat u uw vorderingen kunt beoordelen.
■
Speel uw nieuwe song af
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop op zijn beginpunt en
druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar het begin van de song.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR (1 - 16) schermen (blz.
106).
Druk op de [6
▼
] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen data te bewaren (blz. 39, 45).
Quick Record
RECTOPSTART / STOPREWFFREPEAT
NEW SONG
SYNC.START
■Als u een nieuwe song creëert:
■Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer de voice en de begeleidingsstijl die u in de song wilt gebruiken.
Als u de Layer/Left voices wilt opnemen, zorg dan dat de [LAYER]/[LEFT] knoppen aan staan.
Maak ook alle andere gewenste instellingen (Reverb, Chorus, etc.).
3
Druk, terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de knop die bij de track
hoort die u wilt opnemen.
U kunt TRACK 1 of TRACK 2 en de EXTRA TRACKS tegelijk voor opname
selecteren.
Om uw spel op het toetsenbord op te nemen:
Druk op de [TRACK 1] of op de [TRACK 2] knop.
Om de Automatische Begeleiding op te nemen:
Druk op de [EXTRA TRACKS] knop.
Druk nogmaals op de
[REC] knop om de
opname te stoppen.
Als de “LAYER” of de “LEFT”
knop aan staat voordat er op
de REC knop wordt gedrukt,
zullen de corresponderende
Layer en Left parts
automatisch op andere
kanalen worden opgenomen.
Het spel van track 1/2 wordt
opgenomen op het kanaal
dat in het SONG SETTING
scherm is gespecificeerd
(blz. 129).
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. Het op-
nemen kan ook worden gestart door het pedaal in
te drukken, als de song start/stop functie op juiste
wijze is toegewezen aan het Pedaal (blz. 131).
Druk nogmaals op de [RECORD] knop om de opname te stoppen.
Het opnemen kan ook worden gestopt door het pedaal in te drukken,
als de song start/stop functie op juiste wijze aan het pedaal is toege-
wezen (blz. 131).
END
Druk, om te pauzeren, op de
[START/STOP] knop. Druk,
om de opname te hervatten,
nogmaals op de SONG
[START/STOP] knop.
U kunt de metronoom gebrui-
ken als hulp tijdens het
opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
U kunt een tweede rechter-
handpartij overdubben op
Track 2, na het opnemen van
de eerste rechterhandpartij
(met inbegrip van de layer
voices) op Track 1. Doe hier-
voor het volgende: zet de
[LEFT] knop uit en herhaal
de stappen 2 en 3.
REC
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
PAS OP
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
95
CVP-205/203
Hiermee kunt u een song opnemen met verschillende instrument voices op maximaal zestien kanalen met de sound
van een compleet orkest of band als resultaat.
De structuur van de kanalen en de parts treft u aan in de onderstaande tabel.
Omtrent de begeleidingsstijl parts
Rhythm..... Dit is de basis voor de begeleiding, bestaande uit (drum en percussie) ritme patterns. Gewoonlijk wordt hiervoor één van de drum kits gebruikt.
Bass..........De Bass part gebruikt verschillende geschikte instrument voices die bij de stijl passen, zoals akoestische bas, synthesizer bas etc.
Chord........Dit is de ritmische akkoordbegeleiding, gewoonlijk gebruikmakend van piano of gitaar voices.
Pad............Deze part bevat doorklinkende akkoorden en maakt meestal gebruik van warme geluiden zoals strijkers, orgel en koor.
Phrase......Deze part wordt gebruikt als extra versiering en voor loopjes die de song completeren, zoals blazersecties en akkoord arpeggio’s.
Kanalen
Parts
(standaardinstellingen)
Beschikbare partsKanalen
Parts
(standaardinstellingen)
Beschikbare parts
1Voice MAIN
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
9
Begeleidingsstijl
RHYTHM 1
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
2Voice MAIN10
Begeleidingsstijl
RHYTHM 2
3Voice MAIN11
Begeleidingsstijl
BASS
4Voice MAIN12
Begeleidingsstijl
CHORD1
5Voice MAIN13
Begeleidingsstijl
CHORD2
6Voice MAIN14
Begeleidingsstijl
PAD
7Voice MAIN15
Begeleidingsstijl
PHRASE1
8Voice MAIN16
Begeleidingsstijl
PHRASE2
Multi Record
RECTOPSTART / STOPREWFFREPEAT
NEW SONG
SYNC.START
REC
■Als u een nieuwe song creëert:
■Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer het gewenste kanaal voor opname (instellen op “REC”) door,
terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de juiste knop [1▲▼] - [8▲▼]
te drukken. Er kunnen verschillende kanalen tegelijk geselecteerd worden.
REC.........................Maakt opnemen voor het kanaal mogelijk.
ON .........................Maakt afspelen voor het kanaal mogelijk.
OFF......................... Schakelt het kanaal uit.
Om de opname te annuleren of uit te zetten, drukt u nogmaals op de [REC]
knop.
De part wordt automatisch
geselecteerd als meerdere
kanalen tegelijk op “REC”
worden ingesteld.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
96
3
Selecteer de part die u wilt toewijzen aan het kanaal dat u gaat opnemen.
Dit bepaalt welke van de vanaf het toetsenbord bespeelde parts (Main/Layer/
Left) en de begeleidingsstijl parts (RHYTHM 1/2, BASS, etc.) worden
opgenomen op de opnamekanalen die in stap 2 werden geselecteerd.
Zie, voor een overzicht van de standaardinstellingen, blz. 95.
Voor het selecteren van de
MIDI part
•Het Instellen van één
kanaal op MIDI
Alle inkomende data, ont-
vangen via welk MIDI
kanaal (1 - 16) maar ook,
wordt opgenomen. Als u
gebruik maakt van een
extern MIDI keyboard of
controller om op te
nemen, kunt u hiermee
opnemen zonder dat er op
het externe apparaat een
MIDI zendkanaal hoeft te
worden ingesteld.
•Het instellen van meer-
dere kanalen op MIDI
Als u gebruik maakt van
een extern MIDI keyboard
of controller, kunt u hier-
door data opnemen, uit-
sluitend via de ingestelde
MIDI kanalen — hiervoor
moet het externe apparaat
wel op hetzelfde kanaal
worden ingesteld.
Eén enkele part (met uitzon-
dering van MIDI parts) kan
niet worden toegewezen aan
verschillende kanalen tege-
lijk.
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. De
opname kan worden gestart/gestopt door het
pedaal in te drukken, als de punch in/out
opnamefunctie op pedal staat ingesteld (blz. 102).
5
Druk nogmaals op de [REC] knop om de opname te stoppen.
U kunt ook het pedaal gebruiken om de opname te stoppen, door het los te
laten als de punch in/out opnamefunctie aan het pedaal is toegewezen (blz.
102).
Druk, om te pauzeren, op de
SONG [START/STOP] knop.
Druk, om de opname te
hervatten, nogmaals op de
SONG [START/STOP] knop.
U kunt de metronoom ge-
bruiken als hulp tijdens het
opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
6
Speel uw nieuwe song af.
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop
op zijn beginpunt en druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar
het begin van de song.
Herhaal, om een nieuwe part op te nemen, de stappen 2 - 6 hierboven.
U kunt de eerder opgenomen parts op afspelen zetten zodat u ze kunt
horen terwijl u een nieuwe part opneemt. Ga zo door totdat u met de
song klaar bent.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR
(1 - 16) schermen (blz. 106).
Druk op de [6▼] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen
data te bewaren (blz. 39, 45).
END
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
De instellingen van de opge-
nomen parts worden tijdelijk
bewaard totdat u Quick
Record uitvoert, een song
selecteert, of het instrument
uitzet.
PAS OP
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
97
CVP-205/203
Via deze methode kunt u een song creëren door het één voor één ingeven van noten, zonder ze in de maat te hoeven
spelen. Dit is ook handig voor het afzonderlijk opnemen van akkoorden en de melodie.
Procedure
Het Opnemen van Individuele Noten — Step Record
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Selecteer een bestaande song (blz. 75, 77)
waaraan u parts wilt toevoegen of die u
opnieuw wilt opnemen.
3
Druk op de [A] knop om het Song Creator
scherm op te roepen.
2
Druk op de [DIGITAL RECORDING] knop.
4
Selecteer met de [BACK]/
[NEXT] knoppen de “1 - 16”
tab voor het opnemen van
melodieën en andere parts,
of selecteer de “CHD”
(akkoord) tab voor het
opnemen van akkoorden en
selecteer een opnamekanaal
met de [F] (CH) knop.
BACKNEXT
5
Roep het Step Record
scherm op door op de [G]
knop te drukken.
Iedere voice, effect en
andere instellingen die u in
de Mixing Console maakt,
worden automatisch
geannuleerd als u de CHD
(akkoord) pagina oproept.
De voices in de pagina’s
USER en FLOPPY DISK,
kunnen niet voor Step
Record worden geselec-
teerd. U kunt voices selec-
teren vanuit de PRESET
pagina; hoewel deze enigs-
zins anders kunnen klinken
dan de originele voice.
OPMERKING
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
98
■Maat/Tel/Clock
■Velocity
De tabel hieronder toont de beschikbare instellingen en de corresponderende velocity waardes.
■Gate Time
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Normal....................... 80%
Tenuto ........................ 99%
Staccato...................... 40%
Staccatissimo.............. 20%
Manual....................... De Gate Time (noot lengte) kan worden gespecificeerd in een percentage.
Kbd. Velffffffmfmppppppp
Feitelijke
aanslag-
sterkte
127111957963473115
Verplaatst de cursor
omhoog/omlaag.
Laat de cursor terugkeren
naar het beginpunt van de
song (de eerste noot van de
eerste maat).
Bepaalt de velocity (volume)
van de noot die wordt inge-
geven (uitsluitend als u een
melodie opneemt). Voor
informatie over velocity
instellingen, zie hieronder.
Bepaalt de lengte van de noot
(in een percentage) vanaf de
positie waar deze wordt
ingegeven. (Dit is uitsluitend
beschikbaar als er een
melodie wordt opgenomen.)
Voor informatie over gate time
instellingen, zie hieronder.
Telkens als u op deze knop drukt,
schakelt deze beurtelings om naar één
van de drie basisnootselectors onder
in het scherm: normal, gepunctueerd
of triool. (Dit is uitsluitend beschikbaar
als er een melodie wordt opgenomen.)
Wist de event op de cursorlokatie.
Gebruik deze om de
geselecteerde event te
verplaatsen, in units van een
maat (BAR), tel en clock.
Voor informatie over maat/tel/
clock instellingen, zie
hieronder.
Specificeert het type van de volgende noot die zal
worden ingegeven. (Zestiende noten zijn uitsluitend
beschikbaar bij het opnemen van een melodie.) Dit
bepaalt tevens naar welke positie vooruit gesprongen
wordt, nadat de volgende noot is ingegeven.
6
Specificeer eerst, om de noot in te geven, de lengte en velocity in dit scherm, geef daarna de
toonhoogte in door de noot op het toetsenbord te spelen.
Druk op de [EXIT] knop om het STEP RECORD scherm te sluiten. Vergeet niet om de
opgenomen data op te slaan door op de [I] (SAVE) knop (blz. 45) te drukken.
END
Measure
Beat
Clock
1
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
2
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
Maat
Clock
Tel
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
99
CVP-205/203
Het Opnemen van Melodieën — Step Record (Noot)
In dit gedeelte, zullen we u tonen hoe u Step Record
kunt gebruiken, aan de hand van een bestaand
muziekvoorbeeld, dat rechts hiervan staat afgebeeld.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 98.
■Speel de zojuist gecreëerde melodie af.
Gebruik de [C] () knop om de cursor te verplaatsen naar het beginpunt van de song en druk op de SONG [START/
STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te beluisteren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven,
op de [F] (OK) knop. De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (1 - 16) scherm (blz. 106).
1
1-1Selecteer deze noot.
1-3 ...moet u hierop drukken.
1-2Terwijl u deze noot ingedrukt houdt...
2
2-2
2-3
2-4
2-1Selecteer deze noot.
3
3-1Druk op deze knop om
de gepunctueerde noten
op te roepen.
3-2Selecteer deze noot.
3-3
4
4-1 Roep de normale noten op
door op deze knop te drukken.
4-3
4-2Selecteer deze noot.
▲
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
100
Het Opnemen van Akkoordveranderingen voor de Automatische
Begeleiding — Step Record (Akkoord)
Via de Chord Step opnamemethode is het mogelijk om Automatische Begeleidingsakkoordveranderingen één voor één op
te nemen met een precieze timing. Aangezien de veranderingen niet in de maat hoeven te worden gespeeld, kunt u com-
plexe, strakke akkoordveranderingen creëren — waarbij u de melodie eventueel op de normale manier kunt opnemen.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 98.
Akkoorden en Secties Ingeven (Chord Step)
U kunt bijvoorbeeld het onderstaande akkoordenschema ingeven door de procedure eronder te volgen.
CFGFG7C
MAIN ABREAKMAIN B
1
Druk op de MAIN [A] knop om de sectie te specificeren en geef de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
CFG
MAIN A
MAIN
C
F
G
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
001:1:000
001:3:000
002:1:000
CFGFG7
MAIN ABREAK
BREAK
INTRO
F
G7
002:3:000
002:4:000
2
Druk op de [BREAK] knop om de Break sectie te specificeren en voer de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
101
CVP-205/203
■Speel het zojuist gecreëerde akkoordenschema af.
Gebruik de [C] () knop om de cursor naar het beginpunt van de song te verplaatsen
en druk op de SONG [START/STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te beluis-
teren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven, op de [F] (OK) knop.
De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (CHD) scherm
(blz. 107). Druk tenslotte op de [F] (EXPAND) knop vanuit het SONG CREATOR
(CHD) scherm om de ingegeven data in de song data te converteren.
3
Druk op de MAIN [B] knop om de sectie te specificeren en geef het akkoord in dat rechts in dit kader wordt
getoond.
CFGFG7C
MAIN ABREAKMAIN B
MAIN
C
003:1:000
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
END Markering
Een "END“ markering in het
scherm geeft het einde aan
van de song data.
De feitelijke positie van de
End markering verschilt
afhankelijk van de sectie die
aan het einde van de song
wordt ingegeven. Als er een
Ending sectie wordt
ingegeven, volgt de End
markering automatisch op
de Ending data. Als er een
andere sectie dan Ending
wordt geselecteerd, dan
volgt de End markering twee
maten na de laatste sectie.
De End markering kan wor-
den verschoven naar iedere
gewenste positie.
OPMERKING
▲
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
102
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen, Punch In/Out —
Opname Mode
De methode voor het oproepen van deze procedure hoort bij stap 4 op blz. 97. Roep de volgende schermen op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Omtrent Punch In/Out
Deze functie is vooral bruikbaar voor het opnieuw opnemen of vervangen van een specifiek gedeelte van een reeds
opgenomen kanaal. De illustratie hieronder toont een aantal situaties waarin geselecteerde maten in een acht-
maats frase opnieuw worden opgenomen.
Bepaalt de maat van waaraf het Punch
In (overschrijvend) opnemen begint (als
“PUNCH IN AT” is geselecteerd).
Deze instellingen bepalen hoe het opnemen
zal worden gestart.
Normal
Het drukken op de SONG [START/STOP]
knop activeert Sync standby en het
overschrijvend opnemen start zodra u
op het toetsenbord begint te spelen.
First Key On
Het overschrijvend opnemen start zodra u
op het toetsenbord begint te spelen. Deze
instelling laat de voorafgaande data
ongemoeid, zodat u erna kunt opnemen,
zonder het begin van de song te wissen.
Punch In At
De song speelt gewoon af tot aan de Punch
In maat (ingesteld met de [3▲▼] knoppen),
en daarna begint het overschrijvend
opnemen vanaf de Punch In maat.
Deze instellingen bepalen hoe het opne-
men zal stoppen, alsook wat er zal ge-
beuren met eerder opgenomen data.
Bepaalt de Punch Out maat
— de maat waarop het
Punch In (overschrijvend)
opnemen stopt (als “PUNCH
OUT AT” is geselecteerd).
Als dit op ON staat, kunt u het
sostenuto (middelste) pedaal
gebruiken om de punch in en
punch out punten te bepalen.
Houd het sostenuto pedaal
ingedrukt om op te nemen.
Het opnemen stopt als u het
pedaal loslaat.
Roept het SONG scherm op
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Als de Pedal Punch In/Out
functie op ON staat, wordt
de eerder aan het sostenuto
pedaal toegewezen functie
geannuleerd.
Replace All
Dit wist alle data vanaf het punt
waar het opnemen werd gestopt.
Punch Out
Dit behoudt alle data vanaf het punt waar het opnemen werd gestopt.
Punch Out At
Het overschrijvend opnemen gaat verder tot aan de aangegeven Punch Out maat (ingesteld met de
[6▲▼] knoppen), en stopt daarna bij die Punch Out maat, waarna het afspelen gewoon verder gaat.
OPMERKING
12345678
REC START instelling
REC END instelling
12345
Gewist
Gewist
Gewist
Start/start overschrijf-opnemen
Originele data
Reeds opgenomen data
Nieuw opgenomen data
Gewiste data
NORMAL
REPLACE ALL
12345678
NORMAL
PUNCH OUT
12345678
NORMAL
PUNCH OUT AT=006
12345
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start bespelen van de toetsen/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Stop opnemen
FIRST KEY ON
REPLACE ALL
12345678
FIRST KEY ON
PUNCH OUT
12345678
Stop overschrijf-opnemen/
play original data
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
FIRST KEY ON
PUNCH OUT AT=006
12345
PUNCH IN AT=003
REPLACE ALL
12345678
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT
12345 7
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT AT=006
*1Als de maten 1 - 2 niet worden
overschreven, begint het
opnemen bij maat 3.
*2U moet op de [REC] knop
drukken aan het eind van 5
maten.
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
103
CVP-205/203
Of u nu een song heeft opgenomen met behulp van Quick Record, Multi Record of Step Record, u kunt de bewerkings-
mogelijkheden gebruiken om de song data te wijzigen.
Het Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters — Channel
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 97. Roep het onderstaande scherm op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Quantize
Met Quantize kunt u de timing van een eerder opgenomen kanaal “opschonen” of “strakker” laten klinken. Het onder-
staande muziekfragment is bijvoorbeeld geschreven in exacte kwart- en achtste noten.
Zelfs als u denkt dat u het fragment perfect heeft opgenomen, kan uw feitelijke spel toch hier of daar iets te vroeg of te
laat zijn (of beide). Met Quantize kunnen de noten in een track op hun plaats worden gezet, zodat de timing precies
overeenkomt met de gespecificeerde nootwaarde (zie hieronder).
■Omtrent Quantize Size
Stel de Quantize size (grootte) in op basis van de kleinste noot die in het kanaal voorkomt. Als de data bijvoorbeeld
werd opgenomen met zowel kwartnoten als achtstenoten, gebruik dan 1/8 noot als quantize size. Als de quantize
functie op 1/4 noot zou worden gezet, dan zouden achtstenoten boven op de kwartnoten worden gezet.
Het Bewerken van een Reeds Opgenomen Song
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Selecteert het gewenste
kanaal voor quantize.
Selecteert de Quantize grootte (resolutie).
Zie hieronder voor details.
Bepaalt in welke mate de no-
ten zullen worden gequanti-
zeerd. Als een waarde kleiner
dan 100% wordt geselec-
teerd, zullen de noten slechts
met de gespecificeerde hoe-
veelheid worden verschoven
(in de richting van de gespe-
cificeerde quantize tellen).
Door het toevoegen van min-
der dan 100% quantizering
behoudt u nog wat "menselijk
gevoel" in de opname.
Voert de Quantize
handeling uit. Nadat de
handeling voltooid is,
verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de
Quantize resultaten. Undo
heeft maar één functie: het
ongedaan maken van de
voorgaande handeling.
Roept het SONG scherm op
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Een maat met achtstenoten vóór quantizeringNa 1/8 noot quantizering
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
129
CVP-205/203
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Instellen van Song-gerelateerde Parameters — Song Setting
Quick Start
Bij sommige commercieel
verkrijgbare song data zijn er
bepaalde instellingen die te
maken hebben met de song
(zoals voice selectie, volu-
me, etc.) opgenomen in de
eerste maat, voorafgaande
aan de feitelijke noot data.
Als Quick Start op ON staat,
dan leest de CVP-205/203
alle aanvangs-niet-noot-data
op de hoogst mogelijke snel-
heid en zet dan vlak voor de
eerste noot van de song het
tempo terug op de juiste
snelheid. Hierdoor kunt u het
afspelen zo snel mogelijk
starten, met een minimale
vertraging voor het lezen van
data.
Channel
Verwijst naar het MIDI ka-
naal (blz. 150). De kanalen
zijn als volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
De Guide lampjes lichten op
in respons op song kanalen
die zijn toegewezen aan de
Tracks 1 en 2, alsook op ak-
koord data (indien in de song
aanwezig). Gewoonlijk kunt
u de AUTO SET CH functie
op ON laten staan en zal het
song kanaal automatisch
worden ingesteld. Als de
resultaten niet bevredigend
zijn, dan moeten de Channel
Setting “TRK1 CH” en “TRK2
CH” parameters worden
aangepast aan de juiste
rechter- en linkerhand parts.
Phrase Mark
Deze data specificeert een
bepaalde lokatie in de song
data. In de bijgeleverde
“Music Software Collection”
songs (alleen CVP-203) en
de interne “Song Book”
songs (alleen CVP-205),
worden deze aangegeven
door nummers (1, 2, etc.) bij
de muzieknoten.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Bepaalt de Guide
methode.
Zet de Guide lampjes
aan of uit.
Bepaalt het moment waarop de Guide
lampjes zullen oplichten.
JUST ........ De Guide lampjes lichten
precies op op het moment
dat u de noten moet
spelen.
NEXT........ De Guide lampjes lichten
iets vroeger op, om aan te
geven welke noten u zo
dadelijk moet gaan spelen.
Als u te laat bent gaan de
Guide lampjes knipperen.
Zet Quick Start aan/uit (zie opmerking).
Hiermee kunt u alle songs in
dezelfde map doorlopend afspelen.
Bepaalt de MIDI kanalen die zijn
toegewezen aan de [TRACK2] knop.
Bepaalt de MIDI kanalen die zijn
toegewezen aan de [TRACK1] knop.
Ingesteld op “ON”, stelt dit
automatisch de juiste Track 1
en Track 2 kanalen in voor
gebruik met de oefenfuncties.
Gewoonlijk dient dit op “ON” te
staan.
Bepaalt de taal van de weerge-
geven song teksten.
Als dit op “AUTO” staat inge-
steld, wordt de taal van de song
data gebruikt. Niet ingesteld op
“AUTO”, schakelt de taal terug
naar Japans, als de interne in-
stelling (blz. 143) “JAPANESE”
is; voor alle andere talen is dit
ingesteld op “INTERNATIONAL”.
Bepaalt of de Phrase Mark
Repeat functie voor de song aan
of uit is. Als dit aan staat, kunt u
de gespecificeerde frase (selectie
van maten) van de song herhaal-
delijk afspelen. De methode voor
het instellen van een phrase mark
is identiek aan die in het SONG
POSITION scherm (blz. 77).
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
130
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting en Split Point
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting, Split Point, en Chord Fingering
Deze selecteren de part waarop de Split Point in-
stelling wordt toegepast: begeleiding, linkerhand-
gedeelte, of beide. Druk, terwijl u één van deze
knoppen ingedrukt houdt, de gewenste toets in
om het splitpunt in te stellen. De ingedrukte toets
ligt binnen het bereik van het Automatische
Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
(ACMP) of het linkerhandgedeelte (LEFT).
A+L (ACMP + LEFT)
Hiermee kunt u tegelijkertijd het splitpunt voor
zowel het linkerhandgedeelte als voor het
Automatische Begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord instellen.
Deze zetten de Stop Accompaniment (ACMP) functie aan/uit. Als dit op “ON”
staat, kunt u zelf de akkoord- en basgeluiden van de begeleiding bespelen — zelfs
als de begeleidingsstijl niet afspeelt.
Dit is van toepassing op de OTS Link functie, waarbij de One Touch Settings automatisch worden
opgeroepen door van sectie te veranderen. Dit bepaalt het moment dat de One Touch Settings door de
sectie zullen worden gewijzigd. (De [OTS LINK] knop moet aan staan.)
Real Time
One Touch Setting wordt onmiddellijk opgeroepen als u op een sectieknop drukt.
Next Bar
One Touch Setting wordt, nadat u op een sectieknop heeft gedrukt, bij de volgende noot opgeroepen.
Met de CVP-205/203 kunt u Sync Stop (blz. 66) automatisch activeren, gewoon
door een korte aanslag op toetsen in het Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord. Met deze parameter kunt u de duur van de
toetsaanhoudtijd instellen.
Zet de aanslaggevoeligheid voor de begeleiding aan/uit. Als dit op “ON” staat,
wijzigt het begeleidingsvolume op basis van uw aanslagsterkte (in het Auto-
matische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord).
Bepaalt de standaardsectie die automatisch wordt opgeroepen als er een
andere stijl wordt geselecteerd (als de begeleiding is gestopt).
Bepaalt de splitpunten voor de Automatische Begeleiding (ACMP) en het linker-
handgedeelte (LEFT). Dezelfde waarde kan voor beide, of voor elk afzonderlijk,
worden ingesteld met de knoppen [F], [G] en [H] (zie hierboven). Deze knoppen
kunnen zelfstandig wordt gebruikt om de split point waarde in te stellen.
Omtrent Section Set
Als één van de secties Main
A-D niet in voorkomt in de
begeleidingsstijl data, dan
wordt de dichtstbijzijnde
sectie automatisch
geselecteerd. Bijvoorbeeld,
als Main D niet in de
geselecteerde begelei-
dingsstijl voorkomt, wordt
L (LEFT)
Hiermee kunt u het splitpunt voor het linkerhandgedeelte van het toetsenbord
instellen.
A (ACMP)
Hiermee kunt u het splitpunt voor het Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord instellen.
Het splitpunt kan worden
ingesteld in het MAIN
scherm.
OPMERKING
OPMERKING
Omtrent Split Point
Split Point (splitpunt) is de positie op het toetsenbord die het Auto-
matische Begeleidings- (ACMP) en het linkerhandgedeelte (LEFT) scheidt
van het rechterhandgedeelte (MAIN). Het LEFT splitpunt kan niet lager
worden ingesteld dan het ACMP splitpunt, en het ACMP splitpunt niet
hoger dan het LEFT splitpunt.
Split point (A)Split point (L)
Split point (A) + (L)
Auto
Accompaniment
section
Auto Accompaniment section
+ Left-hand section
Left-hand
section
Right-hand
section
Right-hand
section
Splitpunt (A)
Splitpunt (L)
Splitpunt (A) + (L)
Rechterhand-
gedeelte
Linkerhand-
gedeelte
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Rechterhand-
gedeelte
Automatische Begeleidingsgedeelte
+Linkerhandgedeelte
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
131
CVP-205/203
Het Instellen van de Vingerzettingsmethode — Chord Fingering
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen
Bepaalt het fingering
type (blz. 63).
Hiermee kunt u de root noot
(grondtoon) van het akkoord wijzigen.
Hiermee kunt u het
akkoordtype wijzigen.
Geeft de noten aan waaruit een
akkoord in de muziek bestaat.
Geeft de noten aan waaruit
een akkoord bestaat.
Sommige noten kunnen
worden weggelaten. De
akkoordnaam staat naast
“CHORD NAME”.
...Vereist
...Kan worden
weggelaten
...Iedere willekeurige
noot kan worden
weggelaten
...Kan worden
weggelaten als de noot
aangegeven met
wordt weggelaten
De akkoordweergave in het
scherm hoort bij de Fingered
methode, zelfs als er een
andere methode zou zijn
geselecteerd.
Chord Tutor
De Chord Tutor functie is in
feite een elektronisch "ak-
koordenboek" die u de juiste
vingerzetting voor het spelen
van akkoorden toont; erg
handig als u niet weet hoe
bepaalde akkoorden te spe-
len. Specificeer gewoon het
gewenste akkoord met de
[6▲▼] - [8▲▼] knoppen en
de vingerzetting wordt in het
scherm weergeven, volgens
de Fingered methode.
OPMERKING
OPMERKING
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het Toetsenbord — Controller
Bepaalt het specifieke
pedaal waaraan een functie
moet worden toegewezen.
Bepaalt de functie die u aan het
geselecteerde pedaal wilt toewijzen.
Elk van de beschikbare functies kan
worden toegewezen aan elk pedaal.
Voor informatie over de toewijsbare
functies, zie "Pedaalbestuurbare
Functies" op blz. 132.
Indien nodig, kunt u de corres-
ponderende part aan- of uitzet-
ten of de control depth instellen
(zie volgende bladzijde).
De pedaal aan/uit bediening
zou omgedraaid kunnen
functioneren, afhankelijk
van het specifieke pedaal
dat op de [AUX PEDAL]
aansluiting is aangesloten.
Het indrukken van het ene
pedaal kan bijvoorbeeld de
geselecteerde functie aan-
zetten, terwijl het indrukken
van een pedaal van een
ander merk de functie wel-
licht uitzet. Gebruik indien
nodig deze instelling om de
werking om te draaien.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
132
Pedaalbestuurbare Functies
* Gebruik, voor de beste resultaten, de optionele Yamaha FC7 Foot Controller.
De parameters hieronder horen bij de knoppen [2▲▼] - [8▲▼] en of ze beschikbaar zijn hangt af van het geselecteerde control Type. Bijvoorbeeld, als SUSTAIN geselecteerd is als
Type, dan verschijnen de parameters “HALF PEDAL POINT”, “MAIN”, “LAYER” en “LEFT” automatisch in het scherm.
* Gebruik, voor de beste resultaten, de optionele Yamaha FC7 Foot Controller.
VOLUME*Hiermee kunt u een Foot Controller (uitsluitend AUX pedaal) gebruiken om het volume te regelen.
SUSTAINAls het pedaal wordt ingedrukt, klinken de gespeelde noten lang door. Zodra het pedaal wordt losgelaten, worden alle nog klinkende noten gedempt.
SOSTENUTOAls u dit pedaal ingedrukt houdt, zal uitsluitend de eerste noot doorklinken (de noot die u speelde en ingedrukt hield toen u het pedaal indrukte).
Hierdoor is het mogelijk om een akkoord te laten doorklinken, terwijl andere noten staccato worden gespeeld.
SOFTHet indrukken van het pedaal reduceert het volume en de klankkleur van de gespeelde noten enigszins. Dit is alleen van toepassing op bepaalde voices
— bijvoorbeeld PIANO.
GLIDEAls het pedaal wordt ingedrukt verandert de toonhoogte, die weer terugkeert naar zijn normale toonhoogte als dit weer wordt losgelaten.
PORTAMENTOHet Portamento effect (het van de ene naar de andere noot “glijden”) kan worden geproduceerd als het pedaal wordt ingedrukt. Er wordt Portamento
geproduceerd als er noten legato (gebonden) worden gespeeld (als de volgende noot wordt gespeeld terwijl de vorige nog wordt vastgehouden). De
portamento snelheid kan worden ingesteld vanuit het Mixing Console scherm (blz. 121). Het werkt niet bij de Natural voices.
PITCHBEND*Buigt noten omhoog/omlaag als het pedaal wordt ingedrukt. Dit kan uitsluitend voor het AUX pedaal en het damper pedaal van de CVP-205 worden
ingesteld.
MODULATION*Voegt een vibrato effect toe aan noten die op het toetsenbord worden gespeeld. De depth van het effect neemt toe als het pedaal wordt ingedrukt. Dit
werkt niet bij de Natural voices.
DSP VARIATIONHetzelfde als de [VARIATION] knop. Dit werkt niet bij de Natural voices.
VIBROTOR ON/OFFZet het “VibRotor” effecttype (blz. 122) aan of uit. Dit werkt uitsluitend bij de Natural voices.
HARMONY/ECHOZelfde als de [HARMONY/ECHO] knop.
SCORE PAGE+ (alleen CVP-205)Terwijl de song is gestopt, kunt u naar de vorige score (muzieknoten) pagina terugkeren (slechts één pagina).
SCORE PAGE- (alleen CVP-205)Terwijl de song is gestopt, kunt u naar de volgende score pagina gaan (slechts één pagina).
SONG START/STOPZelfde als de SONG[START/STOP] knop.
STYLE START/STOPZelfde als de STYLE[START/STOP] knop.
TAP TEMPOZelfde als de [TAP TEMPO] knop.
SYNCRO STARTZelfde als de [SYNC. START] knop.
SYNCHRO STOPZelfde als de [SYNC. STOP] knop.
INTROZelfde als de [INTRO] knop.
MAIN A Zelfde als de [MAIN A] knop.
MAIN B Zelfde als de [MAIN B] knop.
MAIN C Zelfde als de [MAIN C] knop.
MAIN D Zelfde als de [MAIN D] knop.
FILL DOWNEr speelt een Fill in, automatisch gevolgd door de Main sectie van de knop direct links daarvan.
FILL SELFDe Fill in begint af te spelen.
BREAKDe Break begint af te spelen.
FILL UPEr speelt een Fill in, automatisch gevolgd door de Main sectie van de knop direct rechts daarvan.
ENDINGZelfde als de [ENDING/rit.] knop.
FADE IN/OUTZelfde als de [FADE IN/OUT] knop.
FING/ON BASSHet pedaal wisselt beurtelings tussen de modes Fingered en On Bass (blz. 63).
BASS HOLDTerwijl het pedaal is ingedrukt, blijft de basnoot van de Automatische Begeleiding onveranderd, ook al speelt u een ander akkoord. Als de
vingerzettingsmethode op “FULL KEYBOARD” staat, werkt deze functie niet.
PERCUSSIONHet pedaal speelt een percussie-instrument geselecteerd met de [4
▲▼
] - [8
▲▼
] knoppen. U kunt ook het toetsenbord gebruiken om het gewenste
percussie-instrument te selecteren.
LAYER ON/OFFZelfde als de [LAYER] knop.
LEFT ON/OFFZelfde als de [LEFT] knop.
OTS+Roept de volgende One Touch Setting op.
OTS-Roept de vorige One Touch Setting op.
SONG, STYLE, MIC (alleen CVP-205),
LEFT, LAYER, MAIN
Deze specificeren de part(s) die door het pedaal zal worden beïnvloed.
HALF PEDAL POINT*U kunt specificeren hoe diep u het rechterpedaal moet indrukken voordat het damper effect (blz. 59) begint te werken. Dit kan worden ingesteld voor
bepaalde soorten pedalen, zoals het AUX pedaal (YAMAHA FC7) of het damper pedaal van de CVP-205 zelf.
DEPTHBepaalt de depth van het linkerpedaaleffect, als SOFT is geselecteerd. Dit werkt uitsluitend bij de Natural voices.
UP/DOWNAls GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit of de toonhoogtebuiging omhoog of omlaag zal buigen.
RANGEAls GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit de mate waarin de toonhoogte zal buigen, aangegeven in halvetoonsafstanden.
ON SPEEDAls GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit de snelheid waarmee de toonhoogte zal buigen, als het pedaal wordt ingedrukt.
OFF SPEEDAls GLIDE is geselecteerd, bepaalt dit de snelheid waarmee de toonhoogte zal terugbuigen, als het pedaal wordt losgelaten.
KITAls PERCUSSION aan het pedaal is toegewezen, worden hier alle beschikbare drum kits getoond, waardoor u een specifieke drum kit kunt
selecteren voor gebruik door het pedaal.
PERCUSSIONAls PERCUSSION aan het pedaal is toegewezen, worden hier alle geluiden van de geselecteerde Drum Kit (zie KIT hierboven) getoond. Dit bepaalt
het specifieke aan het pedaal toegewezen instrumentgeluid.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
133
CVP-205/203
Het Wijzigen van de Aanslaggevoeligheid en Transpose — Keyboard/Panel
Keyboard Touch
Door de Touch (aanslaggevoeligheid) functie heeft u via uw aanslagsterkte de controle over het volume van de voices.
Via deze instellingen kunt u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan uw eigen speelstijl aanpassen.
Transpose Assign
Dit bepaalt welk aspect van het instrument wordt beïnvloed door de [TRANSPOSE] knop.
HARD 2
Vereist een krachtige aanslag om een hoog
volume te produceren. Geschikt voor pia-
nisten met een krachtige aanslag.
HARD 1
Vereist een redelijk harde aanslag voor een
hoog volume.
NORMAL
Standaard respons.
SOFT 1
Produceert een hoog volume bij een
normale aanslagsterkte.
SOFT 2
Produceert een relatief hoog volume, zelfs
bij slechts een lichte aanslagsterkte. Ge-
schikt voor pianisten met een lichte aanslag.
Bepaalt de Aan-
slaggevoeligheids-
instelling (zie tabel
rechts).
Bepaalt het vast
ingestelde
volumeniveau als
Touch op “OFF”
staat.
Bepaalt of Touch aan of uit staat voor de corresponderende parts.
De TOUCH instelling heeft invloed op alle voices tegelijk.
Houd in gedachte dat u voor elke voice een andere
aanslaggevoeligheid (TOUCH SENSE) kunt instellen. Als
u bijvoorbeeld een pipe organ voice zo natuurgetrouw
mogelijk wilt bespelen, kunt u dit zo instellen dat de voice
niet wordt beïnvloed door de aanslag (blz. 90).
OPMERKING
KEYBOARD
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose zowel de
toonhoogte van de toetsenbord voices (Main, Layer
en Left) als de begeleidingsstijlen.
SONG
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose uitsluitend
de toonhoogte van de songs.
MASTER
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose de toon-
hoogte van het gehele instrument (toetsenbord
voices, begeleidingsstijlen en songs).
Transpose
Hiermee kunt u de toonhoogte veranderen van toetsenbord
voices, afspelende begeleidingsstijlen en song data, in stap-
pen van een halvetoonsafstand.
1
Druk op één van de [TRANSPOSE] knoppen.
2
Een TRANSPOSE pop-up scherm verschijnt na het
selecteren van TRANSPOSE ASSIGN.
3
Stel de waarde in met behulp van de [TRANSPOSE]
knoppen.
Sluit het TRANSPOSE scherm door op de [EXIT]
knop te drukken.
• Het Selectief Transponeren van Toetsenbord/Song
Deze instellingen kunnen worden gebruikt om zowel de song als
het toetsenbordspel aan een bepaalde toonsoort aan te passen.
Laten we bijvoorbeeld zeggen dat u zowel wilt meespelen als
meezingen met een bepaalde opgenomen song. De song data staat
in F, maar u vindt het prettiger om te zingen in D, maar u speelt het
liefst in C. Zet om dit te bereiken Master Transpose op “0”,
Keyboard Transpose op “2”, en Song Transpose op “-3”. Hierdoor
gaat de toonhoogte van de toetsen omhoog en dat van de song
data omlaag, precies aangepast aan het bereik van uw stem.
TRANSPOSE
RESET
END
De transpose functie
heeft geen invloed op de
Drum Kit of SFX Kit
voices.
OPMERKING
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
134
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Specificeren van de Volgorde van het Oproepen van
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Yamaha CVP-205 at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Yamaha CVP-205 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 6,1 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.