593707
67
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/168
Next page
NEDERLANDSTALIGE
HANDLEIDING
NEDERLANDSTALIGE
HANDLEIDING
CVP-205/205M/203
CVP-205/205M/203
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSSYMBOLEN: De
elektronische producten van Yamaha zijn voorzien van
labels, zoals hieronder afgebeeld, of stempels, met deze
symbolen. De uitleg hiervan vindt u op deze bladzijde.
Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen alsook
van de waarschuwingen in het veiligheidsinstructiegedeelte.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op
de aanwezigheid van belangrijke
bedienings- en onderhoudsinstructies
in de handleiding van het product.
De bliksemflits met pijlpunt in de ge-
lijkzijdige driehoek is bedoeld om u te
wijzen op de aanwezigheid van niet
geïsoleerde “gevaarlijke voltages” in
het instrument die het risico van een
elektrische schok kunnen vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische
producten van Yamaha zijn getest en goed bevonden door
een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn
dat, mits het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en
gebruikt wordt, er geen voorspelbare risico’s zijn.
Modificeer het instrument NIET en vraag ook anderen
niet om het instrument te modificeren wanneer Yamaha
zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven.
Hierdoor kunnen de prestaties en/of veiligheid van het
product afnemen. Claims die normaal gesproken binnen
de garantie-bepalingen vallen, kunnen worden afgewezen
als het product toch gemodificeerd blijkt te zijn. Dit kan
ook van invloed zijn op andere garanties.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding was correct op het
moment dat deze gedrukt werd. Yamaha behoudt zich
echter het recht voor om specificaties te veranderen of te
modificeren zonder voorafgaande mededeling of de
verplichting om voorgaande modellen aan te passen.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft ernaar om
producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk
zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten
en productiemethoden aan deze doelstellingen voldoen.
Overeenkomstig de letter en de geest van de wet, willen
wij u van het volgende op de hoogte brengen:
Batterij: Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare
batterij bevatten, die (indien aanwezig) vastgesoldeerd is. De
gemiddelde levensduur van deze batterij is ongeveer vijf jaar.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een
erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Waarschuwing: Probeer deze batterij niet op te laden, te
demonteren of te verbranden. Bewaar batterijen buiten
het bereik van kinderen. Gooi gebruikte batterijen met-
een, en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen,
weg. Opmerking: In sommige landen bent u volgens de
wet verplicht, defecte onderdelen te retourneren. U kunt
de servicemonteur verzoeken deze onderdelen voor u
weg te gooien.
Afvalvoorschrift: Wanneer dit product beschadigd raakt
en niet meer te repareren is, of zijn maximale levensduur
bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de plaatselijke
wettelijke bepalingen voor producten die lood, batterijen,
plastic e.d. bevatten.
OPMERKING: Servicekosten die te wijten zijn aan
gebrek aan kennis over hoe een functie of een effect
werkt (mits het apparaat naar behoren werkt), vallen niet
onder de aankoopgarantie maar onder uw eigen
verantwoordelijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve
zorgvuldig en neem eerst contact op met uw dealer voor-
dat u een beroep doet op service.
NAAMPLAATJE: De onderstaande illustratie geeft de
lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer,
serienummer, stroomspecificaties, etc. staan op dit
plaatje. Noteer hieronder het model, het serienummer en
de aan-koopdatum en bewaar deze handleiding, zodat u
deze belangrijke gegevens van uw aankoop altijd bij de
hand heeft.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
CVP-205
Model
Serienummer
Aankoopdatum
CVP-203
92-469 1 (bottom)
3
CVP-205/203
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorko-
men dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade,
brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Gebruik alleen het voltage dat voor het instrument is
voorgeschreven. Het vereiste voltage staat aangegeven op het
naamplaatje van het instrument.
Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat
zich daarop heeft verzameld.
Gebruik uitsluitend het bijgeleverde netsnoer/stekker.
Leg het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
kachels of radiatoren, buig het niet te zeer, beschadig het niet,
zet er geen zware voorwerpen op en leg het zo dat niemand
erop zal gaan staan, erover kan struikelen, of dat er iets over
heen kan rollen.
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit
elkaar en modificeer het instrument op geen enkele manier.
Het instrument bevat geen door de gebruiker zelf te vervangen
onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan on-
middellijk het gebruik ervan en laat het nakijken door
gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de
buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en
plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevat-
ten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
heeft.
Plaats geen brandende voorwerpen op het apparaat, zoals
kaarsen. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand
veroorzaken.
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, er plot-
seling geluidsverlies optreedt tijdens het gebruik van het
instrument, of als er plotseling een ongewone geur of rook uit het
instrument komt, moet u het onmiddellijk uitzetten, de stekker uit
het stopcontact halen en het instrument laten nakijken door
gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorko-
men dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen bescha-
digd raken. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan
het beschadigen.
Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd
niet gebruikt, of tijdens onweer.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een T-stuk.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en kan het
stopcontact oververhitten.
Lees de bijgevoegde assembleerinstructies zorgvuldig door.
Het in verkeerde volgorde assembleren van het instrument kan
schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken, stof, extre-
me koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of
overdag in een auto) om vervorming van het paneel of schade
aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, stereo
installatie, mobiele telefoon, of andere elektrische apparaten.
Anders kunnen het instrument, de TV of de radio elkaar storen.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan
omvallen.
Trek alle aangesloten kabels en het adaptorsnoer eruit alvorens
het instrument te verplaatsen.
Plaats het instrument niet direct tegen een wand (laat minimaal
3 cm tussenruimte), aangezien onvoldoende luchtcirculatie
oververhitting kan veroorzaken.
Netvoeding/Netsnoer
Niet openen
Pas op met water
Pas op voor brand
Als u iets abnormaals opmerkt
Netvoeding/Netsnoer
Assembleren
Lokatie
(1)B-7
1/2
CVP-205/203
4
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische
componenten moet u deze allemaal uitzetten. Voordat u alle
componenten aanzet moet u alle volumes op hun minimum zet-
ten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten,
geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte
droge of klamvochtige doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v.
thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische
schoonmaakdoekjes.
Pas op dat u uw vingers niet afknelt met de toetsendeksel en
steek nooit een vinger of hand in een spleet van de deksel of van
het instrument.
Stop geen papier, metaal of wat voor voorwerpen maar ook in de
openingen van het bedieningspaneel of toetsenbord. Gebeurt dit
toch, zet het instrument dan onmiddellijk uit en trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het instrument nakijken door
gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
Plaats geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het
instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kun-
nen doen verkleuren.
Leun niet op het instrument en plaats er geen zware voorwerpen
op en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en
aansluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet-comfortabel
geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan ver-
oorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of
gehoorverlies constateert.
Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar hij kan
omvallen.
Ga niet roekeloos om met de bank en ga er niet op staan. Als u
hem als gereedschap of "trapladder" of ergens anders voor zou
gebruiken, dan kunnen er ongelukken gebeuren of kunt u letsel
oplopen.
Er mag slechts één persoon tegelijk op de bank zitten, om de
mogelijkheid van ongelukken en letsel te voorkomen.
Als de schroeven van de bank na enige tijd los gaan zitten, draai
ze dan aan met het bijgeleverde gereedschap.
Het opslaan en backuppen van uw data
Current Memory data (zie blz. 40) gaat verloren als u het
instrument uitzet. Sla de data op een diskette/User Drive op (zie
blz. 40).
Opgeslagen data kan verloren gaan door storingen of een be-
dieningsfout. Sla belangrijke data op op een diskette.
Back up maken van de diskette
Om het verloren gaan van data door een defecte diskette te
voorkomen adviseren wij om uw belangrijke data op twee
diskettes op te slaan.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Aansluitingen
Onderhoud
Wat u beslist moet vermijden
Het gebruik van de bank (Indien aanwezig)
Het opslaan van data
Wanneer u instellingen in een schermpagina verandert en
deze pagina hierna verlaat, dan wordt de System Setup
data (Zie het Parameteroverzicht (in de aparte Data List))
automatisch bewaard. Deze bewerkte data gaat echter verlo-
ren als u het instrument uitzet zonder dat u op juiste wijze het
betreffende scherm verlaten heeft.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan onjuist gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan
het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
(1)B-7
2/2
5
CVP-205/203
Hartelijk dank voor uw aankoop van de Yamaha Clavinova!
Wij adviseren om deze handleiding zorgvuldig door te
lezen, zodat u volledig voordeel kunt trekken van de
geavanceerde en handige functies van de Clavinova.
Wij bevelen u ook aan om deze handleiding op een veilige
en handige plaats te bewaren voor latere raadpleging.
Omtrent deze Handleiding en Data List
Deze handleiding bestaat uit vier onderdelen: Inleiding, Beknopte Handleiding, Basisprocedures en
Verwijzingen.
Tevens is er voorzien in een aparte Engelstalige Data List.
Introductie (blz. 2): Lees dit gedeelte alstublieft eerst.
Beknopte Handleiding (blz. 20): Dit gedeelte beschrijft hoe de basisfuncties kunnen worden gebruikt.
Basisprocedures (blz. 39):
Dit gedeelte beschrijft hoe de basis
procedures moeten worden uitgevoerd, met
inbegrip van de bediening van het scherm.
Verwijzingen (blz. 53):
Deze bes
chrijven hoe er gedetailleerde instellingen kunnen worden gemaakt voor
verschillende functies van de Clavinova.
Data List : Voice List, MIDI Data Format, etc. (Engelstalig).
* Met ‘CVP’ of ‘Clavinova’ wordt in deze handleiding verwezen naar de modellen CVP-205/205M/203.
* De illustraties en LCD schermen die in deze handleiding voorkomen, zijn voor louter instructiedoeleinden en kunnen er op uw
instrument enigzins anders uitzien.
* Voorbeeldschermen met bedieningsinstructies zijn genomen van de CVP-205 in de Engelse taal.
* De bitmap lettertypes die in dit instrument worden gebruikt zijn afkomstig van, en eigendom van Ricoh co., Ltd.
* Het zonder toestemming kopiëren van auteursrechterlijk beschermde software, behalve voor persoonlijk gebruik door de
koper, is verboden.
Handelsmerken:
Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
IBM-PC/AT is een handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
CVP-205/203
6
Accessoires
“Music Software Collection” Diskette (plus Muziekboek) (alleen CVP-203)
Deze diskette bevat voorbeeld songs die u kunt afspelen op uw Clavinova.
“50 greats for the Piano” Diskette (plus Muziekboek)
Opname diskette
Gebruik deze lege diskette om uw eigen spel op te slaan.
Handleiding
Deze handleiding bevat alle nodige instructies om uw Clavinova te kunnen bedienen.
Data List (Engelstalig)
Dit handboek bevat lijsten van de voices, stijlen, parameters, enz.
Bank
Afhankelijk van het land van bestemming kan er een bank bijgeleverd of optioneel zijn.
Omgaan met de Floppy Disk Drive (FDD) en
Diskettes
Voorzorgsmaatregelen
Behandel diskettes en de disk drive altijd met zorg. Volg de onderstaande waarschuwingen nauwkeurig op.
De diskettetypes 3,5" 2DD en 2HD kunnen worden
gebruikt.
Een diskette in de disk drive doen:
Houd de diskettes met het label naar boven en met
het schuifkapje in de richting van de opening van de
disk drive. Schuif de diskette voorzichtig in de drive
en druk zacht totdat hij op zijn plaats “klikt” en de
uitwerpknop naar buiten springt.
Een diskette uitwerpen:
Controleer, voordat u de diskette uitwerpt, of er geen
data meer op de diskette wordt geschreven.
Op momenten dat er tijdens de hieronder genoemde
handelingen data op de diskette wordt geschreven
verschijnen de volgende schermmededelingen: “Now
executing”, “Now copying”, en “Now formatting”.
Verplaatsen, kopiëren, plakken, opslaan, of wissen
van data (blz. 43 - 45).
Files en mappen namen geven (blz. 42); nieuwe
map creëren (blz. 45).
Diskette naar een andere diskette (blz. 142)
kopiëren; diskette (blz. 142) formatteren.
Compatibel Diskette type
Diskettes Inleggen/Uitwerpen
Drive lampje
Wanneer het instrument aan staat, brandt het
drive lampje (links onder de diskette-opening) om
aan te geven dat de drive klaar is voor gebruik.
Eject button
Uitwerpknop
7
CVP-205/203
Probeer nooit een diskette te verwijderen of het instru-
ment uit te zetten terwijl er nog data op de diskette
wordt geschreven. Daardoor zou de diskette en moge-
lijk ook de disk drive kunnen worden beschadigd.
Druk dan voorzichtig de uitwerpknop zo diep moge-
lijk in; de diskette komt er vanzelf uit. Als hij er
helemaal uitgekomen is, kunt u hem er voorzichtig
uitpakken.
Als de uitwerpknop te snel wordt ingedrukt, of niet
diep genoeg, zal de diskette niet goed worden uitge-
worpen. De uitwerpknop zal dan blijven hangen in
half ingedrukte positie waarbij de diskette slechts
enkele millimeters naar buiten steekt. Als dit zou
gebeuren, probeer dan niet aan de er gedeeltelijk uit-
stekende diskette te trekken, aangezien dit het mecha-
nisme van de drive of de diskette kan beschadigen.
Om een diskette in zo’n situatie te verwijderen kunt u
opnieuw op de uitwerpknop drukken, of de diskette
terug in de drive duwen om de uitwerpprocedure te
herhalen.
Verwijder een diskette altijd voordat u het instrument
uitzet. Een diskette die lange tijd in de disk drive blijft
zitten kan gemakkelijk stof en vuil oppakken dat data
lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
Reinig de lees/schrijfkop regelmatig. Het gaat hier om
een precisie magnetische lees/schrijfkop die geduren-
de een langere gebruiksperiode een laagje van mag-
netische deeltjes oppakt van de gebruikte diskettes,
dat eventueel lees- en schrijffouten kan veroorzaken.
Om de disk drive in optimale conditie te houden,
beveelt Yamaha aan om een commercieel verkrijgbare
reinigingsdiskette (droog systeem) te gebruiken om de
kop ongeveer eens per maand te reinigen. Vraag uw
Yamaha dealer naar de verkrijgbaarheid van geschikte
reinigingsdiskettes.
Stop nooit iets anders dan diskettes in de disk drive.
Andere voorwerpen zouden de disk drive of de
diskettes kunnen beschadigen.
Hoe diskettes voorzichtig te behandelen:
Plaats geen zware voorwerpen op, buig geen, en
oefen op geen enkele manier druk uit op diskettes.
Bewaar ze altijd in hun beschermdoosje als u ze niet
gebruikt.
Stel een diskette niet bloot aan direct zonlicht, ex-
treem hoge of lage temperaturen, hoge luchtvoch-
tigheid, stof of vloeistoffen.
Open het schuifkapje niet en raak nooit het oppervlak
van de schijf aan, achter het kapje.
Stel de diskette niet bloot aan magnetische velden,
zoals geproduceerd door televisies, luidsprekers, mo-
toren, etc., aangezien dit de data op de diskette ge-
heel of gedeeltelijk zou kunnen wissen, dus onlees-
baar maken.
Gebruik nooit een diskette waarvan het schuifkapje of
de behuizing vervormd is.
Plak niets anders dan de bijgeleverde labels op een
diskette. Zorg ook dat de labels op de juiste plaats
worden aangebracht.
Uw belangrijke data beschermen (Write-
protect schuifje):
Zet het write-protect schuifje in de protect positie
(open) om het per ongeluk wissen van belangrijke
data te voorkomen.
Data backup
Voor een maximale data beveiliging, adviseert
Yamaha om van belangrijke data twee kopieën te
bewaren, op afzonderlijke diskettes. Dit voorziet in
een backup als één diskette verloren zou gaan of
beschadigd wordt. Gebruik de Disk naar Disk functie
op blz. 142.
De Lees/Schrijfkop van de Disk Drive
Omtrent Diskettes
write-protect tab open
(protect position)
Write-protect schuifje open
(protect positie)
CVP-205/203
8
Omtrent de Schermmededelingen
Soms verschijnt er, om de bediening te vereenvoudigen, in het scherm een mededeling (ter
informatie, of een verzoek om uw bevestiging).
Volg in zo’n geval gewoon de instructies op die verschijnen na het drukken op de
betreffende knop.
Onderhoud
Reinig het instrument met een droge, zachte doek of een licht bevochtigde, zachte doek (goed uitwringen).
PAS OP
Gebruik geen benzine, thinner, reinigingsmiddelen, of chemische doekjes. Plaats geen vinyl, plastic, of
rubberen voorwerpen op het instrument.
Anders kan het bedieningspaneel of de toetsen verkleuren of vlekken gaan vertonen.
PAS OP
Lees beslist, voordat u de Clavinova in gebruik neemt, de “Voorzorgsmaatregelen” op bladzijde 3 - 4.
Stemmen
In tegenstelling tot een akoestische piano, hoeft de Clavinova niet gestemd te worden. Hij blijft altijd perfect
gestemd.
Transport
Als u naar een andere plaats zou verhuizen, dan kunt u de Clavinova transporteren, samen met uw andere bezittingen.
U kunt hem in zijn geheel (geassembleerd) transporteren of u kunt hem uit elkaar halen, zoals u hem in de doos heeft
aangetroffen. Transporteer het toetsenbord horizontaal. Laat het niet tegen een wand steunen en zet het ook nooit
rechtop op een zijkant.
Stel het instrument niet bloot aan extreme trillingen of schokken.
“The Clavinova-Computer Connection” is een aanvullend handboek dat aan beginners uitlegt wat u allemaal kunt
doen met uw Clavinova en een personal computer alsook hoe u een Clavinova-Computersysteem kunt installeren
(de handleiding is niet geschreven voor afzonderlijke modellen). Het document is beschikbaar als PDF file (Engels-
talig) op de volgende Internet adressen:
Clavinova Home Page.......................... http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Manual Library
(Electronic Musical Instruments)......... http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
In het Helpscherm kunt u de
gewenste taal selecteren
(blz.50).
OPMERKING
Druk, in dit voorbeeld, op
de [G] (YES) knop om het
formatteren uit te voeren.
9
CVP-205/203
Inhoudsopgave
Inleiding ........................................2
VOORZORGSMAATREGELEN ............................................ 3
Omtrent deze Handleiding en Data List........................... 5
Accessoires......................................................................... 6
Omgaan met de Floppy Disk Drive (FDD)
en Diskettes................................................................... 6
Omtrent de Schermmededelingen ................................... 8
Onderhoud ........................................................................ 8
Toepassingen Index ........................................................ 12
Wat kunt u met de Clavinova doen?............................... 14
De Clavinova Gebruiksklaar Maken ............................... 16
Toetsendeksel.....................................................................................16
Muzieklessenaar .................................................................................16
Bladmuziekklemmen (alleen CVP-205) ...............................................16
Het Instrument Aan- en Uitzetten .......................................................17
Hoofdtelefoon Gebruiken ...................................................................17
Paneelknoppen en Aansluitingen ................................... 18
Beknopte Handleiding ................20
Het Afspelen van de Demo’s........................................... 20
Het Afspelen van Songs .................................................. 21
Songs Afspelen ................................................................ 21
Het Bespelen van Voices ................................................. 25
Een Voice Bespelen .......................................................... 25
Twee Voices Tegelijk Bespelen ..........................................26
Met uw Linker- en Rechterhand
Verschillende Voices Bespelen .......................................27
Het Gebruik van Stijlen ................................................... 28
Een Stijl Afspelen .............................................................. 28
Stijlsecties ......................................................................... 30
One Touch Setting ........................................................... 32
Music Finder .................................................................... 33
Het Gebruik van de Music Finder ...................................... 33
Zoeken in de Music Finder Bestanden............................... 34
Music Finder Data Opslaan en Terugzetten.......................35
Spelen en Oefenen met de Songs................................... 36
Meespelen met de Clavinova ............................................ 36
Opnemen......................................................................... 37
Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen ........................... 38
Basisprocedures — Het Organiseren
van Uw Data ...............................39
Het Selecteren van Files en Mappen............................... 41
File/Map-gerelateerde Procedures ................................. 42
Files/Mappen een Naam Geven ........................................ 42
Files/Mappen Verplaatsen ................................................. 43
Files/Mappen Kopiëren ..................................................... 44
Files/Mappen Wissen ........................................................ 44
Files Opslaan .................................................................... 45
Files Organiseren door het Creëren van een Nieuwe Map .45
Het Weergeven van Bovenste Pagina’s .............................. 45
Het Ingeven van Tekens en het Wijzigen van Iconen ......... 45
Het Gebruik van de [DATA ENTRY] Knop........................47
Direct Access — Rechtstreekse Selectie van
Schermpagina’s.............................................................48
Helpmededelingen...........................................................50
Het Gebruik van de Metronoom .....................................51
Het Tempo Instellen.........................................................51
Tap Tempo....................................................................... 52
Het Afspelen van de Demo’s....... 53
Voices.......................................... 55
Het Selecteren van een Voice ..........................................55
De PIANO Knop ............................................................... 56
Layer/Left — Verschillende Geluiden
Tegelijk Bespelen ..........................................................57
Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen) ..... 57
Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker
en Rechter Gedeelte van het Toetsenbord.................... 58
Voice Effecten Toevoegen ...............................................58
Het Gebruik van de Pedalen ............................................59
Stijlen.......................................... 60
Een Stijl Afspelen..............................................................60
Het Afspelen van Uitsluitend de Rhythm Kanalen.............. 62
Het Instellen van de Volumebalans/Kanalen Uitschakelen . 62
Akkoordvingerzettingen ..................................................63
De Stijl Patterns Arrangeren (SECTIES:
MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK) ...................65
Het Afspelen van een Stijl Stoppen door het Loslaten van
Toetsen (SYNC. STOP) .................................................. 66
Het Selecteren van Intro en Ending Types
(INTRO/ENDING) ......................................................... 67
Het automatisch afspelen van Fill in patterns bij het
omschakelen naar een andere Begeleidingssectie
— Auto Fill In................................................................ 67
Geschikte Paneelinstellingen voor de Geselecteerde Stijl
(ONE TOUCH SETTING) ...............................................68
Het Automatisch Veranderen van One Touch Settings met de
Secties — OTS Link ....................................................... 69
De Paneelknoppen in een One Touch Setting
Registreren (One Touch Setting) ................................... 69
De Ideale Instellingen voor uw Muziek Oproepen
— Music Finder .............................................................70
De Ideale Instellingen Zoeken — Music Finder Search ...... 71
Bestanden Bewerken — Music Finder Record Edit............. 72
CVP-205/203
10
Het Afspelen van Songs...............74
Compatibele Song Types ................................................ 74
Het Afspelen van Songs .................................................. 75
Het Afspelen van de Interne Songs ................................... 75
Songs op Diskette Afspelen............................................... 77
Andere Afspeel-gerelateerde Procedures ...........................77
Specifieke Parts Uitschakelen
— Track1/Track2/Extra Tracks.................................... 78
Een Specifiek Gedeelte Herhaaldelijk Afspelen ............. 78
Het Gebruik van de Oefenfuncties —Guide ................... 79
Oefenfuncties ................................................................... 79
Het Instuderen van Muziek met de Guide Functies ...........80
Het Weergeven van Muzieknoten
— Score (alleen CVP-205)........................................... 81
Het Weergeven van Song Teksten.................................. 84
Het Opslaan en Oproepen van
Paneelinstellingen — Registration
Memory .......................................85
Het Registreren van Paneelinstellingen
— Registration Memory............................................... 85
Het Opslaan van Uw Registration Memory Instellingen .....86
Het Oproepen van een Registration Memory Instelling 87
Het Bewerken van Voices
— Sound Creator .........................88
Procedure ........................................................................ 88
SOUND CREATOR Parameters ........................................ 89
Het Opnemen van Uw Spel
en het Creëren van Songs
— Song Creator ...........................93
Omtrent Het Opnemen van Songs ................................. 93
Quick Record ................................................................... 94
Multi Track Opnames ...................................................... 95
Het Opnemen van Individuele Noten — Step Record.... 97
Procedure ......................................................................... 97
Het Opnemen van Melodieën — Step Record (Noot) .......99
Het Opnemen van Akkoordveranderingen voor de
Automatische Begeleiding — Step Record (Akkoord) ...100
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen,
Punch In/Out — Opname Mode ................................. 102
Het Bewerken van een Reeds Opgenomen Song......... 103
Het Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters
— Channel.................................................................. 103
Het Bewerken van Noot Events — 1 - 16 ........................106
Het Bewerken van Akkoord Events — CHD .....................107
Het Bewerken van Systeem Events
— SYS/EX. (System Exclusive)...................................... 107
Het Ingeven en Bewerken van Song Teksten ................... 108
Het Bewerken van de Event Lijst — Filter ........................108
Het Creëren van Begeleidingsstijlen
— Style Creator......................... 109
Omtrent Het Creëren van Begeleidingsstijlen ..............109
Style File Format.............................................................110
Procedure .......................................................................110
Realtime Opname — Basic.............................................111
Step Opname .................................................................112
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl
— Assembly.................................................................113
Het Bewerken van de Gecreëerde Begeleidingsstijl......114
De Rhythmic Feel Veranderen — Groove and Dynamics . 114
Het Bewerken van de Kanaal Data .................................. 116
Het Maken van Style File Format Instellingen —Parameter...117
Het Instellen van de Volumebalans
en van Voice Veranderen
— Mixing Console ..................... 119
Procedure .......................................................................119
Het Instellen van Volumebalans en Voice
— Volume/Voice .........................................................120
Het Wijzigen van de Toon van de Voice — Filter..........121
Het Wijzigen van de Toonhoogte-gerelateerde
Instellingen — Tune....................................................121
Het Instellen van de Effecten.........................................122
Effectstructuur ................................................................ 124
Het Maken van Globale en Andere
Belangrijke Instellingen —
Function.................................... 125
Procedure .......................................................................125
Fijnstemming Toonhoogte/Selecteren Toonladder —
Master Tune/Scale Tune.............................................127
Het Stemmen van de Algehele Toonhoogte — Master Tune .......127
Het Selecteren van een Toonladder — Scale Tune .......... 127
Het Instellen van Song-gerelateerde Parameters
— Song Setting...........................................................129
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting, Split Point, en Chord
Fingering.....................................................................130
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting en Split Point ................... 130
Het Instellen van de Vingerzettingsmethode — Chord Fingering.131
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het
Toetsenbord — Controller..........................................131
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen .................. 131
Het Wijzigen van de Aanslaggevoeligheid en Transpose
— Keyboard/Panel ..................................................... 133
Het Instellen van Registration Sequence, Freeze
en Voice Set ................................................................134
Het Specificeren van de Volgorde van het Oproepen van
Registration Memory Presets — Registration Sequence 134
Het Bevriezen van Paneelinstellingen — Freeze ....................134
Het Wijzigen van de Automatisch Geselecteerde Voice
Instellingen — Voice Set ............................................. 135
11
CVP-205/203
Introduction
Quick Guide
Basic Operations - Organizing Your Data
Playing the Demos
Voices
Styles
Song Playback
Saving and Recalling Custom
Panel Setups - Registration Memory
Editing Voices - Sound Creator
Recording Your Performances
and Creating Songs - Song Creator
Creating Accompaniment Styles
- Style Creator
Adjust the Volume Balance
and Changing Voices - Mixing Console
Making Global and Other Important
Settings - Function
Using Your Clavinova with Other Devices
Appendix
Het Instellen van Harmony en Echo ............................. 135
Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven
Video Out (alleen CVP-205) ................................. 136
Het Instellen van de MIDI Parameters.......................... 137
Het Maken van Algemene Systeeminstellingen
(Local control, Clock, etc.) — System .........................137
Het Verzenden van MIDI Data — Transmit .....................138
Het Ontvangen van MIDI Data — Receive ...................... 139
Het Instellen van Root Noot Kanalen — Root ..................139
Het Instellen van Akkoordkanalen — Chord Detect .........139
Andere Instellingen Utility........................................ 140
Het Maken van Instellingen voor Fade In/Out, Metronoom,
Parameter Lock, en Tap — CONFIG 1 .........................140
Het Maken van Instellingen voor het Scherm, het Luidspreker-sys-
teem en de Voice Nummerindicatie — CONFIG 2.............141
Het Kopiëren en Formatteren van Diskettes — Disk ........142
Het Ingeven van Uw Naam en Taalkeuze — Owner ........143
Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de
CVP-205/203 — System Reset..................................... 143
Uw Clavinova Gebruiken Samen
met Andere Apparaten .............144
Het Gebruik van een Hoofdtelefoon
(PHONES Aansluitingen). .................................................144
Het Aansluiten van een Microfoon of Gitaar
(MIC./LINE IN aansluiting) (alleen CVP-205). .............. 144
Het Aansluiten van Audio & Video Apparaten ................. 145
Het Gebruik van het Pedaal (voetschakelaar) of Foot
Controller (AUX PEDAL aansluiting)............................. 146
Het Aansluiten van externe MIDI apparaten
(MIDI aansluitingen) ................................................... 146
Het Aansluiten op een Computer
(MIDI aansluitingen/TO HOST aansluiting).................. 146
Wat is MIDI?................................................................... 148
Wat U met MIDI Kunt Doen ........................................... 150
Data Compatibiliteit...................................................... 151
Diskette Format .............................................................. 151
Sequence Format............................................................ 151
Voice Allocation Format .................................................. 152
CVP-205/205M: Het Assembleren
van het Piano-Onderstel ...........153
CVP-203: Het Assembleren van het
Piano-Onderstel.........................155
Problemen Oplossen .................157
Specificaties ..............................159
Index .........................................161
Inleiding
Beknopte Handleiding
Het Afspelen van Songs
Stijlen
Voices
Het Afspelen van de Demo’s
Basisprocedures — Het Organiseren
van Uw Data
Uw Clavinova Gebruiken Samen met
Andere Apparaten
Appendix
Het maken van Globale en andere
Belangrijke Instellingen — Function
Het Instellen van de Volumebalans en
van Voice Veranderen — Mixing Console
Het Opslaan en Oproepen
van Paneelinstellingen —
Registration Memory
Het Creëren van Begeleidingsstijlen —
Style Creator
Het Opnemen van Uw Spel en het
Creëren van Songs — Song Creator
Het Bewerken van Voices
— Sound Creator
CVP-205/203
12
Toepassingen Index
Gebruik deze index om bladzijdeverwijzingen te vinden die u wellicht kunnen
helpen voor uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Het luisteren naar de interne songs ..........................................................................................................blz. 75
Het luisteren naar diskette songs...........................................................“Songs op Diskette Afspelen” op blz. 77
Het luisteren naar demo songs.................................................................................................................blz. 53
Het luisteren naar de demo van de geselecteerde voices..........................................................................blz. 55
Het luisteren naar songs met de speciale voices van de Clavinova .........................................................blz. 120
Spelen
Het oproepen van de piano-instelling ......................................................................................................blz. 56
Het gebruik van de drie pedalen..............................................................................................................blz. 59
Het spelen van een begeleiding in de juiste toonsoort........................................ “Transpose Assign” op blz. 133
Twee voices combineren...........................“Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand ........................................................................
“Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 58
Het geluid veranderen
Het geluid verbeteren met reverb en andere effecten .............................. “Voice Effecten Toevoegen” op blz. 58
..................................................................................................... “Het Instellen van de Effecten” op blz. 122
Het Instellen van de Volumebalans ........................................................................................................blz. 120
Twee voices combineren...........................“Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)” op blz. 57
Afzonderlijke voices bespelen met de rechter- en de linkerhand ........................................................................
“Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter gedeelte van het Toetsenbord” op blz. 58
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het afspelen van de Automatische Begeleiding
Het automatisch spelen van begeleiding ..................................................................................................blz. 60
De ideale paneelinstellingen voor uw muziek oproepen..........................................................................blz. 70
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitschakelen.............................................................................................blz. 80
Oefenen met een nauwkeurig en regelmatig tempo ..................... ”Het Gebruik van de Metronoom” op blz. 51
Opnemen
Uw spel opnemen .............................................................................................................................blz. 94, 95
Het creëren van een song door het ingeven van noten .............................................................................blz. 97
Uw eigen instellingen creëren
Het creëren van voices.............................................................................................................................blz. 88
Het creëren van begeleidingsstijlen........................................................................................................blz. 109
13
CVP-205/203
Toepassingen Index
Het Gebruik van een microfoon (alleen CVP-205)
Aansluiten van een microfoon
................................... ”Het Aansluiten van een Microfoon of Gitaar (MIC./ LINE IN aansluiting)” op blz. 144
Instellingen
Het Registreren van Paneelinstellingen.....................................................................................................blz. 85
Fijnstemming van de toonhoogte/Selecteren van een toonladder ...........................................................blz. 127
Het maken van gedetailleerde instellingen voor het afspelen van songs .................................................blz. 125
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de Automatische Begeleiding .......................................blz. 130
Het maken van instellingen voor de pedalen......................................................................................................
..................... “Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het Toetsenbord — Controller” op blz. 131
Het maken van gedetailleerde instellingen voor de toetsenbord voices ..................................................blz. 133
Het weergeven van het scherm op een TV (alleen CVP-205) ..............................................................................
.......................... “Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven — Video Out (alleen CVP-205)” op blz. 136
Het maken van gedetailleerde instellingen voor MIDI ............................................................................blz. 137
De Clavinova op andere apparaten aansluiten
Basisinformatie over MIDI........................................................................................”Wat is MIDI?” op blz. 148
Het opnemen van uw spel ........ “Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een extern audiosysteem,
en het opnemen ervan op een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 145
Het volume verhogen ............... “Het weergeven van het geluid van de Clavinova via een extern audiosysteem,
en het opnemen ervan op een externe recorder (AUX OUT aansluitingen)” op blz. 145
Het uitsturen van het geluid van een ander instrument door de Clavinova ............. ”Het geluid van een extern
apparaat weergeven via de ingebouwde luidsprekers van de Clavinova (AUX IN aansluitingen)” op blz. 145
Het aansluiten van een computer.......................................................................................................................
............................”Het Aansluiten op een Computer (MIDI aansluitingen/TO HOST aansluiting)” op blz. 146
Montage
Het monteren en demonteren van de Clavinova ................................................................................................
......................................................”CVP-205/205M: Het Assembleren van het Piano-Onderstel” op blz. 153
................................................................ ”CVP-203: Het Assembleren van het Piano-Onderstel” op blz. 155
Snelle oplossing
Basisfuncties van de Clavinova en hoe u hem het beste kunt gebruiken .............................................blz. 12, 14
De Clavinova terugzetten op zijn aanvangsinstellingen......................................................................................
.................. “Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de CVP-205/203 — System Reset” op blz. 143
Schermmededelingen ..................................................................”Omtrent de Schermmededelingen” op blz. 8
Problemen Oplossen..............................................................................................................................blz. 157
CVP-205/203
14
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PA RT
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
1234
Wat kunt u met de Clavinova doen?
SONG
Het afspelen van eerder opge-
nomen songs (blz. 21, 36, 74)
Geniet van een grote verscheiden-
heid aan preset songs alsook van
songs op commercieel verkrijgbare
diskettes.
GUIDE
Leer en oefen met de Guide
functies (blz. 38, 79)
Speel de preset songs af, of geschikte
diskette software, en laat het scherm
en de Guide lampjes u tonen wan-
neer en waar u de juiste noten moet
spelen. Het is nog nooit zo makke-
lijk of leuk geweest om nieuwe
muziek te leren!
DEMO
Ontdek de Demo’s
(blz. 20, 53)
Deze etaleren niet alleen de
verbazingwekkende voices
en stijlen van het instrument,
u maakt ook kennis met de
vele functies en mogelijkhe-
den — waardoor u ervaring
kunt opdoen in het gebruik
van de Clavinova!
STYLE
Ondersteun uw spel met Automatische
Begeleiding (blz. 28, 60)
Een met uw linkerhand gespeeld akkoord resulteert
in een volledige automatische begeleiding.
Selecteer een begeleidingsstijl — zoals pop, jazz,
Latin, etc. — en de Clavinova is uw begeleidings-
orkest!
DIGITAL RECORDING
Neem uw spel op (blz. 93, 109)
Met de krachtige en toch eenvoudig te
bedienen song opnamefuncties kunt u uw
eigen toetsenbordspel opnemen en uw
eigen complete, volledig georkestreerde
composities creëren - die u dan op een
USER drive of op een diskette kunt opslaan
voor later gebruik.
15
CVP-205/203
CVP-205
5678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
LCD
De grote LCD (samen met
de diverse paneelknop-
pen) voorziet in een uitge-
breide en gemakkelijk te
begrijpen bediening van
alle Clavinova procedures.
MUSIC FINDER
Roep de perfecte begeleidingsstijl
op (blz. 33, 70)
Als u weet welke song u wilt spelen,
maar niet welke stijl of voice er bij past,
laat de MUSIC FINDER u dan helpen. U
hoeft slechts de song titel te selecteren en
de Clavinova selecteert er automatisch
de meest geschikte stijl en voice bij.
TO HOST aansluiting
Maak muziek met een computer — snel en gemakkelijk (blz.
146)
Begin ermee en trek voordeel van de wijde wereld van computer-
muziek software. Het aansluiten en installeren zijn uitzonderlijk
eenvoudig en u kunt uw met de computer opgenomen partijen door
verschillende instrumentklanken laten afspelen — allemaal door één
enkele Clavinova!
PIANO
Stelt de piano in — direct
(blz. 56)
U kunt alle optimale piano-
instellingen voor de
Clavinova instellen door het
drukken op slechts één knop
— bespeel daarna de
uitzonderlijk realistische
Grand Piano voice.
VOICE
Geniet van een grote ver-
scheidenheid aan realistische
voices (blz. 25, 55)
De Clavinova heeft een massa
uitzonderlijk authentieke en
dynamische voices (meer dan
800) — waaronder piano,
strijkers, houtblazers en meer!
IN OUT THRU
PC-1PC-2
MIDI Mac
(
LEVEL FIXED
)
LR
TO HOST AUX PEDAL VIDEO OUT AUX IN AUX OUTHOST SELECTMIDI
L L+R R LL+R R
CVP-205/203
16
De Clavinova Gebruiksklaar Maken
De toetsendeksel openen:
Til de deksel een beetje op, schuif hem hierna open.
De toetsendeksel sluiten:
Schuif de deksel naar u toe en laat hem zachtjes over
de toetsen zakken.
PAS OP
Houd de deksel met twee handen vast als u hem opent of sluit. Laat
hem niet los totdat hij geheel geopend of gesloten is. Pas op dat uw
vingers (of die van anderen, vooral die van kinderen) niet bekneld
raken tussen de deksel en het instrument.
PAS OP
Leg geen voorwerpen zoals een stuk metaal of papier op de
toetsendeksel. Als de deksel wordt geopend, kunnen kleine
voorwerpen daarop in het binnenste van het instrument
terechtkomen, waar u ze bijna niet meer uit krijgt. Dit kan leiden tot
elektrische schokken, kortsluiting, brand of andere ernstige schade
aan het instrument.
De muzieklessenaar oprichten:
1
Trek de lessenaar omhoog en zover mogelijk naar u toe.
2
Duw de twee metalen steunen, links en rechts aan
de achterkant van de Muzieklessenaar, omlaag.
3
Duw de muzieklessenaar van u af, totdat hij op de
metalen steunen rust.
De muzieklessenaar plat leggen:
1
Trek de lessenaar omhoog en zover mogelijk naar u
toe.
2
Duw de twee metalen steunen naar boven totdat ze
plat tegen de achterkant van de lessenaar liggen.
3
Laat de muzieklessenaar voorzichtig naar achteren
zakken, totdat hij plat ligt.
PAS OP
Gebruik de muzieklessenaar nooit in een half opgerichte positie.
Insgelijks, bij het platleggen van de lessenaar, laat hem niet los voor-
dat hij geheel beneden is.
Deze klemmen zijn om de bladzijden van
muziekboeken op hun plaats te houden.
Openen
Sluiten
Toetsendeksel
CAUTION
Be careful to avoid catching
your fingers when opening or
closing the cover.
WAARSCHUWING
Pas op dat uw vingers er niet
tussen komen als u de deksel
opent of sluit.
Muzieklessenaar
Bladmuziekklemmen
(alleen CVP-205)
17
CVP-205/203
Sluit het netsnoer aan.
1
Steek de plug aan het ene uiteinde van het snoer in
de AC INLET van de Clavinova en de stekker aan het
andere uiteinde in het stopcontact.
In sommige landen wordt er een stekkeradaptor
meegeleverd om de stekker aan te passen aan uw
stopcontact.
(De vorm van stekkers kan per land verschillen.)
2
Druk op de [POWER] schakelaar.
Het hoofdscherm verschijnt in het LCD scherm.
Het drive lampje geheel rechts onder het
toetsenbord gaat ook branden.
Als u het instrument weer uit wilt zetten, druk dan
opnieuw op de [POWER] schakelaar.
Zowel het scherm als het drive lampje, geheel
rechts onder het toetsenbord, gaan uit.
Het schermcontrast afstellen
Als de LCD moeilijk leesbaar is, stel het contrast dan af
met de [LCD CONTRAST] knop, rechts van de LCD.
Het volume instellen
Gebruik de [MASTER VOLUME] knop om het volume op
een geschikt niveau in te stellen.
PAS OP
Gebruik de Clavinova niet gedurende langere tijd op een hoog
volumeniveau, wat uw gehoor zou kunnen beschadigen.
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]
aansluitingen. Er zijn twee [PHONES] aansluitingen.
Er kunnen twee standaard stereo hoofdtelefoons tegelijk
worden aangesloten. (Als u slechts één hoofdtelefoon
gebruikt, kunt u willekeurig één van deze aansluitingen
gebruiken.)
Het Instrument Aan- en
Uitzetten
CVP-205
CVP-203
The drive lamp lights.
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
CHANNEL
ON / OFF
F
G
H
I
J
POWER
ON
OFF
Het drive lampje
brandt
LCD
CONTRAST
MIN
MAX
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
Hoofdtelefoon Gebruiken
CVP-205 CVP-203
PHONES
MIN MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
CVP-205/203
18
Paneelknoppen en Aansluitingen
POWER
[ON / OFF] knop (POWER)................................................blz. 17
METRONOME
[START / STOP] knop (METRONOME) ................................... 51
MASTER VOLUME
[MASTER VOLUME] knop ....................................................... 17
[FADE IN / OUT] knop.............................................................. 66
SONG
[EXTRA TRACKS (STYLE)] knop ............................................ 78
[TRACK 2 (L)] knop.................................................................. 78
[TRACK 1 (R)] knop ................................................................. 78
[REC] knop............................................................................... 93
[TOP] knop............................................................................... 77
[START / STOP] knop (SONG) ................................................ 75
[REW] knop.............................................................................. 77
[FF] knop.................................................................................. 77
[REPEAT] knop ........................................................................ 78
[GUIDE] knop........................................................................... 79
TEMPO
[E] [F] knoppen (TEMPO)................................................. 51
[TAP TEMPO] knop .................................................................. 52
TRANSPOSE
[E] [F] knoppen (TRANSPOSE) .....................................133
STYLE
[ACMP] knop............................................................................ 61
[AUTO FILLIN] knop................................................................. 67
[OTS LINK] knop...................................................................... 69
[BREAK] knop .......................................................................... 65
[INTRO] knop ..................................................................... 31, 67
MAIN [A] knop.......................................................................... 65
MAIN [B] knop.......................................................................... 65
MAIN [C] knop ...................................................................blz. 65
MAIN [D] knop ......................................................................... 65
[ENDING / rit.] knop ........................................................... 31, 67
[SYNC.STOP] knop,................................................................. 66
[SYNC.START] knop, ............................................................... 61
[START / STOP] knop, (STYLE) .............................................. 61
MENU
[DEMO] knop ........................................................................... 53
[HELP] knop............................................................................. 50
[FUNCTION] knop ................................................................. 125
DIGITAL STUDIO
[SOUND CREATOR] knop ....................................................... 88
[DIGITAL RECORDING] knop ......................................... 93, 109
[MIXING CONSOLE] knop..................................................... 119
DISPLAY CONTROL
[A] - [J] knoppen....................................................................... 41
[BALANCE] knop ..................................................................... 62
[CHANNEL ON / OFF] knop .............................................. 62, 77
[DIRECT ACCESS] knop......................................................... 48
[BACK] knop ...................................................................... 41, 47
[NEXT] knop ...................................................................... 41, 47
VOICE PART ON / OFF [LAYER] knop.................................... 57
VOICE PART ON / OFF [LEFT] knop....................................... 57
[1▲▼] - [8▲▼] knoppen ................................................... 39 - 46
[LCD CONTRAST] knop .......................................................... 17
[ENTER] knop.......................................................................... 47
[DATA ENTRY] knop ................................................................ 47
[EXIT] knop .............................................................................. 41
VOICE EFFECT
[REVERB] knop ....................................................................... 58
[DSP] knop............................................................................... 58
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
1234
CVP-205
IN OUT THRU
PC-1PC-2
MIDI Mac
(
LEVEL FIXED
)
LR
TO HOST AUX PEDAL VIDEO OUT AUX IN AUX OUTHOST SELECTMIDI
L L+R R L L+R R
CVP-203
PC-1 PC-2
MIDIMac
INOUTTHRU
MIDI
TO HOSTAUX PEDAL HOST SELECT
AUX OUT AUX IN
LL L+RRR L L+RR
(
LEVEL FIXED
)
CVP-205
MIN MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
CVP-203
PHONES
1
2
3
4
5 76
8 9 10 11 12 13 14
15 16 17
18 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
45
19
69 70 71 72 73 74 75 76 72 71 70 76 75 7469
65 66 6867
68
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
19
CVP-205/203
[VARIATION] knop..............................................................blz. 58
[HARMONY / ECHO] knop ......................................................59
[MONO] knop ........................................................................... 59
[LEFT HOLD] knop ..................................................................59
VOICE
VOICE knoppen ....................................................................... 55
MUSIC FINDER
[MUSIC FINDER] knop ............................................................ 70
ONE TOUCH SETTING
[1] - [4] knoppen (ONE TOUCH SETTING).............................. 68
PIANO Instelling
[PIANO] knop ........................................................................... 56
REGISTRATION MEMORY
[FREEZE] knop ........................................................................ 87
[1] – [8] knoppen (REGISTRATION MEMORY) ....................... 85
[MEMORY] knop ...................................................................... 85
Floppy disk drive (3,5”)............................................................... 6
Toetsenbord Guide lampjes ..................................................... 79
Microfoon- en Hoofdtelefoonaansluitingen
[INPUT VOLUME] knop.......................................................... 144
[MIC. LINE IN] aansluiting ...................................................... 144
[MIC. LINE] schakelaar ..........................................................144
[PHONES] aansluitingen........................................................ 144
Aansluitingen
MIDI [THRU] [OUT] [IN] aansluitingen ................................... 146
[HOST SELECT] schakelaar.................................................. 146
[TO HOST] aansluiting........................................................... 147
[AUX PEDAL] aansluiting....................................................... 146
[VIDEO OUT] aansluiting ....................................................... 145
AUX IN [L / L+R] [R] aansluitingen......................................... 145
AUX OUT [L / L+R] [R] aansluitingen..................................... 145
AUX OUT (LEVEL FIXED) [L] [R] aansluitingen .................... 145
Pedalen
Linkerpedaal ............................................................................ 59
Sostenuto pedaal ..................................................................... 59
Damper pedaal ........................................................................ 59
De Logo’s op het Bedieningspaneel
De logo’s afgebeeld op het bedieningspaneel van de Clavinova
tonen welke standaards/formats ondersteund worden en welke
speciale mogelijkheden er beschikbaar zijn.
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een aanvulling op de MIDI standaard die
garandeert dat data, die aan deze standaard voldoet, probleem-
loos afspeelt op elke toongenerator of synthesizer die GM-
compatibel is.
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI specificatie die een enorme
uitbreiding en verbetering is ten opzichte van de “GM System
Level 1” standaard, met een grotere voice verwerkingscapaciteit,
een expressievere bediening en meer effectmogelijkheden, maar
toch volledig compatibel met GM. Bij gebruik van de XG voices
van de Clavinova is het mogelijk om XG-compatibele song files
op te nemen.
XF Format
Het Yamaha XF format geeft de SMF standaard (Standard MIDI
File) grotere functionaliteit met een open architectuur voor
uitbreiding in de toekomst. De Clavinova is in staat om song
teksten (lyrics) weer te geven wanneer een XF file die wordt
afgespeeld lyric data bevat. (SMF is het meest gebruikte format
voor MIDI sequence files. De Clavinova is compatibel met de
SMF Formats 0 en 1, en neemt “song” data op in SMF Format 0.)
Disk Orchestra Collection
Het DOC voice allocation format voorziet in data afspeel-
compatibiliteit met een groot aantal Yamaha instrumenten en
MIDI apparaten.
Style File Format
Het Style File Format (SFF) is Yamaha’s originele Style File format
dat een uniek conversiesysteem gebruikt om Automatische
Begeleiding van hoge kwaliteit te genereren, gebaseerd op een
grote verscheidenheid van akkoordtypes. De Clavinova gebruikt
SFF intern, leest optionele SFF stijldiskettes en creëert SFF stijlen
met de Style Creatorfunctie.
5678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
49
41
37
43
46
64
63
47
48
50
56
57 58
59 60 61 62
51 52 54 5553
44
42
77
78
79
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
Beknopte Handleiding
20
Beknopte Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het Afspelen van de Demo’s
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid Demo songs,
die u een indruk geven van zijn rijke, authentieke voices
en zijn dynamische ritmes en stijlen.
Belangrijker nog is dat er ook heel wat Demo functies
zijn. Deze nemen u bij de hand op een rondreis langs
alle belangrijke mogelijkheden van het instrument —
terwijl u uit de eerste hand kunt zien hoe u de Clavinova
effectief kunt gaan gebruiken in uw eigen muziek.
Druk op de [EXIT] knop om de demo mode te verlaten en naar het hoofdscherm terug te keren, als u geen demo songs
meer wilt afspelen.
Wanneer u de Demo’s beluisterd heeft, kunt u de Clavinova nog beter leren kennen met deze functies:
• Preset Song (Song Book) afspelen (CVP-205) (blz. 21)
• Het Afspelen van Songs op Diskette (CVP-203) (blz. 21)
Afspelen van korte demo’s van de geselecteerde voice (in het Voice Open scherm; blz. 26).
Zie ook
blz. 53
Demo knop
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2 Druk op de [Back]/[NEXT] knop om de Demo
categorieën te selecteren.
BACK NEXT
Voice Demo’s geven een
indruk van de voices van de
CVP-205/203. Stijl Demo’s
laten u kennis maken met de
ritmes en begeleidings-
stijlen van de CVP-205/203
(blz. 53).
In dit voorbeeld is
[FUNCTION] geselecteerd.
Function Demo’s demon-
streren veel van de functies
van de CVP-205/203.
3 Druk op één van de knoppen [A] - [J] of op de [8] (AUTO) knop (alleen Function pagina) om de Demo
songs te selecteren.
Druk, in dit voorbeeld, op de [8] (AUTO) knop.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
12345678
Zie blz. 53 voor details over
de Demos.
OPMERKING
1 Door op de [DEMO] knop te
drukken spelen alle Demo songs
doorlopend af.
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
21
Het Afspelen van Songs
Hier is het waar alle verbazingwekkende voices, effecten, stijlen en andere geavanceerde
mogelijkheden van de Clavinova bij elkaar komen — in songs!
Zoals u met de Demo’s heeft gehoord, bevat de Clavinova vele ingebouwde opnames. Maar er is meer. Probeer op de
CVP-203 de bijgeleverde diskette; roep op de CVP-205 of 203 het Song Open (PRESET) scherm op. En er opent zich
zelfs een nog groter arsenaal van song materiaal waarvan u kunt genieten met uw Clavinova — via commercieel
verkrijgbare software.
De volgende songs zijn compatibel voor afspelen op de CVP-205/203. Zie ook bladzijde 74 en 151 voor meer details
over de logo’s.
Songs Afspelen
1 Als u een diskette song wilt afspelen, leg dan de diskette waarop de song data zich bevindt in de disk drive.
Zie ook
blz. 74
Song knoppen
Floppy disk drive
BALANCE en
CHANNEL knoppen
Diskettes met dit logo bevatten song data voor voices die zijn gedenieerd in de GM
standaard.
Diskettes met dit logo bevatten song data die het XG format gebruikt, een uitbreiding van
de GM standaard die een grotere verscheidenheid aan voices en een uitgebreidere
klankbeïnvloeding biedt.
Diskettes met dit logo bevatten song data voor voices die zijn gedenieerd in het Yamaha
DOC format.
Lees eerst het gedeelte
Omgaan met de Floppy
Disk Drive (FDD) en
Diskettes op blz. 6.
PAS OP
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
22
2 Druk op de LCD [A] knop om het Song Open scherm op te roepen.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS] knop gevolgd door de
[EXIT] knop.
3 Alleen PRESET
Druk op de [A] knop om de preset songs (Song Book; alleen CVP-205) map te selecteren.
Druk op de [BACK]/[NEXT] knop om de drive te
selecteren. In het voorbeeldscherm van de CVP-
205, links, is de PRESET pagina geselecteerd.
Rechts ziet u een scherm van de CVP-203, met
FLOPPY DISK geselecteerd.
PRESET FLOPPY DISK
Vanuit het MAIN scherm (dat
verschijnt als het instrument
wordt aangezet), kunt u
songs, voices, begeleidings-
stijlen, etc. selecteren.
OPMERKING
A
B
C
D
E
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
23
4 Druk op één van de [A] - [J] knoppen om een song te selecteren.
5 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te starten.
6 Probeer, terwijl de song afspeelt, de Channel On/Off functie eens uit om bepaalde instrumentkanalen uit of
aan te schakelen — waardoor u onder het spelen dynamische arrangementen kunt realiseren!
1) Druk op de [CHANNEL ON/OFF] knop.
2) Druk op de [1 - 8]▲▼ LCD knop die bij het kanaal hoort dat u wilt uitschakelen.
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Druk op de [REW] of [FF] knop om het afspeelpunt van de song terug of vooruit te spoelen.
Met song data software (Standaard MIDI format 0) die song teksten bevat, kan de tekst tij-
dens het afspelen in het scherm worden weergeven. U kunt ook de noten weergeven
(alleen CVP-205). Zie bladzijde 81 en 84 voor details.
OPMERKING
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
12345678 12345678
Mocht de STYLE tab
geselecteerd zijn, druk dan
nogmaals op deze knop.
Het Afspelen van Songs
Beknopte Handleiding
24
7 Neem tenslotte plaats in de stoel van de producer en ga mixen. Met deze Balansknoppen kunt u de niveaus
instellen van de individuele parts — de song, de stijl, uw zang (alleen CVP-205 ) en uw spel.
1) Druk op de [BALANCE] knop.
2) Druk op de [1 - 8▲▼] knop die bij de part hoort waarvan u het volume wilt instellen.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
12345678
BALANCE
U kunt een volledig uitge-
ruste mixer oproepen door
op de [MIXING CONSOLE]
knop te drukken (blz. 119).
OPMERKING
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
De [FADE IN/OUT] knop
(blz. 66) kan worden ge-
bruikt om geleidelijke
fade-ins en fade-outs te
produceren bij het starten
of stoppen van de song of
begeleiding.
OPMERKING
Het Bespelen van Voices
Beknopte Handleiding
25
Het Bespelen van Voices
De Clavinova heeft een verbazingwekkende hoeveelheid (800) dynamische, brede en realistische
voices. Probeer er nu meteen maar eens enkele uit en luister hoe u ze in uw muziek kunt gebruiken.
Hier zult u leren hoe u individuele voices kunt selecteren, twee voices in een "layer" kunt combi-
neren en twee voices kunt "splitten": één voor uw linker- en één voor uw rechterhand.
Een Voice Bespelen
1 Druk op de [F] knop om het menu op te roepen voor het selecteren van de MAIN voice.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op [DIRECT ACCESS] gevolgd door de [EXIT] knop.
2 Selecteer een voice groep.
Zie ook
blz. 55
Voice knoppen
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
De voice die u hier selec-
teert hoort bij de MAIN part
en wordt de MAIN voice
genoemd. (Zie blz. 57 voor
meer informatie.)
U zult alleen de MAIN voice willen
horen dus zorg dat de LAYER
en LEFT parts uitgeschakeld zijn.
OPMERKING
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
In dit voorbeeld is
STRINGS geselecteerd.
Druk op de [BACK]/[NEXT]
knop om de geheugen-
lokatie van de voice te
selecteren. In dit voorbeeld
is PRESET geselecteerd.
Het Bespelen van Voices
Beknopte Handleiding
26
3 Selecteer een voice.
4 Bespeel de voices.
Natuurlijk kunt u de voice eigenhandig bespelen vanaf het toetsenbord, maar u
kunt ook de Clavinova de voice aan u laten demonstreren. Druk gewoon op de
[8] knop in het scherm hierboven en de Demo van de voice begint
automatisch af te spelen.
Twee Voices Tegelijk Bespelen
1 Druk op de VOICE PART ON/OFF [LAYER] knop om
de LAYER part aan te zetten.
2 Druk op de [G] knop om de LAYER part te selecteren.
3 Selecteer een voice groep.
Hier zullen we een breed achtergrondgeluid selecteren om het geluid op te vullen. Roep de “CHOIR & PAD”
groep op.
4 Selecteer een voice.
Selecteer bijvoorbeeld “Hah Choir”.
5 Bespeel de voices.
Nu kunt u twee verschillende voices tegelijk spelen in
een breed klinkende layer — de MAIN voice die u in
het vorige gedeelte selecteerde, plus de nieuwe LAYER
voice die u hier selecteerde.
En dat is nog maar het begin. Probeer ook deze andere voice-gerelateerde mogelijkheden:
Rechtstreekse instelling van de Clavinova voor piano-spelen — door het drukken op slechts één knop (blz. 56).
• Creëer zelf — snel en eenvoudig — uw eigen voices door de instellingen van bestaande voices te wijzigen (blz. 88).
• Maak uw favoriete paneelinstellingen — zoals voices, stijlen en meer — en roep ze op elk gewenst moment weer op
(blz. 85).
A
B
C
D
E
In dit voorbeeld is
Orchestra
geselecteerd.
Druk op de corresponderende knoppen om de
andere pagina s te selecteren en ontdek zelfs
nog meer voices.
Druk op de [8] knop om de Demo
voor de geselecteerde voice te
starten. Druk opnieuw op deze knop
om de Demo te stoppen. De Demo
mogelijkheden reiken echter veel
verder dan voices zie daarom blz. 53
voor meer informatie.
U kunt onmiddellijk naar het
MAIN scherm springen door
op één van de [A] - [J]
knoppen te dubbelklikken.
OPMERKING
G
H
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
Het Bespelen van Voices
Beknopte Handleiding
27
Met uw Linker- en Rechterhand Verschillende Voices Bespelen
1 Druk op de VOICE PART ON/OFF [LEFT] knop om de
LEFT part aan te zetten.
2 Druk op de [H] knop om de LEFT part te selecteren.
3 Selecteer een voice groep.
Hier zullen we de “STRINGS” groep selecteren — zodat u rijke, orkestrale akkoorden met uw linkerhand
kunt spelen.
4 Selecteer een voice, druk daarna op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
Selecteer bijvoorbeeld “Symphon. Str”.
5 Druk op de [I] knop om het SPLIT POINT scherm op te roepen. U kunt van hieruit de toets van het
toetsenbord instellen die de twee voices scheidt — het splitpunt. Houd, om dit te doen, de [F] of [G] knop
ingedrukt en druk op de gewenste toets van het toetsenbord. (Zie blz. 130 voor meer informatie.)
6 Bespeel de voices.
Nu bespeelt uw linkerhand één, terwijl uw rechterhand een andere voice (of meerdere voices) bespeelt.
MAIN en LAYER voices zijn bedoeld om bespeeld te worden met de rechterhand. De LEFT voice wordt
bespeeld met de linkerhand.
7 Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
LAYER
LEFT
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
F
G
H
I
J
F
G
H
I
J
Split Point
LEFT
MAIN/LAYER
Splitpunt
EXIT
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
28
Het Gebruik van Stijlen
De Clavinova heeft een grote hoeveelheid muzikale “stijlen” die u kunt oproepen om uw eigen spel
daardoor te laten begeleiden. Ze bieden u alles, van een eenvoudige maar effectieve piano-
begeleiding of percussiebegeleiding tot een complete band of orkest.
Een stijl afspelen
1 Druk op de [D] knop om de stijlgroep op te roepen.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op de [DIRECT ACCESS] knop gevolgd door de
[EXIT] knop.
2 Selecteer een stijlgroep en een stijl.
Zie ook
blz. 60
Stijl-gerelateerde knoppen
A
B
C
D
E
Druk op de
[BACK]/[NEXT]
knop om de
geheugenlokatie
van de stijl te
selecteren. In dit
voorbeeld is
PRESET
geselecteerd.
A
B
C
D
E
A
B
C
D
E
In dit voorbeeld is
EuroTrance geselecteerd.
In dit voorbeeld is Dance
geselecteerd.
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
29
3 Zet ACMP aan.
Het gespecificeerde linkerhandgedeelte van het toetsenbord wordt nu het Automatische Begeleidings-
gedeelte, en akkoorden gespeeld in dit gedeelte worden automatisch herkend en gebruikt als basis voor
een complete automatische begeleiding bij de geselecteerde stijl.
4 Zet SYNC.START aan.
5 De stijl start zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt.
Speel voor dit voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder afgebeeld).
6 Wijzig indien nodig het tempo met de TEMPO [ ] [ ] knoppen.
Druk gelijktijdig op de TEMPO [ ] [ ] knoppen om het tempo op zijn
originele tempo-instelling terug te zetten. Druk op de [EXIT] knop om het
TEMPO scherm te verlaten.
7 Probeer ook eens andere akkoorden te spelen met uw linkerhand.
Voor informatie over hoe akkoorden te spelen, zie “Akkoordvingerzettingen” op blz. 63.
8 Druk op de STYLE [START/STOP] knop om de stijl te stoppen.
En er is nog veel meer. Probeer ook deze andere stijl-gerelateerde mogelijkheden:
Creëer eenvoudig zelf uw eigen stijlen (blz. 109).
Maak uw favoriete paneelinstellingen — zoals stijlen, voices en meer — en roep ze op elk gewenst moment weer op
(blz. 85).
ACMP
Auto Accompaniment
section
Split Point
Het punt op het toetsenbord
dat het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het rechterhandgedeelte
scheidt, wordt het splitpunt
genoemd. Zie ook blz. 130
voor instructies over het
instellen van het splitpunt.
OPMERKING
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
SYNC.START
Split Point
Auto Accompaniment
section
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Het tempo kan ook worden
gewijzigd met behulp van de
[TAP TEMPO] knop (blz. 52).
OPMERKING
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
30
Stijlsecties
Iedere stijl in de Automatische Begeleiding is opgebouwd uit “secties”. Aangezien iedere sectie een ritmische variatie is
van de basisstijl, kunt u ze gebruiken om uw spel en de begeleiding te verlevendigen — gewoon terwijl u speelt.
Intro’s, Endings, Main patterns, en Breaks — ze zijn er allemaal en bieden u de dynamische elementen die u nodig
heeft om professioneel klinkende arrangementen te creëren.
1 - 4 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Een stijl afspelen” op bladzijde 28 en 29.
5 Druk op de [INTRO] knop.
6 De Intro start zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt.
Speel voor dit voorbeeld een C majeur akkoord (zoals hieronder afgebeeld).
Als de intro is afgelopen, wordt er automatisch overgeschakeld op de Main sectie.
7 Druk op de gewenste MAIN [A] - [D] of [BREAK] knop. (Zie
“Begeleidingsstructuur” op de volgende bladzijde.)
Verfraai en verbreed uw melodieën — met de automatische Harmony en Echo-effecten
Met deze krachtige speelhulp kunt u automatische harmony noten aan de door u met uw rechterhand gespeelde
melodieën toevoegen — gebaseerd op de akkoorden van uw linkerhand. Tremolo, Echo en andere effecten zijn
eveneens beschikbaar.
1 Zet HARMONY/ECHO aan.
2 Zet ACMP aan (blz. 28).
3 Speel een akkoord met uw linkerhand en speel enkele noten in het
rechterhandgedeelte van het toetsenbord.
De CVP-205/203 heeft heel wat Harmony/Echo types (blz. 135).
Het Harmony/Echo type kan veranderen, afhankelijk van de geselecteerde MAIN
voice.
Harmony/echo is slechts één van de vele Voice Effecten die u kunt gebruiken. Probeer ook de andere effecten
om te zien hoe ze uw spel kunnen verfraaien (blz. 58).
INTRO Deze wordt gebruikt voor het begin van het muziekstuk. Als de intro is afgelopen, gaat de begeleiding over
naar de main sectie.
MAIN Deze wordt gebruikt voor het grootste deel van het muziekstuk. Er wordt een begeleidings-pattern
gespeeld van een aantal maten, die oneindig herhaald wordt, totdat er op een andere sectieknop wordt
gedrukt.
BREAK Hiermee kunt u dynamische variaties invoegen in het ritme van de begeleiding, om uw spel nog
professioneler te laten klinken.
ENDING Deze wordt gebruikt voor het einde van het muziekstuk. Als de ending is afgelopen, stopt automatisch ook
de Automatische Begeleiding.
VOICE EFFECT
REVERB DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
Voor details over Harmony/
Echo types, zie de aparte
Data List.
OPMERKING
Split Point
Auto Accompaniment
section
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
or
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
31
8 Druk op de [AUTO FILL IN] knop om indien nodig een Fill
in te voegen.
Telkens als u omschakelt naar een andere Main sectie, speelt
er automatisch een Fill in pattern af.
9 Druk op de [ENDING] knop.
Hiermee schakelt u over op de Ending. Als de ending
afgelopen is, stopt automatisch ook de stijl.
Begeleidingsstructuur
AUTO FILLIN
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
INTRO (blz. xx)
MAIN VARIATIE
Druk op de [ENDING] knop.
INTRO A INTRO B INTRO C
ENDING (blz. xx)
ENDING A ENDING B ENDING C
INTRO D
ENDING D
You can have the
ending gradually slow
down (ritardando) by
pressing the [ENDING]
button again while the
ending is playing back.
MAIN
VARIATIE
A
MAIN
VARIATIE
C
MAIN
VARIATIE
B
MAIN
VARIATIE
D
via BREAK
via BREAK
via BREAK
via BREAK
(maximaal 4 patterns)
(maximaal 4 patterns)
INTRO (blz. 67)
ENDING (blz. 67)
U kunt de ending geleidelijk
laten vertragen (riterdando)
door nogmaals op de
[ENDING] knop te drukken
terwijl de ending afspeelt.
Een Intro hoeft niet altijd aan het begin te worden gebruikt! Als u wilt, kunt u een Intro sectie dus ook midden in een muziekstuk gebrui-
ken, gewoon door op het gewenste moment op de [INTRO] knop te drukken.
Let bij de Break secties goed op uw timing. Als u te dicht bij het einde van de maat (d.w.z. na de laatste achtstenoot) op een [BREAK]
knop drukt, dan begint de Break sectie pas vanaf de volgende maat te spelen. Dit geldt ook voor de Auto Fill In.
Varieer uw intros en gebruik welke sectie maar ook om de stijl te starten, als u dat wilt.
Als u na een Ending direct weer terug wilt keren naar de stijl, druk dan op de [INTRO] knop terwijl de Ending sectie nog speelt.
Als u op de [BREAK] knop drukt terwijl de ending nog speelt, begint de break onmiddellijk te spelen, gevolgd door de main sectie.
OPMERKING
Het Gebruik van Stijlen
Beknopte Handleiding
32
One Touch Setting
One Touch Setting is een krachtige, handige functie die de meest geschikte paneelinstelllingen (voice nummer, etc.)
automatisch oproept voor de geselecteerde stijl, door het drukken op slechts één knop. Dit is een prachtige manier om
snel alle instellingen van de Clavinova perfect aan te passen aan de stijl die u wilt gebruiken.
1 Selecteer een stijl (blz. 28).
2 Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING]
knoppen.
Niet alleen worden hierdoor alle instellingen
(voices, effecten, etc.) die bij de betreffende stijl
passen direct opgeroepen (zie blz. 68) — ook
ACMP en SYNC. START worden er automatisch
mee aangezet, zodat de stijl meteen kan worden gestart.
3 Zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt, zal de
Automatische Begeleiding starten.
4 Speel melodieën met uw rechterhand en speel enkele
akkoorden met uw linkerhand.
5 Probeer ook andere One Touch Setting
instellingen uit.
U kunt ook uw eigen One Touch Setting
instellingen creëren.
Zie blz. 69 voor details.
Er is nog een andere manier om wijzigingen verder te automatiseren en uw spel te verlevendigen: Gebruik de
handige OTS (One Touch Setting) Link functie om automatisch One Touch Setting Instellingen te wijzigen telkens
als u naar een andere Main sectie omschakelt (blz. 69).
Overige Knoppen
FADE IN/OUT De [FADE IN/OUT] knop kan worden gebruikt om geleidelijke fade-ins en fade-outs (blz. 66) te produceren als
alternatieve manier om de stijl te starten of te stoppen.
TAP TEMPO De stijl kan op elk gewenst tempo gestart worden door het tempo in te tikken met de [TAP/TEMPO] knop. Zie blz. 52 voor
details.
SYNC.STOP Als Synchro Stop geactiveerd is, kunt u de stijl stoppen of starten simpelweg door de toetsen los te laten of erop te
spelen (in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord). Dit is een fantastische manier om dramatische
pauzes en accenten in uw spel aan te brengen. Zie blz. 66 voor details.
FADE IN / OUT
TAP TEMPO
SYNC.STOP
ONE TOUCH SETTING
knoppen
ONE TOUCH SETTING
1234
Split Point
Auto Accompaniment
section
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
ONE TOUCH SETTING
1234
Music Finder
Beknopte Handleiding
33
Music Finder
Als u een bepaalde song wilt gaan instuderen, maar niet goed weet welke stijl en voice instellingen daarbij passen,
dan kan de handige Music Finder u hierbij helpen. Selecteer simpelweg de song naam in de Music Finder en de CVP-
205/203 maakt automatisch alle daarbij passende paneelinstellingen die u in staat stellen om in die muziekstijl te
spelen!
Het Gebruik van de Music Finder
1 Druk op de [MUSIC FINDER] knop.
2 Selecteer een bestand.
Druk in dit voorbeeld op de [1 - 3
▲▼] knop om het bestand te selecteren op song titel.
3 Speel mee met de afspelende stijl.
Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
Zie ook
blz. 70
MUSIC FINDER knop
MUSIC FINDER
Selecteer het
gewenste bestand.
Druk op de [BACK]/[NEXT]
knop om de gewenste
pagina met bestanden te
selecteren. In dit voorbeeld
is ALL geselecteerd.
Split Point
Auto Accompaniment
section
U kunt de voice en andere
belangrijke instellingen ook
automatisch laten wijzigen
als u van stijl verandert. Zet
hiervoor OTS LINK (blz. 69)
aan en stel de OTS LINK
TIMING (blz. 130) in op
"REAL".
OPMERKING
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Music Finder
Beknopte Handleiding
34
Zoeken in de Music Finder Bestanden
De Music Finder is ook uitgerust met een handige zoekfunctie waarin u een song titel of zoekwoord kunt ingeven —
om de bestanden die overeenkomen met uw zoekcriteria direct op te roepen.
1 Druk op de [MUSIC FINDER] knop.
2 Druk op de [I] knop om het MUSIC FINDER SEARCH 1 scherm op te roepen.
MUSIC FINDER
De resultaten van Zoekactie
1 en 2 verschijnen in de over-
eenkomstig genummerde
SEARCH 1 / 2 schermen.
OPMERKING
6
Druk op de [8](START SEARCH)
knop.
De zoekfunctie roept alle
bestanden op die het ingegeven
woord (of woorden) bevatten.
3
Druk op [F], [G]
en [H] om indien
nodig de voor-
gaande condities
te wissen.
4
Druk in dit
voorbeeld op de
[A] knop om het
scherm op te
roepen voor het
ingeven van de
song titel.
Zie ook blz. 46 voor
instructies over het ingeven
van karakters.
5
Geef de song titel in
en druk dan op de
[8] (OK) knop.
In dit voorbeeld is
ANY geselecteerd.
In dit voorbeeld is
ALL geselecteerd.
OPMERKING
Music Finder
Beknopte Handleiding
35
7 Selecteer een bestand (zie stap 2 op blz. 33) en speel mee met de afspelende stijl.
Druk op de [EXIT] knop om naar het MAIN scherm terug te keren.
U kunt ook uw eigen Music Finder instelllingen creëren en opslaan op diskette (blz. 39, 45). Door onderlinge
uitwisseling met andere Clavinova gebruikers kunt u uw Music Finder collectie verder uitbreiden.
Music Finder Data Opslaan en Terugzetten
Roep, om uw Music Finder data op te slaan, het MUSIC FINDER Open/Save scherm op
vanuit de SYSTEM RESET pagina (blz. 143) van het UTILITY scherm, en volg dezelfde
procedure als die voor het Open/Save scherm voor Voice (blz. 39, 45). Voer, om de
opgeslagen data terug te zetten, de juiste procedure uit vanuit het MUSIC FINDER Open/
Save scherm. Bestanden kunnen worden vervangen of toegevoegd (blz. 72).
In de instructies hierboven wordt alle Music Finder data tezamen gehanteerd. Daarnaast wordt, als u stijl files opslaat of
laadt, de Music Finder data die de relevante stijl file(s) gebruikt, automatisch bewaard of toegevoegd. Als u een stijl file
van een diskette naar een USER drive kopieert (blz. 43, 44), wordt het bestand dat werd opgenomen toen de relevante
stijl werd opgeslagen automatisch aan de CVP-205/203 toegevoegd.
In het bovenstaande voorbeeld, heeft u een song titel gespecificeerd, maar u kunt ook zoeken naar relevante
bestanden op zoekwoord of op muziekgenre — bijvoorbeeld Latin, 8-beat, etc. (blz. 71).
Split Point
Auto Accompaniment
section
Splitpunt
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Music Finder data is com-
patibel met zowel de CVP-
205 als de CVP-203.
OPMERKING
Spelen en Oefenen met de Songs
Beknopte Handleiding
36
Spelen en Oefenen met de Songs
Meespelen met de Clavinova
Probeer in dit gedeelte de song afspeelfuncties van de Clavinova te gebruiken om de rechterhandmelodie uit te
schakelen, terwijl u deze partij zelf speelt. Het lijkt dan net of u door een getalenteerde, veelzijdige speelpartner
begeleid wordt, terwijl u speelt. Heeft u de melodiepartij nog niet ingestudeerd, neem dan eens een kijkje in het
gedeelte “Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen” blz. 38 en oefen een tijdje.
1 - 4 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Het Afspelen van Songs” op blz. 21 - 23.
5 Druk op de [TRACK 1] knop om de melodiepartij (rechterhand) uit te schakelen.
6 Als u wilt dat de noten op het scherm worden weergegeven terwijl u speelt (alleen CVP-205), druk dan op
de [C] knop. Wilt u ook de song tekst zien, druk dan op de [B] knop.
Als het MAIN scherm niet wordt weergegeven, druk dan op [DIRECT ACCESS] gevolgd door de [EXIT] knop.
7 Druk op de SONG [START/STOP] knop en speel de partij.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
Zie ook
blz. 74
Song-gerelateerde knoppen
TRACK 1
(R)
Druk, om de linkerhandpartij
uit te schakelen, op de
[TRACK 2] knop.
OPMERKING
Als de geselecteerde song
geen song tekst data bevat,
zal er geen tekst worden
weergegeven.
OPMERKING
Gebruik de Sync Start functie, als u
de song direct wilt starten, zonder
intro. Houd, om Sync Start standby
te zetten, de [TOP] knop ingedrukt
en druk op de SONG [START/STOP]
knop. Het afspelen start automatisch
op het moment dat u de melodie
begint te spelen.
Als u de Clavinova toch de
melodiepartij hoort spelen,
controleer dan de kanaalinstelling
voor de melodiepartij van de song en
wijzig het kanaal dat aan Track 1 is
toege-wezen (blz. 129). U kunt ook
het song kanaal zelf permanent
wijzigen (blz. 104).
OPMERKING
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Spelen en Oefenen met de Songs
Beknopte Handleiding
37
Opnemen
Met de Clavinova kunt u ook snel en makkelijk opnemen. Probeer nu de Quick Record mogelijkheden en leg uw spel
vast.
1 - 3 Selecteer een voice voor de opname. Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Het Bespelen van
een Voice” op blz. 25, 26.
4 Druk gelijktijdig op de [REC] en [TOP] knoppen om "New Song" voor opname te selecteren.
5 Houdt de [REC] knop ingedrukt en druk op de [ TRACK 1] knop.
6 De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
7 Druk, als u klaar bent met opnemen, op de [REC] knop.
8 Wilt u uw zojuist opgenomen spel beluisteren, zet de song dan terug op zijn
beginpunt met de [TOP] knop en druk op de SONG [START/STOP] knop.
9 Sla de opgenomen data indien nodig op een diskette op (blz. 39, 45).
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
REC
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC
De opgenomen data gaat
verloren als u het instrument
uitzet. Om uw belang-rijke
opnames te behouden, dient
u ze op een User drive of
diskette op te slaan.
PAS OP
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Spelen en Oefenen met de Songs
Beknopte Handleiding
38
Uw Favoriete Muziekstukken Instuderen
De Clavinova heeft diverse zeer praktische mogelijkheden die u behulpzaam kunnen zijn
bij het instuderen van opgenomen songs. Hier gaat u de Follow Lights functie
uitproberen, waarbij de speciale Guide lampjes u helpen de juiste noten te spelen.
1 - 6 Voer dezelfde bedieningsstappen uit als bij “Met de Clavinova
Meespelen” op blz. 36.
In dit voor voorbeeld oefent u de rechterhandpartij van “Meespelen met
de Clavinova”.
7 Druk op de [GUIDE] knop.
8 Druk op de SONG [START/STOP] knop en oefen de ontbrekende (uitgeschakelde) part, op aanwijzing van
de Guide lampjes.
Als u wilt, kunt u het tempo wijzigen met behulp van de TEMPO[ ] [ ] knoppen.
9 U kunt de krachtige Repeat functie gebruiken om moeilijke partijen in te studeren. Specificeer gewoon een
korte frase waaraan u wilt werken en herhaal deze totdat u tevreden bent.
1) Druk, terwijl de song speelt, éénmaal op de [GUIDE] knop om de GUIDE functie uit te zetten.
2) Druk vlak voordat de gewenste frase voorbijkomt, op de [REPEAT] knop om het beginpunt voor de
herhaling in te stellen.
3) Druk, direct na het einde van de frase, nogmaals op de [REPEAT] knop om het eindpunt in te stellen.
4) Zet de GUIDE functie opnieuw aan.
10
Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen.
Voordat U Gaat Oefenen
Speel, voordat u begint te
oefenen, de gehele song af
(zonder dat er partijen zijn
uitgeschakeld) en luister
oplettend. Hierdoor krijgt u
er een goede indruk van hoe
de song gepeeld dient te
worden, waardoor het
instuderen soepeler zal
verlopen. Zet, als u alleen de
melodiepartij wilt horen, de
knoppen [TRACK 2] en
[EXTRA TRACKS] uit.
OPMERKING
GUIDE
TEMPO
RESET
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
Zie blz. 79 en 129 voor meer
informatie over de Guide
functie.
OPMERKING
REC TOP START / STOP
NEW SONG
SYNC.START
39
CVP-205/203
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
De CVP-205/203 maakt gebruik van een verscheidenheid aan data types, begeleidingsstijlen, songs en Registration
Memory instellingen. Veel van deze data is al voorgeprogrammeerd en in de CVP-205/203 aanwezig; met sommige
functies op het instrument kunt u ook zelf uw eigen data creëren en bewerken.
Al deze data wordt bewaard in afzonderlijke files — net als in een computer.
Hier zullen we u laten zien hoe de basisfuncties van de schermknoppen kunnen worden gebruikt voor het beheren en
organiseren van de data van de CVP-205/203 in files en mappen.
U kunt files openen, opslaan, een naam geven, verplaatsen of wissen in hun respectievelijke Open/Save schermen. U
kunt deze schermen selecteren afhankelijk van hun respectievelijke file types, zoals: Song, Voice, Stijl, etc. Bovendien
kunt u uw data efficiënt organiseren door een aantal files van hetzelfde type samen in één map te plaatsen.
De Open/Save schermen voor Song, Voice, Stijl, en Registratiebank kunnen worden opgeroepen vanuit het MAIN
scherm (het scherm dat verschijnt als het instrument wordt aangezet) door op de bijbehorende [A] - [J] knop te drukken.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
De onderstaande Open/Save
schermtypes zijn ook be-
schikbaar; deze worden ech-
ter niet vanuit het MAIN
scherm geselecteerd (blz.
143
).
SYSTEM SETUP
MIDI SETUP
USER EFFECT
MUSIC FINDER
Open/Save scherm voor Song (blz. 75)
beheert de Song files.
Open/Save scherm voor Voice (blz. 55)
beheert de Voice files.
Open/Save scherm voor Stijl (blz. 60)
beheert de Stijl files.
Open/Save scherm voor Registratiebank (blz. 86)
beheert de Registratiebank files.
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
40
Voorbeeld — Open/Save scherm voor Voice
Elk Open/Save scherm bestaat uit PRESET, USER en FLOPPY DISK drive pagina’s.
BACK NEXT
De geselecteerde voice zelf (onbewerkt) kan ook in een
file worden opgeslagen in de USER of FLOPPY DISK
drive.
PRESET drive
Hier worden de files bewaard
die voorgeprogrammeerd en
intern geïnstalleerd zijn in de
CVP-205/203. Preset files kun-
nen worden geladen maar niet
opnieuw worden weggeschre-
ven. U kunt een preset file echter
wel gebruiken als basis om zelf
uw eigen file te creëren (die dan
weer kan worden opgeslagen in
de USER of FLOPPY DISK drive).
USER drive
Files die hier worden bewaard
zijn die welke uw eigen data
bevatten, gecreëerd of bewerkt
met behulp van de vele functies
van de CVP-205/203. Ze worden
intern bewaard in de CVP-205/
203.
FLOPPY DISK drive
U kunt uw eigen data ook op-
slaan op een diskette. Ook kan
hier commercieel verkrijgbare
software opgeroepen worden.
Natuurlijk zijn dergelijke files
uitsluitend beschikbaar wan-
neer de juiste diskette zich in
de disk drive bevindt.
File
Alle data, zowel voorge-
programmeerde als door u
zelf gecreëerde, worden
bewaard als “files”.
Current Memory
“Current Memory” is de lokatie waarin de voice
wordt opgeroepen als u een voice selecteert. Ook is
dit de lokatie waar u uw voice bewerkt met behulp
van de SOUND CREATOR functie. Uw bewerkte
voice moet hierna als file worden opgeslagen in de
USER of FLOPPY DISK drive.
Roept de bovenste
directory pagina op.
In dit voorbeeld kan
de voice map selectie-
pagina worden opge-
roepen.
Om van drive te veran-
deren: PRESET, USER
en FLOPPY DISK.
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
41
CVP-205/203
Selecteer een file in het scherm. In dit voorbeeld zullen we een voice file selecteren.
Druk allereerst op de VOICE [PIANO & HARPSI] knop om het scherm op te roepen dat de files bevat. Dit (“Open/Save”
scherm) is een typisch voorbeeld van een scherm dat wordt gebruikt om files op te roepen en op te slaan (voice files).
De CVP-205/203 beschikt al over vele voices in het PRESET gedeelte. U kunt uw eigen voices die zijn gecreëerd met de
SOUND CREATOR functie opslaan in de USER of FLOPPY DISK sectie.
Het Selecteren van Files en Mappen
BACK NEXT
ENTER
DATA
ENTRY
END
1
Selecteer “PRESET”, “USER” of
“FLOPPY DISK” met de
[BACK][NEXT] knop.
2
Gebruik de [1 - 7] knoppen om
pagina’s "om te slaan".
Wanneer het aantal beschikbare les of
mappen de tien overschrijdt, verandert het
scherm, zoals hieronder.
Druk op
Next
Druk op Prev. (vorige)
3
Selecteer de file/map.
Er zijn twee manieren om de le/
map te selecteren:
Druk op de [A] - [J] knop.
Druk op de (letter)knop die hoort bij
de le/map die u wilt oproepen. (In
het voorbeeldscherm, hieronder,
worden de voice les getoond.)
Gebruik de [DATA ENTRY] en
[ENTER] knop.
Als u aan de [DATA ENTRY knop
draait, wordt één voor één een an-
dere beschikbare le/map geaccen-
tueerd. Accentueer de gewenste le
of map (in het bovenstaande voor-
beeld worden voice les getoond) en
druk op de [ENTER] knop om het
geselecteerde item op te roepen.
Dubbelklikken op de juiste
[A] -[J] knop roept de
bijbehorende le op waarna
u terugkeert naar het MAIN
scherm.
Door het accentueren van de
gewenste le en te dubbel-
klikken op de [ENTER] knop
roept u de betreffende le op
en keert u terug naar het
MAIN scherm.
Druk op de [EXIT] knop om terug te keren naar het MAIN scherm.
U kunt door op de [EXIT] knop te drukken ook terugkeren naar het
vorige scherm.
Als JAPANESE als Language
(taal) parameter (blz. 50, 143)
geselecteerd is en u verandert dit in
één van de westerse talen, zullen
ook de kanji en kana karakters, van
le namen die zijn opgeslagen op
de disk drive, veranderen in wes-
terse karakters. In het tegenover-
gestelde geval, zullen speciale
Latin karakters en hun toevoeging-
en veranderen in normale karak-
ters. Daarbij zal in het geval van
diskette data, tekst in de les wor-
den veranderd in karakters die niet
door het instrument kunnen worden
gelezen. Houd in gedachte dat
soortgelijke problemen kunnen
voorkomen als u toegang probeert
te verkrijgen tot les gecreëerd of
bewerkt door een computer met
een besturingssysteem in een
andere taal. Wees dus voorzichtig
met het omschakelen naar een
andere taal - u riskeert dat u geen
toegang tot uw data meer heeft.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Hoe u kleine pop-up vensters kunt verlaten
U kunt door op de [EXIT] knop te drukken
ook kleine pop-up vensters (zoals in de
illustratie hiernaast) verlaten.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
42
Files/Mappen een Naam Geven
U kunt files en mappen een naam geven. Elke file/map in de secties USER en FLOPPY DISK kunt u een naam geven of
deze wijzigen.
File/Map-gerelateerde Procedures
END
1
Druk op de [1] (NAME) knop.
Het NAME scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/map en druk op de [7](OK) knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccentueerd. Druk, om een andere le/map
te selecteren, op één van de [A] - [J] knoppen.
Een le/mapnaam kan
maximaal 25 letters van
halve grootte (of 25
Hiragana en kanji letters)
bevatten, inclusief de icoon
ID (zie op-merking
hieronder) en de extensie.
De le naam verschijnt als
volgt op uw computer. Als u
de Icoon ID of de extensie
zou wijzigen, kan er een
andere icoon verschijnen, of
de le wordt wellicht niet
correct herkend.
ABCDE.S002.MID
File ID Icoon ID
Extensie
Voer de nieuwe naam in (blz. 46).
Druk op de [8] (OK) knop. Druk, om te
annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
OPMERKING
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
43
CVP-205/203
Files/Mappen Verplaatsen
U kunt files en mappen naar wens verplaatsen, om uw data te organiseren. Elke file/map in de secties USER en FLOPPY
DISK kan worden verplaatst met de hieronder beschreven knip-en-plakhandeling.
END
1
Druk op de [2] (CUT) knop.
Het CUT scherm verschijnt.
2
Selecteer de file/map die u wilt verplaatsen.
Selecteer de gewenste le/map en druk op de [7](OK) knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccentueerd.
Druk, om een andere le/map te selecteren, op één van de [A] - [J] knoppen.
Er kunnen verscheidene les/mappen tegelijk worden geselecteerd, zelfs van andere paginas.
Druk, om de selectie ongedaan te maken, nogmaals op de knop van de geselecteerde le/map.
Druk op de [6] (All) knop om alle les/mappen in de weergegeven pagina te selecteren. Als de
[6] (All) knop wordt ingedrukt, verandert de [6] knop in “ALL OFF” waarmee de selectie kan
worden geannuleerd.
3
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
Deze handeling kan niet wor-
den gebruikt om een le/map
van de ene diskette naar een
andere te verplaatsen. Als u
dit wilt, knip (cut) en plak
(paste) de le of map van de
eerste diskette dan naar de
USER pagina, verander dan
van disk en plak (paste) hem
vervolgens in de FLOPPY
DISK pagina.
Alle les/mappen op een
diskette kunnen met één
opdracht naar een andere
diskette worden gekopieerd
(blz. 142).
4
Roep het bestemmingsscherm op.
Als bestemming kunnen uitsluitend de USER en FLOPPY DISK paginas worden geselecteerd.
Druk op de [4] (PASTE) knop.
De le/map die u heeft geknipt is nu op de bestemming geplakt.
Na het plakken worden de
les automatisch opnieuw
alfabetisch gerangschikt en
weergegeven.
Omtrent files/mappen op
een diskette
In de FLOPPY DISK pagi-
nas van het Open/Save
scherm, kunnen uitsluitend
les worden beheerd die in
dat scherm zichtbaar zijn
hoewel een map op een
diskette verschillende soor-
ten les kan bevatten.
In het geval van een knip-en-
plakhandeling van een map
(voor diskette), kan een hele
map worden geknipt; hoe-
wel, alleen de specieke les
die in het Open/Save
scherm kunnen worden her-
kend zullen worden geplakt.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
44
Files/Mappen Kopiëren
Om uw data te organiseren kunt u naar wens ook files en mappen kopiëren. Met de hieronder beschreven knip-en-
plakhandeling kan elke file/map in de secties PRESET, USER en FLOPPY DISK worden gekopieerd.
Files/Mappen Wissen
Om uw data te organiseren kunt u naar wens ook files en mappen wissen. Met de hieronder beschreven handeling kan
elke file/map in de secties USER en FLOPPY DISK worden gewist.
END
1
Druk op de [3] (COPY) knop.
Het COPY scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/
map.
Selecteer de gewenste le/map en
druk op de [7](OK) knop. De mo-
menteel geselecteerde le/map
wordt geaccentueerd. Druk, om een
andere le/map te selecteren, op
één van de [A] - [J] knoppen. Er
kunnen verscheidene les/mappen
tegelijk worden geselecteerd, zelfs
van andere paginas. Druk, om de
selectie ongedaan te maken, nog-
maals op de knop van de geselec-
teerde le/map. Druk op de [6]
(All) knop om alle les/mappen in de
weergegeven pagina te selecteren.
Als de [6] (All) knop wordt inge-
drukt, verandert de [6] (All) knop
in ALL OFF, waarmee de selectie
kan worden geannuleerd.
3
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8]
(CANCEL) knop.
Deze handeling kan niet
worden gebruikt om een le/
map van de ene diskette
naar een andere te kopiëren.
Als u dit wilt, kopieer (copy)
en plak (paste) de le of map
van de eerste diskette dan
naar de USER pagina,
verander dan van disk en
plak (paste) hem vervolgens
in de FLOPPY DISK pagina.
4
Roep het bestemmingsscherm op.
Als bestemming kunnen uitsluitend de USER en
FLOPPY DISK paginas worden geselecteerd.
Druk op de [4] (PASTE) knop.
De le/map die u heeft gekopieerd is nu op de bestemming
geplakt.
OPMERKING
END
1
Druk op de [5] (DELETE) knop.
Het DELETE scherm verschijnt.
2
Selecteer de gewenste file/map.
Selecteer de gewenste le/map en druk op de [7](OK)
knop.
De momenteel geselecteerde le/map wordt geaccen-
tueerd. Druk, om een andere le/map te selecteren, op
één van de [A] - [J] knoppen.
Er kunnen verscheidene les/mappen tegelijk worden
geselecteerd, zelfs van andere paginas. Druk, om de
selectie ongedaan te maken, nogmaals op de knop van
de geselecteerde le/map.
Druk op de [6] (All) knop om alle les/mappen in de
weergegeven pagina te selecteren. Als de [6] (All)
knop wordt ingedrukt, verandert de [6] (All) knop in
ALL OFF, waarmee de selectie kan worden
geannuleerd.
Druk op de [7] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8]
(CANCEL) knop.
De vraag “Are you sure you want to delete the
“******” file? YES/NO” verschijnt.
YES ..........Wist het geaccentueerde item.
NO............Haalt deze vraag van het scherm, zonder
iets te wissen.
Als er meerdere les zijn geselecteerd, verschijnt de
vraag: “Are you sure you want to delete the “******”
file? YES/YES ALL/NO/CANCEL
YES/NO...... Wist het geaccentueerde item (YES), of
slaat het geaccentueerde item over zonder
deze te wissen (NO).
YES ALL .... Wist alle geselecteerde items tegelijk.
CANCEL .... Haalt deze vraag van het scherm, zonder
iets te wissen.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
45
CVP-205/203
Files Opslaan
Met deze handeling kunt u uw belangrijke data opslaan in files. Files kunnen uitsluitend
worden bewaard in de USER en FLOPPY DISK secties.
Files Organiseren door het Creëren van een Nieuwe Map
Via deze handeling kunt u uw files sorteren in categorieën door voor iedere categorie een
nieuwe map te creëren. Mappen kunnen uitsluitend worden gecreëerd in de secties USER
en FLOPPY DISK.
Het Weergeven van Bovenste Pagina’s
Druk op de [8] (UP) knop om de bovenste pagina’s op te roepen. U kunt hiermee bijvoorbeeld de mapniveaupagina’s
van de file niveau pagina’s oproepen.
Het Ingeven van Tekens en het Wijzigen van Iconen
De interne geheugencapa-
citeit van de Clavinova is
ongeveer 580KB. De
geheugencapaciteit voor
2DD en 2HD diskettes is
respectievelijk ongeveer
720KB en 1,44MB. Als u data
in deze lokaties opslaat, wor-
den alle le types van de
Clavinova (Voice, Stijl, Song,
Registraties, etc.) bij elkaar
bewaard.
De les van commercieel
verkrijgbare DOC software
en Yamaha Disklavier
software en hun op de CVP-
205/203 bewerkte les, kun-
nen worden opgeslagen in
de USER pagina, maar kun-
nen niet naar een diskette
worden gekopieerd.
Map directories kunnen uit
maximaal vier niveaus be-
staan.
Het maximum aantal les en
mappen die kunnen worden
opgeslagen hangt af van de
lengte van de le namen.
Het maximum aantal les
dat een map kan bevatten
bedraagt 250.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
1
Druk op de [6]
(SAVE) knop.
Voer een naam in voor de nieuwe file (blz. 46).
Druk op de [8] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren,
op de [8] (CANCEL) knop.
Druk op de [8] (OK) knop.
Druk om de handeling te annuleren
op de [8] (CANCEL) knop.
1
Roep de pagina op
waarin u een nieuwe
map wilt creëren en
druk op de [7]
(NEW) knop.
Voer de naam in van de nieuwe map (blz. 46).
Als u Japanese als Language (taal) selecteert in
het FUNCTION scherm (blz. 143), dan kunnen
de volgende verschillende karaktertypes en
groottes worden ingegeven:
(kana-kan)
Hiragana en kanji, symbolen (normale grootte)
(kana)
Katakana (normale grootte), symbolen (groot)
(kana)
Katakana (halve grootte), symbolen (halve grootte)
A B C Alfabet (hoofdletters en kleine letters, groot), cijfers (groot), symbolen (groot)
ABC Alfabet (hoofdletters en kleine letters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen
(halve grootte)
Als u een andere taal dan Japanese heeft geselecteerd in het FUNCTION scherm (blz. 143),
dan zijn de volgende verschillende karaktertypes beschikbaar:
CASE Alfabet (hoofdletters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen (halve grootte)
case Alfabet (kleine letters, halve grootte), cijfers (halve grootte), symbolen (halve grootte)
Wijzig het karaktertype met de [1] knop.
Roep het ICON SELECT scherm op door op
de [1] knop te drukken. Hiermee kunt u de
icoon links van de le naam wijzigen.
1
Druk op de
[1] (NAME),
[6] (SAVE), of
[7] (NEW) knop.
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
46
Het Ingeven van Karakters
De instructies die nu volgen tonen u hoe u karakters kunt ingeven om uw files en mappen een naam te geven. De
methode lijkt veel op het invoeren van namen in uw mobiele telefoon.
1
Verplaats de cursor naar de gewenste positie met de [DATA ENTRY] knop.
2
Druk op de juiste knop: [2] - [7] en [2]- [6], behorend bij het karakter dat u wenst in te geven. Er zijn
aan iedere knop diverse karakters toegewezen en deze wisselen elkaar af, telkens als u opnieuw op de knop drukt.
Verplaats, om het geselecteerde karakter daadwerkelijk te selecteren, de cursor of druk op een andere
letteringeefknop.
Zet, als u een foutief karakter heeft ingegeven, de cursor op het karakter dat u wilt wissen en druk op de [7]
(DELETE) knop. Als u alle karakters van een regel in één keer wilt wissen, houd dan de [7] (DELETE) knop een
tijdje ingedrukt, of druk op de [8] (CANCEL) knop. Als de cursor in een diapositief scherm (geaccentueerd)
staat, dan wordt alleen het geaccentueerde gebied gewist.
3
Druk, om de nieuwe naam daadwerkelijk in te voeren op de [8] (OK) knop.
Druk, om de handeling te annuleren, op de [8] (CANCEL) knop.
Het Converteren naar Kanji (Japanse taal)
Dit is alleen van toepassing als u de “ (kana-kan)” knop (in het Japans) gebruikt.
Bij het ingeven van "hiragana" worden karakters in een diapositief (geaccentueerd)
scherm weergegeven, druk één of meermalen op de [ENTER] knop om de karakters te
converteren naar de juiste kanji. Het diapositieve gebied kan worden veranderd door
de [DATA ENTRY] knop. Het geconverteerde gebied kan worden terug veranderd in
“hiragana” door de [7] (DELETE) knop. Het diapositieve gebied kan in één keer
worden gewist door de [8] (CANCEL) knop. Druk, om de wijziging te bevestigen,
op de [8] (OK) knop of geef het volgende karakter in. Druk, om de “hiragana” zelf
in te geven (zonder deze te converteren), op de [8] (OK) knop.
Het ingeven van speciale karaktertoevoegingen (umlaut, accent, Japanse ” en ”)
Selecteer een karakter waaraan een karaktertoevoeging moet worden toegevoegd en druk op de [6] knop (voordat
het karakter daadwerkelijk is ingegeven).
Het ingeven van diverse karakters (symbolen)
U kunt deze lijst oproepen door op de [6] knop te drukken nadat een karakter
daadwerkelijk is ingegeven.
Verplaats de cursor met de [DATA ENTRY] knop naar het gewenste symbool,
en druk op de [8] (OK) of [ENTER] knop.
Het ingeven van cijfers
Maak eerst een keuze uit: “A B C" (alfabet met grote letters), "ABC" "CASE"
(hoofdletteralfabet halve grootte) en "case" (kleine letteralfabet, halve grootte). Houd
vervolgens de juiste knop een tijdje ingedrukt: [2] - [7] en [2] - [5] of druk er
herhaaldelijk op totdat het gewenste cijfer is geselecteerd.
De volgende symbolen
kunnen niet worden gebruikt
in le/mapnamen:
¥ \ : * ? < > |
OPMERKING
In het geval van karakters
die niet vergezeld gaan van
speciale karaktertoevoe-
gingen (met uitzondering
van kana-kan en katakana
halve grootte), kunt u de ka-
raktertoevoegingen oproe-
pen door op de [6] knop te
drukken nadat u het karakter
heeft geselecteerd (maar
voordat deze daadwerkelijk
is ingegeven).
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
47
CVP-205/203
Het veranderen van de Icoon
U kunt de icoon die links van de file
naam verschijnt ook wijzigen.
Roep het ICON SELECT scherm op
door op de [1] (ICON) knop te
drukken vanuit het karakteringeef-
scherm (blz. 46).
Selecteer de gewenste icoon met de
[A] - [J] knoppen, of met de [3▲▼] -
[5▲▼] knoppen, bevestig vervolgens
de geselecteerde icoon door op de
[8] (OK) knop te drukken.
Deze handige knop maakt het u gemakkelijker om items in het scherm te selecteren of om parameterwaardes te
wijzigen. De actuele functie van de [DATA ENTRY] knop is afhankelijk van het geselecteerde scherm.
Waardes wijzigen
U kunt de parameterwaardes wijzigen
door aan de [DATA ENTRY] knop te
draaien. In het voorbeeldscherm
[BALANCE] zal het draaien aan deze
knop het volume regelen van de
diapositieve (geaccentueerde) part in
het scherm. Selecteer, om het volume
te regelen van een andere part, deze
part eerst door op de [
▲▼] knop te
drukken die bij deze part hoort, draai
hierna aan de [DATA ENTRY] knop.
Items selecteren
U kunt een gewenst item of een
functie in het scherm selecteren door
aan de [DATA ENTRY] knop te
draaien. Het geselecteerde item kan
hierna worden opgeroepen of uitge-
voerd met de [ENTER] knop.
In het voorbeeldscherm VOICE kunt u
de gewenste voice file selecteren met
de [DATA ENTRY] knop en het gese-
lecteerde item oproepen met de
[ENTER] knop op het bedienings-
paneel.
BACK NEXT
Annuleert de icoonselectiehandeling.
Slaat de
bladzijden
voor de icoon-
selectie om.
Bevestigt de
geselecteerde icoon.
Het Gebruik van de [DATA ENTRY] Knop
DATA
ENTRY
ENTER
DATA
ENTRY
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
48
Met de handige Direct Access functie, kunt u de gewenste schermpagina rechtstreeks oproepen — door het drukken op
slechts één extra knop. Druk op de [DIRECT ACCESS] knop waarna er een schermmededeling verschijnt die u vraagt
om op de juiste knop te drukken. Druk vervolgens op de knop die bij het gewenste instellingenscherm hoort om dit
rechtstreeks op te roepen. In het voorbeeld hieronder, wordt Direct Access gebruikt om het scherm voor het selecteren
van de Chord Fingering (Akkoordvingerzettingsmethode) (blz. 131) op te roepen.
Zie ook het Direct Access Overzicht (blz. 49) voor een lijst van alle schermen die met de
Direct Access functie kunnen worden opgeroepen.
Direct Access — Rechtstreekse Selectie van Schermpagina’s
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
DIRECT ACCESS
ACMP
DIRECT ACCESS
Hier volgt een handige
manier om vanuit elk ander
scherm naar het MAIN
scherm terug te keren:
Druk gewoon op de
[DIRECT ACCESS] knop,
daarna op de [EXIT] knop.
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
49
CVP-205/203
Direct Access Overzicht
Procedure: [DIRECT ACCESS] knop + knop hieronder Bijbehorend LCD scherm en functie Zie blz.
STYLE [ACMP] FUNCTION CHORD FINGERING FINGERING TYPE selectie 131
[BREAK]
MIXING CONSOLE (STYLE
PART )
VOLUME/VOICE
VOICE instellingen
120[INTRO] PANPOT instellingen
MAIN [A] VOLUME instellingen
MAIN [B]
FILTER
HARMONIC CONTENT instellingen
121
MAIN [C] BRIGHTNESS instellingen
MAIN [D]
EFFECT
REVERB instellingen
122[ENDING] CHORUS instellingen
[AUTO FILL IN] DSP instellingen
[OTS LINK]
FUNCTION
STYLE SETTING/SPLIT
POINT
130
[SYNC. STOP] SYNC. STOP WINDOW instelling
[SYNC. START]
[START/STOP]
SONG [TRACK1]
FUNCTION SONG SETTING
TRACK1 CHANNEL selectie
129
[TRACK2] TRACK2 CHANNEL selectie
[EXTRA TRACKS]
[REPEAT]
[GUIDE] GUIDE MODE selectie
[REC]
[TOP]
[START/STOP]
[REW]
[FF]
METRONOME [START/STOP]
FUNCTION
UTILITY
METRONOME instellingen
140[FADE IN/OUT] FADE IN/OUT instellingen
TEMPO [TAP TEMPO] TAP instellingen
[]
MIDI MIDI CLOCK instelling 138
[]
TRANSPOSE [ ] CONTROLLER
TRANSPOSE instellingen
133
[] MIXING CONSOLE TUNE 121
MENU [DEMO]
FUNCTION
UTILITY
LANGUAGE (taal) selectie 143
[HELP] LCD BRIGHTNESS instellingen 141
[FUNCTION] MIDI MIDI instellingen 137
DIGITAL STUDIO [SOUND CREATOR]
MASTER TUNE/SCALE
TUNE
MASTER TUNING instelling
127
[DIGITAL RECORDING] SCALE TUNING instelling
[MIXING CONSOLE]
[BALANCE]
MIXING CONSOLE (SONG
PART )
VOLUME/VOICE
VOLUME instellingen
120
[CHANNEL ON/OFF] VOICE instellingen
[DIRECT ACCESS] De Direct Access mode verlaten
[NEXT]
[BACK]
[ENTER]
[EXIT] Terugkeren naar het MAIN scherm
VOICE PART [LAYER]
MIXING CONSOLE
TUNE OCTAVE instellingen 121
[LEFT]
VOICE EFFECT [REVERB]
EFFECT
REVERB instellingen
122[DSP] DSP instellingen
[VARIATION] EFFECT TYPE selectie
[HARMONY/ECHO] FUNCTION HARMONY/ECHO 135
[MONO] MIXING CONSOLE TUNE PORTAMENTO TIME instellingen 121
[LEFT HOLD]
FUNCTION
STYLE SETTING/SPLIT Point SPLIT POINT (LEFT) instelling 130
VOICE [PIANO & HARPSI]
VOICE SET 135
[E.PIANO]
[ORGAN & ACCORDION]
[PERCUSSION]
[GUITAR]
[BASS]
[BRASS]
[WOODWIND]
[STRINGS]
[CHOIR & PAD]
[SYNTH.]
[XG]
[USER]
[MUSIC FINDER] MUSIC FINDER MUSIC FINDER SEARCH1 (Bestanden zoeken) 71
ONE TOUCH SETTING [1]
[2]
[3]
[4]
[PIANO]
FUNCTION
CONTROLLER
KEYBOARD TOUCH selectie
133
REGISTRATION MEMORY [FREEZE] FREEZE 134
[1]
REGISTRATION BANK REGISTRATION EDIT (Registratiegeheugens bewerken) 86
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[MEMORY]
FUNCTION
REGISTRATION SEQUENCE (De REGISTRATION SEQUENCE creëren) 134
PEDAL RIGHT
CONTROLLER
RIGHT PEDAL functietoewijzing
131
CENTER CENTER PEDAL functietoewijzing
LEFT LEFT PEDAL functietoewijzing
AUX AUX PEDAL functietoewijzing
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
50
De Helpmededelingen geven uitleg aan, en beschrijvingen van, alle belangrijke functies en mogelijkheden van de CVP-205/203.
Helpmededelingen
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
HELP
ENTER
DATA
ENTRY
BACK NEXT
EXIT
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2-1 Selecteer het gewenste
Helponderwerp.
2-2 Roep het
onderwerp op.
Selecteer indien nodig een andere taal (Language). De
hier geselecteerde taal wordt ook gebruikt voor de tijdens
procedures verschijnende "Schermmededelingen".
Helpmededelingen kunnen
verschijnen in één van de volgende
talen:
ENGLISH (Engels)
JAPANESE (Japans)
GERMAN (Duits)
FRENCH (Frans)
SPANISH (Spaans)
ITALIAN (Italiaans)
Gebruik deze om andere
paginas te selecteren.
Helpmededelingen bieden ook de mogelijkheid om koppelingen te maken met de
gedetailleerde uitleg of met het instellingenscherm van het geselecteerde onderwerp.
Selecteer gewoon het geaccentueerde woord (met de [DATA ENTRY] knop), en druk
op de [ENTER] knop om naar de gedetailleerde uitleg of het instellingenscherm van
het geselecteerde onderwerp te springen.
3
Selecteer deze om
terug te keren naar
het vorige scherm.
END
1
De taal kan ook worden geselec-
teerd in het FUNCTION
LANGUAGE (blz. 143) scherm.
2
Als JAPANESE als Language (taal)
parameter geselecteerd is en u verandert
dit in één van de westerse talen, zullen
ook de kanji en kana karakters, in le
namen die zijn opgeslagen in de disk
drive, veranderen in westerse karakters. In
het tegenovergestelde geval, zullen spe-
ciale Latin karakters en hun toevoegingen
veranderen in normale karakters. Daarbij
zal in het geval van diskette data, tekst in
de les worden veranderd in karakters die
niet door het instrument kunnen worden
gelezen. Houd in gedachte dat dergelijke
problemen ook kunnen voorkomen als u
toegang probeert te verkrijgen tot les die
zijn gecreëerd of bewerkt door een com-
puter met een besturingssysteem in een
andere taal. Wees dus voorzichtig met het
omschakelen naar een andere taal - u
riskeert dat u geen toegang tot uw data
meer heeft.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
51
CVP-205/203
De metronoom geeft een tikkend geluid, waaraan u een betrouwbare tempo leidraad heeft voor bij het oefenen, of
gewoon om even te horen hoe snel een bepaald tempo klinkt.
De metronoom start als u op de METRONOME [START/STOP]
knop drukt.
Regel het tempo met de TEMPO[ ] [ ] knoppen (zie hieronder).
Druk, om de metronoom te stoppen, nogmaals op de [START/STOP] knop.
Dit gedeelte zal u tonen hoe u het afspeeltempo kunt instellen — wat niet alleen invloed heeft op de metronoom, maar
ook op het afspelen van songs of begeleidingsstijlen.
Het Gebruik van de Metronoom
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
METRONOME
START STOP
Het geluid, het volumeniveau
en de beat (maatsoort) van
de metronoom kunnen alle-
maal worden gewijzigd (blz.
140).
OPMERKING
Het Tempo Instellen
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
TAP TEMPO
TEMPO
RESET
Songs en begeleidingsstijlen
hebben allemaal een eigen
standaard (aanvangs)tempo-
instelling, die het beste past
bij de song/stijl.
OPMERKING
TEMPO
RESET
TAP TEMPO
EXIT
Druk op de TEMPO [ ] of de
[] knop.
Stel het tempo in met hetzij de TEMPO [ ] [ ]
knoppen of de [DATA ENTRY] knop.
Het getal in het scherm geeft het aantal kwartnoten
per minuut aan. Het instelbereik ligt tussen 5 en
500. Hoe hoger de waarde, hoe sneller het tempo.
Als u het tempo wijzigt, worden zowel het tempo
van de song als dat van de stijl op hetzelfde tempo
ingesteld. Druk, om hun respectievelijke standaard
(aanvangs)tempo-instellingen terug te zetten,
gelijktijdig op beide TEMPO [ ] [ ] knoppen. Zie
ook Tempo-indicaties MAIN scherm (blz. 52)
voor meer informatie over tempo.
1 2
Selecteer deze
om het TEMPO
scherm te
sluiten.
END
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data
CVP-205/203
52
Tap Tempo
Met deze handige functie kunt u het tempo intikken voor een song of begeleidingsstijl. Tik
gewoon in het gewenste tempo op de [TAP TEMPO] knop en het tempo van de song of
begeleidingsstijl staat al ingesteld.
Tempo-indicaties — MAIN Scherm
Er zijn drie verschillende tempo-indicaties in het MAIN scherm, zoals u hieronder
kunt zien.
Als u op de [TAP TEMPO]
knop tikt hoort u een tikkend
geluid. U kunt dit geluid ver-
anderen, indien gewenst
(blz. 141).
U kunt Tap Tempo ook ge-
bruiken om de song of bege-
leidingsstijl automatisch in
het gewenste tempo te
starten. Tik, terwijl zowel de
song als de begeleidingsstijl
is gestopt, enkele malen op
de [TAP TEMPO] knop en
de geselecteerde begelei-
dingsstijl start automatisch in
het door u ingetikte tempo.
Op dezelfde wijze zal een
song die op Sync. Start
stand-by (blz. 61, 75) staat
ingesteld, starten als u op de
[Tap Tempo] knop tikt. Tik
vier maal voor songs en
stijlen in de maatsoorten 2/4
en 4/4, drie maal voor 3/4
maat en vijf maal voor 5/4
maat.
OPMERKING
OPMERKING
TEMPO
RESET
TAP TEMPO
Tik twee maal op de [TAP TEMPO]
knop om het tempo te wijzigen.
1
Speel de song of de bege-
leidingsstijl af (blz. 60, 75).
2
Geeft de standaard (aanvangs)
tempo-instelling aan voor de
momenteel geselecteerde song.
Geeft het actuele tempo aan voor de
geselecteerde song, begeleidings-
stijl of metronoom, die momenteel
afspeelt. Op momenten dat geen
van deze afspelen (gestopt),
wordt
hier het tempo van de geselecteer-
de stijl aangegeven. Als de song en
stijl gelijktijdig worden afgespeeld,
wordt het tempo van de stijl automa-
tisch aan het tempo van de song
aangepast en hier aangegeven. Dit
tempo wordt gebruikt voor het opne-
men van een song of begeleidings-
stijl.
Geeft de standaard (aanvangs)
tempo-instelling aan voor de
momenteel geselecteerde
begeleidingsstijl.
53
CVP-205/203
Het Afspelen van de Demo’s
De CVP-205/203 is een bijzonder veelzijdig en geavanceerd instrument met een grote verscheidenheid aan
dynamische voices en ritmes, plus enorm veel functies. Drie verschillende soorten Demo songs zijn speciaal bereid
om u een impressie te geven van het indrukwekkende geluid en de vele mogelijkheden van de CVP-205/203.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
BACK NEXT
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2-3 Druk tweemaal op één van deze
knoppen — éénmaal om de
gewenste demo te selecteren en
nogmaals om hem te starten.
2-2 Gebruik deze om andere
schermpagina’s te
selecteren.
Druk hierop om alle Demo songs/items doorlopend af te spelen, te
beginnen bij het eerste item Links bovenaan in het scherm. Deze functie
is beschikbaar vanuit de FUNCTION pagina.
Alle beschikbare demo’s worden in volgorde afgespeeld, te beginnen bij het
item links bovenaan. De VOICE en STYLE pagina’s hebben geen [AUTO]
knop; alle demo songs worden echter in volgorde afgespeeld.
Door op deze knop te drukken worden de interactieve mogelijkheden van de
Function Demo’s geannuleerd (overigens beschikbaar in stap 3 hieronder).
2-1 Gebruik de [BACK][NEXT] knoppen om de gewenste Demo categorie te selecteren.
Function Demo’s....... Deze demonstreren veel van de functies van de CVP-205/203.
Voice Demo’s ............ Deze laten u horen hoe de voices van de CVP-205/203 klinken.
Style Demo’s ............. Deze laten u kennis maken met de ritmes en begeleidingsstijlen van de CVP-205/203.
1
Door op de [DEMO]
knop te drukken spelen
de Demo songs
automatisch af in
willekeurige volgorde.
2
Het Afspelen van de Demo’s
CVP-205/203
54
EXIT
4
In het scherm wordt relevante uitleg gegeven.
END
Keer terug naar het MAIN scherm.
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
ENTER
DATA
ENTRY
Dit voorbeeld toont de Voices in de
FUNCTION demo.
3
Er verschijnt een introductiescherm voor de Function demo’s en de Demo
begint af te spelen.
Sommige schermpagina’s geven u de gelegenheid om bepaalde functies te
gebruiken om daar ervaring mee op te doen. Druk, om deze te gebruiken op de
juiste numerieke knoppen ([1], [2], etc.).
Selecteer het gewenste onderstreepte
woord of item met de [DATA ENTRY]
knop en roep dit op door op de [ENTER]
knop te drukken.
Gebruik de [BACK][NEXT]
knoppen in het introductie-
scherm om de vorige of vol-
gende pagina op te roepen.
Druk op de SONG [START/
STOP] knop om de Demo
song te stoppen. Druk, om
de Demo opnieuw te starten
bij het punt waar hij werd
gestopt, nogmaals op de
SONG [START/STOP] knop.
Repeat (herhaling), terug-
en vooruitspoelen kunnen
ook bij de Demo songs
worden gebruikt (blz. 77).
OPMERKING
OPMERKING
55
CVP-205/203
Voices
De CVP-205/203 heeft een enorm aantal authentieke voices, met inbegrip van toetseninstrumenten,
strijkers en blazers — en nog veel meer.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
Het Selecteren van een Voice
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
BACK NEXT
END
EXIT
1
Selecteer
de ge-
wenste
voice
groep.
2
-3 Selecteer de voice.
2-1 Selecteer de geheugenlokatie van de
voice (PRESET/USER/FLOPPY DISK).
Druk hierop om de Demo
voor de geselecteerde
voice te starten. U kunt de
Demo op elk moment
stoppen, door opnieuw op
deze knop te drukken.
Druk hierop om het scherm waarin u de voice groep kunt
selecteren op te roepen.
Geeft aan dat het scherm
is voor het selecteren van
de MAIN voice (blz. 25).
2-2 Selecteert de
verschillende
pagina’s in de
huidige voice
groep.
3
Bespeel het toetsenbord om de
geselecteer-
de voice te
horen.
Druk hierop om naar
het MAIN scherm
terug te keren.
Als u een voice groep selec-teert,
dan wordt de laatst geselec-
teerde voice automatisch
opnieuw geselecteerd.
Het automatisch selecteren
van een voice selecteert te-
vens de meest geschikte
effect- en andere instellingen,
voor die specifieke voice. U
kunt dit ook uitschakelen zodat
dergelijke instellingen niet
automatisch worden geselec-
teerd (blz. 135).
U kunt ook instellen in welke
mate het volume van de voice
op verschillende aanslag-
sterktes zal reageren (blz. 133).
Voor een overzicht van alle
beschikbare voices, zie de
aparte Data List.
U kunt instellen of de voice
bank en program change
nummers (“MSB-LSB-Program
Change nummer”, rechtsboven
de voice naam) zal worden
weergeven of niet (blz. 141).
XG is een sterke uitbreiding
van het GM System Level 1
format, en is speciaal ontwik-
keld door Yamaha om in meer
voices en variaties te voorzien,
alsook in een meer expres-
sieve controle over de voices
en effecten, en om data
compatibiliteit te waarborgen
tot in de verre toekomst.
2
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Voices
CVP-205/203
56
De PIANO knop
Deze handige, gemakkelijk te gebruiken functie stelt automatisch de gehele CVP-205/203 optimaal in om er piano
op te kunnen spelen. Ongeacht wat voor instellingen u op het bedieningspaneel heeft gemaakt, u kunt de piano-
instellingen onmiddellijk oproepen door het drukken op één enkele knop.
PIANO knop
Hierdoor worden alle paneelinstellingen gemaakt om de CVP-205/203 als
piano te gebruiken.
Voice Eigenschappen
Het voice type en zijn specifieke eigenschappen worden aangeven boven de voice naam.
Natural!
Deze rijke en zachte voices omvatten voornamelijk toetseninstrumenten en zijn speciaal bedoeld voor het spelen van
piano- en andere toetsenpartijen. Aangezien ze gebruik maken van een volledig onafhankelijke klankbron, kunt u zeer
grote doorklinkende akkoorden spelen, zelfs samen met Begeleidingsstijlen, zonder dat er noten zullen worden afgebroken.
Ze maken tevens gebruik van Yamaha’s geavanceerde sampling technologie, zoals Stereo Sampling, Dynamic Sampling,
Sustain Sampling, en Key-off Sampling.
Live!
Deze akoestische instrumentklanken zijn stereo gesampeld, voor een natuurgetrouwe, rijke klank — met karakter en veel
gevoel.
Cool!
Deze voices hebben het dynamische karakter en de subtiele nuances van elektrische instrumenten — dankzij een
gigantische geheugencapaciteit en een zeer geavanceerde programmering.
Sweet!
Deze akoestische instrumentklanken profiteren eveneens van de geavanceerde Yamaha technologie — en hebben een
geluid, zó gedetailleerd en natuurlijk, dat u zou zweren dat u het origineel bespeelt!
Drum
Er zijn diverse drum en percussiegeluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen.
SFX
Er zijn speciale effectgeluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen.
Keyboard Percussion
Als er één van de drum of SFX kits is geselecteerd in de PERCUSSION voice groep, zijn er drum-, percussie- en speciale
effectgeluiden toegewezen aan individuele toetsen, van waaraf u deze geluiden kunt bespelen. De verschillende drum en
percussie-instrumenten van de Standard Kit staan aangegeven door middel van symbolen, boven de toetsen, waaraan zij
zijn toegewezen. Houd in gedachte dat ook al bestaan de verschillende kits uit veelal verschillende geluiden, sommige
gelijknamige geluiden identiek kunnen zijn.
Zie de aparte Data List (Drum/key Assignment List) voor een overzicht van alle geluiden in iedere drum/SFX kit.
Piano Lock functie
Met de handige Piano Lock functie kunt u de piano "blokkeren", zodat u niet per ongeluk de
instellingen kunt veranderen als u op een andere knop van het bedieningspaneel zou
drukken. Eénmaal geblokkeerd, blijft de CVP-205/203 in de piano mode, zelfs als er op
andere knoppen wordt gedrukt — ook het tijdens een piano-concert starten van een song of
begeleidingsstijl wordt hierdoor voorkomen.
Houd de [PIANO] knop een korte tijd ingedrukt, totdat er een schermmededeling verschijnt
die u verzoekt om Piano Lock te activeren.
Selecteer "YES" om Piano Lock te avtiveren.
Houd, om Piano Lock te deactiveren, de [PIANO] knop opnieuw een korte tijd ingedrukt.
U kunt ook de metronoom
met deze functie combineren
(blz. 51).
OPMERKING
PIANO
Door het deactiveren van
Piano Lock worden de piano-
instellingen niet gewijzigd
OPMERKING
Voices
57
CVP-205/203
Met de CVP-205/203 kunt u drie voices tegelijk bespelen: MAIN, LAYER en LEFT. Door deze drie effectief met elkaar te
combineren, kunt u rijke, breedklinkende, instrumentcombinaties creëren.
Een layer bestaande uit twee voices
bespelen
Twee voices afzonderlijk bespelen — één in
het linker en één in het rechter gedeelte
van het toetsenbord
Drie verschillende voices bespelen — één
in het de linker gedeelte en een layer
bestaande uit twee voices in het rechter
gedeelte van het toetsenbord
Layer — Twee Verschillende Voices Layeren (stapelen)
Layer/Left — Verschillende Geluiden Tegelijk Bespelen
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
G
H
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LAYER part
MAIN part
LEFT part
MAIN part
Splitpunt
Left (linker) gedeelte Right (rechter) gedeelte
LEFT part
MAIN part
Splitpunt
LAYER part
Left (linker) gedeelte Right (rechter) gedeelte
G
H
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
EXIT
END
1
Druk hierop om
de LAYER functie
aan te zetten.
Druk nogmaals op
de knop om deze
functie uit te
zetten.
Er is nog een manier om de
MAIN en LAYER voices snel
vanaf het bedieningspaneel
te selecteren: Druk, terwijl u
één voice paneelknop
ingedrukt houdt, op een
tweede voice knop. De eer-
ste geselecteerde voice
wordt de MAIN voice, de
tweede de LAYER.
2
Selecteer LAYER met de [G] knop. Druk op dezelfde
knop om het VOICE scherm op te roepen, van
waaruit u de specifieke voice kunt selecteren die u
wilt bespelen in een layer met de Main voice. Deze
methode van selecteren van een voice is identiek aan
die van het VOICE (MAIN) scherm (blz. 55).
Druk hierop om naar het
MAIN scherm terug te keren.
OPMERKING
Voices
CVP-205/203
58
Left — Afzonderlijke Voices Instellen voor het Linker en Rechter Gedeelte van het Toetsenbord
Via dit gedeelte van het bedieningspaneel kunt u vele effecten aan de voices toevoegen die u vanaf het toetsenbord bespeelt.
REVERB
Reverb is een effect dat de akoestiek van een ruimte nabootst — van jazz club tot concertzaal.
DSP
De CVP-205/203 heeft een groot aantal dynamische ingebouwde effecten, waarmee u
het geluid op uiteenlopende manieren kunt bewerken. U kunt DSP gebruiken om de
voices heel subtiel te verbeteren — zoals door het toevoegen van wat chorus en depth, of
door het gebruik van een symphonic effect om het geluid warmer en breder te maken.
DSP heeft ook effecten zoals distortion die het hele karakter van het geluid kunnen
veranderen.
VARIATION (Alleen Regular Voices; blz. 89)
Deze knop schakelt om naar de Variation effectinstelling, waarmee u sommige eigenschappen van het effect kunt
wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type. Bijvoorbeeld, als het effect Rotary Speaker is geselecteerd (blz. 122),
dan kunt u er de rotor snelheid beurtelings (snel/langzaam) mee omschakelen.
F
G
H
1
Zet LEFT aan.
Druk nogmaals op
deze knop om hem
weer uit te zetten.
LAYER
LEFT
2
Selecteer LEFT met de [H] knop. Druk op dezelfde
knop om het VOICE scherm op te roepen, van
waaruit u de specifieke voice kunt selecteren die u
wilt bespelen in het linker gedeelte. De wijze waarop
een voice kan worden geselecteerd is identiek aan
die van het VOICE (MAIN) scherm (blz. 55).
Het splitpunt kan verschoven
worden naar elke gewenste
toets van het toetsenbord.
Roep, om dit in te stellen, het
SPLIT POINT scherm op door
op de [I] (SPLIT POINT) knop
in het MAIN scherm te druk-
ken. De bedieningsstappen
zijn identiek aan die van het
STYLE SETTING/SPLIT
POINT scherm van de
FUNCTION pagina (blz. 130).
Iedere part (MAIN, LAYER en
LEFT) kan zijn eigen volume-
instelling hebben (blz. 62).
U kunt ook de LAYER en
LEFT functies tegelijk gebrui-
ken om een layer/split combi-
natie te creëren. Ga hiervoor
als volgt te werk: stel verschil-
lende voices in voor het linker
en het rechter gedeelte (zoals
afgebeeld) en maak een layer
van twee verschillende voices
voor het rechter gedeelte.
EXIT
END
Druk hierop om
naar het MAIN
scherm terug te
keren.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Voice Effecten Toevoegen
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
VOICE EFFECT
REVERB DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
Druk op één van de effectknoppen om de corresponderende effecten aan te zetten. Druk er nogmaals
op om het effect weer uit te zetten. Zie hieronder voor een uitleg van elk van de effecten.
De effecttypes DSP en
VARIATION en hun depth
kunnen worden geselec-
teerd en ingesteld in het
MIXING CONSOLE scherm
(blz. 122).
OPMERKING
Voices
59
CVP-205/203
HARMONY/ECHO
Deze knop voegt Harmony of Echo effecten toe aan de voices die worden bespeeld in het
rechter gedeelte van het toetsenbord (blz. 135).
MONO
Deze knop bepaalt voor iedere part (MAIN/LAYER/LEFT) of de voice monofoon (één noot
tegelijk), of polyfoon bespeeld kan worden. De instelling is MONO als het lampje brandt en
polyfoon als het lampje uit is. Ingesteld op MONO, zal uitsluitend de laatst gespeelde noot
klinken. Dit stelt u in staat om blaasinstrument voices realistischer te bespelen. Afhankelijk
van de geselecteerde voice, kunt u de MONO instelling ook heel goed combineren met het
Portamento effect, als u legato speelt.
LEFT HOLD
Deze functie zorgt dat de Left part voice wordt aangehouden, zelfs als de toetsen worden
losgelaten — hetzelfde effect als wanneer het damper (sustain) pedaal wordt ingedrukt. Deze
functie is vooral handig in combinatie met de Automatische Begeleiding. Als u bijvoorbeeld
een akkoord speelt in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord (met
ingeschakelde Left part en Strings geselecteerd als Left voice), en deze weer loslaat, zullen de
strijkers doorklinken en daarmee de totaalklank van de begeleiding verrijken.
Damper Pedaal (Rechts)
Sostenuto Pedaal (Midden)
Linkerpedaal
Als de Piano voice is geselecteerd, zal het indrukken van het pedaal het volume reduceren
plus het timbre van de gespeelde noten enigszins veranderen.
De instellingen die zijn toegewezen aan dit pedaal kunnen per voice verschillen.
Foot Controller/Voetschakelaar
Een optionele Yamaha Foot Controller (FC7) of voetschakelaar (FC4 of FC5) kan worden aangesloten op de AUX PEDAL
aansluiting en worden gebruikt om verscheidene functies te bedienen die kunnen worden toegewezen in de
FUNCTION pagina (blz. 131).
U kunt melodielijnen die u bij
akkoorden speelt extra
benadrukken door de Layer
functie te gebruiken met een
monofone voice. Stel de
Main voice in voor polyfoon
spel en de Layer voice voor
monofoon spel (MONO). In
dat geval zal de door u
gespeelde melodie waar-
onder de hoogste noten van
akkoorden monofoon
klinken.
Probeer dit met de volgende
voices.
MAIN voice: Brass Section
(polyfoon) + LAYER voice:
Sweet Trump (monofoon)
Het Portamento effect creëert
een geleidelijke toonhoogte-ver-
andering tussen opeenvolgend
gespeelde noten.
OPMERKING
Het Gebruik van de Pedalen
U kunt ook veel andere func-
ties aan deze pedalen (als-
ook aan de optionele voet-
controller of voetschakelaar)
toewijzen. U kunt ze bijvoor-
beeld gebruiken om de
begeleidingsstijl te starten/
stoppen, of om Fill ins te
spelen (blz. 131).
OPMERKING
Damper Pedaal
Sostenuto Pedaal
Linkerpedaal
De CVP-205/203 heeft drie pedalen.
Sommige voices kunnen, na
het loslaten van de noten,
continue blijven doorklinken
of kunnen een langere
decay hebben, terwijl het
damper pedaal is ingedrukt.
Bepaalde voices in de
[PERCUSSION] en [XG]
groep zullen wellicht niet
worden beïnvloed door het
gebruik van het damper
pedaal.
OPMERKING
Als u hier het damper pedaal indrukt, zullen
de noten die u speelt voordat u het pedaal
loslaat een langere sustain (naklank) hebben.
Het damper pedaal heeft dezelfde werking als het rechter-
pedaal op een akoestische piano, zodat u het geluid van
voices kunt laten doorklinken, zelfs na het loslaten van de
toetsen.
Bepaalde voices, zoals
[STRINGS] of [BRASS],
klinken continue als het
sostenuto pedaal wordt
ingedrukt.
Bepaalde voices in de
[PERCUSSION] en [XG]
groep zullen wellicht niet
worden beïnvloed door het
gebruik van het sostenuto
pedaal.
OPMERKING
Als u hier het sostenuto pedaal indrukt, terwijl
u een noot aanhoudt, zal de noot zolang het
pedaal is ingedrukt blijven doorklinken.
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en het
sostenuto pedaal indrukt, terwijl de toets(en) nog is(zijn)
ingedrukt, dan zal(zullen) deze doorklinken zolang het
pedaal is ingedrukt, maar alle erna gespeelde noten zullen
niet doorklinken.
De depth van het linker
pedaaleffect kan worden
ingesteld (blz. 131).
OPMERKING
CVP-205/203
60
Stijlen
De CVP-205/203 heeft stijlen (begeleidings-patterns) in vele muziekgenres, zoals jazz, Latin en dance. Om ze te
gebruiken hoeft u, terwijl u speelt, met uw linkerhand slechts akkoorden te spelen en de door u geselecteerde
begeleidingsstijl die bij uw muziek past, speelt automatisch mee en volgt onmiddellijk de akkoorden die u speelt.
Probeer eens enkele stijlen te selecteren (zie de Data List (Style List) ) en bespeel ze.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Een Stijl Afspelen
BACK NEXT
Druk, om het [MAIN]
scherm op te roepen, als
eerste op de [DIRECT
ACCESS] en vervolgens op
de [EXIT] knop.
2-2 Selecteer een stijl.
2-1 Selecteer een lokatie
(PRESET/USER/FLOPPY
DISK) om de stijl op te
slaan.
Als u een lager directory scherm heeft geopend,
dan zal deze knop (UPPER) de bovenliggende
directory selecteren, van waaruit u Stijlgroepen
kunt selecteren.
1
2
Zie, voor een overzicht van
alle beschikbare begelei-
dingsstijlen, de aparte Data
List (Style List).
OPMERKING
OPMERKING
Stijlen
61
CVP-205/203
STYLE
ACMP
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
Auto Accompaniment section
Split point
END
Als de [ACMP] knop aan staat, kunt u akkoorden spelen/ingeven vanaf het
Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. (Afhankelijk van de
instellingen, kan dit het gedeelte zijn van de Left voice of het gehele toetsenbord.)
Zet SYNC. START aan.
Het Tempo kan worden ingesteld
met de TEMPO [ ][ ] of [TAP
TEMPO] knop.
Als u op de [Tap Tempo] knop
tikt, zal het tempo worden
ingesteld op de door u ingetikte
snelheid.
U kunt het toetsengebied
voor de Automatische Bege-
leiding instellen (blz. 130).
U kunt de ritmekanalen
(tracks) van de stijl star-
ten door op de [START/
STOP] knop te drukken.
De ritmekanalen van de
stijl kunnen ook worden
gestart door op de [TAP
TEMPO] knop te tikken.
Tik, terwijl de stijl is ge-
stopt, op de [Tap Tempo]
knop, drie, vier, of vijf
maal (drie maal voor 3/4,
vier maal voor 2/4 of 4/4,
vijf maal voor 5/4 maat).
Stop de stijl.
Als u een begeleidingsstijl
en een song tegelijk
afspeelt, dan worden de
begeleidings-parts die zijn
opgenomen in de song
(kanalen 9 - 16) tijdelijk ver-
vangen door de geselec-
teerde begeleidingsstijl —
zodat u verschillende
begeleidingen kunt uitpro-
beren en gebruiken voor de
song (blz. 76).
Zet ACMP uit.
3
4
5
6
Sync. Start
Als dit geactiveerd is kunt u
de stijl starten door gewoon
op het toetsenbord te gaan
spelen.
Zodra u een akkoord speelt, in het Automatische Begeleidingsdeelte, zal de stijl starten.
Zie blz. 63 voor details over akkoordvingerzettingen.
Eigenschappen van Begeleidingsstijlen
Het begeleidingsstijltype en zijn specifieke eigenschappen worden aangeven boven de stijlnaam.
Session!
Deze stijlen bieden een nog groter realisme en authentieke begeleiding door het invoegen van akkoordtypes en -veranderingen, alsook
speciale loopjes met akkoordveranderingen, in de Main secties. Deze zijn geprogrammeerd met net even meer "pit", om bepaalde songs in
bepaalde genres professioneler te laten klinken. Met als resultaat, stijlen die misschien niet geschikt zijn — of zelfs harmonisch niet correct
— voor alle songs en alle akkoorden. In enkele gevallen zou het spelen van een eenvoudige majeur drieklank kunnen resulteren in een
septime akkoord, of het spelen van een basakkoord in een onverwachte begeleiding.
Piano Combo!
Deze begeleidingsstijlen voorzien in een basis piano-trio (piano, bas en drums) die in sommige gevallen wordt aangevuld met andere
instrumenten. Aangezien het hier gaat om een klein combo, is de begeleiding bescheiden van aard en daarom geschikt voor een grote
verscheidenheid aan songs.
Pianist!
Deze speciale stijlen voorzien in "alleen piano-begeleiding" — die de linkerhandpartij van een talentvolle pianist voor u creëert. Door
slechts het spelen van de juiste akkoorden met uw linkerhand, kunt u automatisch gecompliceerde arpeggio’s en bas/akkoordpatronen
spelen — zoals moeilijk te spelen piano-partijen, met grote sprongen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Automatische Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Stijlen
CVP-205/203
62
Het Afspelen van Uitsluitend de Rhythm Kanalen
Het Instellen van de Volumebalans/Kanalen Uitschakelen
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Het ritme start
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
De Rhythm kanalen maken
deel uit van de stijlen. Iede-
re stijl heeft verschillende
ritme patterns.
Deze uitzetten.
3
Speel mee met het ritme.
Het Tempo kan worden ingesteld met de TEMPO [ ][ ] of [TAP TEMPO]
knoppen.
Als u op de [Tap Tempo] knop tikt, zal het tempo worden ingesteld op de door u
ingetikte snelheid.
2
Als u de stijlgroep “PIA-
NIST” selecteert, dan hoort
u geen ritme. Als u één van
de stijlen wilt gebruiken,
zorg dan altijd dat ACMP
aan staat.
Druk nogmaals op de STYLE START/
STOP] knop om het ritme weer te stoppen.
END
U kunt het ritme ook starten
door, terwijl Sync Start is
geactiveerd (door op de
[SYNC.START] knop te
drukken), op het toetsen-
bord te gaan spelen.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
BALANCE
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
BALANCE scherm
Stel het uitgangsniveau van de Part in.
Parts bespeeld vanaf het
toetsenbord (MAIN/LAYER/
LEFT)
STIJL part (Automatische
Begeleidingsgedeelte)
SONG part
MIC part
CHANNEL ON/OFF scherm
Roep het STYLE scherm op door op de [CHANNEL ON/OFF] knop
te drukken, schakel hierna het instrument van uw keuze uit.
Channel
Verwijst naar het MIDI
kanaal in de song data (blz.
150). De kanalen zijn als
volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
Roep het
BALANCE
scherm op.
Roep het
Channel ON/
OFF scherm
op.
OPMERKING
Stijlen
63
CVP-205/203
Het afspelen van stijlen kan worden bestuurd door de akkoorden die u op toetsen links van het splitpunt speelt. Er zijn 7 Vinger-
zettingsmethodes, die hieronder worden beschreven. Ga naar de CHORD FINGERING pagina (blz. 131) en selecteer één van deze
methodes. De pagina toont hoe akkoorden met uw linkerhand moeten worden gespeeld.
SINGLE FINGER
Single Finger begeleiding maakt het u eenvoudig om een prachtige georkestreerde begeleiding te produceren met gebruik van
majeur-, septime-, mineur- en mineurseptime-akkoorden waarbij u zo min mogelijk toetsen hoeft in te drukken in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. Hiervoor kunt u de volgende vereenvoudigde akkoordvingerzettingen gebruiken:
FINGERED
Met deze mode kunt u begeleiding produceren door zelf volledige akkoorden te spelen in het Automatische Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord. De Fingered mode herkent de akkoordtypes die op de volgende bladzijde worden opgesomd.
FINGERED ON BASS
Deze mode accepteert dezelfde vingerzettingen als de FINGERED mode, behalve dat nu de laagste in het Automatische Begeleidings-
gedeelte van het toetsenbord gespeelde noot wordt gebruikt als de basnoot, waardoor u in de gelegenheid bent om “on bass” akkoorden
te spelen. Om bijvoorbeeld een "C op E" akkoord te verkrijgen, speelt u een C majeurakkoord met E als laagste noot (E, G, C).
MULTI FINGER
De Multi Finger mode herkent automatisch Single Finger of Fingered akkoordvingerzettingen, dus u
kunt deze types door elkaar gebruiken zonder van mode te veranderen. Als u mineur, septime, of
mineur-septime akkoorden wilt spelen, volgens de SINGLE FINGER methode in de MULTI FINGER
Mode, gebruik dan altijd de witte/zwarte toets(en), zo dicht mogelijk bij de grondtoon van het
akkoord.
AI FINGERED
Deze mode is grotendeels gelijk aan FINGERED, behalve dat er nu minder dan drie noten kunnen
worden gespeeld om de akkoorden in te geven (gebaseerd op het voorgaande akkoord, etc.).
FULL KEYBOARD
Deze methode herkent akkoorden over het gehele toetsenbord. Akkoorden worden herkend op een
manier die veel weg heeft van die van Fingered, zelfs als u de noten verdeelt over uw linker- en
rechterhand — bijvoorbeeld, u speelt een basnoot met uw linkerhand en een akkoord met uw rechter,
of een akkoord met uw linker- en een melodie noot met uw rechterhand.
AI FULL KEYBOARD
Wanneer deze geavanceerde mode geactiveerd is, zal de CVP-205/203 automatisch een passende
begeleiding creëren, terwijl u wat maar ook, waar maar ook op het toetsenbord speelt, waarbij u beide
handen kunt gebruiken. U hoeft u helemaal niet om akkoorden te bekommeren. Alhoewel de AI Full
Keyboard mode ontworpen is voor het gebruik met vele muziekstukken, is het mogelijk dat bepaalde
arrangementen er niet geschikt voor zijn.
Deze mode heeft veel weg van de FULL KEYBOARD mode, behalve dat er nu minder dan drie noten
kunnen worden gespeeld om de akkoorden in te geven (gebaseerd op het voorgaande akkoord, etc.).
Akkoordvingerzettingen
Voor een majeurakkoord drukt u alleen de grondtoon in. Voor een mineurakkoord drukt u de grondtoon van het
akkoord, samen met één van de links daarvan gelegen
zwarte toetsen, in.
Voor een septime-akkoord drukt u de grondtoon van het
akkoord, samen met één van de links daarvan gelegen
witte toetsen, in.
Voor een mineurseptime-akkoord drukt u de grondtoon
van het akkoord, samen met één van de witte, plus één van
de zwarte toetsen, links daarvan gelegen, in.
Akkoordherkenning in de AI
Full keyboard mode vindt
plaats op achtstenoot-inter-
vallen (ongeveer). Extreem
korte akkoorden minder
dan een achtstenoot
zullen wellicht niet worden
herkend.
OPMERKING
AI (Artificial Intelligence)
Kunstmatige intelligentie
OPMERKING
In de FULL KEYBOARD
mode, worden akkoorden
herkend op basis van de
laagste en de op één na
laagste noot die u speelt. Als
de twee laagste noten bin-
nen één octaaf vallen, zullen
deze twee noten het akkoord
bepalen. Als de laagste en
de op één na laagste noot
meer dan een octaaf van
elkaar af liggen, dan zal de
laagste noot de bas worden
en zal het akkoord worden
bepaald door de op één na
laagste noot en de andere
noten die in hetzelfde octaaf
gespeeld worden.
OPMERKING
Stijlen
CVP-205/203
64
* Alleen deze vingerzetting (ligging) wordt herkend. De overige akkoorden (zonder asterisk) kunnen gewoon in elke omkering worden gespeeld.
Akkoordnaam [Afkorting] Gewone Vingerzetting
Weergave in scherm
Majeur [M] 1 - 3 - 5 C
None [9] 1 - 2 - 3 - 5 C9
Sext [6] 1 - (3) - 5 - 6 C6
Sext met toegevoegde none [6
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 6 of 3 - 6 - 2* C6
9
Majeur septime [M7] 1 - 3 - (5) - 7 CM7
Majeur none [M7
9
] 1 - 2 - 3 - (5)j - 7 CM7
9
Majeur overmatig undecime [M7
11
]
1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7
CM7
11
Verminderde kwint [( 5] 1 - 3 - 5 C 5
Majeur septime verminderde kwint [M7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 CM7
5
Toegevoegde kwart [sus4] 1 - 4 - 5 Csus4
Vermeerderd [aug] 1 - 3 - 5 Caug
Majeur septime vermeerderd [M7aug] 1 - (3) - 5 - 7 CM7aug
Mineur [m] 1 - 3 - 5 Cm
Mineur none [m9] 1 - 2 - 3 - 5 Cm9
Mineur sext [m6] 1 - 3 - 5 - 6 Cm6
Mineur septime [m7] 1 - 3 - (5) - 7 Cm7
Mineur septime met toegevoegde none [m7
9
]
1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2 Cm7
9
Mineur undecime [m7
11
] 1 - (2) - 3 - 4 - 5 - ( 7) Cm7
11
Mineur majeur septime [mM7] 1 - 3 - (5) - 7 CmM7
Mineur majeur septime met toegevoegde
none [mM7
9
]
1 - 2 - 3 - (5) - 7 CmM7
9
Mineur septime verminderde kwint [m7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 Cm7 5
Mineur majeur septime verminderde kwint
[mM7
5
]
1 - 3 - 5 - 7 CmM7
5
Verminderd [dim] 1 - 3 - 5 Cdim
Verminderd septime [dim7] 1 - 3 - 5 - 6 Cdim7
Septime [7] 1 - 3 - (5) - 7 of 1 - (3) - 5 - 7 C7
Verminderde none [7(
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7
9
Verminderde tredecime [7(
13
] 1 - 3 - 5 - 6 - 7 C7
13
Septime met toegevoegde none [7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 of 3 - 7 - 2* C7
9
Overmatig undecime [7
11
]
1 - (2) - 3 - 4 - 5 - 7 of 1 - 2 - 3 - 4 - (5) - 7
C7
11
Tredecime [7
13
] 1 - 3 - (5) - 6 - 7 of 3 - 6 - 7 C7
13
Kleine none [7
9
] 1 - 2 - 3 - (5) - 7 C7
9
Septime verminderde kwint [7
5
] 1 - 3 - 5 - 7 C7
5
Septime vermeerderd [7aug] 1 - 3 - 5 - 7 C7aug
Septime met toegevoegde kwart [7sus4] 1 - 4 - 5 - 7 C7sus4
Sus 2 akkoord [sus2] 1 - 2 - 5 Csus2
Akkoordtypes Herkend in de Fingered Mode (Voorbeeld voor "C" akkoorden)
C
Cm
C7
( )
CM7
( )
C9
C6
9
( )
Caug
Cm6
Cm7
( )
Cm7
5
CmM7
5
Cm7
9
( )
Cm9
CmM7
( )
CmM7
9
( )
Cdim
Cdim7
C7
9
( )
C7
13
( )
C7
9
( )
C7
13
Csus4
C7
5
C6
( )
( )
CM7
9
CM7
11
( )
CM7
5
C
5
( )
C7
11
C7
9
( )
C7aug
Cm7
11
( )
( )
CM7aug
( )
C7sus4 Csus2
Wat tussen ronde haken
staat mag worden wegge-
laten.
Als u, willekeurig, drie
naast elkaar liggende
toetsen indrukt (dit geldt
ook voor zwarte toetsen),
dan zal de hele begelei-
ding behalve de ritme-
instrumenten stilvallen
(akkoorduitschakelfunc-
tie). Hierdoor houdt u
alleen nog het ritme over.
Het Spelen van twee
dezelfde grondtonen (met
dezelfde naam), gelegen
in aangrenzende octaven,
produceert begeleiding
gebaseerd op uitsluitend
de grondtoon.
Een kwint (1 + 5) produ-
ceert begeleiding geba-
seerd op de grondtoon en
de kwint.
Soms zal de Automa-
tische Begeleidingsstijl
niet veranderen als ver-
wante akkoorden na
elkaar gespeeld worden
(b.v. bepaalde mineurak-
koorden gevolgd door hun
mineur septime).
U kunt ook "les" krijgen
van de CVP-205/203: hoe
Fingered akkoorden
moeten worden gespeeld.
Speciceer, vanuit het
CHORD FINGERING
scherm (blz. 131), het
akkoord dat u wilt leren en
de noten die u moet
spelen verschijnen in het
scherm.
OPMERKING

















Stijlen
65
CVP-205/203
De CVP-205/203 heeft diverse soorten Automatische Begeleidingssecties waardoor u in staat
bent om het arrangement van de Stijl te variëren. Deze zijn: Intro, Main, Break en Ending.
Door van sectie te veranderen terwijl u speelt, kunt u op een makkelijke manier de
dynamische elementen van een professioneel klinkend arrangement aan uw spel toevoegen.
De Stijl Patterns Arrangeren
(SECTIES: MAIN A/B/C/D, INTRO, ENDING, BREAK)
U kunt deze functie ook
gebruiken om alleen het
ritme af te spelen (blz. 62).
OPMERKING
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
Auto Accompaniment section
Split point
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
2-1 Zet de ACMP functie aan.
2-2 Druk op de [INTRO] knop. Druk, om de INTRO sectie
te annuleren voordat de stijl is gestart, nogmaals op de
[INTRO] knop.
2-3 Activeer de SYNC. START functie.
3
De Intro sectie start zodra u in het Automatische Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord begint te spelen, waarna hij over gaat in de Main sectie.
4
U kunt van Main sectie veranderen.
Druk nogmaals op deze knop om
breaks in te voegen.
Als u op de [INTRO]
knop drukt, kunt u een
Intro sectie ook afspelen
terwijl een begeleiding al
afspeelt.
U kunt het volume van de
begeleiding heel dyna-
misch besturen, door
middel van uw aanslag-
sterktes in het Automa-
tische Begeleidingsge-
deelte van het toetsen-
bord (blz. 130).
Als u op de [SYNC.
START] knop drukt, ter-
wijl er een begeleiding
afspeelt, dan stopt deze
en de CVP-205/203 keert
terug naar de Sync Start
standby status.
U kunt van stijlsectie
veranderen met behulp
van een pedaal (blz.131).
Met de Break sectie kunt
u dynamische variaties in
het ritme van de begelei-
ding invoegen, om uw
spel nog professioneler te
laten klinken. Als u op de
[BREAK] knop drukt, ter-
wijl er een begeleiding
afspeelt, dan zal de Fill in
één maat lang afspelen.
De indicator van de
bestemmingssectie
(MAIN A/B/C/D) zal knip-
peren terwijl de Break
afspeelt. Gedurende die
tijd kunt u de bestem-
mingssectie nog veran-
deren door op de MAIN
[A] [B] [C] of [D] knop te
drukken.
Als de [AUTO FILLIN]
knop geactiveerd is en de
MAIN [A] [B] [C] [D]
knop wordt ingedrukt na
de laatste halve tel (acht-
stenoot) van de maat,
dan zal de Fill in bij het
begin van de volgende
maat beginnen af te
spelen.
2
Sectieknopindicaties
[BREAK], [INTRO],
[MAIN], [ENDING]
knoppen
LED is groen
De sectie is niet ge-
selecteerd.
LED is rood
De sectie is momen-
teel geselecteerd.
LED is uit
Geen sectie data; de
sectie kan niet worden
afgespeeld.
OPMERKING
Splitpunt
Automatische Begeleidingsgedeelte
Stijlen
CVP-205/203
66
Het Afspelen van een Stijl Stoppen door het Loslaten van Toetsen (SYNC. STOP)
Wanneer de Sync Stop functie geactiveerd is, zal de begeleiding in zijn geheel stoppen
wanneer alle toetsen in het Automatische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord worden
losgelaten. De Begeleiding zal opnieuw beginnen te spelen zodra u weer in het
Automatische Begeleidingsgedeelte begint te spelen.
Fade-in/Fade-out
De begeleidingsstijl heeft tevens een handige Fade-in/Fade-out functie die de begeleiding geleidelijk laat
wegsterven. Druk, om de stijl met een fade-in te starten, op de [FADE IN/OUT] knop, activeer hierna
SYNC. START. Druk nogmaals op de knop om de fade-in te annuleren voordat de stijl is gestart.
Druk, terwijl de stijl afspeelt, op deze knop om de stijl geleidelijk te laten wegsterven en te stoppen.
Hoe lang de Fade-in/Fade-out zal duren kan ook worden ingesteld (blz. 140).
De stijlen kunnen ook wor-
den gestart door op de
STYLE [START/STOP]
knop te drukken.
U kunt het Intro en Ending
type selecteren door op de
[E] knop in het MAIN
scherm te drukken (blz.
68).
Als u op de [INTRO] knop
drukt terwijl de ending
afspeelt, begint de Intro
sectie te spelen zodra de
ending is afgelopen.
Als de [AUTO FILLIN]
knop aan is en u drukt op
één van de MAIN knop-
pen terwijl de ending
afspeelt, dan zal de Fill in
begeleiding onmiddellijk
beginnen te spelen, ge-
volgd door de Main sectie.
U kunt de begeleiding ook
starten met de Ending in
plaats van de Intro sectie.
In dat geval zal de bege-
leiding niet stoppen als de
ending is afgelopen.
Als u een andere stijl
selecteert terwijl de stijl
niet speelt, dan wordt
tevens het standaard-
tempo geselecteerd. Zou
de begeleiding al gestart
zijn op het moment dat u
een andere stijl selecteert,
dan wordt het tempo
ongewijzigd voortgezet.
Als STOP ACMP aan staat
en de begeleiding speelt
niet, dan kunt u akkoorden
en bas in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van
het toetsenbord spelen(blz.
130).
OPMERKING
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
Hiermee gaat de begeleiding over op de Ending. Als de ending is afgelopen, stopt
de stijl automatisch. U kunt de ending geleidelijk vertragen (ritardando) door
nogmaals op dezelfde [ENDING/rit.] knop te drukken terwijl de ending afspeelt.
5
Auto Accompaniment section
Split point
1
Zet ACMP (Automatische Begeleiding) aan.
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
2
Activeer SYNC. STOP. Als SYNC. STOP wordt geactiveerd, wordt ook
SYNC. START automatisch geactiveerd.
3
Zodra u met uw linkerhand een akkoord speelt, zal de Automatische
Begeleiding starten.
U kunt de SYNC. STOP
functie ook gebruiken door
korte toetsaanslagen in het
Automatische Begeleidings-
gedeelte (blz. 130).
4
De Automatische Begeleiding stopt wanneer u met uw linkerhand alle
toetsen loslaat.
5
Als u met uw linkerhand een akkoord speelt, wordt de Automatische
Begeleiding automatisch opnieuw gestart.
6
Druk nogmaals op de [SYNC. STOP]/[SYNC. START] knop om de begeleiding te stoppen.
Sync Stop kan niet worden
geactiveerd als de ngering
mode op Full Keyboard/AI
Keyboard staat ingesteld, of
als de Automatische Bege-
leiding op het bedienings-
paneel is uitgeschakeld.
OPMERKING
OPMERKING
Automatische Begeleidingsgedeelte
Splitpunt
Stijlen
67
CVP-205/203
Het Selecteren van Intro en Ending Types (INTRO/ENDING)
Het automatisch afspelen van Fill in patterns bij het
omschakelen naar een andere Begeleidingssectie —
Auto Fill In
D
E
Selecteer een Intro
Selecteer een Ending
3
Speel de stijl af met
gebruik van de Intro
of de Ending sectie
(blz. 30, 31).
1
2
Druk, om het [MAIN] scherm
op te roepen, eerst op de
[DIRECT ACCESS] en ver-
volgens op de [EXIT] knop.
OPMERKING
Fill
Een korte frase die wordt
ingevoegd om variatie aan
de stijl toe te voegen.
OPMERKING
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
1
2
Speel de stijl af en schakel om naar andere begeleidingssecties (blz. 30,
31).
Telkens als u omschakelt naar een andere Main sectie, speelt er automatisch
een Fill in pattern af.
U kunt een Fill in ook invoe-
gen door nogmaals op de
geselecteerde MAIN knop
te drukken.
3
Druk, om Auto Fill In uit te schakelen, opnieuw op de [AUTO FILLIN] knop.
Auto Fill In kan tijdelijk
worden uitgeschakeld,
tijdens het spelen, door
tweemaal (snel achter
elkaar) op de Main sec-
tieknop te drukken.
OPMERKING
OPMERKING
Stijlen
CVP-205/203
68
De handige One Touch Setting functie maakt het u makkelijk om voices en effecten te selecteren die goed bij de betreffende stijl
passen. Iedere preset stijl heeft vier voorgeprogrammeerde paneelinstellingen die u met slechts één knop kunt selecteren.
Geschikte Paneelinstellingen voor de Geselecteerde Stijl
(ONE TOUCH SETTING)
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
ONE TOUCH SETTING
1234
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit.
ABCD
SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ONE TOUCH SETTING
1234
1
Selecteer een stijl (blz. 60).
2
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen ([1] - [4]).
ONE TOUCH SETTING
1234
LED is groen De One Touch
Setting is niet geselecteerd.
LED is uit Geen One Touch
Setting data. De knop is niet
beschikbaar.
LED is rood De One Touch Setting is momenteel geselecteerd.
3
Zodra u met uw linker-
hand een akkoord speelt,
zal de Automatische
Begeleiding starten.
Auto Accompaniment section
Split point
4
Stop de Automatische Begeleiding.
5
Probeer ook andere One Touch Setting instellingen. U kunt ook uw eigen
One Touch Setting instellingen creëren (blz. 69).
Diverse instellingen (zoals voices, effecten, etc.) die goed bij de
geselecteerde stijl passen kunnen onmiddellijk worden teruggezet.
Als de stijl niet speelt, zullen de Automatische Begeleiding en Sync.
Start automatisch worden aangezet.
Zie voor details over de One Touch Setting parameters de aparte
Data List (Parameter Chart).
Splitpunt
Automatische Begeleidingsgedeelte
Stijlen
69
CVP-205/203
Het Automatisch Veranderen van One Touch Settings met de Secties — OTS Link
Met de handige OTS (One Touch Setting) Link functie kunt u automatisch van One Touch Setting veranderen, als u een
andere Main sectie (A - D) selecteert.
De Paneelknoppen in een One Touch Setting Registreren (ONE TOUCH SETTING)
Dit gedeelte beschrijft hoe u uw eigen One Touch Setting instellingen kunt creëren (4 stuks per stijl). Zie, voor een
overzicht van alle parameters die de One Touch Setting functie kan onthouden, de aparte Data List (Parameter Chart).
AUTO FILLIN
OTS LINK
1
2
Als u omschakelt naar een andere Main sectie
(A - D), wordt ook de bijbehorende One Touch
Setting automatisch opgeroepen.
De Main secties A, B, C en D corresponderen
met respectievelijk de One Touch Settings 1, 2,
3, en 4.
Voor de timing van het om-
schakelen van de One
Touch Settings heeft u keu-
ze uit twee mogelijkheden
(blz. 130):
Onmiddellijk, op het mo-
ment dat u op een sec-
tieknop drukt.
Bij de volgende maat
(van de begeleidings-
stijl), na het drukken op
een sectieknop.
Druk, om de OTS Link functie uit te schakelen, opnieuw op de
[OTS LINK] knop.
END
OPMERKING
MEMORY
ONE TOUCH SETTING
1234
1
Selecteer een
stijl.
2
Stel alle paneelknoppen,
zoals het selecteren van
een voice, naar wens in.
3
Druk op de
[MEMORY] knop.
END
Er verschijnt een schermmededeling die u vraagt of de huidige stijl moet
worden opgeslagen. Selecteer “YES” om het STYLE scherm op te roepen, sla
vervolgens de paneelinstellingen op (blz. 39, 45).
Tenzij u de paneelinstelling-
en hier bewaart, zullen de
instellingen worden gewist
als u een andere begelei-
dingsstijl selecteert.
4
Druk op één van de [ONE TOUCH SETTING] knoppen: [1] - [4].
De items die u in een One Touch Setting kunt registreren zijn Voice, Harmony en Pedaalinstellingen.
OPMERKING
Stijlen
CVP-205/203
70
Met de Music Finder kunt u onmiddellijk geschikte instellingen voor het instrument
oproepen — zoals voice, stijl, en One Touch Settings — door slechts het selecteren van
een song titel. Als u een bepaald muziekstuk wilt gaan spelen, maar niet goed weet welke
stijl en voice instellingen daarbij passen, dan kan de handige Music Finder functie u
hierbij helpen. De aanbevolen instellingen, waaruit een "bestand" bestaat, kunnen ook
worden bewerkt en bewaard. Hierdoor kunt u uw eigen Music Finder bestanden creëren
om ze later weer te kunnen oproepen.
De Ideale Instellingen voor uw Muziek Oproepen — Music Finder
De MUSIC FINDER bestan-
den en hun inhoud zijn
slechts één voorbeeld van
de aanbevolen paneelinstel-
lingen. U kunt ook uw eigen
Music Finder instelllingen
creëren voor uw favoriete
songs en genres.
Als u tevens toetsenbordin-
stellingen (zoals voice, effec-
ten, etc.) onmiddellijk wilt
kunnen oproepen, zet dan
de [OTS LINK] knop aan.
Als de [OTS LINK] knop uit
staat, kunt u de aanbevolen
instellingen oproepen door
op één van de One Touch
Setting knoppen [1] - [4] te
drukken.
OPMERKING
OPMERKING
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD S YNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
MUSIC FINDER
MUSIC FINDER
Selecteer een bestand. Selecteer
bijvoorbeeld het bovenste bestand door
op de [1▲▼] knop te drukken en de
aanbevolen instellingen op te roepen.
De instellings-data die hier getoond wordt
noemen we een bestand (record).
All .......................... Toont alle bestanden.
FAVORITE ............. Toont de bestanden die aan de Favorite pagina zijn toegevoegd.
SEARCH1,2 .......... Toont de resultaten van de SEARCH functie (blz. 71).
De bestanden sorteren
MUSIC.......De bestanden worden gesorteerd
op song titel.
STYLE ...... op stijlnaam.
BEAT .........op maatsoort.
TEMPO......op tempo.
Verander de volgorde van de bestanden
(normaal of in omgekeerde volgorde).
Voeg het geselecteerde bestand toe aan de "Favorite" pagina
Als u op de [H] knop drukt, verschijnt de schermmede-
deling: Add selected data to the favorite list? YES/NO.
Selecteer [YES] om de geselecteerde pagina aan de
FAVORITE pagina toe te voegen.
Bestand(en) zoeken. Voer de zoekconditie in in het
MUSIC FINDER SEARCH scherm (blz. 71). De resul-
taten van SEARCH 1 of 2 verschijnen in respectievelijk
de SEARCH 1 of SEARCH 2 pagina.
Roep het MUSIC FINDER RECORD EDIT (blz. 72) scherm op
(voor het bewerken van het geselecteerde bestand).
Zet TEMPO LOCK aan/uit. Met de TEMPO LOCK functie kunt u tijdens het
afspelen van stijlen voorkomen dat het tempo wijzigt als er een ander bestand
wordt geselecteerd. De aan/uit instelling heeft invloed op alle paginas (ALL/
FAVORITE/SEARCH 1/SEARCH 2).
Selecteer een bestand op zijn stijlnaam. Druk, voor het sorteren van de bestanden op
stijlnaam, op deze knoppen om de cursor naar de volgende/vorige stijl te verplaatsen. Druk
tegelijk op de [▲▼] knoppen om de cursor naar het eerste bestand te verplaatsen.
Selecteer een bestand via zijn song
titel. Gebruik, als u de bestanden op
song titel sorteert, de [1▲▼] knoppen
om alfabetisch door de songs omhoog
of omlaag te scrollen. Druk tegelijk op
de [▲▼] knoppen om de cursor naar
het eerste bestand te verplaatsen.
Toont het aan-
tal bestanden
van iedere
pagina.
1
2
3
Bespeel de stijl (blz. 61).
De bestanden kunnen wor-
den geselecteerd met de
[DATA ENTRY] knop en het
drukken op de [ENTER]
knop.
OPMERKING
Stijlen
71
CVP-205/203
De Ideale Instellingen Zoeken — Music Finder Search
U kunt de bestanden zoeken op muziektitel of op zoekwoorden. De resultaten verschijnen in het scherm.
[A] MUSIC
Zoekt op muziekstuk/song titel. Druk op deze knop om het scherm voor het
invoeren van de song titel op te roepen.
Als u de song titel invoert (blz. 46), roept de zoekfunctie alle bestanden op die het
ingegeven woord of woorden bevatten.
[B] KEYWORD
Zoekt op zoekwoord. Druk op deze knop om het scherm voor het ingeven van het
zoekwoord op te roepen.
Als u het zoekwoord ingeeft (blz. 46), roept de zoekfunctie alle bestanden op die
het ingegeven woord of woorden bevatten. U kunt op meerdere zoekwoorden
tegelijk zoeken door tussen de woorden een komma te plaatsen. De zoekfunctie vindt en toont alle bestanden die op zijn
minst één zoekwoord bevatten.
[C] FILE
Zoekt op stijlnaam. Druk op deze knop om het STYLE FILE SELECT scherm op te roepen. Druk
op één van de [A] - [J] knoppen in het scherm om de gewenste begeleidingsstijl te selecteren.
Met deze handige functie kunt u alle songs vinden die een bepaalde begeleidingsstijl gebruiken.
[D] BEAT
Zoekt op maatsoort of ritmisch gevoel.
[E] SEARCH AREA
Selecteert een specifieke lokatie om te zoeken. U kunt uw zoekactie verder toespitsen met behulp van de SEARCH 1 en 2
selecties.
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingegeven item aan de linkerkant.
[1▲▼] TEMPO FROM
U kunt uw zoekactie ook toespitsen door het specificeren van een tempobereik. Hier kunt u een minimumtempo voor het
zoeken instellen. Druk tegelijk op de [
▲▼
] knoppen om de tempowaarde op zijn minimum te zetten.
[2▲▼]TEMPO TO
U kunt uw zoekactie ook toespitsen door het specificeren van een tempobereik. Hier kunt u een maximumtempo voor het
zoeken instellen. Druk tegelijk op de [
▲▼
] knoppen om de tempowaarde op zijn maximum te zetten.
[3▲▼]~[5▲▼] GENRE
Selecteert het specifieke muziekgenre voor het zoeken. Het beschikbare gebied omvat alle genres (ANY), de preset genres en
alle genres die u zelf heeft toegevoegd (blz. 70).
[8] CANCEL
Druk hierop om de handeling af te breken en terug te keren naar het vorige scherm.
Start het zoeken naar het
bestand. De resultaten die
aan alle condities voldoen
verschijnen in het SEARCH
scherm. Voor details over de
zoekinstellingen in dit
scherm, zie hieronder.
1
Druk op de [I]
(SEARCH 1) of op
de [J] (SEARCH 2)
knop in het
MUSIC FINDER
scherm.
2
Voer de zoekcon-
dities in (zie hier-
onder), start hier-
na het zoeken
met de [START
SEARCH] knop.
Het STYLE FILE SELECT
scherm kan uitsluitend wor-
den gebruikt om de stijlnaam
te selecteren die u wilt zoe-
ken; het kan niet worden ge-
bruikt om de feitelijke bege-
leidingsstijl op te roepen.
OPMERKING
Stijlen
CVP-205/203
72
Bestanden Bewerken — Music Finder Record Edit
Vanuit dit scherm, kunt u bestaande bestanden oproepen en bewerken, om ze aan uw
persoonlijke wensen aan te passen. U kunt dit zelfs gebruiken om uw eigen Music
Finder bestanden te creëren.
[A] MUSIC
Selecteert het te bewerken muziekstuk/song titel. Druk op de knop om het scherm voor
het ingeven van het muziekstuk/song titel op te roepen, bewerk hierna de naam.
[B] KEYWORD
Selecteert het te bewerken zoekwoord. Druk op de knop om het scherm voor het
ingeven van het zoekwoord op te roepen, hierna kunt u het bewerken.
U kunt meerdere zoekwoorden ingeven door tussen de woorden een komma te plaatsen.
[C] FILE
Selecteert de te bewerken file naam. Geef altijd een naam in als u een nieuw bestand registreert. Druk
op de knop om het STYLE FILE SELECT scherm op te roepen. Druk op één van de [A] - [J] knoppen in
het scherm om de gewenste file te selecteren die u wilt wijzigen/wissen/registreren.
[D] BEAT
Selecteert de te bewerken beat (maatsoort). Als er een andere file wordt geselecteerd door op de [C]
knop te drukken, wordt de beat instelling vervangen door de beat instelling van de geselecteerde file.
[E] FAVORITE
Voegt het geselecteerde bestand toe aan de Favorite pagina (blz. 70).
[F]~[H] CLEAR
Wist het ingevoerde item aan de linkerkant.
[I] DELETE RECORD
Wist het geselecteerde bestand. Het gewiste bestandsnummer komt vrij (leeg). Als u op deze knop drukt, verschijnt er een
schermmededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES ......................Druk hierop om het bestand te wissen en het scherm te sluiten.
NO ......................Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te wissen.
CANCEL...............Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
[J] NEW RECORD
Registreert een nieuw bestand. Het laagtste beschikbare lege bestandsnummer wordt voor het
registreren gebruikt. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een schermmededeling die u vraagt om de
handeling uit te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES ......................Druk hierop om het bestand te registreren en het scherm te sluiten.
NO ......................Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te registreren.
CANCEL...............Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
U kunt een preset bestand ook
wijzigen/wissen. Wilt u wijzi-
gen/wissen voorkomen, regis-
treer het bestand dan, na het
bewerken, als een nieuw
bestand.
OPMERKING
1
Druk op de [8 ▲▼]
(RECORD EDIT)
knop in het MUSIC
FINDER scherm.
2
Wijzig/wis de bestands-data. U kunt ook nieuwe
bestanden registreren. Voor details over alle
instellingen en procedures, zie hieronder.
Alle Music Finder bestanden
kunnen samen worden bewaard
als één le (blz. 143). Tijdens
het oproepen van een bewaar-
de le, verschijnt er een
schermmededeling die u vraagt
of de bestanden moeten wor-
den vervangen of toegevoegd.
Replace:
Alle Music Finder bestanden
die zich momenteel in het
instrument bevinden worden
gewist en vervangen door de
bestanden van de geselec-
teerde le.
Append:
De opgeroepen bestanden
worden toegevoegd op de
vrije bestandsnummers.
OPMERKING
Het STYLE FILE SELECT
scherm kan uitsluitend wor-
den gebruikt om de stijlnaam
te selecteren voor het be-
werken van het bestand; het
kan niet worden gebruikt om
de feitelijke begeleidingsstijl
op te roepen.
Houd in gedachte dat de hier
gemaakte Beat instelling
uitsluitend voor de Music
Finder Search functie is; dit
heeft geen invloed op de
feitelijke maatsoortinstelling
van de begeleidingsstijl zelf.
OPMERKING
OPMERKING
Het maximum aantal bestan-
den is 2500, inclusief interne
bestanden.
OPMERKING
Stijlen
73
CVP-205/203
[1▼▲] TEMPO
Bepaalt het tempo voor het geselecteerde bestand. Als de file gewijzigd wordt met de [C] knop, wordt het tempo
automatisch gewijzigd in dat van de gewijzigde file.
[3▼▲]~[5▼▲] GENRE
Selecteert het specifieke genre dat u wilt bewerken. Het beschikbare bereik omvat alle preset genres, alsook alle die u
zelf heeft toegevoegd.
[6▼▲] GENRE NAME
Om een genrenaam in te geven. Druk op de knop om het scherm voor het
ingeven van de genrenaam op te roepen, bewerk hierna de naam. Er kunnen
maximaal 200 genrenamen worden bewaard.
De genrenaam die u ingeeft wordt effectief als het huidige bestand wordt bewerkt (overschreven) door op de [8
] (OK)
knop te drukken, of als er een nieuw bestand wordt geregistreerd door op de [J] (NEW RECORD) knop te drukken.
Als u het MUSIC FINDER EDIT scherm verlaat zonder het bestand echt te bewerken of te registreren, zal de ingegeven
genrenaam worden gewist.
[8] OK
Voert alle bewerkingen en wijzigingen aan het bestand uit. Als u op deze knop drukt, verschijnt er een scherm-
mededeling die u vraagt om de handeling uit te voeren (execute), af te breken (abort), of te annuleren (cancel).
YES .................. Druk hierop om het bestand te vervangen en het scherm te sluiten.
NO .................. Druk hierop om het scherm te sluiten zonder het bestand te vervangen.
CANCEL........... Druk hierop om de schermmededeling te sluiten en terug te keren naar het vorige scherm.
[8] CANCEL
Druk hierop om de handeling af te breken en terug te keren naar het MUSIC FINDER scherm.
CVP-205/203
74
Het Afspelen van Songs
Hier zult u leren hoe u songs kunt afspelen. Songs kunnen zijn: interne songs van het instrument, uw eigen spel dat u
heeft opgenomen met de opnamefuncties (blz. 93) en commercieel verkrijgbare song data. U kunt deze zeer veel-
zijdige functie op vele manieren gebruiken — om mee te spelen met de song, alsook voor het instuderen van nieuwe
muziek met de Guide (blz. 79) en de Repeat (blz. 78) functies. U kunt ook muzieknoten (alleen CVP-205) en song
teksten in de LCD weergeven.
Interne songs (Song Book; alleen CVP-205)
Song data op de bijgeleverde diskette (50 greats for the Piano (CVP-205/203),
Music Software Collection (alleen CVP-203)
Commercieel verkrijgbare song data
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met GM (General
MIDI).
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met het XG format
van Yamaha. XG is een enorme verbetering ten opzichte van de “GM System
Level 1” standaard, met meer voices, grotere bewerkingsmogelijkheden en
ondersteuning van meerdere effectsecties en -types.
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met Yamaha’s DOC (Disk Orchestra Collection).
format.
Diskettes met dit logo bevatten song data die compatibel is met Yamaha’s originele Midi file format.
• Songs die u heeft opgenomen (blz. 93) en bewaard in de CVP-205/203, of opgeslagen op diskette.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Compatibele Song Types
Commercieel verkrijgbare
muziek data is onderworpen
aan auteursrechten en is
uitsluitend bedoeld voor per-
soonlijk gebruik.
Voor meer informatie over
song file types, compatibel
met de Clavinova, zie blz.
151.
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
75
CVP-205/203
Het Afspelen van de Interne Songs
Het Afspelen van Songs
BACK
BACK
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
END
2-2 Open een map en
selecteer een song
om af te spelen.
2-1 Selecteer de PRESET tab met de [BACK]
knop.
U kunt Sync Start voor de
song activeren door gelijktij-
dig op de [TOP] en de
SONG [START/STOP]
knoppen te drukken. De
song start zodra u op het
toetsenbord begint te spe-
len. U kunt deze functie ook
gebruiken in combinatie
met de Sync Start functie
van de stijl (blz. 61).
U kunt het volume automa-
tisch laten aanzwellen of
wegsterven aan het begin of
einde van de song. Druk
gewoon op de [FADEIN/
OUT] knop aan het begin
van een song voor een fade-
in, en druk er aan het einde
van de song op voor een
fade-out.
Stel het tempo in met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz.
51) of de [TAP TEMPO] knop.
U kunt zelfs de afspeelsnelheid wijzigen door het intikken
van het tempo tik gewoon twee maal op de [TAP
TEMPO] knop.
1
2
3
De song start.
Druk nogmaals op de knop om de song
onmiddellijk te stoppen.
Druk op de knop om terug te keren naar
het vorige scherm.
START / STOP
EXIT
Als het MAIN scherm (links)
niet wordt weergegeven,
druk dan op de [DIRECT
ACCESS] knop, gevolgd
door de [EXIT] knop.
U kunt ook een aantal
andere instellingen maken
(zoals tempo, voice selectie,
instellingen voor de oefen-
functies, etc.) die automa-
tisch weer worden opgeroe-
pen als de song wordt
afgespeeld (blz. 105).
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
CVP-205/203
76
Het Gelijktijdig Afspelen van een Song en een Begeleidingsstijl
Als een song en een begeleidingsstijl tegelijk worden afgespeeld, dan worden de
kanalen 9 - 16 van de song data vervangen door begeleidingsstijlkanalen — waardoor
u de Automatische Begeleidingsstijlen en -mogelijkheden kunt gebruiken in plaats van
de begeleidings-parts van de song. Maak de onderstaande instellingen en speel uw
eigen akkoorden ter vervanging van de akkoord data van de song.
• [ACMP] knop..................... ...ON
• [AUTO FILL IN] knop ........ ...ON
1
Selecteer de song en start het afspelen door op de SONG [START/STOP] knop te
drukken.
2
Selecteer de gewenste begeleidingsstijl
3
Start de stijl door op de STYLE [START/STOP] knop te drukken.
4
Voeg, terwijl een song afspeelt, een break in of verander van sectie (met de
stijlsectieknoppen.)
Als u naar een andere sectie omschakelt, speelt er een Fill in pattern af.
De stijl stopt automatisch als de song is afgelopen of wordt gestopt.
De begeleiding stopt als u
de song stopt. Als de bege-
leidingsstijl speelt en u start
de song, dan stopt de bege-
leiding automatisch.
OPMERKING
END
Het Afspelen van Songs
77
CVP-205/203
Songs op Diskette afspelen
Doe de diskette in de drive.
De methode voor het afspelen is identiek aan die van “Het Afspelen van de Interne Songs”
(blz. 75), behalve dat u de FLOPPY DISK pagina moet selecteren in het SONG scherm.
Andere Afspeel-gerelateerde Procedures
Repeat / Rewind / Fast forward
Het Instellen van de Volumebalans / Specifieke Kanalen Uitschakelen
CHANNEL ON/OFF scherm
Selecteer de [SONG] tab met de [CHANNEL ON/OFF] knop, en schakel het gewenste
kanaal uit door dit op [OFF] te zetten. Houd, om een kanaal solo te schakelen (u hoort
uitsluitend dat kanaal), de knop die bij het kanaal hoort ingedrukt. Om de solo instelling
voor een kanaal weer uit te schakelen, drukt u nogmaals op deze kanaalknop.
Lees eerst het gedeelte
Omgaan met de Floppy
Disk Drive (FDD) en Dis-
kettes (blz. 6).
U kunt instellen of de Clavi-
nova wel of niet automatisch
de eerste song op diskette
zal oproepen zodra er een
diskette in de drive wordt
gedaan (blz. 142).
Bepaalde song data voor de
Clavinova is opgenomen met
speciale free tempo instel-
lingen. Tijdens het afspelen
van dergelijke song data,
komen de maatnummers in
het scherm niet overeen met
de werkelijkheid, maar ge-
ven slechts een indicatie van
hoeveel van de song al is
afgespeeld.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Steek de diskette met het
schuifkapje als eerste en het
label naar boven gericht in de
drive.
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
Tijdens het afspelen, kunt u de song "terugspoelen" naar zijn beginpunt en
deze vanaf het begin opnieuw afspelen. Als het afspelen is gestopt, zal het
drukken op deze knop de song terugzetten op zijn beginpunt.
Druk op deze knop om het SONG POSITION scherm op te
roepen (zie hieronder). Druk, op de [EXIT] knop om terug te
keren naar het SONG scherm.
Als BAR is geselecteerd, kunt u een maatnummer speciceren (geteld vanaf het
begin van de song), met de [REW] en [FF] knoppen.
Als PHRASE MARK is geselecteerd, speciceer dan het phrase mark nummer met
de [REW] en [FF] knoppen.
Phrase Mark
Deze data speciceert een
bepaalde lokatie in de song
data. In de bijgeleverde
Music Software Collection
songs (alleen CVP-203) en
in de interne Song Book
songs (alleen CVP-205)
worden deze bij de muziek-
noten door nummers (1, 2,
etc.) aangegeven.
SONG POSITION scherm
PHRASE MARK is alleen beschikbaar als de song frasemarkeringen bevat.
Druk op de [J] knop en wissel tussen BAR en PHRASE MARK, gebruik dan
de [REW] en [FF] knoppen om de gewenste maat of Phrase Mark te selecteren.
OPMERKING
BALANCE
PA RT
CHANNEL
ON / OFF
Druk op deze knop om het BALANCE scherm op te roepen (blz. 62).
Druk op deze knop om het CHANNEL ON/OFF scherm op te roepen
(zie hieronder).
Channel
Verwijst naar het MIDI
kanaal in de song data. Voor
de CVP-205/203 zijn de
kanalen als volgt
toegewezen:
Song
1 - 16
begeleidingsstijl
9 - 16
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
CVP-205/203
78
Met deze functie kunt u bepaalde parts van de song (Track1, Track2, Extra Tracks) uitschakelen en alleen die parts
afspelen die u wilt horen. U kunt bijvoorbeeld, als u een melodie van een song wilt instuderen, alleen de rechterhand
part uitschakelen om die zelf te spelen.
Met deze functie kunt u een bepaald gebied van de song (tussen Punt A en Punt B) specificeren en herhaaldelijk afspelen.
Specifieke Parts Uitschakelen — Track1/Track2/Extra Tracks
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
2
1
Selecteer een song om af te spelen (blz. 74).
Gebruik deze knop om de rechterhand
part aan/uit te schakelen.
Gebruik deze knop om de linkerhand part aan/uit te schakelen.
Gebruik deze knop om de overige parts aan/uit te schakelen
(alle behalve de rechterhand/linkerhand parts).
Start de song.
Wijzig het tempo met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz. 51).
Alle Tracks staan automa-
tisch aan als er een andere
song wordt geselecteerd.
3
Druk nogmaals op de knop
om de song te stoppen.
END
U kunt de kanaaltoewijzing-
en voor Track 1 en Track 2
(blz. 129) wijzigen, zodat u
kunt speciceren welke
parts er worden uitge-
schakeld als er op de
[TRACK 1]/[TRACK 2]/
[EXTRA TRACKS] knoppen
wordt gedrukt.
OPMERKING
OPMERKING
Een Specifiek Gedeelte Herhaaldelijk Afspelen
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
START / STOP
2
1
Speel de song af (blz. 75, 77).
U kunt de Punten A en B ook
speciceren als de song is
gestopt. Stel Punt A in door
op de [REPEAT] knop te
drukken, gebruik dan de
[FF] knop om naar de ge-
wenste eindpuntlokatie te
gaan, stel vervolgens Punt B
in door nogmaals op de
[REPEAT] knop te drukken.
4
Stop de song.
Druk nogmaals op de knop, om de
Repeat (herhalings)functie uit te schakelen.
REPEAT
Druk op deze knop bij het punt waar u de
herhalende frase wilt laten beginnen (Punt A).
Druk op deze knop bij het punt waar u de
herhalende frase wilt laten eindigen (Punt B).
3
Na een automatische inleiding (om u de frase binnen te leiden), zal het gebied
van punt A tot punt B herhaaldelijk gaan afspelen.
Ongeacht of de song nu afspeelt of is gestopt, door het drukken op de [TOP]
knop keert u terug naar punt A.
Punt B kan niet worden
geselecteerd, als Punt A
nog niet is geselecteerd.
Het speciceren van alleen
Punt A resulteert in het her-
haaldelijk afspelen tussen
Punt A en het einde van de
song.
De gespeciceerde punten
A en B zullen worden gewist
als er een ander song num-
mer wordt geselecteerd, of
als de Repeat functie wordt
uitgeschakeld, of als er een
andere repeat mode wordt
geselecteerd zoals Phra-
se Repeat of Repeat in
Song Chain Play (blz. 129).
END
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
79
CVP-205/203
Deze leuke mogelijkheden maken het makkelijk om nieuwe muziek in te studeren. De
Guide toetslampjes geven aan welke noten u moet spelen, en wanneer u dat moet doen,
alsook hoe lang u ze moet aanhouden. Als u meezingt in een aangesloten microfoon en
meespeelt met een song (alleen CVP-205), dan zal de Clavinova de timing van de song
automatisch aan uw zang aanpassen.
Oefenfuncties
Voor toetsenbordspel
Follow Lights
Als dit geselecteerd is, kunt u zien welke noten u moet spelen door naar de Guide
lampjes te kijken. Ze lichten precies op tijd op tijdens het afspelen van songs, om u te
tonen wanneer u een noot moet spelen. U kunt ook op uw eigen tempo oefenen —
aangezien de begeleiding wacht tot u de noten correct heeft gespeeld.
Accompaniment Guide
Als de song data die u gebruikt akkoord data bevat en de [ACMP] knop aanstaat, kunt
u de Guide lampjes (blz. 129) ook gebruiken om u te helpen om akkoorden te spelen.
Kijk naar de Guide lampjes en probeer de juiste akkoorden te spelen.
Any Key
Met deze functie kunt u de melodie van een song spelen, door het herhaaldelijk op tijd
indrukken van telkens dezelfde toets (maakt niet uit welke). Zolang u gelijke tred houdt
met de muziek, zal de melodie mooi gelijk lopen met de song.
Voor meezingdoeleinden
Karao-Key
Met deze handige functie kunt u het afspelen van de song en de begeleiding met slechts één vinger besturen. Druk
gewoon op het juiste moment in de muziek op een toets van het toetsenbord — het maakt niet uit welke toets — en
de begeleidings-parts van de song volgen u op de voet. Hiermee kunt u de timing en het tempo van song en
begeleiding besturen, opdat ze uw zang perfect zullen volgen.
Het Gebruik van de Oefenfuncties — Guide
U kunt de Guide lampjes
aan/uitzetten vanuit het
SONG SETTING scherm
(blz. 129).
OPMERKING
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Guide
toetslampjes
U kunt ook het moment be-
palen waarop de Guide
toetslampjes zullen oplichten
om dit aan uw speelvoorkeu-
ren aan te passen (Guide
Lamp Timing; blz. 129).
Als u wilt leren hoe u bepaal-
de akkoorden moet spelen,
gebruik dan de Chord Tutor
functie (blz. 131).
De Accompaniment Guide
functie kan niet worden
gebruikt als de Akkoord-
vingerzettingsmethode op
Single Finger, Full key-
board of AI Full Keyboard
staat ingesteld.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
CVP-205/203
80
Het Instuderen van Muziek met de Guide Functies
Selecteert de specieke oefenfunctie.
Zet de Guide toetslampjes aan/uit.
Bepaalt het moment waarop de
Guide toetslampjes zullen oplichten.
JUST .....De Guide lampjes lichten op tijd op in de
muziek, precies op het moment dat u de
betreffende noten moet spelen.
NEXT.....De Guide lampjes lichten iets vroeger op,
om aan te geven welke noten u zo
dadelijk moet gaan spelen. De Guide
lampjes zullen gaan knipperen als u de
toets niet op tijd speelt.
Bepaalt of de Phrase Mark secties in de song wel of niet herhaaldelijk zullen af-
spelen. Als dit op ON staat, zullen de gespeciceerde maten van de frase herhaal-
delijk afspelen. Roep het SONG POSITION scherm op door op de [REW] of de [FF]
knop te drukken en selecteer PHRASE MARK door op de [J] knop te drukken. Stel
het gewenste Phrase Mark nummer in met de [REW] en [FF] knoppen.
2
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77) en schakel de track uit die u wilt gaan
oefenen (blz. 78).
1
Selecteer de gewenste oefenfunctie vanuit de song SETTING pagina in het
FUNCTION scherm (blz. 129).
4
3
5
Druk, om de oefenfunctie uit te schakelen,
nogmaals op de knop.
GUIDE
END
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Start de song en probeer de part die u heeft uitgeschakeld te spelen.
Wijzig het tempo met de TEMPO [ ][ ] knoppen (blz. 51).
Stop de song.
Voor details over het SONG
SETTING scherm, zie blz. 129.
De Guide lampjes lichten op op
basis van song kanalen die zijn
opgenomen in de Tracks 1 en 2
en akkoord data in de song
(mits dergelijke data aanwezig
is). Gewoonlijk kunt u de AUTO
SET CH functie op ON zetten
en zal het song kanaal automa-
tisch worden ingesteld. Als de
resultaten niet bevredigend
zijn, dienen de Kanaalinstel-
lingsparameters TRK1 CH
en TRK2 CH voor de betref-
fende rechter- en linkerhand
parts te worden aangepast.
Phrase Mark
Deze data speciceert een be-
paalde lokatie in de song data.
In de bijgeleverde Music Soft-
ware Collection songs (alleen
CVP-203) en in de interne
Song Book songs (alleen
CVP-205) worden deze bij de
muzieknoten aangegeven door
nummers (1, 2, etc.).
Track 1 of Tracks 1 & 2 worden
automatisch geselecteerd voor
oefenen zodra de oefenfunctie
wordt opgeroepen mits u de
track die u wilt oefenen niet
heeft uitgeschakeld.
De Guide toetslampjes lichten
soms een octaaf lager/hoger
op dan de eigenlijke toon-
hoogte. Noten die buiten het
bereik van de 88 toetsen
liggen, kunnen niet door de
Guide toetslampjes worden
aangegeven.
Als de in de song opgenomen
rechter- en linkerhand parts
niet goed van elkaar zijn ge-
scheiden, zal de oefenfunctie
wellicht niet naar verwachting
functioneren.
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
81
CVP-205/203
Met deze functie kunnen er, tijdens het afspelen van songs, automatisch muzieknoten in het scherm worden
weergegeven. Dit kan worden gebruikt met uw eigen opnames, alsook met de interne Demo songs.
Het Weergeven van Muzieknoten — Score (alleen CVP-205)
1
Selecteer de
gewenste song
(blz. 75, 77).
Bepaalt of de linkerhandpartij wel/niet in het scherm
zal worden weergegeven. Afhankelijk van andere
instellingen kan deze parameter soms niet beschik-
baar en daarom vaag zichtbaar zijn. Mocht dit het
geval zijn, ga dan naar het gedetailleerde instel-
lingenscherm (zie hieronder; gebruik de [8▲▼]
knoppen) en stel de LEFT CH. parameter in op een
ander kanaal, behalve AUTO. Of ga naar het
SONG SETTING scherm in het Function menu
(blz. 129) en stel de TRACK 2 parameter in op een
ander kanaal, behalve OFF.
Bepaalt of de rechterhandpartij wel/niet in het scherm
zal worden weergegeven.
Kanaal 1 wordt automatisch geselecteerd als [TRACK1]
wordt ingesteld op [OFF] vanuit het SONG SETTING
scherm (blz. 129).
Bepaalt of de akkoorden wel/niet in het scherm zullen worden weergegeven.
Als de geselecteerde song geen akkoord data bevat, zullen er geen
akkoorden worden weergegeven.
Bepaalt of de nootnamen (toonhoogtes) wel/niet zullen
worden weergegeven.
Bepaalt de schermresolutie (of zoom level) van de notatie.
SMALL ......Notatie wordt afgebeeld in klein formaat.
LARGE ......Notatie wordt afgebeeld in groot formaat.
De afgebeelde notatie wordt
door de Clavinova gege-
nereerd op basis van de
song data. Het resultaat is
wellicht niet hetzelfde als
commercieel verkrijgbare
bladmuziek van dezelfde
song vooral bij het weer-
geven van ingewikkelde
passages of vele korte
noten.
Bepaalde song data voor de
Clavinova is opgenomen
met speciale free tempo
instellingen. Voor dergelijke
song data, zal het tempo,
tel, maat en de muziekno-
tatie niet correct worden
weergegeven.
[RIGHT] en [LEFT] kunnen
niet allebei worden uitgezet.
De nootnamen staan links
van elke noot. Als de ruimte
tussen de noten te smal is,
zullen de nootnamen boven
de noten verschijnen.
U kunt het aantal maten dat
in het scherm wordt weer-
gegeven vermeerderen,
door het aantal overige
items dat wordt weerge-
geven (parts, akkoorden,
etc.) te verminderen.
Wanneer extra tekens (krui-
sen en mollen) niet op één
regel passen, worden ze op
de volgende regel midden
in de maat weergegeven.
De notatiefuncties kunnen
niet worden gebruikt om
song data te creëren door
het ingeven van noten. Voor
informatie over het creëren
van song data, zie blz. 97.
Als het MAIN scherm
(links) niet wordt weerge-
geven, druk dan op de
[DIRECT ACCESS] knop
gevolgd door de [EXIT]
knop.
3
Dit roept het gedetailleerde instellingenscherm op
voor notatie. Voor details, zie de volgende bladzijde.
Bepaalt of er wel/niet song teksten zullen worden weergegeven.
Als de geselecteerde song geen song tekst data bevat, zal er
geen tekst worden weergegeven.
2
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
CVP-205/203
82
Gedetailleerde Instellingen voor Notatie
[1▲▼] LEFT CH/[2▲▼] RIGHT CH
Dit bepaalt het Left kanaal (voor de linkerhand part) en het Right kanaal (voor de rechterhand part). Deze instelling
keert terug naar AUTO als er een andere song wordt geselecteerd.
AUTO .........................De kanalen voor rechter- en linkerhand parts worden automatisch toegewezen — waarbij de
parts worden ingesteld op hetzelfde kanaal als het kanaal dat is gespecificeerd in het SONG
SETTING scherm van het Function menu (blz. 129).
1-16............................Wijst de part toe aan het gespecificeerde kanaal ( 1- 16).
OFF (alleen LEFT CH) Geen kanaaltoewijzing.
[3▲▼], [4▲▼] KEY SIGNATURE
Hiermee kunt u , midden in een song, toonsoortwijzigingen aanbrengen, op de positie waar u bent gestopt,
waardoor u de song op elk gewenst punt kunt transponeren. Voor een overzicht van alle toonsoorten, met hun
bijbehorende mineur toonsoorten, verhogingen en verlagingen, zie het schema hieronder.
[5▲▼] QUANTIZE
Dit geeft u controle over de nootresolutie in de notatie, waardoor u de correcte timing
van alle weergegeven noten zodanig kunt verschuiven dat ze overeenkomen met een
specifieke nootwaarde. Zorg dat u altijd de kleinste nootwaarde selecteert die in de song
voorkomt.
Note resolution:
1/4 noot, 1/8 noot, 1/16 noot, 1/32 noot, 1/4 noot triool, 1/8 noot triool, 1/16 noot triool, 1/32 noot triool
Als LEFT en RIGHT op
hetzelfde kanaal zijn inge-
steld, wordt de notatie van
de rechter- en linkerhand-
noten als piano partij weer-
gegeven (twee met elkaar
verbonden notenbalken)
OPMERKING
The note indicates the root note of the major key, and the note indicates the root of the relative minor.
C Maj (A min) G Maj (E min) D Maj (B min) A Maj (F
min) E Maj (C
min) B Maj (G
min) F
Maj (D
min) C
Maj (A
min)
C
Maj (A
min) G
Maj (E
min) D Maj (B
min) A
Maj (F min) E
Maj (C min) B
Maj (G min) F Maj (D min)
Toonsoorten en verhogingen/verlagingen
De
noot geeft de root noot v/d majeur toonsoort aan, de
noot geeft de root noot v/d relatieve mineur aan.
Korte noten en bijzondere
noten (zoals trillers en korte
voorslagen), korter dan de
nootresolutie zullen niet in
de notatie worden weerge-
geven.
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
83
CVP-205/203
[6▲▼] NOTE NAME
Als [NOTE NAME] is ingesteld op ON, worden zowel de nootnamen als de solfege namen (do, re, mi, etc.)
weergegeven.
ABC ................. Nootnamen worden weergeven als letters (C, D, E, F, G, A, B).
Fixed Do.......... Nootnamen zullen worden weergeven met hun solfege namen en zullen afhankelijk van de
geselecteerde taal (blz. 50) verschillen.
English.............. Do Re Mi Fa Sol La Ti
French ..............Ut Re Mi Fa Sol La Si
Italian............... Do Re Mi Fa Sol La Si
German............ Do Re Mi Fa Sol La Si
Spanish............. Do re Mi Fa Sol La Si
Japanese...........
Movable Do..... Nootnamen worden weergeven met hun solfege namen, afhankelijk van de toonladder-intervallen
en indien van toepassing op de toonsoort. De grondtoon wordt weergeven als Do. In de toonsoort
G majeur bijvoorbeeld, zal de grondtoon Sol als Do worden weergeven.
Net als bij “Fixed Do”, verschilt de weergave afhankelijk van de geselecteerde taal.
[8] OK
Dit sluit het gedetailleerde instellingenscherm en start het genereren van de notatie. U
kunt dit ook uitvoeren door op de [ENTER] knop op het bedieningspaneel te drukken.
[8] CANCEL
Dit sluit het gedetailleerde instellingenscherm zonder dat er instellingen worden
gewijzigd. U kunt dit ook uitvoeren door op de [EXIT of de [RECORD] knop op het
bedieningspaneel te drukken.
U kunt de schermpaginas
(één voor één) selecteren
met de [BACK]/[NEXT]
knoppen of met het pedaal
(blz. 131).
OPMERKING
Het Afspelen van Songs
CVP-205/203
84
Met deze functie kunt u song teksten weergeven terwijl de song afspeelt — waardoor het gemakkelijk is om mee te
zingen met uw spel of afspelende songs.
* Alleen de CVP-205 heeft een microfooningang.
Het Weergeven van Song Teksten
1
Selecteer de
gewenste song
(blz. 75, 77).
3
De inhoud van het scherm
kan ook op een aangeslo-
ten TV worden weerge-
geven (alleen CVP-205;
blz.136, 145).
5
De song teksten
worden tijdens
het afspelen van
songs in diaposi-
tief weergegeven.
Stop de song.
Druk op de knop
om naar het vorige scherm terug te keren.
EXIT
END
De song teksten kunnen
worden gewijzigd (blz. 108).
De taal die voor song
teksten zal worden gebruikt
hangt af van de specieke
song tekst data. Als de
song teksten er verminkt of
onleesbaar uitzien, kunt u
dit verhelpen door de
LYRICS LANGUAGE
instelling te wijzigen vanuit
het SONG SETTING
scherm (blz. 129).
Start de song.
4
2
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
Als de geselecteerde song
geen song tekst data bevat,
zal er geen tekst worden
weergegeven.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
85
CVP-205/203
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
Registration Memory is een krachtige functie waarmee u de Clavinova alles kunt laten instellen, precies zoals u dat wilt — het selecteren
van specifieke voices, stijlen en effectinstellingen, etc. — en kunt u uw zelfgemaakte paneelinstellingen opslaan om ze later weer te
kunnen oproepen. Als u die instellingen weer nodig heeft, hoeft u slechts op de juiste REGISTRATION MEMORY knop te drukken.
Hier kunt u zien hoe u uw eigen paneelinstellingen in de REGISTRATION MEMORY
knoppen kunt registreren. Maak alle nodige instellingen met de paneelknoppen en
Registration Memory zal ze voor u "onthouden".
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
Het Registreren van Paneelinstellingen — Registration Memory
Houd in gedachte dat songs
of stijlen op diskette niet in
Registration Memory kunnen
worden geregistreerd. Als u
een diskette song of -stijl wilt
registreren, kopieer de
betreffende data dan naar
“USER” in het SONG/STYLE
scherm (blz. 39) en registreer
de data apart.
OPMERKING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
END
1
Stel de paneelknoppen naar wens in.
Zie, voor een overzicht van alle instellingen die kunnen worden
geregistreerd, de aparte Data List (Parameter Chart).
Selecteer de gewenste parametergroe-
pen voor de instellingen die u wilt regi-
streren. U kunt ook de [DATA ENTRY]
knop gebruiken om in dit scherm te navi-
geren. Plaats een vinkteken in het corres-
ponderende vakje om een parameter-
groep te registreren. Groepen zonder
vinkteken zullen geen deel uitmaken van
de Registration Memory instelling. Dit
stelt u in staat om bepaalde instellingen
aan te houden, zelfs als u naar een andere
Registration Memory omschakelt. U kunt
ook de Freeze functie (blz. 87) gebruiken
om de Registration Memory wijzigingen te
overtroeven om te voorkomen dat be-
paalde paneelinstellingen worden gewijzigd.
Plaatst een vinkteken in het
geselecteerde vakje. U kunt ook
de [ENTER] knop gebruiken.
Verwijdert het vinkteken uit het
geselecteerde vakje. U kunt ook
de [ENTER] knop gebruiken.
Annuleert de registratie en
keert terug naar het MAIN
scherm. U kunt ook de
[EXIT] knop gebruiken.
Druk op de gewenste nummerknop om de instellingen te registreren.
3
Alle data die eerder werd
geregistreerd in de gese-
lecteerde REGISTRATION
MEMORY knop (indicator is
groen of rood) zal worden
gewist en vervangen door
de nieuwe instellingen.
Indicator is groen..... De paneelinstelling is geregistreerd, maar niet geselecteerd.
Indicator is rood ...... De paneelinstelling is geregistreerd en geselecteerd.
Indicator is uit ......... De paneelinstelling is niet geregistreerd.
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
2
OPMERKING
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
CVP-205/203
86
Het Opslaan van Uw Registration Memory Instellingen
De instellingen die in de REGISTRATION MEMORY [1]-[8] knoppen zijn geregistreerd worden als één file opgeslagen.
REGISTRATION EDIT scherm
De inhoud van de huidige Registration Memory bank (REGIST.) wordt weergegeven in het REGISTRATION EDIT
scherm. De namen van de bewaarde Registration Memory presets worden in het scherm getoond en de indicators
van de bijbehorende REGISTRATION MEMORY knoppen lichten groen op.
Vanuit dit scherm kunt u Registration Memory presets selecteren, een naam geven of wissen.
Select ...............Druk op de [A] - [J] knoppen. Het REGIST. scherm is gekoppeld aan de REGISTRATION
MEMORY [1] - [8] knoppen. Als u de Registration Memory preset in het scherm selecteert, gaat
de bijbehorende knop aan (indicator is rood).
Name ...............Deze procedure is identiek aan die van “Files en Mappen Namen Geven” (blz. 42) in
“Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data”.
Delete ..............Deze procedure is identiek aan die van “Files en Mappen Wissen” (blz. 44) in “Basisprocedures
— Het Organiseren van Uw Data.
Houd in gedachte dat de
grootte van de Registratie-
bank les en de geheugen-
ruimte die zij innemen af-
hangt van het aantal functies
die in elk daarvan zijn inge-
steld.
OPMERKING
BANK 01
Alle instellingen geregistreerd in de
knoppen [1]-[8] noemen we een
“bank”. Banken kunnen worden
opgeslagen in “USER” of “FLOPPY
DISK” Registratiebank les.
Druk, om het MAIN scherm
op te roepen, op de [DIRECT
ACCESS] en vervolgens op
de [EXIT] knop.
2
Sla de instellingen die u in de Registration Memory knoppen
heeft gemaakt op als één Registratiebank file (blz. 45).
1
Het REGISTRATION EDIT scherm
verschijnt. Voor details over dit scherm,
zie hieronder.
OPMERKING
Het Opslaan en Oproepen van Paneelinstellingen — Registration Memory
87
CVP-205/203
U kunt alle paneelinstellingen die u gemaakt heeft oproepen — of alleen die u specifiek
wenst of nodig heeft. Als u bijvoorbeeld het vinkteken verwijdert bij “STYLE” in het
REGISTRATION MEMORY scherm, kunt u de momenteel geselecteerde stijl aanhouden
als u naar een andere Registration Memory preset omschakelt.
De Geregistreerde Instellingen Oproepen
Druk op de goede REGISTRATION MEMORY knop (waarvan de indicator groen is) om
de gewenste instellingen op te roepen.
Het Selecteren van de Freeze Instellingen
Het Oproepen van een Registration Memory Instelling
Selecteer de gewenste bank
in het REGISTRATION
BANK scherm (blz. 86).
OPMERKING
U kunt uw Registration
Memory presets program-
meren om in die volgorde, of
in elke andere gewenste
volgorde, te worden opge-
roepen. Eénmaal gepro-
grammeerd, kunnen de
presets 1 - 8 in die volgorde
worden geselecteerd met
de [BACK][NEXT] knoppen
of met het pedaal (blz. 134).
OPMERKING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1
Selecteer de Freeze instellingen.
Plaatst een vinkteken
in het geselecteerde
vakje.
2
3
Druk op de [FREEZE] knop. Als Freeze actief is (lampje brandt), zullen de instellingen die u heeft
gespecificeerd in de Freeze pagina worden aangehouden (worden niet gewijzigd), zelfs als u naar een
andere Registration Memory preset omschakelt.
4
Druk op de goede REGISTRATION MEMORY knop (waarvan de indicator groen is) om de gewenste
instellingen op te roepen.
Verwijdert het
vinkteken uit het
geselecteerde vakje.
Roep de “FREEZE”
pagina op vanuit het
REGIST.SEQUENCE/
FREEZE/VOICE SET
scherm (blz. 134).
CVP-205/203
88
Het Bewerken van Voices Sound Creator
De CVP-205/203 heeft een Sound Creator waarmee u zelf uw eigen voices kunt creëren
door het wijzigen van enkele parameters van bestaande voices. Eenmaal gecreëerd, kunt
u deze opslaan als USER voices, om ze later weer te kunnen oproepen.
De Voice kan worden be-
werkt terwijl u een song/
stijl afspeelt.
Houd in gedachte dat ge-
wijzigde parameterinstel-
lingen meestal niet zozeer
het eigenlijke geluid veran-
deren, afhankelijk van de
oorspronkelijke instelling-
en van de voice.
OPMERKING
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
SOUND
CREATOR
Procedure
F
G
H
I
J
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Druk op de [F], [G] of [H] knop om de Part
(MAIN, LAYER of LEFT) te selecteren met
de voice die u wilt bewerken.
Geeft aan welke parameters in dit scherm voor
bewerking beschikbaar zijn. Deze corresponderen
met de parameters/waardes onder in het scherm.
Selecteer het gewenste
menu door op de [NEXT]/
[BACK] knop te drukken.
Opent het Save (Voice) scherm
voor het opslaan van de bewerkte
voice als een User voice (blz. 45).
Selecteer het gewenste menu.
Het geselecteerde menu is
geaccentueerd.
Kan tijdens het bewerken worden
gebruikt om het geluid van de
oorspronkelijke voice met de
bewerkte voice te vergelijken.
4
Sla de bewerkte voice op naar de USER drive
(Flash ROM) als een USER voice (blz. 45).
NATURAL VOICE
De voice kan ook worden
geselecteerd in het SOUND
CREATOR scherm.
2
Druk op de
[SOUND
CREATOR] knop.
3
Bewerk de voice parameters.
De procedures voor iedere functie die in deze stap worden geselecteerd vindt u gedetailleerd
beschreven vanaf blz. 90.
REGULAR VOICE
De instellingen gaan verlo-
ren als er voor de part een
andere voice wordt geselec-
teerd. Belangrijke data moet
daarom eerst worden opge-
slagen naar de USER drive
of diskette.
5
Druk op de [USER] knop om de bewerkte voice
te selecteren en bespeel het toetsenbord.
PAS OP
OPMERKING
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
89
CVP-205/203
SOUND CREATOR Parameters
De volgende parameters zijn gekoppeld aan de parameters in elk ander scherm:
PIANO Bepaalt de parameters die uniek zijn voor piano-geluiden, zoals stemmingscurve of
sustain sampling. Deze pagina is uitsluitend beschikbaar als de Natural piano voice is
geselecteerd.
COMMON Bepaalt de common instellingen zoals voice volume of octaaf.
SOUND Bepaalt het timbre/EG (Envelope Generator)/vibrato van de voice (alleen Regular voice).
EFFECT Bepaalt de effect depth of het effecttype.
HARMONY Bepaalt de Harmony/Echo instellingen.
Common parameter Andere lokatie
MONO VOICE EFFECT (BEDIENINGSPANEEL) blz. 59
PORTAMENTO TIME MIXING CONSOLE blz. 121
LEFT PEDAL TYPE CONTROLLER (FUNCTION) blz. 131
LEFT PEDAL SETTING CONTROLLER (FUNCTION) blz. 131
FILTER BRIGHTNESS MIXING CONSOLE blz. 121
FILTER HARMONIC CONTENT MIXING CONSOLE blz. 121
REVERB DEPTH MIXING CONSOLE blz. 122
CHORUS DEPTH MIXING CONSOLE blz. 122
DSP ON/OFF VOICE EFFECT (BEDIENINGSPANEEL) blz. 58
DSP DEPTH MIXING CONSOLE blz. 122
DSP TYPE/VARIATION MIXING CONSOLE/VOICE EFFECT
(BEDIENINGSPANEEL)
blz. 58, 122
HARMONY/ECHO TYPE HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
HARMONY/ECHO VOLUME HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
HARMONY/ECHO SPEED HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
HARMONY/ECHO ASSIGN HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
HARMONY/ECHO CHORD NOTE ONLY HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
HARMONY/ECHO TOUCH LIMIT HARMONY/ECHO (FUNCTION) blz. 135
Natural Voices en Regular Voices
In de CVP-205/203 zijn twee verschillende klankbronnen ingebouwd: Natural en XG. De Natural
klankopwekking en zijn voices hebben een groot wave geheugen, waardoor u een enorme expressieve
controle heeft over het geluid, zeer fijn en gedetailleerd. De XG klankbron (die de Regular Voices opwekt)
biedt een maximale compatibiliteit met een grote verscheidenheid aan apparaten en song data.
De maximum polyfonie voor iedere klankbron is zo verdeeld dat deze voor uw spel zo geschikt mogelijk
is. Meestal worden de songs en stijlen afgespeeld door de XG klankbron, terwijl de Natural Voices vanaf
het toetsenbord worden bespeeld — waardoor u de Natural Voices kunt bespelen met behoud van de
volledige polyfonie, zelfs als de song en de stijl data de polyfonielimiet zou overschrijden.
* Afhankelijk van de geselecteerde stijl in kwestie, kan een Natural voice worden gebruikt voor de begeleiding. Meestal worden songs afgespeeld door de XG voices (blz. 152);
u kunt ze evenwel automatisch revoicen zodat de uitzonderlijk brede en realistische geluiden, kenmerkend voor de CVP-205/203, zullen worden gebruikt (blz. 120).
Welke parameters beschik-
baar zijn hangt af van het
geselecteerde voice type
(Regular of Natural; zie hier-
onder).
Houd in gedachte dat er
bepaalde parameters zijn
waarvoor SOUND CREA-
TOR instellingen alleen in-
vloed hebben op de MAIN
part voice.
OPMERKING
OPMERKING
Voices die via de XG
klankbron klinken zijn ver-
deeld in twee groepen. De
ene is de originele set met
Clavinova voices (Cool!,
Sweet!, Live!) en de andere
is de conventionele XG set.
OPMERKING
Natural! Cool! Sweet! Live! XG
Voices exclusief voor de Clavinova GM/XG compatibele voices
Natural Voices (gegenereerd door de
Natural klankbron)
Regular Voices (gegenereerd door de XG klankbron)
Voornamelijk gebruikt voor vanaf het
toetsenbord bespeelde voices
Voor vanaf het toetsenbord gespeelde voices en het afspelen van songs/stijlen*
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
CVP-205/203
90
PIANO (Piano Voice is geselecteerd)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
COMMON
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
SOUND (alleen Regular Voice)
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Deze knoppen worden gebruikt om de
helderheid van de klank in te stellen. Deze
instelling beïnvloedt alle Natural Voices
tegelijk. Als er een andere voice dan
piano (Natural) wordt geselecteerd, zet
deze dan op EFFECT pagina. Zie de
Effect pagina (blz. 92) voor details.
Bepaalt de stemmingscurve, speciaal
voor piano voices. Selecteer FLAT als u
het gevoel heeft dat de stemmingscurve
van de piano voice niet goed overeen-
komt met die van de overige instrument
voices.
STRETCH .. Stemmingscurve speciaal
voor pianos
FLAT .......... Stemmingscurve waarbij de
frequenties over het gehele
toetsenbord de octaaf exact
verdubbelen.
Bepaalt de depth van
sustain sampling voor
het damper pedaal.
Welke parameters beschik-
baar zijn verschilt per
geselecteerde voice.
OPMERKING
Stel het volume in van de huidige
bewerkte voice.
Stel de portamento tijd in voor
iedere part (MAIN/LAYER/VOICE)
(alleen Regular Voice) (blz. 121).
Bepaalt de aanslaggevoeligheid, of
hoe het volume op uw
aanslagsterkte reageert.
0 —– Produceert steeds sterkere
niveauverlagingen,
naarmate u zachter speelt.
64—– Normale respons.
127 Produceert hoog (vast)
volume voor iedere
aanslagsterkte.
Verschuift het octaafgebied van de
geselecteerde voice (per heel
octaaf) omhoog of omlaag. Als de
Main of Layer part voice wordt
gebruikt, is de M/LYR parameter
beschikbaar; als de Left part voice
wordt gebruikt, is de LEFT
parameter beschikbaar.
Deze parameters zijn identiek
aan die in het CONTROLLER
scherm. Zie blz. 131 voor
details.
Dit bepaalt of de voice monofoon
wordt bespeeld (alleen Regular
Voice) (blz. 59).
Bepaalt de lter, EG en vibrato
instellingen (zie hieronder).
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
91
CVP-205/203
FILTER
FILTER instellingen bepalen het algehele timbre van het geluid door een bepaald
frequentiegebied te versterken/verzwakken.
EG
De EG (Envelope Generator) instellingen bepalen hoe het volume van het geluid in de tijd verloopt. U kunt er vele
karakteristieke kenmerken van natuurlijke akoestische instrumenten mee nabootsen — zoals de snelle attack en de
korte naklank van percussie-instrumenten of de lange naklank van een piano.
ATTACK ...... Bepaalt hoe snel het geluid zijn maximale volumeniveau
bereikt, nadat de toets is aangeslagen. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de attack.
• DECAY........ Bepaalt hoe snel het geluid zijn sustain niveau bereikt
(een beetje zachter dan het maximum). Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de decay.
• RELEASE ..... Bepaalt hoe snel het geluid wegsterft, totdat u niets meer
hoort, nadat de toets is losgelaten. Hoe hoger de waarde, hoe
langzamer de release.
VIBRATO
• DEPTH........ Bepaalt de intensiteit van het Vibrato effect (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een meer nadrukkelijke Vibrato.
• SPEED......... Bepaalt de snelheid van het Vibrato effect (zie grafiek).
• DELAY ........ Bepaalt de hoeveelheid tijd die verstrijkt tussen het
moment dat de toets wordt aangeslagen en dat het
Vibrato effect actief wordt (zie grafiek). Door hogere
waardes neemt de delay (vertragingstijd) toe.
OPMERKING
Naast het helderder/doffer
maken van het geluid, kunt u
de Filterfunctie ook gebrui-
ken voor het produceren van
elektronische, synthesizer-
achtige effecten.
Cutoff frequency
Volume
Frequency
(pitch)
Cutoff range
These frequencies are
passed by the filter.
BRIGHTNESS
Bepaalt de cutoff frequentie, ofwel de
frequentie vanaf waar het filter
werkzaam is (zie grafiek). Hogere
waardes resulteren in een helderder
geluid.
Cutoff frequentie
Cutoff gebied
Frequentie
(toonhoogte)
Frequenties doorge-
laten door het lter
Volume
Resonance
Harmonic Content
Bepaalt hoeveel nadruk de cutoff
frequentie (resonantie), ingesteld bij
BRIGHTNESS hierboven, krijgt (zie
grafiek). Hogere waardes resulteren in
een meer nadrukkelijk effect.
Volume
Frequency
(pitch)
Frequentie
(toonhoogte)
Resonantie
Volume
Tijd
Niveau
Toets aan
Toets los
ATTACK RELEASE
DECAY
Als RELEASE op een hoge
waarde wordt ingesteld,
wordt de sustain lang.
OPMERKING
VIBRATO
Creëert een zweving in het
geluid door een steeds
terugkerende toonhoogte-
verandering.
OPMERKING
DEPTH
SPEED
DELAY
Tijd
Niveau
Het Bewerken van Voices — SOUND CREATOR
CVP-205/203
92
EFFECT
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
HARMONY
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 op blz. 88.
Deze parameters zijn identiek aan die in het HARMONY/ECHO scherm van FUNCTION. Zie blz. 136 voor
details.
Bepaalt het effecttype (Reverb/Chorus/
DSP) voor de Natural Voices.
Als een Regular Voice wordt geselec-
teerd, worden het DSP type en Variation
ingesteld in twee aparte menus. Voor
informatie over de effectstructuur, zie
blz. 124; en voor een lijst van alle
beschikbare effecttypes, zie de aparte
Data List.
Bepaalt de helderheid van de toon als er een
Natural voice is geselecteerd (alleen CVP-
205). Dit kan ook worden ingesteld vanuit de
PIANO pagina (blz. 90), als er een piano
voice geselecteerd is.
Metallic .........Scherpe metaalachtige toon
Bright............Heldere toon
Normal ..........Standaard toon
Mellow...........Zachte, warme toon
Dark ..............Donkere toon
Identiek aan "MIXING CONSOLE"
op blz. 122.
Als u [BRIGHT] of
[Metalic] als Brilliance
type selecteert, zal het
volumeniveau iets
verhogen. In dat geval kan
een hoog [MASTER
VOLUME] vervorming
veroorzaken. Zet in dat
geval het volume wat
lager.
De SPEED parameter
wordt toegevoegd als het
DSP type VIBE ROTOR
wordt geselecteerd. Met
deze parameter kunt u de
vibrato snelheid instellen
als u een Vibraphone
voice selecteert, om het
effect van een vibe rotor
pedaal na te bootsen.
Met deze parameter kunt u bepalen of het geluid
ook zal doorklinken als u toetsen ingedrukt houdt
(PIANO LIKE), of dat het geluid alleen naklinkt
terwijl het pedaal ingedrukt is, zoals bij het spelen
op een echte vibrafoon (NORMAL) (alleen voor
Vibraphone voice).
OPMERKING
93
CVP-205/203
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van
Songs
— Song Creator
Met deze krachtige en toch eenvoudig te bedienen song opnamefuncties kunt u uw eigen toetsenbordspel opnemen en
bewaren voor later gebruik. Er zijn verschillende opnamemethodes beschikbaar: Quick Record (blz. 94), waarmee u
eenvoudig en snel kunt opnemen; Multi Track Opnames (blz. 95), waarmee u een aantal verschillende parts kunt
opnemen; en Step Record (blz. 97), waarmee u noten één voor één kunt ingeven. Songs kunnen niet alleen voice
instellingen voor het toetsenbord (Main, Layer, Left) bevatten, maar ook de effecten en Automatische Begeleidings-parts.
De opgenomen song kan worden bewaard in het interne geheugen of op diskette (blz. 39, 45).
Omtrent Het Opnemen van Songs
Quick Record (blz. 94)
Dit is de makkelijkste opnamemethode en u kunt er snel het piano stuk, dat u
aan het instuderen bent, mee opnemen. U kunt kiezen uit drie partijen: rech-
terhand, linkerhand en Automatische Begeleiding. U kunt bijvoorbeeld alleen
uw rechterhand opnemen, of uw rechterhand plus de Automatische Begelei-
ding.
Multi Track Opnames (blz. 95)
Hiermee kunt u een song opnemen met een aantal verschillende instrument
voices met de sound van een compleet orkest of band als resultaat. Neem ieder
instrument individueel op en creëer volledig georkestreerde composities. U
kunt ook uw eigen spel over een bestaande part van een interne song of song
op diskette heen opnemen.
Step Record (blz. 97)
Deze methode lijkt op het schrijven van noten op muziekpapier. Hiermee kunt
u iedere noot één voor één ingeven, door het specificeren van zijn toonhoogte
en lengte. Dit is ideaal voor het opnemen van heel precieze opnames, of het
opnemen van zeer moeilijk te spelen partijen.
Songs Bewerken (blz. 103)
Met de CVP-205/203 kunt u ook songs bewerken die zijn opgenomen met
Quick Record, Multi Track en Step Record.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
SYNC.START
DIGITAL
RECORDING
De interne geheugencapaciteit van
de Clavinova is ongeveer 580KB.
De geheugencapaciteit voor 2DD
en 2HD diskettes is respectievelijk
ongeveer 720KB en 1,44MB. Als u
data in deze lokaties bewaart, wor-
den alle file types van de Clavinova
(Voice, Stijl, Song, Registraties,
etc.) bij elkaar bewaard.
Het microfooningangssignaal
(alleen CVP-205) kan niet worden
opgenomen.
Songs opgenomen op de CVP-
205/203 worden automatisch op-
genomen als SMF (Standard MIDI
File format 0) data. Zie blz. 151
voor details over SMF.
Het afspelen van de opgenomen
song data kan worden verzonden
via de MIDI OUT, waardoor u de
geluiden van een externe toonge-
nerator (blz. 138) kunt bespelen.
Het volumeniveau van ieder kanaal
van de song kan worden ingesteld
vanuit de MIXING CONSOLE en
de instellingen kunnen worden op-
geslagen. Bovendien kunt u, zelfs
nadat u al een voice voor uw
toetsenbordspel heeft
geselecteerd, tijdens het opnemen
voice selecties opnemen, zodat
deze voice veranderingen tijdens
het afspelen automatisch zullen
plaatsvinden (blz. 105).
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
94
Dit is de makkelijkste opnamemethode — perfect voor het opnemen en afspelen van een pianostuk dat u aan het
instuderen bent, zodat u uw vorderingen kunt beoordelen.
Speel uw nieuwe song af
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop op zijn beginpunt en
druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar het begin van de song.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR (1 - 16) schermen (blz.
106).
Druk op de [6
] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen data te bewaren (blz. 39, 45).
Quick Record
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
Als u een nieuwe song creëert:
Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer de voice en de begeleidingsstijl die u in de song wilt gebruiken.
Als u de Layer/Left voices wilt opnemen, zorg dan dat de [LAYER]/[LEFT] knoppen aan staan.
Maak ook alle andere gewenste instellingen (Reverb, Chorus, etc.).
3
Druk, terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de knop die bij de track
hoort die u wilt opnemen.
U kunt TRACK 1 of TRACK 2 en de EXTRA TRACKS tegelijk voor opname
selecteren.
Om uw spel op het toetsenbord op te nemen:
Druk op de [TRACK 1] of op de [TRACK 2] knop.
Om de Automatische Begeleiding op te nemen:
Druk op de [EXTRA TRACKS] knop.
Druk nogmaals op de
[REC] knop om de
opname te stoppen.
Als de “LAYER” of de “LEFT”
knop aan staat voordat er op
de REC knop wordt gedrukt,
zullen de corresponderende
Layer en Left parts
automatisch op andere
kanalen worden opgenomen.
Het spel van track 1/2 wordt
opgenomen op het kanaal
dat in het SONG SETTING
scherm is gespeciceerd
(blz. 129).
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. Het op-
nemen kan ook worden gestart door het pedaal in
te drukken, als de song start/stop functie op juiste
wijze is toegewezen aan het Pedaal (blz. 131).
Druk nogmaals op de [RECORD] knop om de opname te stoppen.
Het opnemen kan ook worden gestopt door het pedaal in te drukken,
als de song start/stop functie op juiste wijze aan het pedaal is toege-
wezen (blz. 131).
END
Druk, om te pauzeren, op de
[START/STOP] knop. Druk,
om de opname te hervatten,
nogmaals op de SONG
[START/STOP] knop.
U kunt de metronoom gebrui-
ken als hulp tijdens het
opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
U kunt een tweede rechter-
handpartij overdubben op
Track 2, na het opnemen van
de eerste rechterhandpartij
(met inbegrip van de layer
voices) op Track 1. Doe hier-
voor het volgende: zet de
[LEFT] knop uit en herhaal
de stappen 2 en 3.
REC
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
PAS OP
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
95
CVP-205/203
Hiermee kunt u een song opnemen met verschillende instrument voices op maximaal zestien kanalen met de sound
van een compleet orkest of band als resultaat.
De structuur van de kanalen en de parts treft u aan in de onderstaande tabel.
Omtrent de begeleidingsstijl parts
Rhythm ..... Dit is de basis voor de begeleiding, bestaande uit (drum en percussie) ritme patterns. Gewoonlijk wordt hiervoor één van de drum kits gebruikt.
Bass..........De Bass part gebruikt verschillende geschikte instrument voices die bij de stijl passen, zoals akoestische bas, synthesizer bas etc.
Chord........Dit is de ritmische akkoordbegeleiding, gewoonlijk gebruikmakend van piano of gitaar voices.
Pad ............Deze part bevat doorklinkende akkoorden en maakt meestal gebruik van warme geluiden zoals strijkers, orgel en koor.
Phrase ......Deze part wordt gebruikt als extra versiering en voor loopjes die de song completeren, zoals blazersecties en akkoord arpeggios.
Kanalen
Parts
(standaardinstellingen)
Beschikbare parts Kanalen
Parts
(standaardinstellingen)
Beschikbare parts
1 Voice MAIN
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
9
Begeleidingsstijl
RHYTHM 1
Voice MAIN, LAYER, LEFT
Begeleidingsstijl RHYTHM 1
Begeleidingsstijl RHYTHM 2
Begeleidingsstijl BASS
Begeleidingsstijl CHORD1
Begeleidingsstijl CHORD2
Begeleidingsstijl PAD
Begeleidingsstijl PHRASE1
Begeleidingsstijl PHRASE2
MIDI
2 Voice MAIN 10
Begeleidingsstijl
RHYTHM 2
3 Voice MAIN 11
Begeleidingsstijl
BASS
4 Voice MAIN 12
Begeleidingsstijl
CHORD1
5 Voice MAIN 13
Begeleidingsstijl
CHORD2
6 Voice MAIN 14
Begeleidingsstijl
PA D
7 Voice MAIN 15
Begeleidingsstijl
PHRASE1
8 Voice MAIN 16
Begeleidingsstijl
PHRASE2
Multi Record
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT
NEW SONG
SYNC.START
REC
Als u een nieuwe song creëert:
Als u uw eigen spel over een bestaande part
van een interne song of song op diskette
heen opneemt:
1
Selecteer de gewenste song (blz. 75, 77).
1
2
Selecteer het gewenste kanaal voor opname (instellen op “REC”) door,
terwijl u de [REC] knop ingedrukt houdt, op de juiste knop [1▲▼] - [8▲▼]
te drukken. Er kunnen verschillende kanalen tegelijk geselecteerd worden.
REC......................... Maakt opnemen voor het kanaal mogelijk.
ON ......................... Maakt afspelen voor het kanaal mogelijk.
OFF......................... Schakelt het kanaal uit.
Om de opname te annuleren of uit te zetten, drukt u nogmaals op de [REC]
knop.
De part wordt automatisch
geselecteerd als meerdere
kanalen tegelijk op REC
worden ingesteld.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
96
3
Selecteer de part die u wilt toewijzen aan het kanaal dat u gaat opnemen.
Dit bepaalt welke van de vanaf het toetsenbord bespeelde parts (Main/Layer/
Left) en de begeleidingsstijl parts (RHYTHM 1/2, BASS, etc.) worden
opgenomen op de opnamekanalen die in stap 2 werden geselecteerd.
Zie, voor een overzicht van de standaardinstellingen, blz. 95.
Voor het selecteren van de
MIDI part
Het Instellen van één
kanaal op MIDI
Alle inkomende data, ont-
vangen via welk MIDI
kanaal (1 - 16) maar ook,
wordt opgenomen. Als u
gebruik maakt van een
extern MIDI keyboard of
controller om op te
nemen, kunt u hiermee
opnemen zonder dat er op
het externe apparaat een
MIDI zendkanaal hoeft te
worden ingesteld.
Het instellen van meer-
dere kanalen op MIDI
Als u gebruik maakt van
een extern MIDI keyboard
of controller, kunt u hier-
door data opnemen, uit-
sluitend via de ingestelde
MIDI kanalen hiervoor
moet het externe apparaat
wel op hetzelfde kanaal
worden ingesteld.
Eén enkele part (met uitzon-
dering van MIDI parts) kan
niet worden toegewezen aan
verschillende kanalen tege-
lijk.
4
De opname start zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
U kunt de opname ook starten door op de SONG/
STYLE [START/STOP] knop te drukken. De
opname kan worden gestart/gestopt door het
pedaal in te drukken, als de punch in/out
opnamefunctie op pedal staat ingesteld (blz. 102).
5
Druk nogmaals op de [REC] knop om de opname te stoppen.
U kunt ook het pedaal gebruiken om de opname te stoppen, door het los te
laten als de punch in/out opnamefunctie aan het pedaal is toegewezen (blz.
102).
Druk, om te pauzeren, op de
SONG [START/STOP] knop.
Druk, om de opname te
hervatten, nogmaals op de
SONG [START/STOP] knop.
U kunt de metronoom ge-
bruiken als hulp tijdens het
opnemen.
Het geluid van de metronoom
wordt niet opgenomen.
6
Speel uw nieuwe song af.
Zet de song, om uw zojuist opgenomen spel af te spelen, met de [TOP] knop
op zijn beginpunt en druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song en keert terug naar
het begin van de song.
Herhaal, om een nieuwe part op te nemen, de stappen 2 - 6 hierboven.
U kunt de eerder opgenomen parts op afspelen zetten zodat u ze kunt
horen terwijl u een nieuwe part opneemt. Ga zo door totdat u met de
song klaar bent.
U kunt de opgenomen song data bewerken vanuit de SONG CREATOR
(1 - 16) schermen (blz. 106).
Druk op de [6] knop vanuit het SONG scherm om de opgenomen
data te bewaren (blz. 39, 45).
END
Als u het instrument uitzet,
wordt uw opname
automatisch gewist. Als u uw
opname wenst op te slaan,
zorg dan dat dit gebeurt in
het interne geheugen of op
diskette (blz. 39, 45).
De instellingen van de opge-
nomen parts worden tijdelijk
bewaard totdat u Quick
Record uitvoert, een song
selecteert, of het instrument
uitzet.
PAS OP
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
97
CVP-205/203
Via deze methode kunt u een song creëren door het één voor één ingeven van noten, zonder ze in de maat te hoeven
spelen. Dit is ook handig voor het afzonderlijk opnemen van akkoorden en de melodie.
Procedure
Het Opnemen van Individuele Noten — Step Record
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Selecteer een bestaande song (blz. 75, 77)
waaraan u parts wilt toevoegen of die u
opnieuw wilt opnemen.
3
Druk op de [A] knop om het Song Creator
scherm op te roepen.
2
Druk op de [DIGITAL RECORDING] knop.
4
Selecteer met de [BACK]/
[NEXT] knoppen de “1 - 16”
tab voor het opnemen van
melodieën en andere parts,
of selecteer de “CHD”
(akkoord) tab voor het
opnemen van akkoorden en
selecteer een opnamekanaal
met de [F] (CH) knop.
BACK NEXT
5
Roep het Step Record
scherm op door op de [G]
knop te drukken.
Iedere voice, effect en
andere instellingen die u in
de Mixing Console maakt,
worden automatisch
geannuleerd als u de CHD
(akkoord) pagina oproept.
De voices in de paginas
USER en FLOPPY DISK,
kunnen niet voor Step
Record worden geselec-
teerd. U kunt voices selec-
teren vanuit de PRESET
pagina; hoewel deze enigs-
zins anders kunnen klinken
dan de originele voice.
OPMERKING
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
98
Maat/Tel/Clock
Velocity
De tabel hieronder toont de beschikbare instellingen en de corresponderende velocity waardes.
Gate Time
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Normal ....................... 80%
Tenuto ........................ 99%
Staccato...................... 40%
Staccatissimo.............. 20%
Manual ....................... De Gate Time (noot lengte) kan worden gespecificeerd in een percentage.
Kbd. Vel fff ff f mf mp p pp ppp
Feitelijke
aanslag-
sterkte
127 111 95 79 63 47 31 15
Verplaatst de cursor
omhoog/omlaag.
Laat de cursor terugkeren
naar het beginpunt van de
song (de eerste noot van de
eerste maat).
Bepaalt de velocity (volume)
van de noot die wordt inge-
geven (uitsluitend als u een
melodie opneemt). Voor
informatie over velocity
instellingen, zie hieronder.
Bepaalt de lengte van de noot
(in een percentage) vanaf de
positie waar deze wordt
ingegeven. (Dit is uitsluitend
beschikbaar als er een
melodie wordt opgenomen.)
Voor informatie over gate time
instellingen, zie hieronder.
Telkens als u op deze knop drukt,
schakelt deze beurtelings om naar één
van de drie basisnootselectors onder
in het scherm: normal, gepunctueerd
of triool. (Dit is uitsluitend beschikbaar
als er een melodie wordt opgenomen.)
Wist de event op de cursorlokatie.
Gebruik deze om de
geselecteerde event te
verplaatsen, in units van een
maat (BAR), tel en clock.
Voor informatie over maat/tel/
clock instellingen, zie
hieronder.
Speciceert het type van de volgende noot die zal
worden ingegeven. (Zestiende noten zijn uitsluitend
beschikbaar bij het opnemen van een melodie.) Dit
bepaalt tevens naar welke positie vooruit gesprongen
wordt, nadat de volgende noot is ingegeven.
6
Specificeer eerst, om de noot in te geven, de lengte en velocity in dit scherm, geef daarna de
toonhoogte in door de noot op het toetsenbord te spelen.
Druk op de [EXIT] knop om het STEP RECORD scherm te sluiten. Vergeet niet om de
opgenomen data op te slaan door op de [I] (SAVE) knop (blz. 45) te drukken.
END
Measure
Beat
Clock
1
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
2
1
000-
1919
2
000-
1919
3
000-
1919
4
000-
1919
Maat
Clock
Te l
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
99
CVP-205/203
Het Opnemen van Melodieën Step Record (Noot)
In dit gedeelte, zullen we u tonen hoe u Step Record
kunt gebruiken, aan de hand van een bestaand
muziekvoorbeeld, dat rechts hiervan staat afgebeeld.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 98.
Speel de zojuist gecreëerde melodie af.
Gebruik de [C] ( ) knop om de cursor te verplaatsen naar het beginpunt van de song en druk op de SONG [START/
STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te beluisteren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven,
op de [F] (OK) knop. De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (1 - 16) scherm (blz. 106).
1
1-1 Selecteer deze noot.
1-3 ...moet u hierop drukken.
1-2 Terwijl u deze noot ingedrukt houdt...
2
2-2
2-3
2-4
2-1 Selecteer deze noot.
3
3-1 Druk op deze knop om
de gepunctueerde noten
op te roepen.
3-2 Selecteer deze noot.
3-3
4
4-1 Roep de normale noten op
door op deze knop te drukken.
4-3
4-2 Selecteer deze noot.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
100
Het Opnemen van Akkoordveranderingen voor de Automatische
Begeleiding Step Record (Akkoord)
Via de Chord Step opnamemethode is het mogelijk om Automatische Begeleidingsakkoordveranderingen één voor één op
te nemen met een precieze timing. Aangezien de veranderingen niet in de maat hoeven te worden gespeeld, kunt u com-
plexe, strakke akkoordveranderingen creëren — waarbij u de melodie eventueel op de normale manier kunt opnemen.
De procedure die nu volgt hoort bij stap 6 op blz. 98.
Akkoorden en Secties Ingeven (Chord Step)
U kunt bijvoorbeeld het onderstaande akkoordenschema ingeven door de procedure eronder te volgen.
C F G F G7 C
MAIN A BREAK MAIN B
1
Druk op de MAIN [A] knop om de sectie te specificeren en geef de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
C F G
MAIN A
MAIN
C
F
G
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
001:1:000
001:3:000
002:1:000
C F G F G7
MAIN A BREAK
BREAK
INTRO
F
G7
002:3:000
002:4:000
2
Druk op de [BREAK] knop om de Break sectie te specificeren en voer de akkoorden in die rechts in dit kader
staan afgebeeld.
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
101
CVP-205/203
Speel het zojuist gecreëerde akkoordenschema af.
Gebruik de [C] ( ) knop om de cursor naar het beginpunt van de song te verplaatsen
en druk op de SONG [START/STOP] knop om de zojuist ingegeven noten te beluis-
teren. Druk, om de opgenomen data daadwerkelijk in te geven, op de [F] (OK) knop.
De ingegeven data kan worden bewerkt vanuit het SONG CREATOR (CHD) scherm
(blz. 107). Druk tenslotte op de [F] (EXPAND) knop vanuit het SONG CREATOR
(CHD) scherm om de ingegeven data in de song data te converteren.
3
Druk op de MAIN [B] knop om de sectie te specificeren en geef het akkoord in dat rechts in dit kader wordt
getoond.
C F G F G7 C
MAIN A BREAK MAIN B
MAIN
C
003:1:000
Selecteer deze nootwaarde en
speel de akkoorden die rechts
staan afgebeeld.
END Markering
Een "END markering in het
scherm geeft het einde aan
van de song data.
De feitelijke positie van de
End markering verschilt
afhankelijk van de sectie die
aan het einde van de song
wordt ingegeven. Als er een
Ending sectie wordt
ingegeven, volgt de End
markering automatisch op
de Ending data. Als er een
andere sectie dan Ending
wordt geselecteerd, dan
volgt de End markering twee
maten na de laatste sectie.
De End markering kan wor-
den verschoven naar iedere
gewenste positie.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
102
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen, Punch In/Out
Opname Mode
De methode voor het oproepen van deze procedure hoort bij stap 4 op blz. 97. Roep de volgende schermen op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Omtrent Punch In/Out
Deze functie is vooral bruikbaar voor het opnieuw opnemen of vervangen van een specifiek gedeelte van een reeds
opgenomen kanaal. De illustratie hieronder toont een aantal situaties waarin geselecteerde maten in een acht-
maats frase opnieuw worden opgenomen.
Bepaalt de maat van waaraf het Punch
In (overschrijvend) opnemen begint (als
PUNCH IN AT is geselecteerd).
Deze instellingen bepalen hoe het opnemen
zal worden gestart.
Normal
Het drukken op de SONG [START/STOP]
knop activeert Sync standby en het
overschrijvend opnemen start zodra u
op het toetsenbord begint te spelen.
First Key On
Het overschrijvend opnemen start zodra u
op het toetsenbord begint te spelen. Deze
instelling laat de voorafgaande data
ongemoeid, zodat u erna kunt opnemen,
zonder het begin van de song te wissen.
Punch In At
De song speelt gewoon af tot aan de Punch
In maat (ingesteld met de [3▲▼] knoppen),
en daarna begint het overschrijvend
opnemen vanaf de Punch In maat.
Deze instellingen bepalen hoe het opne-
men zal stoppen, alsook wat er zal ge-
beuren met eerder opgenomen data.
Bepaalt de Punch Out maat
de maat waarop het
Punch In (overschrijvend)
opnemen stopt (als PUNCH
OUT AT is geselecteerd).
Als dit op ON staat, kunt u het
sostenuto (middelste) pedaal
gebruiken om de punch in en
punch out punten te bepalen.
Houd het sostenuto pedaal
ingedrukt om op te nemen.
Het opnemen stopt als u het
pedaal loslaat.
Roept het SONG scherm op
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Als de Pedal Punch In/Out
functie op ON staat, wordt
de eerder aan het sostenuto
pedaal toegewezen functie
geannuleerd.
Replace All
Dit wist alle data vanaf het punt
waar het opnemen werd gestopt.
Punch Out
Dit behoudt alle data vanaf het punt waar het opnemen werd gestopt.
Punch Out At
Het overschrijvend opnemen gaat verder tot aan de aangegeven Punch Out maat (ingesteld met de
[6▲▼] knoppen), en stopt daarna bij die Punch Out maat, waarna het afspelen gewoon verder gaat.
OPMERKING
12345678
REC START instelling
REC END instelling
12345
Gewist
Gewist
Gewist
Start/start overschrijf-opnemen
Originele data
Reeds opgenomen data
Nieuw opgenomen data
Gewiste data
NORMAL
REPLACE ALL
12345678
NORMAL
PUNCH OUT
12345678
NORMAL
PUNCH OUT AT=006
12345
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start/
speel originele data af
Start bespelen van de toetsen/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start playing the keys/
start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Start overschrijf-opnemen
Stop opnemen
FIRST KEY ON
REPLACE ALL
12345678
FIRST KEY ON
PUNCH OUT
12345678
Stop overschrijf-opnemen/
play original data
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
Stop overschrijf-opnemen/
speel originele data af
FIRST KEY ON
PUNCH OUT AT=006
12345
PUNCH IN AT=003
REPLACE ALL
12345678
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT
12345 7
PUNCH IN AT=003
PUNCH OUT AT=006
*1 Als de maten 1 - 2 niet worden
overschreven, begint het
opnemen bij maat 3.
*2 U moet op de [REC] knop
drukken aan het eind van 5
maten.
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
Start/start overschrijf-opnemen
*1
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Stop opnemen
*2
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
103
CVP-205/203
Of u nu een song heeft opgenomen met behulp van Quick Record, Multi Record of Step Record, u kunt de bewerkings-
mogelijkheden gebruiken om de song data te wijzigen.
Het Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters Channel
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 97. Roep het onderstaande scherm op met de
[BACK]/[NEXT] knoppen.
Quantize
Met Quantize kunt u de timing van een eerder opgenomen kanaal “opschonen” of “strakker” laten klinken. Het onder-
staande muziekfragment is bijvoorbeeld geschreven in exacte kwart- en achtste noten.
Zelfs als u denkt dat u het fragment perfect heeft opgenomen, kan uw feitelijke spel toch hier of daar iets te vroeg of te
laat zijn (of beide). Met Quantize kunnen de noten in een track op hun plaats worden gezet, zodat de timing precies
overeenkomt met de gespecificeerde nootwaarde (zie hieronder).
Omtrent Quantize Size
Stel de Quantize size (grootte) in op basis van de kleinste noot die in het kanaal voorkomt. Als de data bijvoorbeeld
werd opgenomen met zowel kwartnoten als achtstenoten, gebruik dan 1/8 noot als quantize size. Als de quantize
functie op 1/4 noot zou worden gezet, dan zouden achtstenoten boven op de kwartnoten worden gezet.
Het Bewerken van een Reeds Opgenomen Song
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Selecteert het gewenste
kanaal voor quantize.
Selecteert de Quantize grootte (resolutie).
Zie hieronder voor details.
Bepaalt in welke mate de no-
ten zullen worden gequanti-
zeerd. Als een waarde kleiner
dan 100% wordt geselec-
teerd, zullen de noten slechts
met de gespeciceerde hoe-
veelheid worden verschoven
(in de richting van de gespe-
ciceerde quantize tellen).
Door het toevoegen van min-
der dan 100% quantizering
behoudt u nog wat "menselijk
gevoel" in de opname.
Voert de Quantize
handeling uit. Nadat de
handeling voltooid is,
verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de
Quantize resultaten. Undo
heeft maar één functie: het
ongedaan maken van de
voorgaande handeling.
Roept het SONG scherm op
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Een maat met achtstenoten vóór quantizering Na 1/8 noot quantizering
1/8 noot 1/16 noot 1/32 noot 1/16 noot +
1/8 noot triool *
1/4 noot
1/4 noot triool 1/8 noot triool 1/16 noot triool 1/8 noot +
1/8 noot triool *
1/16 noot +
1/16 noot triool *
De drie Quantize instellingen gemarkeerd met een asterisk (*) zijn bijzonder handig, omdat u er twee verschillende nootwaardes
tegelijk mee kunt quantizeren, zonder compromissen voor de quantizering van elk daarvan. Indien u bijvoorbeeld zowel "rechte" 1/8
noten als 1/8 noot triolen heeft opgenomen in het zelfde kanaal, en u zou quantizeren op rechte 1/8 noten, dan worden alle noten in
dat kanaal gequantizeerd tot rechte 1/8 noten - waardoor elke triolen-"feel" in het ritme verdwijnt. Als u echter de 1/8 noot + 1/8 noot
triool instelling gebruikt, worden zowel de rechte noten als de triolen correct gequantizeerd.
Quantize Size
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
104
Delete
Hiermee kunt u de opgenomen data in het gespecificeerde kanaal wissen.
Mix
Met deze functie kunt u de data van twee kanalen mixen en het resultaat in een ander kanaal plaatsen. U kunt er tevens
data van het ene naar een ander kanaal mee kopiëren.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Wist alle data in het
geselecteerde kanaal.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm
op van waaruit u de
bewerkte data kunt
opslaan.
Deze selecteren het kanaal dat moet
worden gewist.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Voert de Mix handeling uit.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de Mix
resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm op
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Hiermee kunt u de twee
source (bron)kanalen
speciceren die u wilt mixen.
Als COPY hier wordt geselecteerd,
wordt de data van Source 1 naar het
bestemmingskanaal gekopieerd.
Bepaalt het kanaal waar de mix -of
kopieerresultaten zullen worden geplaatst.
Alle overige data, behalve de
gemixte noot data, wordt
ontleend aan het Source 1
kanaal.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
105
CVP-205/203
CHANNEL TRANSPOSE
Hiermee kunt u de opgenomen data van individuele kanalen maximaal twee octaven omhoog of omlaag transponeren,
in stappen van een halvetoonsafstand.
Set Up
U kunt de aanvangsinstellingen van de song — zoals voice, volumeniveau en tempo — instellen volgens de huidige
instellingen van de Mixing Console of paneelknoppen.
Voert de Channel
Transpose handeling uit.
Nadat de handeling voltooid
is, verandert deze knop in
[UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt
herstellen, mocht u niet
tevreden zijn over de
Channel Transpose
resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande
handeling.
Roept het SONG scherm
op van waaruit u de
bewerkte data kunt
opslaan.
Bepalen de transpose waarde voor ieder kanaal.
Wisselt tussen de twee
kanaalschermen: Kanaal
1 - 8 of Kanaal 9 - 16.
Stel, terwijl u deze knop
ingedrukt houdt, de Channel
Transpose in voor één van
de kanalen, waardoor alle
kanalen tegelijk op deze
zelfde waarde worden
ingesteld.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Voert de SET UP
handeling uit. Als
Set Up eenmaal is
uitgevoerd, kan de
handeling niet meer
worden geannuleerd
of ongedaan worden
gemaakt.
Roept het SONG scherm
op van waaruit u de
bewerkte data kunt
opslaan.
Bepaalt welke afspeelmogelijkheden en -functies automatisch door de geselecteerde song zullen worden opgeroe-
pen. Alle events, met uitzondering van KEYBOARD VOICE, kunnen worden opgenomen aan het begin van de song.
Zorg, voordat u één van deze items selecteert of er een vinkteken voor plaatst, (behalve de Keyboard Voice), dat de
song op zijn beginpunt staat met gebruik van de [TOP] knop en ook dat het afspelen is gestopt.
Song.............................Bewaart de tempo-instelling en alle instellingen gemaakt vanuit de Mixing Console.
Keyboard Voice ...........Hiermee kunt u automatisch de voices voor de toetsenbord parts (Main/Layer/Left) laten
selecteren, terwijl de song afspeelt. Bewaart de toetsenbord voices en de part aan/uit
instellingen. Om een voice verandering ergens midden in een song op te nemen: Stop de
song, maak de voice verandering en druk op de [D] (EXECUTE) knop.
Lyrics Language .........Bewaart de instellingen van het Lyric scherm.
Score Setting ..............Bewaart de instellingen van het Score scherm (alleen CVP-205).
Guide Setting ..............Bewaart de instellingen van de oefenfuncties. Als de instellingen zijn bewaard, zal het
selecteren van een song de Guide functies automatisch aanzetten.
Gebruik dit om het vinkteken
voor het geselecteerde item
te plaatsen. Items met een
vinkteken worden door de
song bewaard.
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
106
Het Bewerken van Noot Events 1 - 16
Vanuit dit scherm kunt u individuele noot events bewerken (zie hieronder). Het oproepen van de procedure die nu
volgt hoort bij stap 4 op blz. 98. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het onderstaande scherm op te roepen.
Noot Events
Parameter Beschrijving
Note Bepaalt de toonhoogte, velocity (volume) en lengte van de noot.
Ctrl (Control change)
Bepaalt het Control Change nummer en de waarde. Voor details over Control Change commandos, zie de
aparte Data List (MIDI Data Format).
Prog (Program change)
Bepaalt het voice (program) nummer. Voor details over Program Change commandos, zie de aparte Data List
(Voice List).
P.Bnd (Pitch bend) Bepaalt de Pitch Bend waarde.
A.T. (After Touch) Bepaalt de After Touch waarde.
Gebruik deze om de cursor
omhoog/omlaag te bewegen
en het gewenste event te
selecteren.
Bepaalt het kanaal dat u wilt
bewerken.
Voor een grove instelling van
de event waarde.
Roept het Step Recording
scherm op (blz. 98).
Roept het Filter scherm op
(blz. 108), waarmee u de
events kunt selecteren die u
in de Event Lijst wenst te
kunnen zien.
Roept het SONG scherm op,
van waaruit u de bewerkte
data kunt opslaan.
Door terwijl u deze knop in-
gedrukt houdt, de [A] en [B]
knoppen te gebruiken, kunt u
meerdere events tegelijk
selecteren.
Voor een jnere instelling van
de event waarde.
Knipt (wist) alle geselecteerde events. De
geknipte events worden naar een andere
lokatie gekopieerd.
Voegt een nieuwe event aan
de Event Lijst toe.
Knipt (wist) alle geselecteerde
events. De geknipte events
kunnen naar een andere lokatie
worden geplakt.
Wist de event op
de huidige
cursorpositie.
Plakt of knipt alle events naar de
geselecteerde lokatie.
Als de waarde van de huidige cursor-
positie is gewijzigd, zal het hierop
drukken de voorgaande waarde
terugzetten.
Bepaalt de actuele positie van
de event die wordt bewerkt.
Hiermee keert u terug naar
het beginpunt van de huidige
song (d.w.z. de eerste tel
van de eerste maat).
Gebruik deze om de
cursor omhoog/omlaag te
bewegen en de gewenste
parameter van de geaccen-
tueerde event te selecteren.
Onthoud dat het verplaatsen
van de cursor de zojuist be-
werkte waarde tevens daad-
werkelijk ingeeft.
Verplaats de cursor (weg van
deze waarde) om de bewerk-
te waarde daadwerkelijk in te
geven of druk op de SONG
[START/STOP] knop.
OPMERKING
Het geluid van de voices
opgenomen via Step Record
kunnen enigszins anders
klinken dan het origineel.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
107
CVP-205/203
Het Bewerken van Akkoord Events CHD
Vanuit dit scherm kunt u de akkoord events bewerken die u heeft opgenomen in de song.
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 97. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het
onderstaande scherm op te roepen. Met uitzondering van de [F] (EXPAND) knop, is de procedure identiek aan die van
"Het Bewerken van Noot Events" (blz. 106).
Akkoord Events
Het Bewerken van System Events SYS/EX. (System Exclusive)
Vanuit dit scherm kunt u de opgenomen System events bewerken.
Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 97. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het
onderstaande scherm op te roepen. De procedure is identiek aan die voor "Het Bewerken van Noot Events" (blz. 106).
System Events
Parameter Beschrijving
Style (Begeleidingsstijl) Toont de naam van de begeleidingsstijl. Roep, om een begeleidingsstijl in te geven, het STYLE scherm op en
selecteer de gewenste stijl.
Tempo Bepaalt de tempowaarde.
Chord Speciceert het akkoord zijn grondtoon, akkoordtype en on-bass noot.
Sect (Sectie) Speciceert de sectie zijn naam en variatie.
OnOff (Kanaal aan/uit) Bepaalt of specieke kanalen (rhythm, bass, etc.) aan of uit staan.
CH.Vol (kanaalvolume) Bepaalt het volumeniveau van specieke kanalen (rhythm, bass, etc.).
S.Vol (Stijlvolume) Bepaalt het volumeniveau van de algehele begeleidingsstijl.
Parameter Beschrijving
ScBar (Score aanvangsmaat) Bepaalt het nummer van de eerste maat. Het maatnummer wordt aangegeven in het MAIN scherm of in de
muzieknotatie (alleen CVP-205). Er kan slechts één waarde worden gespeciceerd aan het begin van de song
data.
Tempo Bepaalt de tempowaarde.
Time (Maatsoort) Bepaalt de maatsoort.
Key Bepaalt de toonsoort, alsook de majeur/mineurinstelling.
XG Prm (XG parameters) Hiermee kunt u diverse gedetailleerde veranderingen aan de data aanbrengen. Voor meer informatie over XG
parameters, zie de aparte Data List (MIDI Data Format).
SysEx (System Exclusive) Toont de System Exclusive data in de song. Hiermee kunt u niet de feitelijke inhoud van de data wijzigen, maar
kunt u data wissen, knippen, kopiëren en plakken.
Meta (Meta event) Toont de SMF meta events in de song. Hiermee kunt u niet de feitelijke inhoud van de data wijzigen, maar kunt
u data wissen, knippen, kopiëren en plakken.
Druk hierop om de opge-
nomen akkoord- en sectie-
gegevens te converteren in
song data.
Verplaats de cursor (weg van
deze waarde) om de bewerk-
te waarde daadwerkelijk in te
geven of druk op de SONG
[START/STOP] knop.
OPMERKING
Het Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs — Song Creator
CVP-205/203
108
Het Ingeven en Bewerken van Song Teksten
Met deze handige functie kunt u de song naam en song teksten ingeven. U kunt er tevens reeds bestaande song teksten mee wijzigen
of corrigeren. Voor meer informatie over tekst events, zie de onderstaande tabel. Het oproepen van de procedure die nu volgt hoort
bij stap 4 op blz. 97. Gebruik de [BACK]/[NEXT] knoppen om het onderstaande scherm op te roepen.
In het volgende voorbeeld, zullen we een deel van de song tekst van één van de songs, "Twinkle Twinkle Little Star", herschrijven.
Selecteer de diskette song (CVP-203) / interne song (CVP-205) "Twinkle Twinkle Little Star". De methode voor het selecteren is iden-
tiek aan die op blz. 75.
Lyrics Events
Het Bewerken van de Event Lijst Filter
Met deze functie kunt u bepalen welke event types in de event bewerkingsschermen zullen verschijnen. Plaats, om een
event te selecteren zodat deze in het scherm zal verschijnen, een vinkteken in het vakje bij de event naam. Om een
event type uit te filteren (zodat hij niet in de lijst verschijnt), verwijdert u het vinkteken zodat het vakje leeg is.
Druk, om het scherm hieronder op te roepen, op de [H] (FILTER) knop vanuit één van de volgende schermen: CHD,
1 - 16, SysEX, of LYRICS (blz. 106 - 108).
Parameter Beschrijving
Name (Song naam) Bepaalt de song naam. Dit roept het NAME scherm op, van waaruit u de naam kunt ingeven.
Lyric Hiermee kunt u tekst ingeven.
Code (Overige
knoppen)
CR : Voegt een lege regel in de song tekst in.
LF : Wist de momenteel zichtbare tekst en geeft de volgende set tekstregels weer.
1
Verplaats de
cursor naar de
event die het
woord "star"
bevat.
3
Gebruik deze knoppen om het Lyric scherm op te roepen, van waaruit u tekst
kunt ingeven.
Geef, vanuit het Lyric scherm (blz. 46), een nieuw woord in “(uw naam)”.
4
Druk op deze knop
om de zojuist
gewijzigde tekst
data op te slaan.
2
Verplaats de
cursor naar het
woord "star".
Verplaats de cursor (weg
van deze waarde) om de
bewerkte waarde
daadwerkelijk in te geven, of
druk op de SONG [START/
STOP] knop.
OPMERKING
EXIT
Roept het Main Filter scherm
op. Voor meer informatie over
elk event type, zie de aparte
Data List (MIDI Data Format).
Plaatst vinktekens voor alle
items.
Draait de vinktekenselectie
voor ieder vakje om. Met
andere woorden, in alle
vakjes zonder vinkteken
worden nu vinktekens
geplaatst en andersom.
Roept het Control
Change Filter scherm op.
Voor meer informatie over
elk event type, zie de
aparte Data List (MIDI
Data Format).
Roept het Accompaniment
Filter scherm op. Voor meer
informatie over elk event
type, zie de aparte Data List
(MIDI Data Format).
Selecteert het item, door
telkens acht items tegelijk
omhoog/omlaag te scrollen.
Selecteert het item, door
telkens één item tegelijk
omhoog/omlaag te scrollen.
Plaatst/verwijdert het vinkteken
voor het geselecteerde item.
Selecteert uitsluitend noot
data; de vinktekens in alle
overige vakjes worden
verwijderd.
Voer de instellingen
uit door op de [EXIT]
knop te drukken.
END
109
CVP-205/203
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
Met deze krachtige functie kunt u uw eigen stijlen creëren die kunnen worden gebruikt als Automatische Begeleiding,
net zoals in het geval van de preset stijlen.
Omtrent Het Creëren van Begeleidingsstijlen
De tabel, hier rechts, toont de basis parts (of “kanalen”) waaruit iedere sectie van een be-
geleidingsstijl bestaat. Neem, om een begeleidingsstijl te creëren, één voor één patterns op
voor verschillende kanalen, en doe dit voor elk van de secties die u wilt creëren.
Realtime Record (blz. 111)
U kunt begeleidingsstijlen opnemen door de parts gewoon in realtime te bespelen. U
hoeft echter niet elke partij zelf te spelen — u kunt een keuze maken uit één van de
bestaande begeleidingsstijlen die veel weg heeft van de stijl die u wilt bereiken, waarna
u parts in die stijl toevoegt of vervangt om zo zelf uw eigen stijl te creëren.
Realtime Record-eigenschappen
Loop record
Aangezien de Automatische Begeleiding de begeleidings-patterns telkens opnieuw
herhaalt (loop), die uit één of meer maten bestaan, kunt u patterns ook in een loop opnemen. Als u bijvoorbeeld de opname start
met een twee-maats Main sectie, dan worden deze twee maten herhaaldelijk opgenomen. Noten die u opneemt, spelen bij de
volgende herhaling (loop) al af, waardoor u nieuw materiaal kunt opnemen op basis van het reeds opgenomen materiaal dat u
hoort.
Overdub record
Via deze methode neemt u nieuw materiaal op op een track die reeds data bevat, zonder de reeds aanwezige data te wissen. Bij het
opnemen van stijlen blijft de data intact, behalve als u deze zelf doelbewust wist. Als u bijvoorbeeld de opname start met een twee-
maats Main sectie, dan worden deze twee maten oneindig herhaald. Terwijl u noten opneemt, telkens als de loop passeert (her-
haalt), spelen die noten vanaf de volgende loop alweer af, waardoor u nieuw materiaal kunt overdubben, terwijl u de reeds opge-
nomen partijen hoort.
Step Record (blz. 112)
Deze methode lijkt op het schrijven van noten op muziekpapier, want u kunt iedere noot per stuk ingeven en zijn specifieke lengte
specificeren. Dit is ideaal voor het opnemen van heel precieze opnames, of het opnemen van zeer moeilijk te spelen partijen.
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl (blz. 113)
Met deze handige functie kunt u samengestelde stijlen creëren door
verschillende patterns van interne begeleidingsstijlen te combineren. Als u
bijvoorbeeld uw eigen 8-beat stijl wilt creëren, zou u rhythm patterns kunnen
nemen van de “8 Beat 1” stijl, de bass pattern van “8 Beat 2” en de chord
patterns van de “Pop Rock” stijl — om deze verschillende elementen te
combineren tot een nieuwe begeleidingsstijl.
Het Bewerken van een Begeleidingsstijl (blz. 114)
Met de bewerkingsmogelijkheden, kunt u de stijlen die u heeft gecreëerd via
realtime opname, step opname, en het assembleren met behulp van andere
stijlen perfectioneren.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PIANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
STYLE
ACMP
AUTO FILLIN
OTS LINK
BREAK
INTRO
MAIN
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIGITAL
RECORDING
Sectie Channel
INTRO A - D
RHYTHM 1, RHYTHM 2,
BASS, CHORD 1,
CHORD 2, PAD,
PHRASE 1, PHRASE 2
MAIN A - D
FILL IN A - D
BREAK
ENDING A - D
Voor informatie over de part
structuur van begeleidings-
stijlen, zie blz. 95.
OPMERKING
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
8Beat 1
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
8Beat 2
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
Pop Rock
Rhythm 1
Rhythm 2
Bass
Chord 1
Chord 2
Pad
Phrase 1
Phrase 2
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-205/203
110
Style File Format
Het Style File Format (SFF) combineert alle
Yamaha kennis van Automatische Begeleiding
in één gestandaardiseerd format. Met gebruik
van de bewerkingsfuncties kunt u volledig
voordeel trekken van het SFF format en
vrijelijk uw eigen stijlen creëren.
Het schema, hier rechts, toont het proces
waardoor de begeleiding wordt afgespeeld.
(Dit is niet van toepassing op de rhythm
tracks.) De basis of bron pattern in het schema
is de originele stijl data. Deze bron pattern
wordt opgenomen met de Style Creator (zie
hieronder).
Zoals in het schema, rechts, wordt getoond,
wordt het feitelijke resultaat bepaald door
diverse parameterinstellingen en akkoord-
veranderingen (gespeeld in het Automatische
Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord) die
worden toegevoegd aan deze bron pattern.
Bron Pattern
1 Bron Root (grondtoon van het basisakkoord)
2 Source Chord (type van het basisakkoord)
Toonhoogteconversie
3 NTR (Note Transposition Rule)
4 NTT(Note Transposition Table)
Andere Instellingen
5 High Key (grens van de
toonhoogteconversie)
6 Note Limit (bespeelbaar bereik)
7 RTR (Retrigger Rule; hoe toonhoogtes op
akkoordveranderingen zullen reageren)
Resultaat
Dit zijn de patterns
opgenomen in de
begeleidingsstijlen
(blz. 117).
Deze data wordt
gecreëerd door
akkoorden gespeeld
in het Automatische
Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord
(blz. 63).
Deze instellingen zijn
bewerkt vanuit het
PARAMETER scherm.
Deze parameters bepa-
len hoe de toonhoogte
van de bron pattern
wordt geconverteerd
wanneer u akkoorden
speelt in het Automa-
tische Begeleidings-
gedeelte van het
toetsenbord (blz. 117).
Akkoordveranderingen (in het
Automatische
Begeleidingsgedeelte van het
Procedure
BACK NEXT
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
PA RT
1
Selecteer de gewenste begeleidingsstijl
om te bewerken. Roep, om een nieuwe
begeleidingsstijl van meet af aan op te
nemen, de BASIC pagina op in het Style
Creator scherm en selecteer “New Style”.
2
4
Neem de begeleidingsstijl op en
bewerk hem. Voor details over
procedures voor ieder scherm,
zie de uitleg te beginnen op de
volgende bladzijde.
Gebruik de [BACK]/
[NEXT] knoppen om
de diverse paginas
te selecteren.
3
Druk op de [EXIT] knop om
het STYLE CREATOR
scherm te verlaten.
END
5
Roep het Style scherm op door op de [I] (SAVE)
knop te drukken, sla daarna de opgenomen/
bewerkte data op naar de USER of FLOPPY DISK
pagina.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
111
CVP-205/203
U kunt de Realtime Recordfuncties gebruiken om uw eigen begeleidingsstijl te creëren — hetzij van meet af aan of
gebaseerd op preset begeleidings-data. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 110.
Realtime Record — Basic
REC.... Kanaal is gereed voor
opname.
ON ...... Kanaal is gereed voor
afspelen.
OFF .... Kanaal is uitgeschakeld.
Selecteer een lege stijl, waar-
mee u een nieuwe stijl van
meet af aan kunt creëren.
Roept het scherm op voor het wijzigen
van tempo of beat (maatsoort).
Als u op deze knop drukt,
verschijnt er “DELETE”
boven kanalen die data
bevatten. Om data van een
speciek kanaal te wissen,
dient u, terwijl u deze knop
ingedrukt houdt, op de juiste
[1] - [8] knop te drukken.
Zorg, voordat u één van de
niet-ritme kanalen gaat
opnemen (BASS - PHR 2),
dat eerst de bestaande data
van het betreffende kanaal
gewist is.
Alleen beschikbaar als het kanaal op
[RHY1] of [RHY2] is ingesteld, waardoor u
tijdens opnames specieke percussie-
geluiden kunt wissen. Druk, terwijl u deze
knop ingedrukt houdt, de toets in van het
percussie-instrument dat u wilt wissen.
2
Start de opname door op de STYLE [START/STOP] knop te drukken.
De geselecteerde stijlsectie begint af te spelen. Aangezien de ritme pattern
regelmatig herhaalt (loop), kunt u nieuwe geluiden en noten opnemen, terwijl
u de pattern beluistert. Aan de symbolen boven de toetsen kunt u zien aan
welke toetsen welke percussie-instrumenten zijn toegewezen.
3
Stop het opnemen door nogmaals op de STYLE [START/STOP] knop te
drukken.
4
Sluit het scherm,
terwijl het REC
CHANNEL scherm
zichtbaar is, door op
de [EXIT] knop te
drukken.
Als Sync Start geactiveerd is
(door op de SYNC. START
knop te drukken), kunt u de
opname starten door ge-
woon op het toetsenbord te
gaan spelen.
Druk op de [EXIT] knop
om het Style Creator
scherm te verlaten.
END
1
Selecteer het gewenste kanaal voor opname door de [F] (REC CH) knop ingedrukt te houden en op de
juiste [1▲▼] - [8 ▲▼] knop te drukken.
Zorg, voordat u één van de niet-ritme kanalen gaat opnemen (BASS - PHR 2), dat eerst de bestaande data
van het betreffende kanaal gewist is. U kunt andere instellingen maken (zie het kader “Overige Parameters
in het BASIC Scherm” op blz. 112) na het verlaten van het REC CHANNEL scherm, door op de [EXIT] knop
te drukken. Druk op de [F] (REC CH) knop om het REC CHANNEL scherm opnieuw op te roepen.
Voor het RHY 2 kanaal
kunnen uitsluitend de
Drum Kit/SFX Kit worden
geselecteerd.
Voor de niet-ritme kanalen
(BASS - PHR 2), kunnen
alle voices, met uitzonde-
ring van de Drum Kit
voices, worden geselec-
teerd.
OPMERKING
OPMERKING
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-205/203
112
Via deze methode kunt u een stijl creëren door het één voor één ingeven van noten en andere data, zonder in de maat te hoeven spelen. De
procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 110.
Het feitelijke opnameproces is identiek aan dat voor Step Opname van songs (blz. 97), met uitzondering van de punten die hieronder
worden beschreven. U kunt iedere event ook bewerken vanuit de Edit pagina en het bewerkingsproces is identiek aan dat voor het
bewerken van songs (blz. 103).
Bij het opnemen van songs, kan de End markering vrijelijk worden gewijzigd. Hij kan echter niet worden gewijzigd in het geval van het
creëren van begeleidingsstijlen. De reden hiervoor is dat de lengte van de begeleidingsstijl automatisch is vastgelegd, bepaald door de
geselecteerde sectie. Bijvoorbeeld, bij het creëren van een begeleidingsstijl op basis van een vier-maats sectie, wordt de positie van de
End markering automatisch aan het einde van de vierde maat geplaatst en kan niet worden gewijzigd vanuit het Step Record scherm.
Tijdens het bewerken van de data die zich in de Edit pagina bevindt, kunt u schakelen tussen de types data die u wilt bewerken (event
data of control data). Druk op de [F] (TRACK EVT) knop om te schakelen tussen het Event scherm (Note, Control Change, etc.) en het
Control scherm (System Exclusive, etc.).
Zorg dat het opnamekanaal van tevoren is ingesteld vanuit een ander scherm (b.v. het BASIC scherm; blz. 111).
Overige Parameters in het BASIC scherm
[I] (SAVE) knop
Roept het Style scherm op voor het opslaan van de begeleidingsstijl data.
[3▲▼][4▲▼] (Sectie) knoppen
Bepaalt welke sectie zal worden opgenomen.
[5▲▼][6▲▼] (Pattern Lengte) knoppen
Bepaalt de pattern lengte van de geselecteerde sectie, aangegeven in maten
(1 - 32). De lengte van de Fill In sectie is vastgesteld op één maat.
[D] (Execute) knop
Voert de pattern lengtewijziging uit.
Opnemen — Voorzorgsmaatregelen
Het basisakkoord dat voor de begeleidingsstijl wordt gebruikt wordt het bronakkoord genoemd. Alle
akkoorden die spelen en de toonhoogtes die klinken worden afgeleid van het bronakkoord. Onthoud, bij
het opnemen van de Main en Fill In secties (voor een bronakkoord van CM7), de volgende punten:
* Probeer tijdens het opnemen van de Bass of Phrase kanalen alleen de aanbevolen noten te gebruiken;
hierdoor bent u er zeker van dat u uiteenlopende akkoorden kunt spelen met de Begeleidingsstijl, met
een optimaal resultaat. (Andere noten kunnen ook werken, als u ze als korte overgangsnoten gebruikt.)
* Gebruik, tijdens het opnemen van de Chord of Pad kanalen, uitsluitend het CM7 akkoord; hierdoor bent u er zeker van dat u
uiteenlopende akkoorden kunt spelen met de Begeleidingsstijl, met een optimaal resultaat. (Andere noten kunnen ook werken, als u
ze als korte overgangsnoten gebruikt.)
Het bronakkoord staat standaard ingesteld op CM7, hoewel u dit in ieder gewenst akkoord kunt wijzigen. Zie het gedeelte "Het Maken van
Style File Format Instellingen – Parameter" op blz. 117.
Tijdens het opnemen van Intro en Ending secties, kunt u het bronakkoord negeren en alle noten of akkoordenschema’s gebruiken die u
maar wilt. In dit geval, als u de NTR parameter op "ROOT TRANSPOSE" en NTT op "HARMONIC" zet (in de PARAMETER pagina), dan
zullen de normale toonhoogteconversies die zouden voortkomen uit het spelen van diverse akkoorden, worden geannuleerd (voor
afspelen) — wat inhoudt dat de begeleidingstoonhoogteconversie uitsluitend geschiedt voor wijzigingen in de grondtoon of majeur/
mineurwijzigingen.
U kunt ook de gewenste
sectie voor opname
selecteren door op de
bijbehorende paneelknop te
drukken. Het drukken op één
van de Sectieknoppen roept
het SECTION scherm op, van
waaruit u van sectie kunt ver-
anderen met gebruik van de
[6▲▼]/[7▲▼] knoppen. Druk,
om de verandering
daadwerkelijk door te voeren
op de [8▲▼] knop. Druk, om
de Fill In sectie te selecteren,
op de [AUTO FILL IN] knop.
OPMERKING
CRC CRC
C = akkoordnoot
C,R= aanbevolen noot
Step Record
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
113
CVP-205/203
Met deze handige functie kunt u begeleidingselementen — zoals rhythm, bass en chord patterns — van bestaande
stijlen combineren en deze gebruiken om uw eigen begeleidingsstijlen te creëren. De procedure die nu volgt hoort bij
stap 4 op blz. 110.
Het Assembleren van een Begeleidingsstijl — Assembly
2
Selecteert de stijlsectie en het
kanaal dat naar de correspon-
derende kanalen zal worden
gekopieerd, geselecteerd met de
[A]-[D] en [F]-[I] knoppen
hierboven.
Bepaalt de afspeelinstellingen voor ieder kanaal. U kunt
de begeleidingsstijl assembleren terwijl de stijlsectie en
het kanaal dat zal worden gekopieerd afspelen.
SOLO ........... Schakelt alle kanalen, behalve het gese-
lecteerde kanaal, uit.
ON ............... Speelt de geselecteerde kanalen af. Alle
kanalen die op ON staan ingesteld in het
REC CHANNEL scherm (blz. 111) wor-
den tegelijk afgespeeld.
OFF .............. Schakelt het geselecteerde kanaal uit. Als
het geselecteerde kanaal op ON staat
ingesteld in het REC CHANNEL scherm
(blz. 111), verschijnt OFF niet en is dus
niet beschikbaar.
1
Hiermee kunt u de begeleidingsstijl selecteren
die voor ieder kanaal van uw eigen stijl zal
worden gebruikt. Selecteer het gewenste kanaal
door op de [A] [D], [F][I] knoppen te drukken
en op dezelfde knop om het Style scherm op te
roepen, van waaruit u de begeleidingsstijl kunt
selecteren.
3
Druk, na het herhalen van de
stappen 1 en 2, op de [J] (SAVE)
knop om de geassembleerde stijl
data op te slaan. Van hieruit kunt
u de instellingen van alle
kanalen (RHYTHM1,
RHYTHM2, BASS, etc.) opslaan
in één enkele begeleidingsstijl.
Als u de sectie en het kanaal wijzigt in stap 1 en
2, worden de momenteel gespeciceerde
sectie en kanaal eveneens gewijzigd. De
kanalen die zullen worden opgenomen worden
ook gewijzigd en de opname stopt automatisch.
De PLAY TYPE parameter beïnvloedt uitslui-
tend het afspelen en brengt geen verandering
in de feitelijke begeleidingsstijl data.
OPMERKING
OPMERKING
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-205/203
114
De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 110.
De Rhythmic Feel Veranderen — Groove and Dynamics
Met deze uitgebreide mogelijkheden heeft u een “kist vol gereedschap” om de rhythmic feel van uw gecreëerde
begeleidingsstijl te veranderen. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 110.
Groove
Groove parameters
Original Beat Speciceert op welke tellen de Groove timing wordt toegepast. Met andere woorden, als 8 Beat wordt geselecteerd,
zal er Groove timing worden toegepast op de achtstenoten; als 12 Beat wordt geselecteerd, wordt er Groove timing
toegepast op achtstenoot-triolen.
Beat Converter Verandert de timing van de tellen (gespeciceerd door de ORIGINAL BEAT parameter hierboven) daadwerkelijk in de
geselecteerde waarde. Bijvoorbeeld, als ORIGINAL BEAT wordt ingesteld op 8 Beat en BEAT CONVERTER staat op
12, worden alle achtstenoten in de sectie veranderd in een achtstenoot-triool timing. De 16A en 16B Beat Converter,
die verschijnen als de ORIGINAL BEAT wordt ingesteld op 12 Beat, zijn variaties op een standaard zestiendenoot-
instelling.
Swing Produceert een swing gevoel door de timing van de back beats te verschuiven, afhankelijk van de ORIGINAL BEAT
parameter hierboven. Als bijvoorbeeld de gespeciceerde ORIGINAL BEAT waarde "8 Beat" is, zal de Swing parameter
de tweede, vierde, zesde en achtste tel van elke maat selectief vertragen om een swing gevoel te creëren. De instel-
lingen A tot E produceren verschillende gradaties van swing, waarbij A het meest subtiel is en E het nadrukkelijkst.
Fine Selecteert één van de vele groove sjablonen om te worden toegepast op de geselecteerde sectie. De PUSH
instellingen zorgen dat bepaalde tellen eerder worden gespeeld, terwijl de HEAVY instellingen de timing van bepaalde
tellen vertragen. De genummerde instellingen (2, 3, 4, 5) bepalen welke tellen zullen worden beïnvloed. Alle tellen tot en
met de gespeciceerde tel, behalve de eerste tel, zulen worden vervroegd of vertraagd: b.v. de tweede en derde tel als
3 wordt geselecteerd). Hierbij zullen A types altijd het minste, B types iets meer, en C types het maximum effect
produceren.
Het Bewerken van de Gecreëerde Begeleidingsstijl
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Roept het Style scherm op voor
het opslaan van de bewerkte
begeleidingsstijl data.
Voert de Groove handeling uit. Nadat
de handeling voltooid is, verandert
deze knop in [UNDO], waarmee u de
oorspronkelijke data kunt herstellen,
mocht u niet tevreden zijn over de
Groove resultaten. Undo heeft maar
één functie: het ongedaan maken van
de voorgaande handeling.
Bepaalt de instellingen voor elk van de
Groove parameters (zie tabel hieronder).
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
115
CVP-205/203
Dynamics
Dynamics parameters
Accent Type Selecteert het accenttype.
Strength Bepaalt in welke mate het geselecteerde Accent Type zal worden toegepast. Hoe
hoger de waarde, hoe sterker het effect.
Expand/Compress Vergroot of verkleint de volumeverschillen in de geselecteerde sectie, gebaseerd op
een centraal volume 64. Waardes hoger dan 100% vergroten de dynamiek,
waardes lager dan 100% verkleinen de dynamiek.
Boost/Cut Versterkt of verzwakt alle velocity waardes in de geselecteerde sectie/kanaal.
Waardes hoger dan 100% versterken de algehele velocity, waardes lager dan
100% verzwakken de algehele velocity.
Gebruik deze om de
gewenste bewerkings-
handeling te selecteren.
Roept het Style scherm
op waarin u de bewerkte
begeleidingsstijl data kunt
bewaren.
Voert de Dynamics handeling uit. Nadat de
handeling voltooid is, verandert deze knop
in [UNDO] waarmee u de oorspronkelijke
data kunt herstellen, mocht u niet tevreden
zijn over de Dynamics resultaten. Undo
heeft maar één functie: het ongedaan
maken van de voorgaande handeling.
Bepaalt de instellingen voor elk van de
Dynamics parameters (zie tabel hieronder).
Selecteer het gewenste kanaal waarop
u Dynamics wilt toepassen.
Velocity wordt bepaald door
uw aanslagsterkte op het
toetsenbord.
Hoe harder u op het
toetsenbord speelt, hoe
hoger de velocity waarde,
dus hoe luider het geluid.
OPMERKING
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-205/203
116
Het Bewerken van de Kanaal Data
In dit scherm, zijn vijf verschillende kanaal-gerelateerde bewerkingsfuncties, waaronder Quantize, voor het bewerken
van de opgenomen begeleidingsstijl data. De procedure die nu volgt hoort bij stap 4 op blz. 110.
Quantize
Zie blz. 103.
Velocity Change
Versterkt of verzwakt de velocity van alle noten in het gespecificeerde kanaal (geselecteerd met de [1▲▼]/[2▲▼]
(CHANNEL) knoppen), met het gespecificeerde percentage.
Bar Copy
Met deze functie kunt u binnen het gespecificeerde kanaal data van de ene maat of groep van maten, naar een
andere lokatie kopiëren. Gebruik de [4▲▼] (TOP) en [5▲▼] (LAST) knoppen om de eerste en laatste maat van het
gebied dat u wilt kopiëren te specificeren. Gebruik de [6▲▼] (DEST) knop om de eerste maat van de bestemmings-
lokatie te specificeren, waarnaar de data moet worden gekopieerd.
Bar Clear
Deze functie wist alle data van het gespecificeerde aantal maten, binnen het geselecteerde kanaal. Gebruik de
[4▲▼] (TOP) en [5▲▼] (LAST) knoppen om de eerste en laatste maat van het gebied dat u wilt wissen te
specificeren.
Remove Event
Met deze functie kunt u specifieke events van het geselecteerde kanaal wissen. Gebruik de [4▲▼] - [6▲▼]
(EVENT) knoppen om het gewenste event type dat u wilt wissen te selecteren.
Zie de uitleg hieronder.
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
117
CVP-205/203
Het Maken van Style File Format Instellingen — Parameter
Dit scherm biedt een verscheidenheid aan stijlfuncties — zoals de bepaling van hoe de toonhoogte en klank van de stijl zal veranderen
als gevolg van het spelen van akkoorden in het linkerhandgedeelte van het toetsenbord. Voor details over de relatie tussen de parame-
ters, zie "Style File Format" op blz. 110. De procedure hiervoor is identiek aan die van stap 4, beschreven op blz. 110.
Source Root/Chord
Deze instellingen bepalen de original key van de bron pattern (d.w.z. de toonsoort die gebruikt werd toen de pattern werd opgenomen). De
standaardinstelling CM7, (met een Source Root (grondtoon) "C" en een Source Type "M7"), wordt automatisch geselecteerd als er preset data
wordt gewist voordat er een nieuwe stijl wordt opgenomen, ongeacht of deze Source Root/Chord zich in de preset data bevond. Als u de
Source Root/Chord verandert van de standaard CM7 in een ander akkoord, dan zullen de akkoordnoten en aanbevolen noten eveneens
veranderen, afhankelijk van het zojuist geselecteerde akkoordtype. Voor details over akkoord- en aanbevolen noten, zie blz. 112.
NTR (Note Transposition Rule) en NTT (Note Transposition Table)
NTR (Note Transposition Rule)
Dit bepaalt het systeem voor de toonhoogteconversie van de bron pattern. U kunt kiezen uit twee instellingen.
Root (Root Transpose)
Wanneer de akkoordgrondtoon wordt getransponeerd, blijven de toonhoogteverhoudingen tussen de noten on-
derling gehandhaafd. De noten C3, E3 en G3 in de toonsoort C, bijvoorbeeld, zullen, bij een transpositie naar F,
veranderen in F3, A3 en C4. Gebruik deze instelling voor kanalen met een melodische inhoud.
Root Fixed
De noot wordt zo dicht mogelijk bij de voorgaande ligging gehouden. Bijvoorbeeld, de noten C3, E3 en G3 in de
toonsoort C zullen, bij een transpositie naar F, veranderen in C3, F3 en A3. Gebruik deze instelling voor kanalen
met akkoordpartijen.
Als NTR wordt ingesteld op
Root Fixed en NTT op
Bypass, worden de
Source Root en Source
Chord parameters
respectievelijk gewijzigd in
Play Root en Play
Chord. In dat geval kunt u
van akkoord veranderen en
het resulterende geluid voor
alle kanalen beluisteren.
OPMERKING
Zie de uitleg hieronder.
CRC CR CRC C RC CRC C CR CRC C CR
C
CCC CR
CCC C CR CCC C RC
CRC
RCR
CR CR
C
CR CCR
C
CCR
CC
CR
RRCCC
CC RC
C
CC RC
CC
CR CC
CC
CR C CR
C
CC RC C
C
CR
CCR
CR R RC
CCR
CCC
C
CCC
C
CRC
CC
CCC C
C
CRC CR
CC
CRC CC
C
CCC
CC
CCCR
RCC
CCC
RCC
CRC CRR
C
CRC
RCC
C
CC
CR CC CCR CR
CMaj
Cm
C7
CM7
CM7
9
C6
9
Caug Cm6
Cm7
Cm7
5Cm7
9
Cm
11
CmM7 CmM7
9
Cdim
Cdim7
C7
9
C7
13
C7
9
Csus4
Csus2
C1+8
C1+5
C7
5
C6
Cm
9
CM7
11
C7
11
C7
9
C7aug
CM7aug
C7sus4
C9
C7
13
Als de Source Root C is:
C = akkoordnoot
C,R = aanbevolen
noot
Het Creëren van Begeleidingsstijlen — Style Creator
CVP-205/203
118
NTT (Note Transposition Table)
Hiermee bepaalt u de noot transpose methode voor de bron pattern. U kunt kiezen uit zes transpose types.
Bypass
Geen transpose.
Melody
Geschikt voor het transponeren van melodielijnen. Gebruik dit voor melodiekanalen zoals Phrase 1 en Phrase 2.
Chord
Geschikt voor het transponeren van akkoorden. Te gebruiken voor de Chord 1 en Chord 2 kanalen, vooral als ze piano- of
gitaarachtige akkoordpartijen bevatten.
Bass
Geschikt voor het transponeren van baslijnen. Deze methode is grotendeels gelijk aan de Melody methode hierboven, maar herkent
ook on-bass akkoorden die in de FINGERED ON BASS vingerzettings-mode mogelijk zijn. Gebruik dit vooral voor baslijnen.
Melodic Minor
Als het gespeelde akkoord verandert van een majeur in een mineurakkoord, zal deze methode de derde interval van de toonladder
met een halve toon verlagen. Als het akkoord van een mineur in een majeurakkoord verandert, wordt de derde mineurinterval met
een halve toon verhoogd. Andere noten worden niet gewijzigd.
Harmonic Minor
Als het gespeelde akkoord verandert van een majeur in een mineurakkoord, zal deze methode de derde en de zesde interval van de
toonladder met een halve toon verlagen. Als het akkoord van een mineur in een majeurakkoord verandert, wordt zowel de derde
mineur- als de verlaagde zesde interval met een halve toon verhoogd. Andere noten worden niet gewijzigd.
High Key/Note Limit
High Key
Hiermee stelt u de hoogste noot in (het hoogste
octaaf) voor de noottranspositie als u van akkoord-
grondtoon verandert. Iedere noot die hoger uitkomt
dan deze hoogste noot wordt omlaag getrans-
poneerd naar het octaaf direct onder deze hoogste
noot. Deze instelling is alleen werkzaam als de
NTR parameter (blz. 117) op "Root Trans" staat
ingesteld.
Note Limit
Hiermee stelt u het nootbereik (laagste en hoogste
noten) in voor de voices die zijn opgenomen in de
stijlkanalen. Een oordeelkundige instelling van dit
bereik, zorgt ervoor dat voices zo realistisch moge-
lijk klinken — met andere woorden, dat er geen
noten zullen klinken die buiten het natuurlijke
speelbereik liggen (b.v. hoge basklanken of lage
noten voor een piccolo). De werkelijke noten die
klinken worden automatisch verschoven naar het ingestelde bereik.
RTR (Retrigger Rule)
Deze instellingen bepalen of noten zullen worden afgebroken of niet, en hoe ze van toonhoogte zullen veranderen in reactie op
akkoordveranderingen.
Stop
De noten worden afgebroken.
Pitch Shift
De toonhoogte van de noot zal ombuigen, zonder nieuwe attack, in overeenstemming met het nieuwe akkoordtype.
Pitch Shift to Root
De toonhoogte van de noot zal ombuigen, zonder nieuwe attack, in overeenstemming met de grondtoon van het nieuwe akkoord.
Retrigger
De noot wordt opnieuw getriggerd met een nieuwe attack op een nieuwe toonhoogte, in overeenstemming met het volgende
akkoord.
Retrigger To Root
De noot wordt opnieuw getriggerd met een nieuwe attack, op basis van de grondtoon van het volgende akkoord. Het octaaf van de
nieuwe noot blijft echter ongewijzigd.
CM
C3-E3-G3
FM
F3-A3-C4
F
M
F
2-A
2-C
3
C
M
C
3-F3-G
3
Voorbeeld Als de hoogste noot F is
Grondtoon-
veranderingen
Gespeelde
noten
CM
E3-G3-C4
FM
High Limit
Low Limit
F3-A3-C4
C
M
F3-G
3-C
4
Voorbeeld Als de laagste noot C3 is en de hoogste D4
Grondtoon-
veranderingen
Gespeelde
noten
119
CVP-205/203
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice
Veranderen
— Mixing Console
Het ziet eruit als een echte mixer en daarom biedt dit scherm u een uitstekende controle
over het geluid.
U kunt nog meer basis-mixknoppen oproepen met de [BALANCE] knop en de [CHANNEL ON/OFF] knop (blz. 62).
Omtrent de parameters
VOL/VOICE (Volume/Voice) (blz. 120)
Dit bevat instellingen die te maken hebben met het volume en de voice van iedere part/kanaal. Hier kunt u ook de
Auto Revoice functie activeren — die automatisch XG compatibele songs afspeelt (blz. 152) met gebruik van de
brede en dynamische voices die exclusief zijn voor de CVP-205/203. Dit voorziet in zeer authentieke en realistische
instrumentale geluiden ten behoeve van het afspelen van uw songs.
FILTER (blz. 121)
Deze knoppen beïnvloeden de klankkwaliteit van de voice, waardoor u meer kracht, druk, of helderheid aan het
geluid kunt toevoegen.
TUNE (blz. 121)
Deze voorzien in diverse stemmingsfuncties.
EFFECT (blz. 122)
Deze knop regelt de mate waarin het effect aan het geluid wordt toegevoegd.
Mixing Console
Met deze serie "knoppen"
kunt u de onderlinge balans
tussen de voices en hun
stereo positie instellen,
alsook de hoeveelheid effect
dat aan iedere voice wordt
toegevoegd.
OPMERKING
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
MIXING
CONSOLE
PART
Procedure
MIXING
CONSOLE
PART
1
PANEL PART
Bevat de toetsenbord parts (Main/Layer, Left),
begeleidings-parts, song, microfooningang
(alleen CVP-205)
STYLE PART
Begeleidings-parts
SONG CH 1 - 8
De kanalen 1 - 8 van afspelende songs
SONG CH 9 - 16
De kanalen 9 - 16 van afspelende songs
2
Selecteer de andere Mixing Console pagina’s met de [BACK]/
[NEXT] knoppen en stel de gewenste parameters in.
Voor informatie over de diverse parameters en instellingen en
hoe ze te gebruiken, zie de uitleg te beginnen op blz. 120.
Druk, vanuit het MIXING CONSOLE scherm, herhaaldelijk op
de knop totdat het gewenste scherm verschijnt. Telkens als u op
de knop drukt, wisselen de schermen elkaar af in de hieronder
getoonde volgorde.
U kunt een parameter snel
en eenvoudig voor alle parts
tegelijk op dezelfde waarde
instellen (met uitzondering
van de VOICE parameter).
Houd één van de [A] - [J]
knoppen ingedrukt die bij de
parameter hoort die u wilt
wijzigen en gebruik de [1] -
[8] knoppen of de [DATA
ENTRY] knop om de waarde
te wijzigen.
Voor details over
parameters die te maken
hebben met de Sound
Creator, zie blz. 89.
Sluit het Mixing
Console scherm door
op de [EXIT] knop te
drukken
END
OPMERKING
OPMERKING
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-205/203
120
De procedure die nu volgt hoort bij stap 2 op blz. 119.
Het Instellen van Volumebalans en Voice - Volume/Voice
De [RHY2] categorieën in
het STYLE PART scherm
zijn uitsluitend voor de Drum
Kit/SFX Kit (percussie)
voice.
De Drum Kit/SFX Kit voice
kan uitsluitend worden
toegewezen aan [RHY2].
Tijdens het afspelen van GM
song data, kan kanaal 10 (in
de SONG CH 9 - 16 pagina)
uitsluitend worden gebruikt
voor een Drum Kit voice.
OPMERKING
OPMERKING
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
DIGITAL
STUDIO
Zet dit op ON om de automatische vervanging van
de XG voices (in XG song data) door de speciale
voices van de CVP-205/203 te activeren. Zet dit uit
om de normale XG voice set te gebruiken.
Hiermee kunt u de voice van elke part selecteren en de panpot (stereo positie) en het volume
instellen.
VOICE
Roept het VOICE scherm op, van waaruit u de gewenste voice kunt selecteren (blz. 55).
PANPOT
Bepaalt de stereo positie van de geselecteerde voice of track. Een instelling 0 plaatst het geluid
volledig links, 64 in het midden, en 127 volledig rechts.
VOLUME
Bepaalt het volumeniveau voor ieder kanaal, waardoor u een precieze controle heeft over alle parts.
Selecteert de XG
voices (voices die
gewoonlijk voor het
afspelen worden
gebruikt) die u wilt
vervangen.
Selecteert de voices die de
XG voices zullen vervangen
(als SONG AUTO REVOICE
op ON staat).
Voert de instellingen uit en sluit het Auto
Revoice Setup scherm.
Sluit het Auto Revoice Setup
scherm zonder de instellingen
uit te voeren.
1
2
Telkens als u op
deze knop drukt,
schakelt u om naar
een andere part/
kanaal.
Gebruik deze om de para-
meters VOICE, PANPOT, of
VOLUME te selecteren.
Hiermee kunt u
de specieke
voice die u wilt
vervangen
selecteren.
PIANO en BASIC kunnen
gelijktijdig worden
opgeroepen.
ALL REVOICE
Vervangt alle vervangbare XG voices door de
brede, authentieke voices van de CVP-205/203.
PIANO REVOICE
Vervangt uitsluitend de piano
voices.
BASIC REVOICE
Vervangt uitsluitend de
aanbevolen voices die
geschikt zijn voor het
afspelen van de song.
ALL NO REVOICE
Alle voices worden
teruggezet op de originele
XG voices.
Als de rhytm/percussie
voices (drum kits, etc.) van
de begeleidingsstijl en de
song worden gewijzigd door
de voice parameter, dan
zullen de gedetailleerde
instellingen die te maken
hebben met de drum voice
worden gereset en kan het
in sommige gevallen onmo-
gelijk zijn om het originele
geluid terug te zetten. Bij
het afspelen van songs,
kunt u het originele geluid
terugzetten door de song op
zijn beginpunt te zetten en
hem van daaraf opnieuw af
te spelen. Bij het afspelen
van begeleidingsstijlen,
kunt u het originele geluid
terugzetten door dezelfde
stijl opnieuw te selecteren.
Houd in gedachte dat de
Revoice functie kan resul-
teren in een onnatuurlijk of
onverwacht geluid, afhan-
kelijk van de betreffende
song data.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
121
CVP-205/203
De procedure die nu volgt hoort bij stap 2 op blz. 119.
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 119.
PORTAMENTO TIME ............Als de part op Mono staat (blz. 59, 90), bepaalt dit de Portamento tijd. Hoe hoger de
waarde, hoe langzamer de toonhoogte zal wijzigen. Er wordt uitsluitend Portamento
toegepast als u legato speelt (de volgende noot spelen voordat u de huidige loslaat).
PITCH BEND RANGE ...........Als het Pitch Bend of Glide effect aan het pedaal wordt toegewezen, bepaalt dit het
bereik van de toonhoogteverandering, in stappen van een halvetoonsafstand.
OCTAVE................................Bepaalt het bereik van de toonhoogteverschuiving in octaven, met een instelbereik van
twee octaven omhoog/omlaag.
TUNING...............................Bepaalt de toonhoogte van het instrument.
Het Wijzigen van de Toon van de Voice — Filter
Voor details over de Filter,
zie blz. 91.
Als er een Natural voice
wordt geselecteerd, kunnen
Harmonic en Brightness
niet worden gewijzigd.
Wees voorzichtig met deze
knoppen. Afhankelijk van de
geselecteerde voice, kun-
nen extreme instellingen ruis
of vervorming tot gevolg
hebben.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
Schakelt tussen de HARMONIC en BRIGHTNESS parameters.
HARMONIC ........ Hiermee kunt u het resonantie-effect instellen
(zie Harmonic Content op blz. 91).
BRIGHTNESS..... Bepaalt de helderheid van het geluid door het
instellen van de cutoff frequentie (blz. 91).
Telkens als u op deze
knop drukt, schakelt u
om naar een andere
part/kanaal.
Het Wijzigen van de Toonhoogte-gerelateerde Instellingen — Tune
Portamento wordt gebruikt
om een gelijkmatige
overgang in toonhoogte van
de ene noot naar de vol-
gende te creëren.
OPMERKING
Schakelt tussen de beschikbare parameters: PORTAMENTO
TIME, PITCH BEND RANGE, OCTAVE, en TUNING.
Deze verhogen/verlagen (transponeren) de toonhoogte, in stappen van een halvetoonsafstand.
MASTER ... Transponeert zowel de toonhoogte van het toetsenbord als die van afspelende songs.
SONG........ Transponeert de toonhoogte van afspelende songs.
KBD ..........Transponeert de toonhoogte van het toetsenbord.
Zie de uitleg hieronder.
Als er een Natural voice
wordt geselecteerd, kan
Portamento Time niet wor-
den gewijzigd.
OPMERKING
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-205/203
122
De procedure voor deze pagina hoort bij stap 2 op blz. 119.
Het Instellen van de Effecten
Er zijn drie effectsecties:
Reverb, Chorus en DSP (die
een aantal effecttypes bevat-
ten). Deze zijn beschikbaar
onafhankelijk van de Natural
voices en Regular Voices.
Voor details, zie de tabel
Effectblokken (blz. 123).
OPMERKING
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
BALANCE
PART
PART
CHANNEL
ON / OFF
Schakelt tussen de
effectparameters:
REVERB, CHORUS,
en DSP.
Bepaalt de hoeveelheid van het effect dat aan iedere part wordt toegevoegd.
Voor meer informatie over de eigenschappen van ieder effect, zie de tabel
Effectblokken” op blz. 123.
Druk hierop om het effect
te bewerken en te
bewaren (blz. 122, 123).
Hiermee bepaalt u het effectblok en kunt u er een effect aan toewijzen.
BLOCK............Bepaalt het effectblok (groep van soortgelijke of bij elkaar horende effecten).
PART ............... Bepaalt de part waaraan het effect wordt toegevoegd. Dit bepaalt de part
waaraan het Insertion effect wordt toegevoegd. Dit is alleen effectief als het blok
op DSP1 en de CONNECTION parameter op Insert staat ingesteld (blz. 123).
CATEGORY..... De verschillende effectprogrammas (in Type hieronder) zijn gegroepeerd in
categorieën. Deze parameter is soms niet beschikbaar, afhankelijk van het
geselecteerde blok.
TYPE ...............Bepaalt het soort effect dat aan het geselecteerde effectblok zal worden toege-
wezen. Welke effecttypes er beschikbaar zijn, kan verschillen, afhankelijk van het
geselecteerde blok.
Als de BLOCK parameter op REVERB1, CHORUS1, of DSP1 staat
ingesteld, druk dan hierop om het scherm op te roepen van waaruit u
de gedetailleerde instellingen voor de effecten kunt wijzigen.
1
2
Telkens als u op deze
knop drukt, schakelt u
om naar een andere
part/kanaal.
Geeft de typenaam aan voor DSP.
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
123
CVP-205/203
Effectblokken
Blok Parts Eigenschappen
Aantal User Effecten
REVERB 1
(voor Regular Voices)
Alle Parts
Bootst de warme akoestiek na van het spelen
in een concertzaal of jazz club.
3
REVERB 2
(voor Natural Voices)
Alle parts, behalve microfoon (MIC)
CHORUS 1
(voor Regular Voices)
Alle Parts
Produceert een breed, vet geluid alsof er
meerdere parts tegelijk worden bespeeld.
3
CHORUS 2
(voor Natural Voices)
Alle parts, behalve microfoon (MIC)
DSP 1
(voor Regular Voices)
Main, Layer, Left, Song
(kanaal 1 - 16), MIC
Behalve reverb en chorus effecten, heeft deze
sectie een aantal speciale effecten, zoals
distortion.
10
DSP 2
(voor Natural Voices)
Alle parts, behalve microfoon (MIC)
BRILLIANCE
(alleen CVP-205)
(voor Natural Voices)
Alle parts, behalve microfoon (MIC) Verandert de helderheid van het geluid.
Bepaalt het
effectblok.
Roept het scherm op
voor het bewaren van
het effect.
Bepaalt de effect-
categorie.
Bepaalt het effecttype.
Bepaalt de effectparameter die u wilt instellen.
Bepaalt het volumeniveau van
het effect (return level). Dit is
niet beschikbaar als BLOCK
op DSP1, PARAMETER op
CONNECTION, en VALUE
op Insert staat ingesteld.
Bepaalt de waarde van de geselecteerde
parameter.
Roept het scherm op
om een User Effect een
naam te geven (blz. 46).
3
4
Selecteer de bestemming waar het effect moet worden
bewaard. Het aantal beschikbare geheugenlokaties die als
bestemming dienst kunnen doen, verschilt voor ieder blok
(zie onderstaande tabel).
Bewaart de hierboven gemaakte
effectinstellingen in een User
Effect lokatie (SYSTEM), voor
later gebruik. Om het effect op te
roepen, selecteert u USER voor de
CATEGORY parameter, waarna u
het gewenste effect voor de TYPE
parameter kunt selecteren.
Houd in gedachte dat er in
sommige gevallen bijgelui-
den hoorbaar kunnen zijn
als u de effectparameters
instelt terwijl u het
instrument bespeelt.
Deze parameter kan niet
worden ingesteld als
BLOCK op REVERB2,
CHORUS2, of DSP2 (of
BRILLIANCE; alleen CVP-
205) staat ingesteld.
OPMERKING
OPMERKING
Het Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen
— Mixing Console
CVP-205/203
124
Effectstructuur
De CVP-205/203 heeft het volgende digitale effectsysteem, dat aan de Natural voices (blz. 89) en aan de Regular voices
(blz. 89) kan worden toegevoegd. Het effecttype, de depth en verscheidene andere parameters kunnen worden inge-
steld met de paneelknoppen.
Reverb .......... Gewoonlijk worden de instellingen die bij de geselecteerde stijl passen automatisch opgeroepen.
Ook voor de meeste Natural voices, worden bijpassende instellingen opgeroepen.
Chorus.......... Gewoonlijk worden de instellingen die bij de geselecteerde stijl passen automatisch opgeroepen.
Ook voor de meeste Natural voices, worden bijpassende instellingen opgeroepen.
DSP .............. Gewoonlijk worden de instellingen die bij de geselecteerde voice passen automatisch opgeroepen.
Variation (instellingen waardoor de expressie van het effect wordt gewijzigd) is voorbereid voor ieder
type en kan worden uitgezet met de [VARIATION] knop op het bedieningspaneel.
Als de Natural voice geselecteerd is, werkt de [VARIATION] knop niet.
In de illustratie hieronder kunt u zien hoe de diverse effectblokken aan elkaar gekoppeld zijn en kunt u de signal flow
van de send/return controls van de CVP-205/203 volgen.
For Natural Voices (REVERB2, CHORUS2, DSP2)
For Regular Voices (REVERB1, CHORUS1, DSP1)
OUT
Rev Send
MAIN VOICE
Dry
Cho Send
DSP Send
When DSP is set as an Insertion effect
(here, PART is set to MAIN),
it is put here in the signal flow.
(For Natural voices,
DSP can only be used
as a System effect.)
Rev Send
LAYER VOICE
Dry
Cho Send
DSP Send
Rev Send
LEFT VOICE
Dry
Cho Send
DSP Send
Rev Send
MIC
(CVP-205 only)
Dry
Cho Send
DSP Send
Rev Send
Dry
Cho Send
DSP Send
CHORUS
BRILLIANCE
REVERB
DRY LINE
DSP
Chorus
Return
DSP
Return
Reverb
Return
DSP
When DSP is set as a System effect,
it is put here in the signal flow.
(For Natural voices, DSP can only
be used as a System effect.)
(CVP-205 Natural Voices only)
STYLE/SONG
(each channel)
(CVP-205 alleen Natural Voices)
Voor Natural Voices (REVERB2, CHORUS2, DSP2)
Als DSP is ingesteld als een System effect
dan wordt hij hier in de signal flow geplaatst
(Voor Natural Voices kan DSP uitsluitend worden
gebruikt als System effect)
Als DSP is ingesteld als een Insertion effect
(hier is PART ingesteld op MAIN),
dan wordt hij hier in de signal flow geplaatst
(Voor Natural Voices kan DSP uitsluitend
worden gebruikt als System effect)
Voor Regular Voices (REVERB1, CHORUS1, DSP1)
STYLE SONG
(elk kanaal)
MIC
(alleen CVP-205)
LEFT VOICE
LAYER VOICE
MAIN VOICE
125
CVP-205/203
Het Maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
De Functie mode geeft toegang tot een aantal geavanceerde functies die van toepassing zijn op het gehele instrument.
Met deze geavanceerde functies kunt u de Clavinova aanpassen aan uw muzikale eisen en voorkeuren.
Het Instellen van Toonhoogte en Stemming — Master Tune en Scale Tune
Master Tune (blz. 127)
Hiermee kunt u precieze wijzigingen aanbrengen in de toonhoogte van het instrument — om de stemming exact overeen te laten
komen met die van andere instrumenten.
Scale Tune (blz. 127)
Dit bepaalt het specifieke stemsysteem (of temparatuur) voor het instrument. Dit is vooral bruikbaar als u een muziekstuk wilt
spelen uit een bepaalde muzikale periode omdat u het stemsysteem uit die specifieke periode kunt gebruiken.
Het Instellen van Song-gerelateerde Parameters — Song Setting (blz. 129)
Hiermee kunt u parameters instellen die te maken hebben met het afspelen van songs, alsook met de verschillende oefenfuncties.
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde Parameters — Style Setting, Split Point, en
Chord Fingering
Style Setting / Split Point (blz. 130)
Deze bepalen de Automatische Begeleiding-gerelateerde instellingen en het splitpunt.
Chord Fingering (blz. 131)
Dit bepaalt de methode voor het spelen/ingeven van akkoorden tijdens het gebruik van de Automatische Begeleiding. U kunt
zelfs aflezen hoe het akkoord moet worden gespeeld, aangezien de individuele noten in het scherm worden aangegeven.
MIN
STYLE
ACMP
MAX
AUTO FILLIN
POWER
ON
OFF
MASTER VOLUME
FADE IN / OUT
METRONOME
START STOP
OTS LINK
BREAK
INTRO
SONG
EXTRA TRACKS
(STYLE)
TRACK 2
(L)
TRACK 1
(R)
REC TOP START / STOP REW FF REPEAT GUIDE
NEW SONG
TEMPO
SYNC.START
RESET
MAIN
TAP TEMPO
TRANSPOSE
RESET
ENDING / rit. SYNC.STOP SYNC.START START / STOP
ABCD
DIRECT ACCESS
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
DIGITAL
STUDIO
SOUND
CREATOR
DIGITAL
RECORDING
MIXING
CONSOLE
A
B
C
D
E
BALANCE
PAR T
PAR T
CHANNEL
ON / OFF
12345678
EXIT
BACK NEXT
F
G
H
I
J
VOICE PART
ON / OFF
LAYER
LEFT
LCD
CONTRAST
ENTER
DATA
ENTRY
VOICE EFFECT
REVERB
VOICE
PIANO & HARPSI.
BRASS
MUSIC FINDER
PIANO
DSP VARIATION HARMONY / ECHO MONO LEFT HOLD
E.PI ANO ORGAN & ACCORDION PERCUSSION GUITAR BASS
WOODWIND
STRINGS CHOIR & PAD SYNTH. XG USER
ONE TOUCH SETTING
REGISTRATION MEMORY
FREEZE
MEMORY
12345678
1234
MENU
FUNCTION
Procedure
MENU
DEMO
HELP
FUNCTION
2
Selecteer de gewenste functie.
1
3
Stel de parameters van de
geselecteerde functie in.
De bedieningsprocedure voor elke
functie treft u aan in de nu volgende
uitleg.
Druk op de [EXIT] knop om
terug te keren naar het vorige
scherm.
END
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
126
Het Maken van Instellingen voor de
Pedalen en het Toetsenbord — Controller
Pedal (blz. 131)
Deze instellingen bepalen de werking van de aange-
sloten pedalen (met inbegrip van foot controllers en
voetschakelaars). Ze kunnen worden toegewezen aan
één van de beschikbare functies, waardoor u bepaal-
de bedieningshandelingen kunt uitvoeren met uw
voet — zoals het starten/stoppen van de Begelei-
dingsstijl, of het activeren van Fill In patterns.
Keyboard / Panel (blz. 133)
Deze instellingen bepalen de aanslaggevoeligheid
van het toetsenbord (hoe het volume hierdoor wordt
beïnvloed) en u kunt er het toetsenbord of de song
data afzonderlijk, of het instrument in zijn geheel
mee transponeren.
Het Instellen van de Registration Sequence,
Freeze en Voice Set
Registration Sequence (blz. 134)
Dit bepaalt de volgorde waarin de Registration
Memory presets (1 - 8) worden opgeroepen — Als u
de [BACK][NEXT] knoppen of het pedaal hiervoor
gebruikt.
Freeze (blz. 134)
Hiermee kunt u de instellingen specificeren die u wilt
aanhouden (ongewijzigd moeten blijven), zelfs als u
naar andere Registration Memory presets omschakelt.
Voice Set (blz. 135)
Dit bepaalt of bepaalde voice-gerelateerde instel-
lingen (zoals Effecten, EQ, Harmony, etc.) wel of niet
automatisch worden opgeroepen, als u een voice
selecteert.
Het Instellen van Harmony en Echo (blz. 135)
Hiermee kunt u het type Harmony of Echo effect instel-
len die aan de toetsenbord voices zullen worden toege-
voegd, alsook de hoeveelheid effect.
Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven
— Video Out (alleen CVP-205) (blz. 136)
Deze instellingen bepalen de schermeigenschappen als
de scherminhoud van de CVP-205 wordt uitgestuurd
naar een TV monitor (die is aangesloten op de VIDEO
OUT aansluiting). U kunt de grootte en kleur van de
weergegeven karakters veranderen, alsook de kleur van
de schermachtergrond.
Het Maken van MIDI Instellingen
System (blz. 137)
Dit bepaalt de diverse systeemcommando-instel-
lingen (zoals Clock, Start/Stop, System Exclusive),
alsook Local Control aan/uit.
Transmit (blz. 138)
Dit bepaalt hoe data die naar aangesloten MIDI
apparaten wordt verzonden zal worden afgespeeld —
d.w.z. welke parts zijn toegewezen aan welke MIDI
zendkanalen. Hiermee kunt u tevens de data types
specificeren die via ieder kanaal zullen worden
verzonden.
Receive (blz. 139)
Dit bepaalt hoe de parts van de CVP-205/203 op data
afkomstig van aangesloten MIDI apparaten zullen
reageren — d.w.z. welke parts aan welke MIDI
ontvangstkanalen zijn toegewezen. Hiermee kunt u
tevens de data types specificeren die via ieder kanaal
zullen worden ontvangen.
Root (blz. 139)
Dit bepaalt het kanaal dat wordt gebruikt voor het
herkennen van root (grondtoon) noten, tijdens het
gebruik van de Automatische Begeleiding.
Chord Detect (blz. 139)
Dit bepaalt het kanaal (kanalen) dat wordt gebruikt
voor het herkennen van akkoorden, tijdens het
gebruik van de Automatische Begeleiding.
Andere Instellingen — Utility
Config 1 (blz. 140)
Deze pagina bevat instellingen voor Fade In/Out,
Metronoom, Parameter Lock en het Tap geluid.
Config 2 (blz. 141)
Vanuit deze pagina kunt u het scherm instellen, luid-
sprekerinstellingen maken en de voice nummerindi-
catie wijzigen.
Disk (blz. 142)
Vanuit deze pagina kunt u diskettes formatteren en
van de ene diskette naar een andere kopiëren.
Owner (blz. 143)
Vanuit deze pagina kunt u de taal van het instrument
instellen en uw eigen naam ingeven — die telkens als
u het instrument aanzet automatisch zal verschijnen.
System Reset (blz. 143)
Deze functie zet de CVP-205/203 terug op zijn fa-
brieks-instellingen. U kunt ook specificeren wat voor
instellingen zullen worden teruggezet, alsook uw
zelfgemaakte instellingen bewaren voor later gebruik.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
127
CVP-205/203
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Stemmen van de Algehele Toonhoogte — Master Tune
Het Selecteren van een Toonladder — Scale Tune
Fijnstemming Toonhoogte/Selecteren Toonladder — Master Tune/Scale Tune
Hz (Hertz)
Deze meeteenheid verwijst
naar de frequentie van een
geluid en vertegenwoordigt
het aantal malen dat een
geluid per seconde vibreert.
De Tune functie heeft geen
invloed op de Drum Kit of
SFX Kit voices.
OPMERKING
OPMERKING
Bepaalt de algehele toonhoogte van de CVP-205/
203, met een bereik van 414,8 - 466,8 Hz. Druk
tegelijk op de 4 of 5 [▲▼]knoppen om de waarde
direct op zijn fabrieksinstelling van 440,0 Hz te zetten.
Bepaalt de Toonladder (blz. 128).
Bepaalt de noot die gestemd moet worden en de stemwaarde.
Het stembereik loopt van “-64” via “0” naar “+63”. Elke stap komt overeen
met één cent (één “cent” is één honderdste van een halvetoonsafstand).
Bepaalt de fijnstemming van de geselecteerde noot
in stappen van 1 cent. Druk tegelijk op de 5 of 6
[▲▼] knoppen om de waarde direct op zijn
fabrieksinstelling te zetten.
Bepaalt de basisnoot voor iedere toonladder.
Als de basisnoot wordt gewijzigd, wordt de
toonhoogte van het toetsenbord getranspo-
neerd, waarbij de toonhoogteverhoudingen
tussen de noten onderling behouden blijven.
De huidige stemming van iedere noot staat boven
of onder de bijbehorende toets.
Cent
De eenheid van toonhoogte
overeenkomend met 1/100
van een halvetoonsafstand
(100 cents = 1 halvetoons-
afstand).
U kunt uw zelfgemaakte
toonladderstemmingen regi-
streren in een
REGISTRATION MEMORY
knop. Plaats, om dit te doen,
een vinkteken voor “SCALE”
in het REGISTRATION
MEMORY scherm (blz. 85).
OPMERKING
OPMERKING
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
128
Scale
Equal Temperament
Het toonhoogtebereik van ieder octaaf is verdeeld in twaalf delen, waarbij iedere halvetoonsafstand qua toonhoogte
gelijkmatig is verdeeld. Dit is de meest gebruikte stemming in hedendaagse muziek.
Pure Major/Pure Minor
Deze stemmingen behouden de reine mathematische intervallen van iedere toonladder, vooral voor drieklanken
(grondtoon, terts, kwint). U kunt dit het beste horen bij echte vocale harmonieën — zoals koren en a capella zang.
Pythagorean
Deze toonladder is bedacht door de beroemde Griekse filosoof en bestaat uit een serie reine kwinten die samen-
komen in één enkel octaaf. De tertsen in deze stemming zijn enigszins onzuiver, maar de kwarten en kwinten zijn
prachtig en geschikt voor bepaalde solo’s.
Mean Tone
Deze toonladder werd gecreëerd als verbetering van de Pythagorean toonladder, door de terts interval zuiverder te
stemmen. Hij was vooral populair van de zestiende tot de achttiende eeuw. Händel en vele anderen gebruikten
deze toonladder.
Werckmeister/Kirnberger
Deze samengestelde toonladder combineert de Werckmeister en Kirnberger systemen, die zelf verbeteringen van de
Mean Tone en Pythagorean toonladder waren. De belangrijkste eigenschap van deze toonladder is dat iedere toon-
soort zijn eigen unieke karakter heeft. Deze toonladder werd gebruikt in de periode van Bach en Beethoven en zelfs
nu nog wordt hij vaak gebruikt voor het uitvoeren van muziek uit die periode op het klavecimbel.
Arabic
Gebruik deze stemming voor het spelen van Arabische muziek.
Toonhoogte-instellingen voor iedere toonladder (in cents; voorbeeldtoonladder van C)
CC
DE
EFF
GA
AB
B
Equal Temperament 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0
PureMajor 0.0 -29,7 3,9 15,6 -14,1 -2,3 -9,4 2,3 -27,3 -15,6 18,0 -11,7
PuoreMinor 0.0 33,6 3,9 15,6 -14,1 -2,3 31,3 2,3 14,1 -15,6 18,0 -11,7
Pythagorean 0.0 14,1 3,9 -6,3 7,8 -2,3 11,7 2,3 15,6 6,3 -3,9 10,2
MeanTone 0.0 -24,2 -7,0 10,2 -14,1 3,1 -20,3 -3,1 -27,3 -10,2 7,0 -17,2
WerckMeister 0.0 -10,2 -7,8 -6,3 -10,2 -2,3 -11,7 -3,9 -7,8 -11,7 -3,9 -7,8
KirnBerger 0.0 -10,2 -7,0 -6,3 -14,1 -2,3 -10,2 -3,1 -7,8 -10,2 -3,9 -11,7
Arabic1 0.0 0 -50.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 -50.0 0.0 0.0
Arabic2 0.0 00.0 0.0 -50.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 -50.0
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
129
CVP-205/203
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Instellen van Song-gerelateerde Parameters — Song Setting
Quick Start
Bij sommige commercieel
verkrijgbare song data zijn er
bepaalde instellingen die te
maken hebben met de song
(zoals voice selectie, volu-
me, etc.) opgenomen in de
eerste maat, voorafgaande
aan de feitelijke noot data.
Als Quick Start op ON staat,
dan leest de CVP-205/203
alle aanvangs-niet-noot-data
op de hoogst mogelijke snel-
heid en zet dan vlak voor de
eerste noot van de song het
tempo terug op de juiste
snelheid. Hierdoor kunt u het
afspelen zo snel mogelijk
starten, met een minimale
vertraging voor het lezen van
data.
Channel
Verwijst naar het MIDI ka-
naal (blz. 150). De kanalen
zijn als volgt toegewezen:
Song
1 - 16
Begeleidingsstijl
9 - 16
De Guide lampjes lichten op
in respons op song kanalen
die zijn toegewezen aan de
Tracks 1 en 2, alsook op ak-
koord data (indien in de song
aanwezig). Gewoonlijk kunt
u de AUTO SET CH functie
op ON laten staan en zal het
song kanaal automatisch
worden ingesteld. Als de
resultaten niet bevredigend
zijn, dan moeten de Channel
Setting “TRK1 CH” en “TRK2
CH” parameters worden
aangepast aan de juiste
rechter- en linkerhand parts.
Phrase Mark
Deze data specificeert een
bepaalde lokatie in de song
data. In de bijgeleverde
“Music Software Collection”
songs (alleen CVP-203) en
de interne “Song Book”
songs (alleen CVP-205),
worden deze aangegeven
door nummers (1, 2, etc.) bij
de muzieknoten.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Bepaalt de Guide
methode.
Zet de Guide lampjes
aan of uit.
Bepaalt het moment waarop de Guide
lampjes zullen oplichten.
JUST ........ De Guide lampjes lichten
precies op op het moment
dat u de noten moet
spelen.
NEXT ........ De Guide lampjes lichten
iets vroeger op, om aan te
geven welke noten u zo
dadelijk moet gaan spelen.
Als u te laat bent gaan de
Guide lampjes knipperen.
Zet Quick Start aan/uit (zie opmerking).
Hiermee kunt u alle songs in
dezelfde map doorlopend afspelen.
Bepaalt de MIDI kanalen die zijn
toegewezen aan de [TRACK2] knop.
Bepaalt de MIDI kanalen die zijn
toegewezen aan de [TRACK1] knop.
Ingesteld op “ON”, stelt dit
automatisch de juiste Track 1
en Track 2 kanalen in voor
gebruik met de oefenfuncties.
Gewoonlijk dient dit op “ON” te
staan.
Bepaalt de taal van de weerge-
geven song teksten.
Als dit op “AUTO” staat inge-
steld, wordt de taal van de song
data gebruikt. Niet ingesteld op
“AUTO”, schakelt de taal terug
naar Japans, als de interne in-
stelling (blz. 143) “JAPANESE”
is; voor alle andere talen is dit
ingesteld op “INTERNATIONAL.
Bepaalt of de Phrase Mark
Repeat functie voor de song aan
of uit is. Als dit aan staat, kunt u
de gespecificeerde frase (selectie
van maten) van de song herhaal-
delijk afspelen. De methode voor
het instellen van een phrase mark
is identiek aan die in het SONG
POSITION scherm (blz. 77).
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
130
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting en Split Point
Het Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters — Style Setting, Split Point, en Chord Fingering
Deze selecteren de part waarop de Split Point in-
stelling wordt toegepast: begeleiding, linkerhand-
gedeelte, of beide. Druk, terwijl u één van deze
knoppen ingedrukt houdt, de gewenste toets in
om het splitpunt in te stellen. De ingedrukte toets
ligt binnen het bereik van het Automatische
Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord
(ACMP) of het linkerhandgedeelte (LEFT).
A+L (ACMP + LEFT)
Hiermee kunt u tegelijkertijd het splitpunt voor
zowel het linkerhandgedeelte als voor het
Automatische Begeleidingsgedeelte van het
toetsenbord instellen.
Deze zetten de Stop Accompaniment (ACMP) functie aan/uit. Als dit op “ON”
staat, kunt u zelf de akkoord- en basgeluiden van de begeleiding bespelen — zelfs
als de begeleidingsstijl niet afspeelt.
Dit is van toepassing op de OTS Link functie, waarbij de One Touch Settings automatisch worden
opgeroepen door van sectie te veranderen. Dit bepaalt het moment dat de One Touch Settings door de
sectie zullen worden gewijzigd. (De [OTS LINK] knop moet aan staan.)
Real Time
One Touch Setting wordt onmiddellijk opgeroepen als u op een sectieknop drukt.
Next Bar
One Touch Setting wordt, nadat u op een sectieknop heeft gedrukt, bij de volgende noot opgeroepen.
Met de CVP-205/203 kunt u Sync Stop (blz. 66) automatisch activeren, gewoon
door een korte aanslag op toetsen in het Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord. Met deze parameter kunt u de duur van de
toetsaanhoudtijd instellen.
Zet de aanslaggevoeligheid voor de begeleiding aan/uit. Als dit op “ON” staat,
wijzigt het begeleidingsvolume op basis van uw aanslagsterkte (in het Auto-
matische Begeleidingsgedeelte van het toetsenbord).
Bepaalt de standaardsectie die automatisch wordt opgeroepen als er een
andere stijl wordt geselecteerd (als de begeleiding is gestopt).
Bepaalt de splitpunten voor de Automatische Begeleiding (ACMP) en het linker-
handgedeelte (LEFT). Dezelfde waarde kan voor beide, of voor elk afzonderlijk,
worden ingesteld met de knoppen [F], [G] en [H] (zie hierboven). Deze knoppen
kunnen zelfstandig wordt gebruikt om de split point waarde in te stellen.
Omtrent Section Set
Als één van de secties Main
A-D niet in voorkomt in de
begeleidingsstijl data, dan
wordt de dichtstbijzijnde
sectie automatisch
geselecteerd. Bijvoorbeeld,
als Main D niet in de
geselecteerde begelei-
dingsstijl voorkomt, wordt
L (LEFT)
Hiermee kunt u het splitpunt voor het linkerhandgedeelte van het toetsenbord
instellen.
A (ACMP)
Hiermee kunt u het splitpunt voor het Automatische Begeleidingsgedeelte
van het toetsenbord instellen.
Het splitpunt kan worden
ingesteld in het MAIN
scherm.
OPMERKING
OPMERKING
Omtrent Split Point
Split Point (splitpunt) is de positie op het toetsenbord die het Auto-
matische Begeleidings- (ACMP) en het linkerhandgedeelte (LEFT) scheidt
van het rechterhandgedeelte (MAIN). Het LEFT splitpunt kan niet lager
worden ingesteld dan het ACMP splitpunt, en het ACMP splitpunt niet
hoger dan het LEFT splitpunt.
Split point (A) Split point (L)
Split point (A) + (L)
Auto
Accompaniment
section
Auto Accompaniment section
+ Left-hand section
Left-hand
section
Right-hand
section
Right-hand
section
Splitpunt (A)
Splitpunt (L)
Splitpunt (A) + (L)
Rechterhand-
gedeelte
Linkerhand-
gedeelte
Automatische
Begeleidingsgedeelte
Rechterhand-
gedeelte
Automatische Begeleidingsgedeelte
+Linkerhandgedeelte
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
131
CVP-205/203
Het Instellen van de Vingerzettingsmethode — Chord Fingering
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen
Bepaalt het fingering
type (blz. 63).
Hiermee kunt u de root noot
(grondtoon) van het akkoord wijzigen.
Hiermee kunt u het
akkoordtype wijzigen.
Geeft de noten aan waaruit een
akkoord in de muziek bestaat.
Geeft de noten aan waaruit
een akkoord bestaat.
Sommige noten kunnen
worden weggelaten. De
akkoordnaam staat naast
“CHORD NAME”.
...Vereist
...Kan worden
weggelaten
...Iedere willekeurige
noot kan worden
weggelaten
...Kan worden
weggelaten als de noot
aangegeven met
wordt weggelaten
De akkoordweergave in het
scherm hoort bij de Fingered
methode, zelfs als er een
andere methode zou zijn
geselecteerd.
Chord Tutor
De Chord Tutor functie is in
feite een elektronisch "ak-
koordenboek" die u de juiste
vingerzetting voor het spelen
van akkoorden toont; erg
handig als u niet weet hoe
bepaalde akkoorden te spe-
len. Specificeer gewoon het
gewenste akkoord met de
[6▲▼] - [8▲▼] knoppen en
de vingerzetting wordt in het
scherm weergeven, volgens
de Fingered methode.
OPMERKING
OPMERKING
Het Maken van Instellingen voor de Pedalen en het Toetsenbord — Controller
Bepaalt het specifieke
pedaal waaraan een functie
moet worden toegewezen.
Bepaalt de functie die u aan het
geselecteerde pedaal wilt toewijzen.
Elk van de beschikbare functies kan
worden toegewezen aan elk pedaal.
Voor informatie over de toewijsbare
functies, zie "Pedaalbestuurbare
Functies" op blz. 132.
Indien nodig, kunt u de corres-
ponderende part aan- of uitzet-
ten of de control depth instellen
(zie volgende bladzijde).
De pedaal aan/uit bediening
zou omgedraaid kunnen
functioneren, afhankelijk
van het specifieke pedaal
dat op de [AUX PEDAL]
aansluiting is aangesloten.
Het indrukken van het ene
pedaal kan bijvoorbeeld de
geselecteerde functie aan-
zetten, terwijl het indrukken
van een pedaal van een
ander merk de functie wel-
licht uitzet. Gebruik indien
nodig deze instelling om de
werking om te draaien.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
132
Pedaalbestuurbare Functies
* Gebruik, voor de beste resultaten, de optionele Yamaha FC7 Foot Controller.
De parameters hieronder horen bij de knoppen [2▲▼] - [8▲▼] en of ze beschikbaar zijn hangt af van het geselecteerde control Type. Bijvoorbeeld, als SUSTAIN geselecteerd is als
Type, dan verschijnen de parameters HALF PEDAL POINT”, “MAIN”, “LAYER” en LEFT automatisch in het scherm.
* Gebruik, voor de beste resultaten, de optionele Yamaha FC7 Foot Controller.
VOLUME* Hiermee kunt u een Foot Controller (uitsluitend AUX pedaal) gebruiken om het volume te regelen.
SUSTAIN Als het pedaal wordt ingedrukt, klinken de gespeelde noten lang door. Zodra het pedaal wordt losgelaten, worden alle nog klinkende noten gedempt.
SOSTENUTO Als u dit pedaal ingedrukt houdt, zal uitsluitend de eerste noot doorklinken (de noot die u speelde en ingedrukt hield toen u het pedaal indrukte).
Hierdoor is het mogelijk om een akkoord te laten doorklinken, terwijl andere noten staccato worden gespeeld.
SOFT Het indrukken van het pedaal reduceert het volume en de klankkleur van de gespeelde noten enigszins. Dit is alleen van toepassing op bepaalde voices
— bijvoorbeeld PIANO.
GLIDE Als het pedaal wordt ingedrukt verandert de toonhoogte, die weer terugkeert naar zijn normale toonhoogte als dit weer wordt losgelaten.
PORTAMENTO Het Portamento effect (het van de ene naar de andere noot “glijden”) kan worden geproduceerd als het pedaal wordt ingedrukt. Er wordt Portamento
geproduceerd als er noten legato (gebonden) worden gespeeld (als de volgende noot wordt gespeeld terwijl de vorige nog wordt vastgehouden). De
portamento snelheid kan worden ingesteld vanuit het Mixing Console scherm (blz. 121). Het werkt niet bij de Natural voices.
PITCHBEND* Buigt noten omhoog/omlaag als het pedaal wordt ingedrukt. Dit kan uitsluitend voor het AUX pedaal en het damper pedaal van de CVP-205 worden
ingesteld.
MODULATION* Voegt een vibrato effect toe aan noten die op het toetsenbord worden gespeeld. De depth van het effect neemt toe als het pedaal wordt ingedrukt. Dit
werkt niet bij de Natural voices.
DSP VARIATION Hetzelfde als de [VARIATION] knop. Dit werkt niet bij de Natural voices.
VIBROTOR ON/OFF Zet het “VibRotor” effecttype (blz. 122) aan of uit. Dit werkt uitsluitend bij de Natural voices.
HARMONY/ECHO Zelfde als de [HARMONY/ECHO] knop.
SCORE PAGE+ (alleen CVP-205) Terwijl de song is gestopt, kunt u naar de vorige score (muzieknoten) pagina terugkeren (slechts één pagina).
SCORE PAGE- (alleen CVP-205) Terwijl de song is gestopt, kunt u naar de volgende score pagina gaan (slechts één pagina).
SONG START/STOP Zelfde als de SONG [START/STOP] knop.
STYLE START/STOP Zelfde als de STYLE [START/STOP] knop.
TAP TEMPO Zelfde als de [TAP TEMPO] knop.
SYNCRO START Zelfde als de [SYNC. START] knop.
SYNCHRO STOP Zelfde als de [SYNC. STOP] knop.
INTRO Zelfde als de [INTRO] knop.
MAIN A Zelfde als de [MAIN A] knop.
MAIN B Zelfde als de [MAIN B] knop.
MAIN C Zelfde als de [MAIN C] knop.
MAIN D Zelfde als de [MAIN D] knop.
FILL DOWN Er speelt een Fill in, automatisch gevolgd door de Main sectie van de knop direct links daarvan.
FILL SELF De Fill in begint af te spelen.
BREAK De Break begint af te spelen.
FILL UP Er speelt een Fill in, automatisch gevolgd door de Main sectie van de knop direct rechts daarvan.
ENDING Zelfde als de [ENDING/rit.] knop.
FADE IN/OUT Zelfde als de [FADE IN/OUT] knop.
FING/ON BASS Het pedaal wisselt beurtelings tussen de modes Fingered en On Bass (blz. 63).
BASS HOLD Terwijl het pedaal is ingedrukt, blijft de basnoot van de Automatische Begeleiding onveranderd, ook al speelt u een ander akkoord. Als de
vingerzettingsmethode op “FULL KEYBOARD” staat, werkt deze functie niet.
PERCUSSION Het pedaal speelt een percussie-instrument geselecteerd met de [4
▲▼
] - [8
▲▼
] knoppen. U kunt ook het toetsenbord gebruiken om het gewenste
percussie-instrument te selecteren.
LAYER ON/OFF Zelfde als de [LAYER] knop.
LEFT ON/OFF Zelfde als de [LEFT] knop.
OTS+ Roept de volgende One Touch Setting op.
OTS- Roept de vorige One Touch Setting op.
SONG, STYLE, MIC (alleen CVP-205),
LEFT, LAYER, MAIN
Deze specificeren de part(s) die door het pedaal zal worden beïnvloed.
HALF PEDAL POINT* U kunt specificeren hoe diep u het rechterpedaal moet indrukken voordat het damper effect (blz. 59) begint te werken. Dit kan worden ingesteld voor
bepaalde soorten pedalen, zoals het AUX pedaal (YAMAHA FC7) of het damper pedaal van de CVP-205 zelf.
DEPTH Bepaalt de depth van het linkerpedaaleffect, als SOFT is geselecteerd. Dit werkt uitsluitend bij de Natural voices.
UP/DOWN Als GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit of de toonhoogtebuiging omhoog of omlaag zal buigen.
RANGE Als GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit de mate waarin de toonhoogte zal buigen, aangegeven in halvetoonsafstanden.
ON SPEED Als GLIDE of Pitch Bend is geselecteerd, bepaalt dit de snelheid waarmee de toonhoogte zal buigen, als het pedaal wordt ingedrukt.
OFF SPEED Als GLIDE is geselecteerd, bepaalt dit de snelheid waarmee de toonhoogte zal terugbuigen, als het pedaal wordt losgelaten.
KIT Als PERCUSSION aan het pedaal is toegewezen, worden hier alle beschikbare drum kits getoond, waardoor u een specifieke drum kit kunt
selecteren voor gebruik door het pedaal.
PERCUSSION Als PERCUSSION aan het pedaal is toegewezen, worden hier alle geluiden van de geselecteerde Drum Kit (zie KIT hierboven) getoond. Dit bepaalt
het specifieke aan het pedaal toegewezen instrumentgeluid.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
133
CVP-205/203
Het Wijzigen van de Aanslaggevoeligheid en Transpose — Keyboard/Panel
Keyboard Touch
Door de Touch (aanslaggevoeligheid) functie heeft u via uw aanslagsterkte de controle over het volume van de voices.
Via deze instellingen kunt u de aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aan uw eigen speelstijl aanpassen.
Transpose Assign
Dit bepaalt welk aspect van het instrument wordt beïnvloed door de [TRANSPOSE] knop.
HARD 2
Vereist een krachtige aanslag om een hoog
volume te produceren. Geschikt voor pia-
nisten met een krachtige aanslag.
HARD 1
Vereist een redelijk harde aanslag voor een
hoog volume.
NORMAL
Standaard respons.
SOFT 1
Produceert een hoog volume bij een
normale aanslagsterkte.
SOFT 2
Produceert een relatief hoog volume, zelfs
bij slechts een lichte aanslagsterkte. Ge-
schikt voor pianisten met een lichte aanslag.
Bepaalt de Aan-
slaggevoeligheids-
instelling (zie tabel
rechts).
Bepaalt het vast
ingestelde
volumeniveau als
Touch op “OFF”
staat.
Bepaalt of Touch aan of uit staat voor de corresponderende parts.
De TOUCH instelling heeft invloed op alle voices tegelijk.
Houd in gedachte dat u voor elke voice een andere
aanslaggevoeligheid (TOUCH SENSE) kunt instellen. Als
u bijvoorbeeld een pipe organ voice zo natuurgetrouw
mogelijk wilt bespelen, kunt u dit zo instellen dat de voice
niet wordt beïnvloed door de aanslag (blz. 90).
OPMERKING
KEYBOARD
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose zowel de
toonhoogte van de toetsenbord voices (Main, Layer
en Left) als de begeleidingsstijlen.
SONG
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose uitsluitend
de toonhoogte van de songs.
MASTER
Bij deze instelling beïnvloedt Transpose de toon-
hoogte van het gehele instrument (toetsenbord
voices, begeleidingsstijlen en songs).
Transpose
Hiermee kunt u de toonhoogte veranderen van toetsenbord
voices, afspelende begeleidingsstijlen en song data, in stap-
pen van een halvetoonsafstand.
1
Druk op één van de [TRANSPOSE] knoppen.
2
Een TRANSPOSE pop-up scherm verschijnt na het
selecteren van TRANSPOSE ASSIGN.
3
Stel de waarde in met behulp van de [TRANSPOSE]
knoppen.
Sluit het TRANSPOSE scherm door op de [EXIT]
knop te drukken.
• Het Selectief Transponeren van Toetsenbord/Song
Deze instellingen kunnen worden gebruikt om zowel de song als
het toetsenbordspel aan een bepaalde toonsoort aan te passen.
Laten we bijvoorbeeld zeggen dat u zowel wilt meespelen als
meezingen met een bepaalde opgenomen song. De song data staat
in F, maar u vindt het prettiger om te zingen in D, maar u speelt het
liefst in C. Zet om dit te bereiken Master Transpose op “0”,
Keyboard Transpose op “2”, en Song Transpose op “-3”. Hierdoor
gaat de toonhoogte van de toetsen omhoog en dat van de song
data omlaag, precies aangepast aan het bereik van uw stem.
TRANSPOSE
RESET
END
De transpose functie
heeft geen invloed op de
Drum Kit of SFX Kit
voices.
OPMERKING
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
134
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Specificeren van de Volgorde van het Oproepen van
Registration Memory Presets — Registration Sequence
U kunt uw eigen paneelinstellingen in de Registration Memory presets opslaan en oproepen door op de juiste
REGISTRATION MEMORY knoppen [1] - [8] te drukken. Met de handige Registration Sequence functie kunt u de presets
in elke gewenste volgorde oproepen, door tijdens het spelen de [BACK]/[NEXT] knoppen of het pedaal te gebruiken.
Het Bevriezen van Paneelinstellingen — Freeze
Hiermee kunt u de instellingen specificeren die u wilt aanhouden (ongewijzigd moeten blijven), zelfs als u naar andere
Registration Memory presets omschakelt. Zie blz. 87 voor details.
Het Instellen van Registration Sequence, Freeze en Voice Set
Zet de Registration
Sequence functie aan/
uit. Wanneer deze aan
staat, verschijnt de
voorgeprogrammeerde
Registration Sequence
rechtsboven in het MAIN
scherm, waarin u door
de sequence heen kunt
lopen met behulp van de
[BACK]/[NEXT] knop-
pen, of de pedalen.
Bepaalt welk pedaal zal worden gebruikt
voor stappen voorwaarts in de sequence.
Bepaalt welk pedaal
zal worden gebruikt
voor stappen terug in
de sequence.
Bepaalt hoe Registration
Sequence zal reageren als het
einde van de sequence wordt
bereikt.
Stop
Het drukken op de [NEXT] knop
of het voorwaarts pedaal heeft
geen effect. De sequence is
gestopt.
Top
De sequence start opnieuw bij
het begin.
Next Bank
De sequence gaat automatisch
naar het begin van de volgende
Registration Memory bank in
dezelfde map.
Geeft de le naam aan van de
geselecteerde Registration Memory bank.
Geeft de Registration Memory preset
nummers aan, in de volgorde van de
huidige Registration Sequence.
Deze verplaatsen de cursorpositie in de sequence.
Vervangt het nummer op de cursorpositie door het
momenteel geselecteerde Registration Memory
nummer.
Voegt het nummer van de momenteel
geselecteerde Registration Memory
preset in, vlak voor de cursorpositie.
Verwijdert het nummer op
de cursorpositie.
Verwijdert alle Registration
Memory nummers in de
sequence.
Als Registration Sequence
Enable op ON wordt inge-
steld, worden alle andere
pedaalinstellingen (voor
pedalen hier toegewezen
aan Regist (+) Pedal en
Regist (-) Pedal)
overschreven. Dit omvat ook
de pedaalinstellingen op blz.
131 en van Voice Set op blz.
135.
Als zowel Regist (+) Pedal
als Regist (-) Pedal op
OFF staan ingesteld, kun-
nen de pedalen niet worden
gebruikt om door de
Registration Sequence heen
te lopen, maar uitsluitend de
[BACK]/[NEXT] knoppen in
het MAIN scherm.
Als zowel Regist (+) Pedal
als Regist (-) Pedal op
hetzelfde pedaal zijn inge-
steld, krijgt Regist (+) Pedal
prioriteit.
Registration Sequence data
maakt deel uit van de
Registration Memory bank le.
Om uw zojuist geprogram-
meerde Registration
Sequence op te slaan, dient u
de Registration Memory bank
le op te slaan (blz. 39, 45).
Alle Registration Sequence
data gaat verloren bij het
omscha-kelen naar een
andere Registration Memory
bank, behalve als u deze heeft
opgeslagen met de
Registration Memory bank le.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Voer de instellingen uit door
op de [EXIT] knop te drukken.
END
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
135
CVP-205/203
Het Wijzigen van de Automatisch Geselecteerde Voice Instellingen — Voice Set
Bij het selecteren van een andere voice, worden de instellingen die het beste bij deze voice passen — dezelfde als in-
gesteld in de Sound Creator — automatisch opgeroepen. Vanuit deze pagina, kunt u de aan/uit status voor iedere part
instellen. Bijvoorbeeld, elke preset voice heeft zijn eigen LEFT PEDAL instelling; het omschakelen naar een andere
voice zal de LEFT PEDAL instelling echter níet wijzigen als deze hier op "OFF" is ingesteld.
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Gebruik deze om de
gewenste part te selecteren.
Deze bepalen of de corresponderende voice-
gerelateerde instellingen (Voice selectie, Effecten,
Harmony type en Linkerpedaaltoewijzing) automa-
tisch worden opgeroepen of niet, als u een voice
selecteert. Deze instellingen kunnen voor elke part
afzonderlijk aan of uit worden gezet.
Gewoonlijk moeten deze
allemaal op "ON" staan
ingesteld.
Harmony type en
Linkerpedaaltoewijzing kun-
nen niet worden ingesteld
voor de Layer en Left parts.
OPMERKING
OPMERKING
Het Instellen van Harmony en Echo
Bepaalt het Harmony/Echo type.
Zie blz. 136 voor details.
Bepaalt de zachtste aanslagsterkte waarbij
de Harmony noot hoorbaar is. Hiermee
kunt u selectief harmony toevoegen, via
uw aanslagsterkte, waardoor u harmony
accenten in de melodie kunt creëren. Het
harmony effect wordt alleen toegevoegd
als uw aanslag krachtig genoeg is (boven
de ingestelde waarde).
Bepaalt het volume van het Harmony effect.
Bepaalt de snelheid van de effecten Echo, Tremolo en
Trill. Deze parameter is uitsluitend beschikbaar als
Echo, Tremolo of Trill geselecteerd is in Type hierboven.
Hiermee kunt u het Harmony effect
aan diverse parts toewijzen. Zie blz.
136 voor details.
Als dit op "ON" staat, wordt het Harmony
effect uitsluitend toegevoegd aan noten die
bij de op het Automatische Begeleidings-
gedeelte van het toetsenbord gespeelde
akkoorden horen. Deze parameter is niet
beschikbaar als Multi Assign, Echo, Tremo-
lo of Trill geselecteerd is in Type hierboven.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
136
Omtrent de Harmony Types
Als een normaal Harmony type (van “Standard Duet” tot “Strum”) wordt geselecteerd
Als “Multi Assign” wordt geselecteerd
Multi Assign wijst automatisch noten die tegelijk in het rechterhandgedeelte worden gespeeld toe aan verschillende parts (voices).
Bijvoorbeeld, als u twee opeenvolgende noten speelt, zal de eerste worden gespeeld door de Main voice en de tweede door de Layer voice.
Als “Echo” wordt geselecteerd
Er wordt een echo-effect toegevoegd aan op het toetsenbord gespeelde noten, automatisch aangepast aan het momenteel ingestelde tempo.
Als “Tremolo” wordt geselecteerd
Er wordt een tremolo effect toegevoegd aan op het toetsenbord gespeelde noten, automatisch aangepast aan het momenteel ingestelde tempo.
Als “Trill” wordt geselecteerd
Twee noten die u ingedrukt houdt spelen om beurten, automatisch aangepast aan het momenteel ingestelde tempo.
Omtrent de Harmony Toewijzingen
Multi
Dit wijst automatisch de 1e, 2e, 3e en 4e toegevoegde harmony noten toe aan de verschillende parts (voices). Bijvoorbeeld als de Main en
Layer parts aan staan en het "Standard Duet" type wordt geselecteerd, dan wordt de door u op het toetsenbord gespeelde noot door de Main
voice gespeeld en de toegevoegde harmony noot door de Layer voice.
Main
Er wordt uitsluitend Harmony toegevoegd aan de Main part.
Layer
Er wordt uitsluitend Harmony toegevoegd aan de Layer part. Als de Layer part uit staat, wordt er geen Harmony toegevoegd.
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Split point
Akkoorden gespeeld links van
het splitpunt besturen de
harmony.
Er worden automatisch Harmony noten
(gebaseerd op het akkoord en het
geselecteerde type) toegevoegd aan de
melodie die rechts van het splitpunt
wordt gespeeld.
Splitpunt
Het Clavinova Scherm op een TV Weergeven — Video Out (alleen CVP-205)
Er kunnen af en toe enkele oplichtende
parallelle lijnen in beeld verschijnen van
de televisie of de video monitor. Dit
hoeft niet te betekenen dat uw televisie
of monitor defect is. U kunt dit wellicht
verhelpen door de Character Color of
Background Color parameters anders in
te stellen. Probeer ook, voor optimale
resultaten, de kleurinstellingen van de
TV monitor zelf af te stellen.
Vermijd het om te lang achter elkaar
naar de televisie of video monitor te kij-
ken, aangezien dit schade aan uw
gezichtsvermogen zou kunnen toe-
brengen. Pauzeer regelmatig en stel uw
ogen in op verderweg gelegen objecten
om oogirritatie te voorkomen.
Onthoud dat zelfs nadat u alles heeft
ingesteld zoals hier wordt aanbevolen,
het mogelijk is dat de door u gebruikte
monitor de scherminhoud van de CVP-
205 toch niet volgens verwachting
weergeeft (b.v. de scherminhoud past
niet op het scherm, de karakters zijn
niet scherp, of verkeerde kleuren).
OPMERKING
VIDEO IN
Television
VIDEO OUT
Zet dit op de
standaard die
door uw televisie/
video apparatuur
wordt gebruikt:
NTSC of PAL.
Zet dit op SMALL als de inhoud van het
scherm niet op uw monitor past.
Bepaalt de achtergrondkleur van
het scherm.
Bepaalt de kleuren van de karakters die in het
video scherm worden weergegeven.
Televisie
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
137
CVP-205/203
In dit gedeelte kunt u MIDI-gerelateerde instellingen voor het instrument maken. Al deze instellingen kunnen
gezamenlijk worden bewaard vanuit het USER scherm, voor later gebruik.
Voor algemene informatie en details over MIDI, zie “Wat is MIDI?” (blz. 148).
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Maken van Algemene Systeeminstellingen (Local control, Clock, etc.) System
Local Control
Zet Local Control voor iedere part aan of uit. Als Local Control op "ON" wordt ingesteld, dan bestuurt het toetsenbord van de
CVP-205/203 zijn eigen (lokale) toongenerator, waarbij de interne voices rechtstreeks door het toetsenbord worden bespeeld.
Als u Local op “OFF” instelt, worden het toetsenbord en de controllers losgekoppeld van de toongeneratorsectie van de CVP-
205/203, zodat er geen geluid wordt uitgestuurd als u op het toetsenbord speelt of de controllers gebruikt. Hierdoor kunt u
bijvoorbeeld een externe MIDI sequencer gebruiken om de interne CVP-205/203 voices te bespelen en om het toetsenbord van
de CVP-205/203 te gebruiken om noten op te nemen met de externe sequencer en/of een externe toongener ator te bespelen.
Het Instellen van de MIDI Parameters
1
Selecteer de gewenste
configuratie.
2
Roep het Edit scherm op,
selecteer dan de gewenste
functies/parameters.
Voor details over ieder MIDI
bewerkingsscherm, zie de
volgende bladzijden.
Preset MIDI Configuraties (Fabrieksinstellingen)
Alle Parts Verzendt alle parts zoals Main, Layer en
Left.
Master KBD De Clavinova functioneert als een master
keyboard voor het besturen van externe
toongerators of andere apparaten.
KBD & Style Verzendt het spel Links en Rechts op het
toetsenbord in plaats van individuele parts
(zoals Main/Layer/Left).
Song Alle zendkanalen worden ingesteld op de
song kanalen 1-16. Gebruik dit om de
Clavinova song data af te spelen via een
externe toongenerator, of om uw complete
spel op te nemen met een externe
sequencer.
Clock Ext. De MIDI IN aansluiting ontvangt MIDI
clock om de Clavinova te synchroniseren
met een extern MIDI apparaat.
MIDI Accord 1 Een ideale conguratie om de toetsen-
bord voice en de begeleidingsstijl aan te
sturen vanaf een MIDI accordeon.
MIDI Accord 2 De akkoord- en basknoppen van een MIDI
accordeon worden gebruikt om de be-
geleidingsstijl aan te sturen alsook om
akkoord- en baspartijen te spelen.
MIDI Pedal 1 Het MIDI (bas) pedaal dat is aangesloten
op de MIDI IN aansluiting bestuurt de
basnoot van de begeleiding.
MIDI Pedal 2 Een MIDI (bas) pedaal dat is aangesloten
op de MIDI IN aansluiting, speelt de
baspartij.
MIDI OFF Er worden geen MIDI signalen verzonden
of ontvangen.
3
Roep het SAVE
scherm op en bewaar
de zojuist bewerkte
MIDI instellingen.
Er kunnen maximaal
tien configuraties
worden opgeslagen.
Druk op de [EXIT] knop om naar het vorige scherm
terug te keren.
END
U kunt de opgeslagen instellingen vanuit de
User pagina een nieuwe naam geven (blz. 42)
of wissen (blz. 44).
OPMERKING
Voor het bewerken van de Local
Control parameters.
Voor het bewerken van de Message
Switch parameters.
Voor het bewerken van de Clock,
Transmit clock, Receive Transpose en
Start/Stop parameters.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
138
Clock, Transmit Clock, Receive Transpose, Start/Stop
Clock
Bepaalt of de CVP-205/203 wordt bestuurd door zijn eigen interne clock of door een MIDI clock signaal dat wordt
ontvangen van een extern apparaat. “INTERNAL” is de normale Clock instelling als de CVP-205/203 alleen gebruikt
wordt. Als u de CVP-205/203 gebruikt in combinatie met een externe sequencer, MIDI computer, of ander MIDI
apparaat en u wilt de CVP-205/203 synchroniseren met het externe apparaat, stel deze functie dan in op
“EXTERNAL”. In het laatste geval moet het externe MIDI apparaat zowel zijn verbonden met de MIDI IN aansluiting
van de CVP-205/203 als het juiste MIDI clock signaal verzenden.
Transmit Clock
Zet de verzending van het MIDI clock signaal aan of uit. Als dit op “OFF” staat, wordt er geen MIDI clock of START/
STOP data verzonden.
Receive Transpose
Als deze parameter op "OFF" staat, wordt de door de CVP-205/203 ontvangen noot data niet getransponeerd en als deze
op "ON" staat wordt de ontvangen noot data wel getransponeerd, op basis van de huidige keyboard transpose (blz. 133)
instelling van de CVP-205/203.
Start/Stop
Bepaalt of inkomende FA (start) en FC (stop) commando’s invloed hebben op
het afspelen van songs en stijlen.
Message Switch
SYS/EX. Tx (TRANSMIT)..................... Zet de MIDI verzending van MIDI system exclusive commando data aan of uit.
SYS/EX. Rx (RECEIVE) ........................ Zet de MIDI ontvangst van MIDI exclusive data, afkomstig van externe appara-
tuur, aan of uit.
CHORD SYS/EX. Tx (TRANSMIT) ...... Zet de MIDI verzending van MIDI chord exclusive data (akkoordherkenning —
grondtoon en type) aan of uit.
CHORD SYS/EX. Rx (RECEIVE).......... Zet de MIDI ontvangst van MIDI chord exclusive data, afkomstig van externe
apparatuur, aan of uit.
Het Verzenden van MIDI Data Transmit
Data Types in het MIDI TRANSMIT/RECEIVE Scherm
* Uitsluitend beschikbaar in het RECEIVE scherm (blz. 139).
Note Commandos die door het spelen op het toetsenbord worden gegenereerd. Ieder commando bevat een speciek nootnummer,
corresponderend met de toets die wordt aangeslagen, plus een aanslagwaarde gebaseerd op de aanslagsterkte.
Control Change (CC) Control change data omvat ook pedaal en alle andere controller data.
Program Change (PC) Program change data heeft betrekking op voice of patch nummers.
Pitch Bend (PB) Zie blz. 132.
After Touch (AT)* Met deze functie voelt de Clavinova hoeveel druk u uitoefent op reeds ingedrukte toetsen en gebruikt dit gegeven om het
geluid op diverse manieren te beïnvloeden, afhankelijk van de geselecteerde voice. Hierdoor kunt u met veel meer expressie
spelen en effecten toevoegen via uw speltechniek.
FA, FC
MIDI commandos voor het starten/
stoppen van de song of stijl. Het
FA commando komt overeen met
start en FC met stop.
OPMERKING
Bepaalt het kanaal
voor het wijzigen van
Transmit instellingen.
Bepaalt de Part voor het
geselecteerde kanaal.
Zet de verzending van het
gespeciceerde data type
aan of uit. Zie hieronder
voor details over de data
types.
De stippen die correspon-
deren met elk kanaal (1-
16) knipperen kort terwijl
er data via het betreffen-
de kanaal (kanalen) wordt
verzonden.
Dit bepaalt welke parts MIDI data
zullen verzenden en via welk MIDI
kanaal de data zal worden
verzonden.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
139
CVP-205/203
Het Ontvangen van MIDI Data Receive
MIDI Receive Modes
Het Instellen van Root Noot Kanalen Root
De noot ON/OFF commando’s die worden ontvangen door kanalen die op “ON” staan, worden herkend als root
(grondtoon) noten voor de Automatische Begeleiding. De root noten zullen worden herkend ongeacht of de begelei-
ding aan of uit staat en ongeacht de splitpuntinstellingen.
Het Instellen van Akkoordkanalen Chord Detect
De noot aan/uit commando’s die worden ontvangen door kanalen die op “ON” staan worden herkend als akkoord-
noten voor de Automatische Begeleiding. De akkoorden worden herkend op basis van de vingerzettingsmethode. De
root noten zullen worden herkend ongeacht of de begeleiding aan of uit staat en ongeacht de splitpuntinstellingen. De
procedure is grotendeels gelijk aan die voor het ROOT scherm hierboven.
OFF Er wordt geen MIDI data ontvangen.
SONG Gewoonlijk correspondeert de part die de MIDI data ontvangt met de part/voice die wordt gebruikt voor het afspelen van de song
data. De kanalen 1 - 16 corresponderen dan met respectievelijk de song kanalen 1 - 16.
MAIN De MAIN part wordt bestuurd door MIDI data die op het bijbehorende kanaal wordt ontvangen.
LAYER De LAYER part wordt bestuurd door MIDI data die op het bijbehorende kanaal wordt ontvangen.
LEFT De LEFT part wordt bestuurd door MIDI data die op het bijbehorende kanaal wordt ontvangen.
KEYBOARD MIDI noot data, ontvangen door de Clavinova, speelt de betreffende noten alsof ze worden gespeeld op het toetsenbord.
ACMP RHYTHM1-2 De ontvangen noten worden verwerkt als RHYTHM 1 en RHYTHM 2 noten.
ACMP BASS De ontvangen noten worden verwerkt als BASS noten.
ACMP CHORD1-2 De ontvangen noten worden verwerkt als CHORD 1 en CHORD 2 noten.
ACMP PAD De ontvangen noten worden verwerkt als PAD noten.
ACMP PHRASE1-2 De ontvangen noten worden verwerkt als PHRASE 1 en PHRASE 2 noten.
EXTRA PART1-5 Er zijn vijf parts speciaal gereserveerd voor het ontvangen en afspelen van MIDI data. Gewoonlijk worden deze parts niet gebruikt
door het instrument zelf. Als deze vijf kanalen geactiveerd zijn, kunt u het instrument gebruiken als een 32-kanaals multi-timbrale
toongenerator.
Bepaalt het kanaal voor het
wijzigen van ontvangstinstellingen.
Bepaalt de Part voor het
geselecteerde kanaal. Zie
hieronder voor details over de
ontvangende parts.
Zet de ontvangst voor het
gespeciceerde data type aan
of uit. Voor details over de
data types, zie blz. 138.
De stippen die corresponderen
met elk kanaal (1-32) knipperen
kort wanneer er data op het betref-
fende kanaal wordt ontvangen.
De MIDI IN/OUT aansluiting-
en en Poort A van de TO
HOST aansluiting (Poort A
van de CBX driver)
corresponderen met de
kanalen 1 - 16. Poort B van
de TO HOST aansluiting
(Poort B van de CBX driver)
correspondeert met de
kanalen 17 - 32.
Dit bepaalt welke parts MIDI data
zullen ontvangen en via welk MIDI
kanaal dit zal gebeuren.
OPMERKING
Selecteert het kanaal in groepen
van acht: 1 - 8, 9 - 16, 17 - 24 en
25 - 32.
Zet het gewenste kanaal aan of uit. Zet alle kanalen uit.
De MIDI IN/OUT aansluiting-
en en Poort A van de TO
HOST aansluiting (Poort A
van de CBX driver)
corresponderen met de
kanalen 1 - 16. Poort B van
de TO HOST aansluiting
(Poort B van de CBX driver)
correspondeert met de
kanalen 17 - 32.
Wanneer diverse kanalen
tegelijk op ON staan, zal de
root noot worden afgeleid uit
de gecombineerde MIDI
data die door de kanalen
wordt ontvangen.
OPMERKING
OPMERKING
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
140
De uitleg die nu volgt hoort bij stap 3 van de procedure op blz. 125.
Het Maken van Instellingen voor Fade In/Out, Metronoom,
Parameter Lock en Tap CONFIG 1
Fade In Time, Fade Out Time, Fade Out Hold Time
Deze bepalen hoe lang een fade in of fade out voor de begeleidingsstijl en de song zal duren.
Metronoom
Hiermee kunt u instellingen maken voor de metronoom-gerelateerde parameters.
Andere Instellingen — Utility
Bepaalt de snelheid waarmee het
volume toeneemt, van het minimum tot
het maximum (bereik: 0 - 20,0 sec.).
Bepaalt de snelheid waarmee het volume
afneemt, van het maximum tot het minimum
(bereik: 0 - 20,0 sec.).
Bepaalt hoe lang het volume op 0
blijft, na aoop van een fade out
(bereik: 0 - 5,0 sec.).
Bepaalt het volume van het
metronoomgeluid.
Bepaalt welk geluid voor de metronoom wordt gebruikt.
Bell Off ........................ Conventioneel metronoomgeluid zonder bel.
Bell On......................... Conventioneel metronoomgeluid met bel.
English Voice .............. Aftellen in het Engels(One, Two, Three, Four)
German Voice.............. Aftellen in het Duits (Eins, Zwei, Drei, Vier)
Japanese Voice........... Aftellen in het Japans (Ichi, Ni, San, Shi)
French Voice ............... Aftellen in het Frans (Un, Deux, Trois, Quatre)
Spanish Voice ............. Aftellen in het Spaans (Uno, Dos, Tres, Cuatro)
Bepaalt de maatsoort van de
metronoom.
Als u de song of de begelei-
dingsstijl start, wordt het tem-
po automatisch aangepast.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
141
CVP-205/203
Parameter Lock
Deze functie kan worden gebruikt om gespecificeerde parameters te blokkeren (lock), zodat ze alleen nog maar
handmatig kunnen worden gewijzigd; dus niet via Registration Memory, One Touch Setting, Music Finder, of song en
sequence data.
Tap Count
Hiermee kunt u instellingen wijzigen voor het tap geluid van de Tap Start Functie (blz. 52).
Het Maken van Instellingen voor het Scherm, het Luidspreker-
systeem en de Voice Nummerindicatie CONFIG 2
Selecteert de gewenste
parameter om hem te
blokkeren/deblokkeren.
Bepaalt of de geselecteerde
parameter geblokkeerd (vinkteken)
is of niet (geen vinkteken).
Bepaalt het volume van het Tap
geluid.
Bepaalt het specieke geluid dat
voor de Tap Start Functie zal
worden gebruikt. Hiervoor kan elk
drum- of percussiegeluid van de
Standard Kit (blz. 56) worden
geselecteerd.
Bepaalt de helderheid van het
verlichte scherm.
Bepaalt of voice bank en nummer wel of niet
in de PRESET pagina van het VOICE
scherm zullen worden getoond (blz. 55). Dit
is handig als u de correcte bank select
MSB/LSB waardes en het program nummer
moet weten om deze te kunnen speciceren
bij het selecteren van de voice vanuit een
extern MIDI apparaat.
HEADPHONE SW (schakelaar)
Gewoonlijk klinkt de luidspreker, behalve als
er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting is gestoken.
ON
Luidspreker is altijd aan.
OFF
Luidspreker is uit.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
CVP-205/203
142
Het Kopiëren en Formatteren van Diskettes Disk
Het is niet mogelijk om te
kopiëren van een 2DD
diskette naar een 2HD
diskette. Let er dus op dat
beide diskettes van het-
zelfde type zijn.
Afhankelijk van de hoe-
veelheid data op de bron-
diskette, moeten de
diskettes wellicht
meerdere malen gewisseld
worden, totdat alle data
volledig gekopieerd is.
Lees eerst het gedeelte
Omgaan met de Floppy
Disk Drive (FDD) en
Diskettes op blz. 6.
OPMERKING
Zet de Song
Auto Open
functie aan of
uit. Als dit op
"ON" staat, zal
de Clavinova
automatisch de
eerste diskette
song oproepen
zodra u er een
diskette in doet.
Deze functie kopieert alle
data van de ene diskette
naar een andere, om een
backup te maken van al
uw belangrijke data,
voordat u deze gaat be-
werken. Voor instructies,
zie Het Kopiëren van
Diskette naar Diskette,
hieronder.
Deze functie
formatteert een diskette
(zie hieronder).
Source
disk
Copy Copy
Destination
disk
Intern geheugen
Het Kopiëren van Diskette naar Diskette
Zoals u hier ziet, wordt de data van de (source) brondiskette eerst naar de CVP-205/203
gekopieerd en vervolgens naar de (destination) backup diskette.
1
Druk op de [F] knop. Er verschijnt
een schermmededeling, met het
verzoek om de (source)
brondiskette te plaatsen.
2
Plaats de diskette met de
originele data in de disk drive
en druk op “OK”.
De mededeling “Now copying”
verschijnt en de CVP-205/203
begint de data naar het interne
geheugen te kopiëren. Druk op
“Cancel” om de handeling af te
breken.
3
Als de schermmededeling “Please
insert a destination disk and press
the OK button” verschijnt, verwij-
der dan de brondiskette, vervang
hem door een lege, geformatteer-
de diskette en druk op “OK”. Druk
op “Cancel” om de handeling af
te breken.
4
Verwijder, als de handeling vol-
tooid is (als dit wordt gemeld),
de bestemmingsdiskette.
Commercieel verkrijgbare
muziek data is onder-
worpen aan auteursrech-
ten. Het kopiëren van
commercieel verkrijgbare
muziek data is streng ver-
boden, behalve voor per-
soonlijk gebruik door de
koper. Sommige muziek
software is beveiligd en
kan daarom niet worden
gekopieerd.
OPMERKING
Een Diskette Formatteren
Als u een niet-geformatteerde diskette voor
de eerste keer gebruikt, formatteer deze dan
eerst in de CVP-205/203. Dit dient altijd te
gebeuren met lege diskettes alsook met reeds
in een ander format geformatteerde diskettes.
Het formatteren van een diskette wist tevens
alle data die zich daarop bevindt.
Steek de diskette met het schuifkapje richting
de drive opening en het label naar boven ge-
heel in de drive. Druk, om de Format hande-
ling te starten, op de [H] (DISK FORMAT)
knop, in de DISK pagina hierboven.
De Format handeling maakt
een diskette gereed voor ge-
bruik door een speciek le
systeem, zodat het betref-
fende apparaat (in dit geval
de CVP-205/203) optimaal
toegang heeft.
Aangezien er diverse format
types en diskettes bestaan,
moet u weten welke u voor
de CVP-205/203 kunt ge-
bruiken. 2DD diskettes zijn
geformatteerd tot een
capaciteit van 720 KB en
2HD diskettes tot 1,44 MB.
Het formatteren van een
diskette wist tevens alle data
die zich daarop bevindt. Zorg
ervoor dat de diskette die u
formatteert geen belangrijke
data bevat!
PAS OP
OPMERKING
Drive Lampje
Als het instrument aan staat, brandt het
drive lampje (links onder de drive opening),
om aan te geven dat de drive kan worden
gebruikt.
Het maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen — Function
143
CVP-205/203
Het Ingeven van Uw Naam en Taalkeuze Owner
Het Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de CVP-205/203
System Reset
Met deze functie kunt u de CVP-205/203 terugzetten op zijn oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Deze instellingen
omvatten System Setup, MIDI Setup, User Effect, Music Finder en Files & Folders.
Druk op deze knop om een
Owner (eigenaar) naam in te
geven (blz. 17; voor instructies
over het ingeven van namen,
zie blz. 46). Deze naam wordt
automatisch getoond telkens
als u het instrument aanzet.
Bepaalt de taal die voor
schermmededelingen zal
worden gebruikt. Is dit
éénmaal ingesteld, dan
worden voortaan alle
schermmededelingen in die
taal weergegeven.
Als JAPANESE als Language (taal)parameter geselec-
teerd is en u verandert dit in één van de westerse talen, zul-
len ook de karakters kanji en kana, in le namen die zijn
opgeslagen in de disk drive, veranderen in westerse
karakters. In het tegenovergestelde geval, zullen speciale
Latin karakters en hun toevoegingen veranderen in normale
ka-rakters. Daarbij zal in het geval van diskette data, tekst in
de les worden veranderd in karakters die niet door het
instrument kunnen worden gelezen.
Houd in gedachte dat dergelijke problemen ook kunnen
voorkomen als u toegang probeert te verkrijgen tot les die
zijn gecreëerd of bewerkt door een computer met een
besturingssysteem in een andere taal. Wees dus voorzichtig
met het omschakelen naar een andere taal u loopt het
risico dat u geen toegang tot uw data meer krijgt.
OPMERKING
Deze roepen de corresponderende
Open/Save schermen op. Hiermee
kunt u de corresponderende data als
les op diskette opslaan, voor later
gebruik. Het drukken op één van deze
knoppen roept het corresponderende
Open/Save scherm op, van waaruit u
de bijbehorende PRESET pagina kunt
selecteren. Vanuit deze PRESET
pagina kunt u de relevante data
opslaan.
Zet de System Setup parameters terug op hun
fabrieksinstellingen. U kunt ook uitsluitend de
System Setup instellingen terugzetten, door de
hoogste toets van het toetsenbord (C7) in te
drukken en tegelijk het instrument aan te zetten.
Zet de MIDI conguraties
terug op hun fabrieks-
instellingen.
Zet de User Effecten
(blz. 123) terug op hun
fabrieksinstellingen.
Zet de Music Finder terug
op zijn fabrieksinstellingen.
Wist alle les en mappen
die zich in de User pagina
bevinden.
Voert de Factory Reset handeling uit
voor alle items met een vinkteken.
De functies en instellingen
hieronder zijn niet in de
Factory Reset handeling
inbegrepen. Deze kunt u
evenwel toch terugzetten op
hun fabrieksinstellingen door
het oproepen van de preset
System Setup les, met
gebruik van de Open/Save
System Files functie.
Language
Owner Name
LCD Brightness
Video Out instellingen
(NTSC/PAL, Size, Character
Color, Background Color)
(alleen CVP-205)
Alle Music Finder bestanden
kunnen tezamen worden be-
waard als één enkele le.
Tijdens het oproepen van
een bewaarde le, verschijnt
er een schermmededeling
die u vraagt of de bestanden
moeten worden vervangen of
toegevoegd.
Replace:
Alle Music Finder bestanden
die zich momenteel in het
instrument bevinden worden
gewist en vervangen door de
bestanden van de geselec-
teerde le.
Append:
De opgeroepen bestanden
worden toegevoegd op de
vrije bestandsnummers.
OPMERKING
OPMERKING
CVP-205/203
144
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
1 Het Gebruik van een
Hoofdtelefoon (PHONES
aansluitingen).
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de PHONES
aansluitingen (standaard 6,3 mm jack plug) die zich onder
het toetsenbord bevinden. U kunt ook bepalen of het in-
gebouwde luidsprekersysteem automatisch wordt
uitgeschakeld of niet, zodra er een hoofdtelefoon op de
PHONES aansluiting wordt aangesloten (blz. 141). Als er
twee hoofdtelefoons worden aangesloten, kunnen er twee
personen tegelijk naar de Clavinova luisteren.
2
Het Aansluiten van een
Microfoon of Gitaar (MIC./ LINE
IN aansluiting) (alleen CVP-205).
Door een microfoon op de CVP-205 aan te sluiten kunt u
meezingen met uw eigen spel of met een afspelende
song. (Wij bevelen aan om een dynamische microfoon te
gebruiken.) De Clavinova stuurt uw zang of gitaarge-
luiden uit via de ingebouwde luidsprekers.
1
Sluit uw microfoon aan op de MIC/LINE IN
aansluiting (standaard 6,3 mm jack plug).
2
Zet de [MIC. LINE] schakelaar (bevindt zich naast de
[MIC./LINE IN] aansluiting) op de MIC. stand.
3
Gebruik de [INPUT VOLUME]
knop (bevindt zich naast de
MIC./LINE IN aansluiting) om het
microfoonvolume in te stellen.
CVP-205
CVP-203
Voordat u de Clavinova aansluit op andere elektronische
componenten moet u deze allemaal uitzetten. Voordat u alle
componenten weer aanzet, moeten alle volumes op hun minimum
worden gezet (0). Anders bestaat er het gevaar van elektrische
schokken of schade aan de componenten.
PAS OP
MIN MAX
INPUT
MIC.
MIC. LINE PHONES
VOLUME
LINE IN
PHONES
1 12
CVP-205 CVP-203
Gebruik een richtingsgevoelige microfoon voor het beste resultaat.
OPMERKING
MIC. LINE MIC. LINE
Als er een microfoon wordt
aan
g
esloten
Als er een gitaar wordt
aan
g
esloten
U dient de [MIC. LINE] schakelaar op de LINE stand te zetten als er
een audio bron op lijnniveau wordt aangesloten op de MIC./LINE IN
aansluiting.
OPMERKING
8654 37
IN OUT THRU
PC-1PC-2
MIDI Mac
(
LEVEL FIXED
)
LR
TO HOST AUX PEDAL VIDEO OUT AUX IN AUX OUTHOST SELECTMIDI
L L+R R L L+R R
blz. 146
blz. 146
blz. 146
blz. 145
blz. 145
blz. 145
68 7
43
AUX OUT AUX IN
LL L+RRR L L+RR
(
LEVEL FIXED
)
PC-1 PC-2
MIDIMac
INOUTTHRU
MIDI
TO HOSTAUX PEDAL HOST SELECT
blz. 146
blz. 146
blz. 146
blz. 145
blz. 145
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
145
CVP-205/203
345 Het Aansluiten van Audio
& Video Apparaten
Via de AUX IN en AUX OUT aansluitingen (links onder
het toetsenbord) kunt u de Clavinova op een breed scala
aan audio apparatuur aansluiten.
Maak de aansluitingen, zoals getoond in de onderstaande
illustraties, met gebruik van standaard audio kabels.
3 Het weergeven van het geluid van de
Clavinova via een extern audio systeem
en het opnemen ervan met een externe
recorder (AUX OUT aansluitingen)
4 Het geluid van een extern apparaat
weergeven via de ingebouwde
luidsprekers van de Clavinova (AUX IN
aansluitingen)
5 Het weergeven van het scherm van de
Clavinova op een aangesloten TV
monitor (VIDEO OUT) (alleen CVP-205)
U kunt de Clavinova aansluiten op een televisie of
video monitor om de song tekst van song data op een
groter scherm weer te geven.
De grootte en kleur van de weergegeven karakters
kunnen ook worden ingesteld, alsook de kleur van de
schermachtergrond (blz. 136).
Gebruik audio kabels en pluggen zonder weerstand.
OPMERKING
Als de AUX OUT aansluitingen van de Clavinova op een extern
audio systeem zijn aangesloten, zet dan eerst de Clavinova aan en
dan pas het externe audio systeem. Draai deze volgorde om voor
het uitzetten van de apparaten.
PAS OP
Verbind de AUX OUT aansluitingen van de Clavinova nooit met zijn
AUX IN aansluitingen, noch rechtstreeks noch via externe audio
apparatuur. Zulke aansluitingen kunnen resulteren in het "rond-
zingen" van het signaal, waardoor een normale weergave onmo-
gelijk wordt gemaakt en de Clavinova zelfs schade kan oplopen.
PAS OP
(
LEVEL FIXED
)
LR
AUX OUT
L L+R R
Audio cable
To powered speaker
RCA pin
plug
RCA pin plug
AUX IN
Cassette tape recorder
stereo system
Phone plug
(standard)
Als deze zijn aangesloten (met
RCA (tulp) pluggen; LEVEL
FIXED), wordt het geluid op
een vast volumeniveau naar
het externe apparaat
uitgestuurd, ongeacht de
[MASTER VOLUME] instelling.
Als deze zijn aangesloten
(met standaard jack
pluggen), kunt u de
[MASTER VOLUME] knop
gebruiken om het
uitgangsvolume naar het
externe apparaat te regelen.
Clavinova
Cassette recorder
stereosysteem
RCA (tulp) plug
RCA (tulp)
plug
Audio kabel
Naar versterkte luidspreker
Standaard
6,3 mm
jack plug
Gebruik, als u de Clavinova op een mono apparaat aansluit, uit-
sluitend de AUX L/L+R aansluiting.
OPMERKING
Als de AUX IN aansluitingen van de Clavinova zijn aangesloten op
een extern apparaat, zet dan eerst het externe apparaat uit en dan
pas de Clavinova.
PAS OP
AUX IN
L L+R R
Audio cable
LINE OUT
Tone generator
Phone plug
(standard)
Clavinova
Toongenerator
Audio kabel
Standaard
6,3 mm
jack plug
De MASTER VOLUME] instelling van de Clavinova beïnvloedt
het via de AUX IN aansluitingen inkomende signaal.
Gebruik, als u de Clavinova op een mono apparaat aansluit, uit-
sluitend de AUX IN L/L+R aansluiting.
OPMERKING
Voor informatie over de instelling van de video standaard (NTSC
of PAL, zie blz. 136. De standaardinstelling is “PAL”.
Gebruik een audio-video kabel met hoge frequentiekarakteris-
tieken en RCA (tulp) pluggen om de Clavinova aan te sluiten op
een televisie of video monitor.
OPMERKING
AUX PEDAL VIDEO OUT AUX IN
L L+R R
RCA pin
plug
RCA pin
plug
VIDEO IN
Television
CVP-205
RCA (tulp)
plug
Televisie
RCA (tulp)
plug
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
CVP-205/203
146
6 Het Gebruik van het Pedaal
(voetschakelaar) of Foot
Controller (AUX PEDAL
aansluiting)
Door een optionele Foot Controller (zoals de FC7) aan te
sluiten op de AUX PEDAL aansluiting, kunt u één van de
belangrijke functies besturen met uw voet — zoals het
dynamisch regelen van het volume terwijl u speelt (blz.
131).
Door een Voetschakelaar (de FC4 of FC5) hierop aan te
sluiten, kunt u hiermee de functie van sommige paneel-
knoppen activeren, bijvoorbeeld het stoppen van de
begeleiding.
7 Het Aansluiten van externe
MIDI apparaten (MIDI
aansluitingen)
Sluit, met een standaard MIDI kabel, het externe MIDI
apparaat aan op de MIDI aansluiting(en) van de
Clavinova. Zorg ervoor, als u deze aansluitingen gebruikt,
dat de HOST SELECT schakelaar (blz. 18) op MIDI staat
ingesteld. Voor meer informatie over aansluitingen, zie
"Wat U met MIDI Kunt Doen" op blz. 150.
MIDI IN ........... Ontvangt MIDI commando’s afkomstig
van een extern MIDI apparaat
MIDI OUT ....... Verzendt MIDI commando’s gegenereerd
door de Clavinova
MIDI THRU...... Zendt de via MIDI IN ontvangen MIDI
commando’s gewoon door
Voor een algemeen overzicht van MIDI en hoe u het in de
praktijk kunt gebruiken, zie de volgende gedeeltes:
Wat is MIDI? (blz. 148)
Wat U met MIDI Kunt Doen (blz. 150)
• MIDI functies (blz. 137)
8 Het Aansluiten op een Com-
puter (MIDI aansluitingen/
TO HOST aansluiting)
Sluit uw CVP-205/203 aan op een computer en trek
voordeel van de vele mogelijkheden van krachtige en
veelzijdige software voor het creëren en bewerken van
muziek. De CVP-205/203 kan op drie manieren worden
aangesloten.
Met gebruik van de TO HOST aansluiting
Met gebruik van de MIDI aansluitingen
Het aansluiten op een USB aansluiting met behulp van
een optionele USB interface (UX serie)
Gebruik nooit MIDI kabels langer dan zo’n 15 meter.
OPMERKING
Opmerking voor Windows gebruikers (betreft
MIDI driver)
Voor de transmissie van data via de seriële poort en
de TO HOST aansluiting van de Clavinova heeft u een
gespecificeerde MIDI driver nodig (Yamaha CBX
driver voor Windows). U kunt deze driver down-
loaden van de XG Library op de Yamaha Web site:
http://www.yamaha-xg.com
U heeft hiervoor de juiste muziek/MIDI software nodig (zoals een
sequencer), compatibel met uw computerplatform.
Als u de Clavinova aansluit op een personal computer, zet dan
eerst zowel de Clavinova als de computer uit, voordat u kabels
aansluit en de HOST SELECT schakelaar instelt. Zet, na het
maken van de juiste aansluitingen en instellingen, eerst de com-
puter aan en dan de Clavinova.
Als u de TO HOST aansluiting van de Clavinova niet gebruikt,
verwijder dan de kabel uit de aansluiting. Zou de kabel
aangesloten blijven, dan zal de Clavinova wellicht niet naar
behoren functioneren.
Als de HOST SELECT schakelaar op “PC-1”, “PC-2” of “Mac”
wordt ingesteld, kunt u de TO HOST aansluiting gebruiken, maar
de MIDI aansluitingen niet, omdat er dan geen data transmissie
via de MIDI aansluitingen plaatsvindt. Anderzijds, als de HOST
SELECT schakelaar op “MIDI” staat ingesteld, kunt u de MIDI
aansluitingen gebruiken, maar de TO HOST aansluiting niet,
omdat er dan geen data transmissie plaatsvindt via de TO HOST
aansluiting.
OPMERKING
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
147
CVP-205/203
Het Gebruik van de TO HOST aansluiting
Verbind de seriële poort van de personal computer (RS-
232C of RS-422 aansluiting) met de TO HOST aansluiting
van de CVP-205/203. Gebruik hiervoor één van de hier-
onder afgebeelde kabels (extra verkrijgbaar) die geschikt
is voor uw computertype.
IBM-PC/AT (Windows)
Verbind de RS-232C aansluiting van de computer met
de TO HOST aansluiting van de CVP-205/203 met
gebruik van een seriële kabel (D-SUB 9P MINI DIN
8P cross kabel). Zet de CVP-205/203 HOST SELECT
schakelaar op “PC-2”. (De data transmissiesnelheid is
38.400 bps.)
Macintosh
Verbind de RS-422 aansluiting (modem of printer) van
de computer met de TO HOST aansluiting van de
CVP-205/203 met een seriële kabel (system peripheral
kabel, 8 bit). Stel de CVP-205/203 HOST SELECT
schakelaar in op “MAC” (De data transmissiesnelheid
is 31.250 bps).
Stel de MIDI interface clock van de sequencer die u
gebruikt in op 1 MHz. Zie voor details de handleiding
van de door u gebruikte software.
Het gebruik van de MIDI aansluitingen
Is er in de computer een MIDI interface geïnstalleerd,
verbindt dan de MIDI aansluitingen van de computer met
die van de CVP-205/203, met standaard MIDI kabels.
Verbind, wanneer de computer is voorzien van een
MIDI interface, de MIDI OUT aansluiting van de
personal computer aan de MIDI IN aansluiting. Zet de
HOST SELECT schakelaar op “MIDI”.
Als u een MIDI interface gebruikt in combinatie met
een Macintosh computer, verbind dan de RS-422
aansluiting van de computer (modem of printer aan-
sluiting) met de MIDI interface, verbind vervolgens de
MIDI OUT aansluiting van de MIDI interface met de
MIDI IN aansluiting van de CVP-205/203, zoals wordt
getoond in het onderstaande schema.
Zet de HOST SELECT schakelaar op “MIDI”.
Als de HOST SELECT schakelaar op “MIDI” staat, is
de TO HOST aansluiting buiten gebruik.
Stel, bij gebruik van een Macintosh computer, de
MIDI interface clock instelling van de applicatie
software zo in dat deze overeenkomt met de instel-
ling van de door u gebruikte MIDI interface. Zie
voor details de handleiding van de door u gebruikte
software.
Als uw systeem niet correct werkt met de bovengenoemde aan-
sluitingen en instellingen, vereist uw software wellicht andere in-
stellingen. Check uw software handleiding en stel de HOST SE-
LECT schakelaar in op de juiste data trasmissiesnelheid. (De data
transmissiesnelheid voor “PC-1” is 31.250 bps.)
OPMERKING
NEC
PC-9821
AS
NEC MultiSync
MINI DIN
8-pin
D-sub
9-pin
MINI DIN
8-pin
D-sub
25-pin
D-sub
9-pin
PC-1PC-2
MIDI Mac
PC-1 PC-2
MIDIMac
CVP-205
CVP-203
Clavinova
* Als u een D-SUB 25P
MINI DIN 8P cross kabel
gebruikt, gebruik dan een
D-SUB9P plugadaptor
aan de computerzijde van
de kabel.
MINI DIN
8-pin
MINI DIN
8-pin
PC-1PC-2
MIDI Mac
PC-1 PC-2
MIDIMac
CVP-205 CVP-203
Clavinova
NEC
PC-9821
AS
NEC MultiSync
MIDI IN MIDI OUT
MIDI OUT MIDI IN
PC-1PC-2
MIDI Mac
PC-1 PC-2
MIDIMac
CVP-205 CVP-203
Clavinova
MIDI IN
RS422
MIDI OUT
MINI DIN
8-pin
PC-1PC-2
MIDI Mac
PC-1 PC-2
MIDIMac
CVP-205 CVP-203
Clavinova
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
CVP-205/203
148
Het gebruik van de USB aansluiting van uw
computer met een USB/MIDI interface
(UX256, etc.)
Verbind de UX256 met de computer, met gebruik van een
USB kabel. Installeer de UX256 driver in de computer en
verbind de UX256 met de CVP-205/203 met gebruik van
een MIDI kabel. Zet de HOST SELECT schakelaar van de
CVP-205/203 op “MIDI”. Zie voor details de handleiding
van de UX256.
Zie voor details over de noodzakelijke MIDI instellingen
voor de computer en de door u gebruikte sequence
software, de desbetreffende handleidingen.
Wat is MIDI?
Laten we de akoestische piano en de klassieke gitaar
beschouwen als representatieve akoestische instrumen-
ten. Bij een piano slaat u een toets aan, de hamer binnen-
in raakt enkele snaren, zo wordt er een noot gespeeld. Bij
een gitaar slaat u een snaar rechtstreeks aan om een noot
te spelen.
Maar hoe gaat dat nu in zijn werk bij een digitaal
instrument?
Zoals in de illustratie hierboven getoond, wordt in een
elektronisch instrument de gesampelde noot (een eerder
opgenomen noot), die is opgeslagen in de toongenera-
torsectie (elektronisch circuit), afgespeeld gebaseerd op
de van het toetsenbord afkomstige informatie, en weer-
gegeven via de luidsprekers.
Laten we nu bekijken wat er gebeurt als we een opname
afspelen. Als u een muziek CD afspeelt (bijvoorbeeld een
piano solo opname), hoort u het werkelijke geluid
(luchttrillingen) van het akoestische instrument. Dit
noemen we audio data, iets heel anders dan MIDI data.
In het bovenstaande voorbeeld wordt het werkelijke
akoestische geluid van de piano vastgelegd als audio
data, hetgeen op CD wordt opgenomen. Als u die CD op
uw audio systeem afspeelt, hoort u het werkelijke piano
geluid. De piano zelf is niet nodig, aangezien de opname
het werkelijke geluid van de piano bevat en uw luid-
sprekers dit weergeven.
Personal computer
MIDI IN
USB
kabel
MIDI OUT
UX256
NEC
PC-9821
AS
NEC MultiSync
PC-1PC-2
MIDI Mac
PC-1 PC-2
MIDIMac
CVP-205 CVP-203
Clavinova
IN OUT
MIDI
Interne versterkerInterne versterker
Toongenerator
(Elektronische
Schakeling)
Bespeel het
toetsenbord
RL
Sla een snaar aan en de
klankkast resoneert het
geluid.
Gebaseerd op speelinformatie
afkomstig van het toetsenbord,
wordt er een gesampelde noot, die
is opgeslagen in de toongenerator,
afgespeeld en weergegeven door
de luidsprekers.
Het spelen van een noot op
een akoestische gitaar
Het spelen van een noot op een
digitaal instrument
Het opnemen en afspelen van het geluid van een akoestisch
instrument (audio data)
Opnemen Afspelen
FD
Tone generator
Sequencer
FD
Het opnemen en afspelen van het geluid van een digitaal
instrument (MIDI data)
Controller (toetsen, etc.)
Opnemen Afspelen
Toongenerator
Sequencer
In het geval van digitale instrumenten, wordt het audio signaal naar
de uitgangen (zoals AUX OUT) van het instrument gezonden.
OPMERKING
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
149
CVP-205/203
De “controller” en de “toongenerator” in de illustratie
hierboven komen overeen met de piano in ons akoes-
tische voorbeeld. Hier wordt het spel van de pianist
vastgelegd als MIDI song data (zie illustratie hieronder).
Voor het opnemen van het geluid van een akoestische
piano is speciale opname-apparatuur vereist. Aangezien
er in de Clavinova een sequencer is ingebouwd, waarmee
u data kunt opnemen, heeft u deze opname-apparatuur
niet nodig. U kunt met uw digitale instrument — de
Clavinova — data zowel opnemen als afspelen.
We hebben echter ook een klankbron nodig om audio te
produceren, die eventueel via uw luidsprekers kan wor-
den weergegeven. De toongenerator van de Clavinova
voorziet in deze functie. Het opgenomen spel wordt
geproduceerd door de sequencer, door het afspelen van
de song data, met gebruik van een toongenerator die in
staat is om de verschillende instrumentgeluiden te pro-
duceren — met inbegrip van een piano. Vanuit een ander
gezichtspunt is de relatie tussen sequencer en toonge-
nerator vergelijkbaar met die tussen pianist en piano —
de ene bespeelt de ander. Aangezien digitale instrumen-
ten afspeel data en de feitelijke geluiden afzonderlijk
behandelen, kunnen we ons piano spel ook door een
ander instrument laten afspelen, bijvoorbeeld gitaar of
viool.
Tenslotte zullen we stilstaan bij de feitelijke data die
wordt opgenomen en als basis dient voor het afspelen van
de geluiden. Laten we bijvoorbeeld aannemen dat u een
"C" kwartnoot speelt op het toetsenbord van de CVP-205/
203 met de “Grand Piano” voice. In tegenstelling tot een
akoestisch instrument die een noot voortbrengt op basis
van resonantie, produceert het toetsenbord van elektro-
nische instrumenten informatie zoals: “met welke voice”,
“met welke toets”, “hoe hard aangeslagen”, “wanneer
ingedrukt” en “wanneer losgelaten”. Daarbij wordt ieder
stukje informatie omgezet in een numerieke waarde en
verzonden naar de toongenerator. Op basis van deze
getallen speelt de toongenerator de opgeslagen
gesampelde noot.
Voorbeeld Toetsenbord Data
Bedieningspaneelprocedures voor de CVP-205/203, zoals het
bespelen van het toetsenbord en het selecteren van voices wor-
den uitgevoerd en opgeslagen als MIDI data. De Automatische
Begeleidingsstijlen en songs bestaan ook uit MIDI data.
MIDI is een afkorting van Musical Instrument Digital Interface,
waarmee communicatie mogelijk wordt gemaakt tussen ver-
schillende muziekinstrumenten, door het verzenden en ont-
vangen van compatibele informatie zoals: Noten, Control
Change, Program Change en andere MIDI data types of com-
mando’s.
De CVP-205/203 kan een MIDI apparaat besturen door het ver-
zenden van noot-gerelateerde data en verschillende types con-
troller data. De CVP-205/203 kan worden bestuurd door inko-
mende MIDI commando’s die automatisch de toongenerator
mode bepalen, MIDI kanalen, voices en effecten selecteren,
parameterwaardes wijzigen en natuurlijk de voor de parts ge-
specificeerde voices bespelen.
MIDI commando’s kunnen worden verdeeld in twee groepen:
Kanaalcommando’s en Systeemcommando’s.
Kanaalcommando’s
De CVP-205/203 is een elektronisch instrument dat 16 kanalen
aan kan (of 32 kanalen, bij het gebruik van de TO HOST aan-
sluiting). Dit wordt meestal uitgedrukt als: "hij kan 16 instrumen-
ten tegelijk bespelen”. Kanaalcommando’s verzenden informatie
zoals Note ON/OFF en Program Changes voor elk van de 16
kanalen afzonderlijk.
Tone generator
Sequencer
Keyboard performance
(MIDI data)
Toongenerator
Sequencer
Uw spel op het toetsenbord
(MIDI data)
Ookal is de Clavinova maar één instrument, hij kan in feite bezien
worden als een combinatie van verscheidene elektronische
componenten: een controller, een toongenerator en een sequencer.
OPMERKING
Voice nummer
(met welke voice)
01 (grand piano)
Nootnummer (met welke toets) 60 (C3)
Note on (wanneer ingedrukt) en
note off (wanneer losgelaten)
Timing uitgedrukt in een
numerieke waarde (kwartnoot)
Velocity
(hoe hard aangeslagen)
120 (hard)
Commandonaam CVP-205/203 Procedure/Paneelinstelling
Note ON/OFF Commandos die door het spelen op het
toetsenbord worden gegenereerd. Ieder
commando bevat een speciek nootnum-
mer, corresponderend met de toets die
wordt aangeslagen, plus een aanslagwaar-
de gebaseerd op de aanslagsterkte.
Program Change Voice selecteren (control change bank
select MSB/LSB instelling)
Control Change Volume, panpot (Mixing Console), etc.
MIDI data heeft de volgende voordelen boven audio data:
De hoeveelheid data is veel minder, waardoor u gemakkelijk
MIDI songs op diskette kunt opslaan.
De data kan efciënt en gemakkelijk worden bewerkt, zelfs op
het gebied van het wijzigen van voices en het transformeren van
de data.
OPMERKING
De afspeel data van alle songs en stijlen worden afgehandeld als
MIDI data.
OPMERKING
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
CVP-205/203
150
MIDI kanalen
MIDI speel data is toegewezen aan één van de zestien
MIDI kanalen. Door middel van deze kanalen (1 - 16),
kan de speel data voor zestien verschillende instrument
parts tegelijk worden verzonden via één MIDI kabel.
Denk bij MIDI kanalen aan TV kanalen. Elk TV station
verzendt zijn uitzendingen op een specifiek kanaal.
Uw TV toestel ontvangt alle programma’s van verschil-
lende TV stations tegelijk en u selecteert het juiste
kanaal om het gewenste programma te bekijken.
MIDI werkt in principe hetzelfde. Het zendende instru-
ment verzendt MIDI data op een specifiek MIDI kanaal
(MIDI Transmit Channel) via één enkele MIDI kabel
naar het ontvangende instrument. Als het MIDI kanaal
(MIDI Receive Channel) van het ontvangende instru-
ment overeenkomt met het zendkanaal (Transmit Chan-
nel), zal het ontvangende instrument gaan klinken, in
overeenstemming met de data van het zendende instru-
ment.
Er kunnen bijvoorbeeld verscheidene tracks (kanalen)
worden verzonden, met inbegrip van stijl data (zie hier-
onder).
Voorbeeld: Het opnemen van de Automatische Begeleiding van de
Clavinova op een externe sequencer
Zoals u kunt zien is het bij het verzenden van MIDI
data van belang om te bepalen welke data op welk
MIDI kanaal wordt verzonden (blz. 138). Met de
Clavinova kunt u bepalen hoe de ontvangen data zal
worden afgespeeld (blz. 139).
Systeemcommandos
Het gaat hier om data die gebruikt wordt door het gehele
MIDI systeem. Systeemcommando’s omvatten comman-
do’s zoals Exclusive Commando’s die data verzenden die
uniek is per fabrikant, alsook Realtime Commando’s die
het MIDI apparaat besturen.
De commando’s die worden verzonden/ontvangen door
de CVP-205/203 vindt u in “MIDI Data Format” en “MIDI
Implementation Chart” in de aparte Data List.
Wat U met MIDI Kunt Doen
Op de Clavinova kunnen de volgende MIDI instellingen
worden gemaakt:
MIDI configuraties (preset MIDI instellingen voor
diverse applicaties) (blz. 137)
Transmit (blz. 138)
Receive (blz. 139)
Local Control (blz. 137)
Clock (blz. 138)
Neem speel data (kanalen 1-16) op met gebruik van
de Automatische Begeleiding van de CVP-205/203
met een externe sequencer (b.v. een personal com-
puter). Daarna kunt u de data bewerken met de
sequencer, en vervolgens kunt u de data afspelen op
de CVP-205/203.
Als u de Clavinova wilt gebruiken als een compatibele
multi-timbrale toongenerator, stel de receive part voor de
MIDI kanalen 1 - 16 dan in op “SONG” in MIDI Receive
(blz. 139).
Speel en bedien de Clavinova vanaf een extern
keyboard.
1
Weerbericht
Nieuws
2
2
Nieuws
MIDI zendkanaal 2 MIDI ontvangstkanaal 2
MIDI
kabel
Het toetsenbord van de Clavinova en de interne toongenerator
zijn ook via MIDI met elkaar verbonden (blz. 137).
OPMERKING
MIDI cable or
serial cable
Clavinova track (channnel)
MAIN
LAYER
LEFT
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
STYLE instrument
External sequencer
Track 1
Track 2
Track 3
Track 4
Track 5
Track 6
Track 7
Track 8
Track 9
Track 10
Track 11
Channel 1
Channel 2
Channel 3
Channel 4
Channel 5
Channel 6
Channel 7
Channel 8
Channel 9
Channel 10
Channel 11
Clavinova track (kanaal)
MIDI kabel of
seriële kabel
Externe sequencer
Commandonaam CVP-205/203
Procedure/Paneelinstelling
System Exclusive
Commando
Effecttype-instellingen (Mixing Console),
etc.
Realtime Commando’s Clock instelling, Start/stop-bediening
Personal computer,
QY serie enz.
MIDI ontvangst
MIDI verzending
NEC
PC-9821
AS
NEC MultiSync
MIDI IN MIDI OUT
MIDI OUT MIDI IN
Clavinova
MIDI IN MIDI OUT
Clavinova
MIDI ontvangst
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
151
CVP-205/203
Data Compatibiliteit
Dit gedeelte bevat basisinformatie over data compatibi-
liteit: d.w.z. of andere MIDI apparaten data, die is opge-
nomen met de CVP-205/203 kunnen afspelen of niet, en
of de CVP-205/203 commercieel verkrijgbare song data,
of song data gemaakt voor andere instrumenten of ge-
creëerd op een computer kan afspelen of niet. Afhankelijk
van het MIDI apparaat of de data eigenschappen, is het
mogelijk om de data probleemloos af te spelen, of kan het
nodig zijn om eerst enkele speciale handelingen te ver-
richten, voordat u de data kunt afspelen. Mochten er zich
problemen voordoen bij het afspelen van data, raadpleeg
dan de onderstaande informatie.
Diskette Format
Diskettes zijn het belangrijkste opslagmedium voor data
die door verschillende apparaten wordt gebruikt, waar-
onder computers. Verschillende apparaten hebben ver-
schillende systemen om data op te slaan, daarom is het
noodzakelijk om de diskette eerst voor gebruik in het
betreffende apparaat gereed te maken. Deze handeling
wordt "formatteren" genoemd.
Er bestaan twee types diskettes: MF2DD (double
sided, double density) en MF2HD (double sided, high
density), en elk type heeft een ander formatterings-
systeem.
De CVP-205/203 kan beide diskettetypes gebruiken
voor opnemen en afspelen.
Indien geformatteerd door de CVP-205/203, kan een
2DD diskette maximaal 720 KB (kilobytes) bevatten en
een 2HD diskette 1,44 MB (megabytes). (De aandui-
dingen “720 KB” en “1,44 MB” verwijzen naar de data
geheugen capaciteit. Ze worden ook gebruikt om het
formatteringssysteem van de diskette aan te geven.)
Het afspelen is alleen mogelijk als het gebruikte MIDI
apparaat compatibel is met het format van de diskette.
Sequence Format
Het systeem dat song data opneemt wordt “Sequence
Format” genoemd.
Afspelen is alleen mogelijk wanneer het sequence format
van de disk overeenkomt met dat van het MIDI apparaat.
De CVP-205/203 is compatibel met de onderstaande
formats.
SMF (Standard MIDI File)
Dit is het meest bekende sequence format.
Standard MIDI Files zijn over het algemeen verkrijgbaar
in twee types: Format 0 of Format 1. Veel MIDI apparaten
zijn compatibel met Format 0 en ook de meeste commer-
cieel verkrijgbare software is opgenomen in Format 0.
De CVP-205/203 is compatibel met zowel Format 0
als Format 1.
Song data opgenomen op de CVP-205/203 wordt
automatisch opgenomen als SMF Format 0.
Song data die in de CVP-205/203 wordt geladen wordt
automatisch opgeslagen als SMF Format 0 ongeacht
het oorspronkelijke format.
ESEQ
Dit sequence format is compatibel met vele Yamaha MIDI
apparaten, waaronder de Clavinova serie. Het is een veel
gebruikt format dat gebruikt wordt door veel Yamaha
software.
XF
Het Yamaha XF format geeft het SMF (Standard MIDI File)
format grotere functionaliteit met een open architectuur
voor uitbreiding in de toekomst.
De CVP-205/203 is in staat om song teksten (lyrics)
weer te geven wanneer een XF file die wordt afge-
speeld, lyric data bevat.
Style File
Het Style File Format — SFF — is Yamaha’s originele Style
File format dat een uniek conversiesysteem gebruikt om
begeleiding van hoge kwaliteit te genereren, gebaseerd
op een grote verscheidenheid van akkoordtypes.
Uw Clavinova Gebruiken Samen met Andere Apparaten
CVP-205/203
152
Voice Allocation Format
In MIDI worden voices aan specifieke nummers toege-
wezen die “program numbers” worden genoemd. De
standaardnummering (volgorde van de voice toewijzing)
wordt het “voice allocation format” genoemd.
Het is mogelijk dat voices niet naar verwachting afspelen,
behalve als het voice allocation format van de song data
overeenkomt met dat van het MIDI apparaat dat gebruikt
wordt voor het afspelen.
De CVP-205/203 is compatibel met de onderstaande
formats.
GM System Level 1
Dit is een van de meest gebruikte voice allocation
formats.
Veel MIDI apparaten zijn compatibel met GM System
Level 1, evenals de meeste commercieel verkrijgbare
software.
XG
XG is een grote verbetering van het GM System Level 1
format en werd speciaal ontwikkeld door Yamaha om in
meer voices en variaties te voorzien, alsook in een meer
expressieve controle over de voices en effecten, en om
compatibiliteit te waarborgen tot in de verre toekomst.
Song data die is opgenomen in de CVP-205/203, die
gebruik maakt van de voices in de XG categorie, is XG
compatibel.
DOC
Dit voice allocation format is compatibel met vele
Yamaha MIDI apparaten, waaronder de instrumenten uit
de Clavinova serie. Ook dit is een door Yamaha software
veel gebruikt format.
Zelfs als het apparaat en de data die wordt gebruikt aan alle con-
dities voldoet, is het mogelijk dat de data niet geheel compatibel is,
afhankelijk van de specicaties van de apparaten en specieke
data opnamemethodes.
OPMERKING
153
CVP-205/203
CVP-205/205M: Het Assembleren van het Piano-Onderstel
PAS OP
Pas op dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg dat u alle
onderdelen in de goede richting monteert. Assembleer alles alstublieft in
de onderstaande volgorde.
Het assembleren dient door ten minste twee personen te worden gedaan.
Gebruik beslist de juiste
schroeven zoals hieronder
aangegeven. Het gebruik van
onjuiste schroeven kan schade
veroorzaken.
Controleer, na het assembleren van elk onderdeel, of alle schroeven goed
zijn vastgedraaid.
Wilt u alles weer uit elkaar halen, draai dan de onderstaande volgorde om.
1
Open de doos, pak de schuimblokken eruit en leg het
hoofdonderdeel op de blokken.
Leg de blokken dusdanig dat ze de hoofdtelefoonaansluiting, het aan-
sluitpaneel (aan de voorkant, links onder het toetsenbord), alsook de Disk
Drive (aan de voorkant, rechts onder het toetsenbord) beschermen.
Haal alle onderdelen uit de doos. Controleer of er niets ontbreekt.
2
Bevestig de zijpanelen aan de pedalenconsole.
3
Bevestig het voorpaneel.
1 Richt en bevestig het voorpaneel aan de voorzijde van de
pedalenconsole en aan beide zijpanelen.
2 Bevestig het paneel met de dunne 4x14 mm schroeven.
* Draai zes schroeven in de kleinere gaten van de beugels.
4
Plaats het hoofdonderdeel.
Plaats uw handen minstens 10 cm verwijderd van de
uiteinden van het hoofdonderdeel.
5
Bevestig het hoofdonderdeel.
1 Centreer het hoofdonderdeel, zodat dit aan beide kanten
evenveel uitsteekt t.o.v. de zijpanelen.
Connector panel
Floppy disk drive
Phones jacks Styrofoam pads
Main unit
Front panel
Rear panel
Pedal box
Side panel
(left)
Assembly Parts
AC power cord
Side panel
(right)
Pedal cord
6 x 25 mm long screws x4
4 x 20 mm tapping screws x5
6 x 16 mm short screws x4
Cord holders x24 x 14 mm thin screws x8
Hoofd-
onderdeel
Schuimblokken
Floppy disk drive
Achter-
paneel
Pedalen-
console
Zijpaneel
(links)
Zijpaneel
(rechts)
Pedaalkabel
Voorpaneel
Assemblage-
onderdelen
Netsnoer
4 8x25 mm lange schroeven
4 6x16 mm korte schroeven
8 4x14 mm dunne schroeven
Pedaalkabel
5 4x20 mm zelftappers
2 kabelhouders
Hoofdtelefoon-
aansluiting
Aansluitpaneel
Side panel
(left)
Side panel
(right)
Side panel
(left)
Side panel
(right)
1 Gebruik de vier lange
6x25 mm schroeven om
de pedalenconsole te
bevestigen. Bevestig
eerst één zijpaneel en
dan het andere.
Zijpaneel
(rechts)
Zijpaneel
(links)
2 Verwijder het kabelbindertje van de ge-
bundelde pedaalkabel. Verwijder
echter niet het
kabelbindertje
naast het gat.
PAS OP
Uw vingers kunnen beklemd raken tussen het hoofdonder-
deel en de achter- of zijpanelen, wees dus voorzichtig dat u
het hoofdonderdeel niet laat vallen.
Houd het toetsenbord niet anders dan in de positie die in
de illustratie wordt getoond.
At least
10 cm
At least
10 cm
Ten-
minste
10 cm
2 Gebruik de korte 6x16 mm
schroeven om het hoofdon-
derdeel vanuit de achter-
zijde te bevestigen.
* Gebruik de gaten aan de
voorzijde om de schroe-
ven erin te draaien.
Zorg dat u een kruiskopschroe-
vendraaier bij de hand heeft.
CVP-205/205M: Het Assembleren van het Piano-Onderstel
CVP-205/203
154
6
Sluit de luidsprekerkabel aan.
1 Verwijder, voordat u de luidsprekerkabel aansluit, het kabelbin-
dertje waarmee de luidsprekerkabel aan het voorpaneel vastzit.
2 Steek de luidsprekerkabelplug in de connector, waarbij de kabel
naar achteren wijst.
7
Sluit de pedaalkabel aan.
8
Bevestig het achterpaneel.
9
Stel de voltageschakelaar in en sluit het netsnoer
aan.
Voltageschakelaar
Controleer, voordat u het netsnoer aansluit, de instelling
van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een
platkopschroevendraaier om de schakelaar op het voor
uw land juiste voltage (110V, 127V, 220V of 240V) te
zetten, door de schakelaar te draaien totdat het juiste
voltage bij het pijltje verschijnt. Af-fabriek staat de
schakelaar op 240V.
Steek, nadat het juiste voltage is geselecteerd, het net-
snoer in de AC INLET en de andere kant in het stopcon-
tact. Wellicht werd er een stekkeradaptor meegeleverd
om de stekker aan uw stopcontact aan te passen.
WAARSCHUWING
Een foutief ingesteld voltage kan ernstige schade toebrengen
aan de Clavinova, of leiden tot onjuist functioneren.
Controleer na het assembleren de
onderstaande punten.
1 Steek de pedaal-
kabelplug in de
pedaalconnector.
2 Plak de
kabelhou-
ders aan de
zijpanelen,
zie illustratie,
en klik de
kabel in de
houders.
1 Richt, met het
achterpaneel
steunend op de
uitstekende ran-
den, het paneel
in de groeven
en bevestig de
bovenzijde van
het paneel.
2 Bevestig de linker- en rechterhoeken met
de 4x14 mm schroeven.
3 Bevestig de bovenzijde in
het midden en de onderzijde
van het paneel met de 4x20
mm zelftappers (schroeven).
240
127
110
220
Zijn er onderdelen overgebleven?
Loop de assembleerinstructies nog eens na en
herstel eventuele fouten.
Staat de Clavinova ver genoeg van deuren en
andere bewegende objecten?
Verplaats de Clavinova naar een geschikte
lokatie.
Maakt de Clavinova een rammelend geluid als u
hem beweegt?
Draai alle schroeven wat steviger aan.
Zijn de pedaalkabel en het netsnoer correct
aangesloten?
Controleer de verbinding.
Als het hoofdonderdeel een krakend geluid
maakt of wankel aanvoelt tijdens het spelen,
raadpleeg dan de assembleerschema’s en draai
alle schroeven wat steviger aan.
Als u het instrument na het assembleren wilt ver-
plaatsen, til het dan aan de voorzijde onder het
toetsenbord, en aan de achterzijde bij de handvaten
op.
PAS OP
Til het hoofdonderdeel nooit op aan de toetsendeksel of
aan zijn bovenzijde. Een onjuiste behandeling kan resul-
teren in schade aan het instrument of persoonlijk letsel.
Bovenzijde
Toetsen-
deksel
155
CVP-205/203
CVP-203: Het Assembleren van het Piano-Onderstel
PAS OP
Pas op dat u geen onderdelen door elkaar haalt en
zorg dat u alle onderdelen in de goede richting
monteert. Assembleer alles alstublieft in de
onderstaande volgorde.
Het assembleren dient door ten minste twee
personen te worden uitgevoerd.
Gebruik beslist de juiste schroeven, zoals hieronder
aangegeven. Het gebruik van onjuiste schroeven kan
schade veroorzaken.
Controleer, na het assembleren van elk onderdeel,
of alle schroeven goed zijn vastgedraaid.
Wilt u alles weer uit elkaar halen, draai dan de
onderstaande volgorde om.
1
Open de doos, pak de twee schuimblokken eruit
en leg het hoofdonderdeel op de blokken.
Plaats één van de blokken dusdanig dat deze de
disk drive (aan de voorzijde, rechts onder het
toetsenbord) beschermt.
Haal alle onderdelen uit de doos. Controleer of
alle onderdelen in de illustratie aanwezig zijn.
2
Bevestig de zijpanelen aan de pedalenconsole.
3
Bevestig het achterpaneel.
1 Plaats de onderkant van het achterpaneel op de uitstekende
randen van de voeten, terwijl u het paneel een beetje schuin
houdt, zoals getoond in de illustratie. De paneelzijde met het
houtpatroon dient naar achteren gericht te zijn. Richt hierna de
bovenkant van het paneel op de zijpanelen.
2 Bevestig de bovenzijde van het achterpaneel aan de beugels aan
de zijpanelen met de twee dunne 4x12 mm schroeven.
3 Bevestig de onderkant van het achterpaneel aan de pedalen-
console met de vier 4x20 mm zelftappers (schroeven).
4
Plaats het hoofdonderdeel.
Plaats uw handen minstens 10 cm verwijderd van de
uiteinden van het hoofdonderdeel.
Zorg dat u een kruiskopschroevendraaier bij de hand heeft.
Bundled pedal cord inside
Floppy disk drive
Styrofoam
pads
Main unit
Rear panel
Pedal box
Side panel
(left)
Side panel
(right)
Assembly Parts AC power cord
6 x 25 mm long screws x4
4 x 20 mm tapping screws x46 x 16 mm short screws x4
Cord holders x2
4 x 12 mm thin screws x2
Hoofd-
onderdeel
Schuim-
blokken
Achter-
paneel
Assemblage-
onderdelen
Zijpaneel
(rechts)
Zijpaneel
(links)
Pedalen-
console
Netsnoer
Gebundelde pedaalkabel
aan de onderzijde
4 8x25 mm lange schroeven
Floppy disk drive
4 6x16 mm korte schroeven
2 4x12 mm dunne schroeven
4 4x20 mm zelftappers
2 kabelhouders
Side panel
(left)
Side panel
(right)
Side panel
(left)
Side panel
(right)
1 Maak de gebundelde kabel die vastzit
aan de onderzijde van de pedalencon-
sole los. Bewaar het kunststof kabel-
bindertje, u heeft het nodig in stap 6.
2 Gebruik de vier lange 6x25 mm schroeven om de pedalencon-
sole te bevestigen. Bevestig eerst één zijpaneel en dan het
andere.
Zijpaneel
(links)
Zijpaneel
(rechts)
Hout-motief
PAS OP
Uw vingers kunnen beklemd raken tussen het hoofdonder-
deel en de achter- of zijpanelen, wees dus voorzichtig dat
u het hoofdonderdeel niet laat vallen.
Houd het toetsenbord niet anders dan in de positie die in
de illustratie wordt getoond.
At least
10 cm
Ten-
minste
10 cm
CVP-203: Het Assembleren van het Piano-Onderstel
CVP-205/203
156
5
Bevestig het
hoofdonderdeel.
1 Centreer het hoofdonderdeel,
zodat dit aan beide kanten
evenveel uitsteekt.
2 Gebruik de korte 6x16 mm
schroeven om het hoofdon-
derdeel vanuit de voorzijde
te bevestigen.
6
Sluit de pedaalkabel aan.
7
Stel de voltageschakelaar in en sluit het netsnoer
aan.
Voltageschakelaar
Controleer, voordat u het netsnoer aansluit, de instelling
van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een
platkopschroevendraaier om de schakelaar op het voor uw
land juiste voltage (110V, 127V, 220V of 240V) te zetten,
door de schakelaar te draaien totdat het juiste voltage bij
het pijltje verschijnt. Af-fabriek staat de schakelaar op 240V.
Steek, nadat het juiste voltage is geselecteerd, het netsnoer
in de AC INLET en de andere kant in het stopcontact.
Wellicht werd er een stekkeradaptor meegeleverd om de
stekker aan uw stopcontact aan te passen.
WAARSCHUWING
Een foutief ingesteld voltage kan ernstige schade toebrengen
aan de Clavinova, of leiden tot onjuist functioneren.
8
Stel de stabilisator in.
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig
contact maakt met het vloeroppervlak.
Controleer na het assembleren de
onderstaande punten.
1 Steek, vanuit de
voorzijde, de
pedaalkabelplug
in de pedaal-
connector.
2 Plak de kabelhouders
aan het achterpaneel,
zie illustratie, en klik de
kabel in de houders.
3 Gebruik het kabel-
bindertje om de
overtollige kabel
netjes vast te
maken.
240
127
110
220
Zijn er onderdelen overgebleven?
Loop de assembleerinstructies nog eens na en
herstel eventuele fouten.
Staat de Clavinova ver genoeg van deuren en
andere bewegende objecten?
Verplaats de Clavinova naar een geschikte
lokatie.
Maakt de Clavinova een rammelend geluid als u
hem beweegt?
Draai alle schroeven wat steviger aan.
Rammelt de pedalenconsole of geeft hij mee als
u de pedalen indrukt?
Draai aan de stabilisator totdat deze een
stevig contact maakt met de vloer.
Zijn de pedaalkabel en het netsnoer correct
aangesloten?
Controleer de verbinding.
Als het hoofdonderdeel een krakend geluid
maakt of wankel aanvoelt tijdens het spelen,
raadpleeg dan de assembleerschema’s en draai
alle schroeven wat steviger aan.
Als u het instrument na het assembleren wilt
verplaatsen, til het dan altijd aan de onderkant van
het hoofdonderdeel op.
PAS OP
Til het hoofdonderdeel nooit op aan de toetsendeksel of
aan zijn bovenzijde. Een onjuiste behandeling kan result-
eren in schade aan het instrument of persoonlijk letsel.
Bovenzijde
Toetsen-
deksel
157
CVP-205/203
Problemen Oplossen
Probleem Mogelijke Oorzaak en Oplossing
De Clavinova gaat niet aan; of heeft geen
stroomtoevoer.
Controleer of de Clavinova goed is aangesloten. Steek de vrouwtjesplug aan het
ene uiteinde van het snoer in de AC INLET van de Clavinova en de stekker aan
het andere uiteinde in het stopcontact (blz. 17).
U hoort een zachte plof als het instrument
wordt aan- of uitgezet.
Dit is normaal als er stroomtoevoer naar het instrument is.
Er komen vreemde geluiden uit de
luidsprekers van de Clavinova.
Het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van de Clavinova kan inter-
ferentie veroorzaken. Zet om dit te voorkomen, de mobiele telefoon uit, of gebruik
hem wat verder af van de Clavinova.
Het scherm is te helder of te donker om te
kunnen lezen.
De helderheid van het scherm kan worden beïnvloed door de omgevingstempe-
ratuur; probeer het contrast in te stellen (blz. 17).
Het toetsenbordvolume is laag in verhouding
met de Automatische Begeleiding of afspelen-
de songs.
Het algehele toetsenbordvolume of onafhankelijke volumeniveau van het toet-
senbord kan te laag staan ingesteld. Verhoog het volume van de MAIN/LAYER/
LEFT voices of verlaag het volume van de STIJL/SONG in het BALANCE
scherm (blz. 62).
Het volume van de Automatische Begeleiding
of afspelende songs is in verhouding met dat
van het toetsenbord erg laag.
Het volumeniveau van één of meer begeleidings-parts of song kanalen staat te
laag ingesteld. Verhoog het volume van de part of het kanaal in het juiste MIXER
scherm (blz. 120).
Het algehele volume is laag, of er is helemaal
geen geluid hoorbaar.
Het Master Volume staat te laag ingesteld; stel het in op een geschikt niveau
met de [MASTER VOLUME] knop.
Het volume van de individuele parts kan te laag staan ingesteld. Verhoog het
volume van MAIN, LAYER, LEFT, STYLE en SONG in het BALANCE scherm
(blz. 62).
Zorg dat het gewenste kanaal op ON staat (blz. 62, 77).
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op de luidsprekeruitgang waardoor de
luidspreker wordt uitgeschakeld. (Dit gebeurt als de luidsprekerinstelling op
“HEADPHONE SW” staat ingesteld; blz. 141.) Trek de hoofdtelefoon eruit.
Zorg dat het gewenste kanaal op ON staat ingesteld (blz. 141).
Zorg dat de Local Control functe op ON staat ingesteld (blz. 137).
De damper, sostenuto en soft functies werken
niet voor de betreffende pedalen.
Elk pedaal is toegewezen aan een andere functie. Zorg dat elk pedaal op juiste
wijze is toegewezen aan SUSTAIN, SOSTENUTO en SOFT (blz. 131).
Het damper pedaaleffect werkt niet, of het
geluid klinkt continue door als het damper
pedaal niet is ingedrukt.
De pedaalkabel/plug is niet correct aangesloten. Zorg dat de pedaalplug geheel
in de juiste aansluiting is gestoken (blz. 153 - 156).
Niet alle tegelijk gespeelde noten zijn
hoorbaar.
Wellicht wordt de maximum poyfonie van de Clavinova overschreden. Als de
maximum polyfonie wordt overschreden, zal de eerst gespeelde noot wegvallen
om nieuw gespeelde noten te laten klinken. Zie blz. 159 voor informatie over de
maximum polyfonie.
Begeleidingsstijlen of songs starten niet. De MIDI Clock staat wellicht op “EXTERNAL ingesteld. Zorg dat dit op
“INTERNAL staat ingesteld (Blz. 138).
Zorg dat u op de [START/STOP] knop drukt. Druk, om een begeleidingsstijl af
te spelen, op de STYLE [START/STOP] knop (blz. 62); druk, om een song af
te spelen, op de SONG [START/STOP] knop (blz. 75).
“New Song” (een lege song) is geselecteerd. Selecteer een geschikte song in
het SONG scherm (blz. 75).
De song is gestopt aan het einde van de song data. Zet de song op zijn
beginpunt met de [TOP] knop (blz. 77).
Alleen het rhythm kanaal speelt af. Zorg dat de Automatische Begeleidingsfunctie aan staat; druk op de [ACMP]
knop.
De begeleidingsstijl wil niet starten, ondanks
dat Sync Start standby staat en u een toets
aanslaat.
Wellicht probeerde u de begeleiding te starten door het spelen van een toets in
het rechterhandgedeelte van het toetsenbord. Zorg dat u een toets speelt in het
linkerhandgedeelte van het toetsenbord.
Problemen Oplossen
CVP-205/203
158
Het gewenste akkoord wordt niet herkend of
niet uitgestuurd door de Automatische
Begeleiding.
Wellicht speelt u niet de vereiste toetsen om het akkoord in te geven. Zie
“Akkoordtypes Herkend in de Fingered Mode” (blz. 64).
Wellicht speelt u toetsen die vereist zijn voor een andere fingering mode en
niet voor de momenteel geselecteerde. Controleer de begeleidings-mode en
speel de toetsen die vereist zijn voor de geselecteerde mode (blz. 63).
Automatische Begeleidingsakkoorden worden
herkend over het hele toetsenbord, ongeacht
de splitpuntinstelling.
Dit is normaal als de fingering mode op “Full keyboard” of op “AI Full keyboard”
staat ingesteld. Als één van deze twee is geselecteerd, worden er akkoorden
herkend over het hele toetsenbord, ongeacht de splitpuntinstelling. Selecteer,
indien gewenst, een andere fingering mode (blz. 63).
Bepaalde noten klinken op een verkeerde
toonhoogte.
De Scale parameter is waarschijnlijk ingesteld op een andere stemming dan
“Equal”, waardoor het stemsysteem van het toetsenbord wordt gewijzigd.
Controleer of “Equal” is geselecteerd als toonladder in de Scale Tune pagina
(blz. 127).
Sommige kanalen spelen niet correct af
tijdens het afspelen van song data.
Controleer of het afspelen voor het betreffende kanaal (kanalen) aan staat
(blz. 77).
De Harmony functie werkt niet. Harmony kan niet worden gebruikt in combinatie met de Full keyboard of de AI
Full keyboard fingering mode. Selecteer een geschikte fingering mode (blz. 63).
Het microfooningangssignaal (alleen CVP-
205) kan niet worden opgenomen.
Dit is normaal; het opnemen van het microfoongeluid is niet mogelijk.
Er wordt geen MIDI data verzonden of
ontvangen via de MIDI aansluitingen, terwijl
de MIDI kabels correct zijn aangesloten.
Controleer of de HOST SELECT schakelaar op “MIDI” staat ingesteld (blz. 147).
Bij de overige instellingen kunnen de MIDI aansluitingen niet worden gebruikt.
Als u van voice verandert, wordt het eerder
geselecteerde effect gewijzigd.
Iedere voice heeft zijn eigen geschikte voorgeprogrammeerde waardes die
automatisch worden opgeroepen als de corresponderende Voice Set parameters
aan staan (blz. 135).
U hoort een klein verschil in geluidskwaliteit
tussen verschillende op het toetsenbord
gespeelde noten.
Sommige voices hebben een zich steeds
herhalend verschijnsel (looping).
Soms is er ruis of vibrato hoorbaar bij hogere
noten, afhankelijk van de voice.
Dit is normaal en is het resultaat van het sampling systeem van de Clavinova.
Sommige voices “verspringen” een octaaf
hoger of lager wanneer ze worden bespeeld
in de hogere of lagere registers.
Dit is normaal. Sommige voices hebben een gelimiteerd toonhoogtebereik,
waardoor deze “octaafsprong” wordt veroorzaakt.
Opslaghandelingen op diskette nemen veel
tijd in beslag.
Dit is normaal. Houd in gedachte dat het ongeveer 1 minuut kost om 1 megabyte
data op een diskette op te slaan.
De voice produceert extreem veel ruis. Bepaalde voices kunnen opvallend veel ruis produceren, afhankelijk van de in-
stellingen van Harmonic Content en/of Brightness in de FILTER pagina van het
Mixing Console scherm (blz. 121).
Het geluid klinkt vervormd. Het volume staat wellicht te hoog ingesteld. Controleer of alle volume-
instellingen goed zijn.
Dit kan worden veroorzaakt door de effecten. Probeer onnodige effecten uit te
schakelen, vooral distortion effecttypes (blz. 122).
Sommige filterinstellingen in het Custom Voice Creator scherm (blz. 91) kun-
nen resulteren in een vervormd geluid. Stel deze instellingen indien nodig in.
U hoort een vreemd “zwevend” of “dubbel”
geluid. Ook klinkt het geluid telkens als u een
toets aanslaat een beetje anders.
Zowel de Main als de Layer part staan aan, en beide parts staan ingesteld op
dezelfde voice. Zet de Layer part uit (blz. 57) of wijzig de voice voor één van de
parts (blz. 55).
Probleem Mogelijke Oorzaak en Oplossing
159
CVP-205/203
Specificaties
: beschikbaar
Model CVP-205 CVP-203
Klankbron AWM Dynamic Stereo Sampling
Display 320 240 dots verlicht grafisch LCD scherm
Toetsenbord 88 toetsen (A-1 - C7)
Voice Polyfonie (max) 96 64
Voice Selectie 308 voices + 480 XG voices + 16 Drum Kits
Regular Voice 276
Natural Voice 21
Sweet Voice 8
Cool Voice 2
Live Voice 1
Sound Creator
Effecten
Effectblokken
Reverb 2
Chorus 2
DSP 2
Brilliance 1
Effecttypes
REVERB1 28+3 User
REVERB2 5
CHORUS1 21+3 User
CHORUS2 3
DSP1 101+3 User
DSP2 12
Brilliance 5
Begeleidingsstijl Aantal Begeleidingsstijlen 194 175
Aantal Session Stijlen 12
Aantal Pianist Stijlen 36
Aantal Piano Combo Stijlen 17
Fingering (vingerzettingsmethode) Single Finger, Fingered, Fingered On Bass, Multi Finger, AI Fingered,
Full Keyboard, AI Full Keyboard
Style Creator
OTS (One Touch Setting) Begeleidingsstijl
OTS Link
Music Finder Ongeveer 2500 bestanden
Edit
Song Format SMF (Format 0,1), ESEQ
Preset Songs
Guide Follow Lights, Any Key, Karao-Key
Guide lampjes 88 Rode
Lyric (weergave songteksten)
Score (weergave muzieknoten)
Opnemen Quick Record, Multi Track, Step Record, Song Bewerken
Opnamekanalen 16
Opslag-
media
Diskette (2HD,2DD)
Flash Geheugen (intern) 1MB
Flash Inhoud Song (SMF), Stijl (SFF), Registration, Voice, etc.
Tempo Tempobereik 5 - 500
Tap Tempo
Metronoom
Metronoomgeluid Bel aan/uit, Menselijke Stemmen (in 5 talen)
Specificaties
CVP-205/203
160
* Specificaties en beschrijvingen in deze handleiding zijn uitsluitend als informatie bedoeld. Yamaha Corp. behoudt zich het recht
voor om producten of specificaties te allen tijde te wijzigen of te modificeren zonder voorafgaande aankondiging. Specificaties,
apparatuur of opties zouden mogelijkerwijs niet overal hetzelfde kunnen zijn, vraag daarom uw Yamaha dealer.
Registration
Memory
Knoppen 8
Regist Sequence
Freeze
Overige Demo Function, Voice, Stijl
Language 6 talen (Engels, Japans, Duits, Frans, Spaans en Italiaans)
Help
Direct Access
PIANO knop (inclusief Piano Lock)
Master Volume
Fade In/Out
Transpose Keyboard/Song/Master
Tuning
Tuning Curve Flat/Stretch (alleen Natural Piano Voice)
Scale Equal Temperament, Pure Major/Pure Minor, Pythagorean, Mean Tone,
Werckmeister/Kirnberger, Arabic 1/2
Aanslaggevoeligheid 5 niveaus
Aansluitingen/Connectors PHONES (2x), MIDI (IN, OUT, THRU), TO HOST,
HOST SELECT, AUX PEDAL, AUX IN (L/L+R),
AUX OUT (LEVEL FIXED) (L/R), AUX OUT (L/L+R)
MIC (INPUT VOLUME,
MIC./ LINE),VIDEO OUT
Pedalen Aantal Pedalen 3
Pedaalfuncties VOLUME, SUSTAIN, SOSTENUTO, SOFT, GLIDE, PORTAMENTO,
PITCHBEND, MODULATION, DSP VARIATION, VIBROTOR ON/OFF,
SONG START/STOP, STYLE START/STOP, etc.
Versterkers/
Luidsprekers
Versterkers 2 x 40 W
Luidsprekers 2 x (16 cm + 5 cm)
Afmetingen [B D H]
(Inclusief Muzieklessenaar)
1384,0 598,2 900,1 mm
(1384,0 598,2 1070,0 mm)
1381,5 597,7 899,6mm
(1381,5 597,7 1071,2mm)
Gewicht 80 Kg 66 Kg
Model CVP-205 CVP-203
161
CVP-205/203
Index
Numeriek
1 - 16 ................................................................................. 106
[1▲▼] - [8▲▼] knoppen ......................................... 18, 39–46
A
[A] - [J] knoppen............................................................. 18, 41
Aansluiten op een Computer .............................................. 146
Aansluiten van Audio & Video Apparaten .......................... 145
Aansluiten van een Microfoon of Gitaar (alleen CVP-205).. 144
Aansluiten van externe MIDI apparaten.............................. 146
Aansluiten van het netsnoer ................................................. 17
Accessoires ............................................................................ 6
Accompaniment Guide ........................................................ 79
[ACMP] knop ................................................................. 18, 61
Afspelen van de Demo’s................................................. 20, 53
Afspelen van de Interne Songs.............................................. 75
Afspelen van een Stijl ..................................................... 28, 60
Afspelen van Songs ............................................................. 21
Afspelen van Songs op Diskette............................................ 77
Afspelen van Stijlen.............................................................. 28
Afspelen van Uitsluitend de Ritmekanalen ........................... 62
Afstellen Schermcontrast ...................................................... 17
AI ......................................................................................... 63
AI FINGERED ....................................................................... 63
AI FULL KEYBOARD ............................................................ 63
Akkoord Events .................................................................. 107
Akkoordtypes Herkend in de Fingered Mode........................ 64
Andere Afspeel-gerelateerde Procedures............................... 77
Andere Instellingen ............................................................ 140
Any Key ............................................................................... 79
Append ................................................................................ 72
Arabic ................................................................................ 128
Arrangeren van de Stijl Patterns............................................ 65
Assembleren van een Begeleidingsstijl................................ 113
ATTACK ............................................................................... 91
[AUTO FILLIN] knop...................................................... 18, 67
Automatisch afspelen van Fill in patterns bij het
omschakelen naar een andere Begeleidingssectie ............. 67
Automatisch Veranderen van One Touch Settings
met de Secties................................................................... 69
Auto Revoice...................................................................... 119
AUX IN [L / L+R] [R] aansluitingen............................... 19, 145
AUX OUT (LEVEL FIXED) [L] [R] aansluitingen............. 19, 145
AUX OUT [L / L+R] [R] aansluitingen........................... 19, 145
[AUX PEDAL] aansluiting ............................................. 19, 146
B
[BACK] knop ............................................................ 18, 41, 47
[BALANCE] knop ........................................................... 18, 62
Bar Clear ............................................................................ 116
Bar Copy ............................................................................ 116
Basisprocedures — Het Organiseren van Uw Data............... 39
Bass...................................................................................... 95
BEAT .............................................................................. 71, 72
Begeleidingsstijl parts ........................................................... 95
Bespelen van Twee Voices Tegelijk...................................... 26
Bespelen van Verschillende Geluiden Tegelijk ..................... 57
Bespelen van Verschillende Voices met uw Linker-
en Rechterhand ................................................................ 27
Bespelen van Voices ............................................................ 25
Bevriezen van Paneelinstellingen ....................................... 134
Bewerken van Akkoord Events............................................107
Bewerken van Bestanden......................................................72
Bewerken van de Event Lijst — Filter ..................................108
Bewerken van de Gecreëerde Begeleidingsstijl ...................114
Bewerken van de Kanaal Data ............................................116
Bewerken van een Reeds Opgenomen Song .......................103
Bewerken van Kanaal-gerelateerde Parameters ...................103
Bewerken van Noot Events .................................................106
Bewerken van System Events ..............................................107
Bewerken van Voices............................................................88
Bladmuziekklemmen (alleen CVP-205).................................16
[BREAK] knop.................................................................18, 65
BRIGHTNESS........................................................................91
C
Cent....................................................................................127
Channel..................................................62, 77, 103, 116, 129
[CHANNEL ON / OFF] knop.....................................18, 62, 77
CHANNEL TRANSPOSE .....................................................105
CHD...................................................................................107
Chord ...................................................................................95
Chord Detect ......................................................................139
Chord Fingering (Akkoordvingerzetting)........................63, 131
Chord Tutor ........................................................................131
Chorus................................................................................124
Clock..................................................................................138
COMMON ...........................................................................90
Compatibele Song Types.......................................................74
CONFIG 1 ..........................................................................140
CONFIG 2 ..........................................................................141
Controller ...........................................................................131
Converteren naar Kanji (Japanse taal)....................................46
Cool! ....................................................................................56
Creëren van Begeleidingsstijlen ..........................................109
Current Memory ...................................................................40
CVP-203: Het Assembleren van het Piano-Onderstel..........155
CVP-205/205M: Het Assembleren van het Piano-Onderstel153
D
Damper pedaal...............................................................19, 59
Data Compatibiliteit............................................................151
[DATA ENTRY] knop ......................................................18, 47
Data Types in het MIDI TRANSMIT/RECEIVE Scherm .........138
DECAY .................................................................................91
Delete.................................................................................104
DELETE RECORD..................................................................72
[DEMO] knop...........................................................14, 18, 53
DEPTH..................................................................................91
[DIGITAL RECORDING] knop..........................14, 18, 93, 109
[DIRECT ACCESS] knop..................................................18, 48
Direct Access Overzicht .......................................................49
Diskette ..............................................................................142
Diskette Format...................................................................151
Disk Orchestra Collection.....................................................19
DOC...................................................................................152
Drum....................................................................................56
[DSP] knop .............................................................18, 58, 124
Dynamics ...........................................................................115
Index
CVP-205/203
162
E
ECHO .......................................................................... 59, 135
EFFECT................................................................................. 92
Effectblokken...................................................................... 123
Effecten .............................................................................. 122
Effectstructuur .................................................................... 124
EG........................................................................................ 91
ENDING .............................................................................. 67
[ENDING / rit.] knop ................................................ 18, 31, 66
END Markering .................................................................. 101
[ENTER] knop................................................................. 18, 47
Equal Temperament............................................................ 128
ESEQ .................................................................................. 151
[EXIT] knop .................................................................... 18, 41
[EXTRA TRACKS (STYLE)] knop ...................................... 18, 78
F
[FADE IN / OUT] knop................................................... 18, 66
Fade In Time, Fade Out Time, Fade Out Hold Time ........... 140
FAVORITE............................................................................ 72
[FF] knop........................................................................ 18, 77
File....................................................................................... 40
File/Map-gerelateerde Procedures......................................... 42
Files/mappen op een diskette ............................................... 43
Fill........................................................................................ 67
Filter..................................................................... 91, 108, 121
FINGERED ........................................................................... 63
FINGERED ON BASS............................................................ 63
First Key On ....................................................................... 102
FLOPPY DISK drive .............................................................. 40
Floppy disk drive.............................................................. 19, 6
Follow Lights........................................................................ 79
Foot Controller ............................................................. 59, 146
Formatteren van een Diskette ............................................ 142
[FREEZE] knop........................................................ 19, 87, 134
FULL KEYBOARD................................................................. 63
[FUNCTION] knop....................................................... 18, 125
G
Gate Time ............................................................................ 98
Gebruik van de USB aansluiting van uw computer
met een USB/MIDI interface (UX256, etc.)...................... 148
Gebruik van uw Clavinova Samen met Andere Apparaten.. 144
Gedetailleerde Instellingen voor Notatie .............................. 82
Gelijktijdig Afspelen van een Song en een Begeleidingsstijl.. 76
GENRE ........................................................................... 71, 73
GENRE NAME...................................................................... 73
Geschikte Paneelinstelling voor de Geselecteerde Stijl ......... 68
GM System Level 1....................................................... 19, 152
Groove............................................................................... 114
Groove parameters............................................................. 114
[GUIDE] knop .......................................................... 14, 18, 79
H
Harmonic Content................................................................ 91
HARMONY............................................................ 59, 92, 135
[HARMONY / ECHO] knop............................................ 19, 59
Harmony Toewijzingen...................................................... 136
Harmony Types.................................................................. 136
[HELP] knop................................................................... 18, 50
Helpmededelingen kunnen in het scherm worden
weergegeven in één van de volgende talen....................... 50
Herhaaldelijk Afspelen van een Specifiek Gedeelte.............. 78
High Key ............................................................................ 118
Hoofdtelefoon .............................................................. 17, 144
[HOST SELECT] schakelaar...........................................19, 146
Hz ......................................................................................127
I
Ingeven en Bewerken van Song Teksten..............................108
Ingeven van Akkoorden en Secties (Chord Step)..................100
Ingeven van cijfers................................................................46
Ingeven van diverse karakters (symbolen) .............................46
Ingeven van Karakters...........................................................46
Ingeven van speciale karaktertoevoegingen
(umlaut, accent, Japanse “ ” en “ ”)..............................46
Ingeven van Uw Naam en Taalkeuze..................................143
[INPUT VOLUME] knop ...............................................19, 144
Instellen van Afzonderlijke Voices voor het Linker en
Rechter Gedeelte van het toetsenbord ...............................58
Instellen van Akkoordkanalen.............................................139
Instellen van Automatische Begeleiding-gerelateerde
Parameters.......................................................................130
Instellen van de Effecten .....................................................122
Instellen van de MIDI Parameters........................................137
Instellen van de Registration Sequence, Freeze en
Voice Set.........................................................................134
Instellen van de Vingerzettingsmethode..............................131
Instellen van de Volumebalans .............................................62
Instellen van de Volumebalans en van Voice Veranderen...119
Instellen van de Volumebalans / Specifieke Kanalen
Uitschakelen .....................................................................77
Instellen van Harmony en Echo ..........................................135
Instellen van het Tempo........................................................51
Instellen van het Volume ......................................................17
Instellen van Root Noot Kanalen.........................................139
Instellen van Song-gerelateerde Parameters.........................129
Instellen van Volumebalans en Voice .................................120
Instuderen van Muziek met de Guide functies ......................80
Instuderen van uw Favoriete Muziekstukken ........................38
INTRO..................................................................................67
[INTRO] knop...........................................................18, 31, 65
K
Kanaalcommando’s ............................................................149
Kanalen Uitschakelen ...........................................................62
Karao-Key.............................................................................79
Keyboard/Panel...................................................................133
Keyboard Percussion.............................................................56
Keyboard Touch .................................................................133
KEY SIGNATURE ..................................................................82
KEYWORD .....................................................................71, 72
KirnBerger...........................................................................128
Kopiëren en Formatteren van Diskettes...............................142
Kopiëren van Diskette naar Diskette ...................................142
Kopiëren van Files/Mappen...................................................44
L
Layer.....................................................................................57
Layeren (stapelen) van Twee Verschillende Voices ..............57
LCD......................................................................................15
[LCD CONTRAST] knop .................................................18, 17
Left .......................................................................................58
LEFT CH. ..............................................................................82
[LEFT HOLD] knop.........................................................19, 59
Linkerpedaal...................................................................19, 59
Live! .....................................................................................56
Local Control......................................................................137
Loop opname......................................................................109
Index
163
CVP-205/203
M
Maat/Tel/Clock..................................................................... 98
MAIN A/B/C/D ..................................................................... 65
MAIN [A] knop .............................................................. 18, 65
MAIN [B] knop............................................................... 18, 65
MAIN [C] knop .............................................................. 18, 65
MAIN [D] knop .............................................................. 18, 65
Maken van Algemene Systeeminstellingen (Local control,
Clock, etc.)
...................................................................... 137
Maken van Globale en Andere Belangrijke Instellingen...... 125
Maken van Instellingen voor de Pedalen ............................ 131
Maken van Instellingen voor de Pedalen en het
Toetsenbord.................................................................... 131
Maken van Instellingen voor Fade In/Out, Metronoom,
Parameter Lock, en Tap................................................... 140
Maken van Instellingen voor het Scherm, Luidsprekersysteem
en Voice Nummerindicatie ............................................. 141
Maken van Style File Format Instellingen............................ 117
Master Tune ....................................................................... 127
[MASTER VOLUME] knop.............................................. 18, 17
Mean Tone......................................................................... 128
Meespelen met de Clavinova ............................................... 36
[MEMORY] knop............................................................ 19, 85
Message Switch.................................................................. 138
METRONOME [START / STOP] knop ............................. 18, 51
Metronoom ........................................................................ 140
[MIC. LINE IN] aansluiting ........................................... 19, 144
[MIC. LINE] schakelaar................................................. 19, 144
MIDI .................................................................................. 137
MIDI aansluitingen............................................................. 146
MIDI kanalen ..................................................................... 150
MIDI IN.............................................................................. 146
MIDI OUT.......................................................................... 146
MIDI THRU........................................................................ 146
MIDI [THRU] [OUT] [IN] aansluitingen ....................... 19, 146
MIDI Receive Modes.......................................................... 139
Mix .................................................................................... 104
[MIXING CONSOLE] knop........................................... 18, 119
[MONO] knop ............................................................... 19, 59
MULTI FINGER .................................................................... 63
Multi Track Opnames........................................................... 95
[MUSIC FINDER] knop....................................... 15, 19, 33, 70
Music Finder Record Edit ..................................................... 72
Music Finder Search............................................................. 71
Muzieklessenaar................................................................... 16
N
Naam Geven aan Files/Mappen ........................................... 42
Natural!................................................................................ 56
Natural Voices ..................................................................... 89
NEW RECORD..................................................................... 72
[NEXT] knop ............................................................ 18, 41, 47
Noot Events........................................................................ 106
Normal............................................................................... 102
Note Limit .......................................................................... 118
NOTE NAME........................................................................ 83
NTR (Note Transposition Rule) ........................................... 117
NTT (Note Transposition Table).......................................... 118
O
OCTAVE.............................................................................121
Oefenfuncties .......................................................................79
Omgaan met de Floppy Disk Drive (FDD) en Diskettes...........6
Onderhoud.............................................................................8
One-Touch PIANO Play .......................................................56
One Touch Setting................................................................32
ONE TOUCH SETTING [1] - [4] knoppen.................19, 68, 69
[ON / OFF] knop (POWER).............................................18, 17
Ontvangen van MIDI Data..................................................139
Open/Save schermen............................................................39
Opmerking voor Windows gebruikers (betreft MIDI driver).146
Opname Mode ...................................................................102
Opnemen .............................................................................37
Opnemen van Akkoordveranderingen voor de Automatische
Begeleiding .....................................................................100
Opnemen van Individuele Noten..........................................97
Opnemen van Melodieën .....................................................99
Opnemen van Uw Spel en het Creëren van Songs ................93
Oproepen van de Geregistreerde Instellingen .......................87
Oproepen van de Ideale Instellingen voor uw Muziek .........70
Oproepen van een Registration Memory Instelling................87
Opslaan van Files .................................................................45
Opslaan van Uw Registration Memory Instellingen...............86
Organiseren van Files door het Creëren van een
Nieuwe Map .....................................................................45
[OTS LINK] knop ............................................................18, 69
Overdub Opname...............................................................109
Overige Parameters in het Basic Scherm.............................112
Owner ................................................................................143
Index
CVP-205/203
164
P
Pad....................................................................................... 95
Parameter........................................................................... 117
Parameter Lock................................................................... 141
Pedaal ................................................................................ 131
Pedaal (Links) ....................................................................... 59
Pedaal (Midden) ................................................................... 59
Pedaal (Rechts)..................................................................... 59
Pedaalbestuurbare Functies ................................................ 132
[PHONES] Aansluitingen.............................................. 19, 144
Phrase .................................................................................. 95
Phrase Mark ................................................................. 77, 129
[PIANO] knop .......................................................... 15, 19, 56
Piano Lock functie................................................................ 56
PIANO (SOUND CREATOR) ................................................ 90
PITCH BEND RANGE......................................................... 121
PORTAMENTO TIME ......................................................... 121
PRESET drive ........................................................................ 40
Preset MIDI Configuraties................................................... 137
Punch In/Out...................................................................... 102
Pure Major ......................................................................... 128
Pure Minor ......................................................................... 128
Pythagorean ....................................................................... 128
Q
QUANTIZE .......................................................................... 82
Quantize .................................................................... 103, 116
Quantize Size..................................................................... 103
Quick Record....................................................................... 94
Quick Start ......................................................................... 129
R
Realtime Opname .............................................................. 111
Realtime Opname-eigenschappen...................................... 109
Receive .............................................................................. 139
Receive Transpose.............................................................. 138
Rechtstreekse Selectie van Schermpagina’s........................... 48
[REC] knop..................................................................... 18, 93
record (bestand) ................................................................... 70
REGISTRATION EDIT scherm............................................... 86
Registration Memory ............................................................ 85
REGISTRATION MEMORY [1] – [8] knoppen................. 19, 85
Registration Sequence ........................................................ 134
Registreren van de Paneelknoppen in een
One Touch Setting ............................................................ 69
Registreren van Paneelinstellingen ....................................... 85
Regular Voices ..................................................................... 89
RELEASE............................................................................... 91
Remove Event .................................................................... 116
[REPEAT] knop ............................................................... 18, 78
Replace ................................................................................ 72
Resonance............................................................................ 91
Reverb................................................................................ 124
[REVERB] knop............................................................... 18, 58
[REW] knop.................................................................... 18, 77
Rhythm ................................................................................ 95
RIGHT CH. .......................................................................... 82
Root ................................................................................... 139
RTR (Retrigger Rule) ........................................................... 118
S
Save (opslaan).................................................................39, 45
Scale...................................................................................128
Scale Tune..........................................................................127
Schermmededelingen .............................................................8
Score (alleen CVP-205).........................................................81
Sectieknopindicatie
— [BREAK], [INTRO], [MAIN], [ENDING] knoppen..........65
secties...................................................................................30
Selecteer de Opname-opties: Starten, Stoppen,
Punch In/Out...................................................................102
Selecteren van de Freeze Instellingen....................................87
Selecteren van een Toonladder...........................................127
Selecteren van een Voice......................................................55
Selecteren van Files en Mappen............................................41
Selecteren van Intro en Ending Types....................................67
Selecteren van Items .............................................................47
Sequence Format ................................................................151
sequencer ...........................................................................149
Set Up.................................................................................105
SFX .......................................................................................56
SINGLE FINGER....................................................................63
SMF (Standard MIDI File)....................................................151
Song ...............................................................................14, 74
Song Creator.........................................................................93
Song Instellingen.................................................................129
Songs Afspelen..........................................................21, 74, 75
Songs Opnemen ...................................................................93
SONG [START / STOP] knop ..........................................18, 75
Song teksten..................................................................84, 108
Sostenuto pedaal.............................................................19, 59
[SOUND CREATOR] knop..............................................18, 88
SOUND CREATOR Parameters.............................................89
SOUND (SOUND CREATOR)...............................................90
Source Root/Chord..............................................................117
Specificeren van de Volgorde van het Oproepen van
Registration Memory Presets............................................134
SPEED...................................................................................91
Spelen en Oefenen met de Songs .........................................36
Split Point ...........................................................................130
Stemmen van de Algehele Toonhoogte...............................127
Step Opname......................................................................112
Step Record ..........................................................................97
Step Record (Akkoord) ........................................................100
Step Record (Noot)................................................................99
Stijl .................................................................................14, 60
Stijlsecties.............................................................................30
Stoppen van het Afspelen van een Stijl door het Loslaten
van Toetsen.......................................................................66
Style Creator .......................................................................109
Style File.......................................................................19, 151
Style File Format .................................................................110
Style Setting ........................................................................130
STYLE [START / STOP] knop...........................................18, 61
sustain ..................................................................................91
Sweet!...................................................................................56
[SYNC.START] knop .......................................................18, 61
[SYNC.STOP] knop.........................................................18, 66
SYS/EX. (System Exclusive)..................................................107
Systeemcommando’s ..........................................................150
System ................................................................................137
System Events .....................................................................107
System Reset.......................................................................143
Index
165
CVP-205/203
T
Tap Count .......................................................................... 141
[TAP TEMPO] knop........................................................ 18, 52
TEMPO FROM ..................................................................... 71
TEMPO TO .......................................................................... 71
Tempo-indicaties — MAIN Scherm ...................................... 52
TEMPO [
E] [ ] knoppen ........................................... 18, 51
Terugzetten van de Fabrieksinstellingen van de
CVP-205/203 .................................................................. 143
Toetsenbord Guide lampjes............................................ 19, 79
Toetsendeksel....................................................................... 16
Toevoegen van Voice Effecten.............................................. 58
[TO HOST] aansluiting................................... 15, 19, 146, 147
Toonhoogte-instellingen voor iedere toonladder ................ 128
[TOP] knop .................................................................... 18, 77
[TRACK 1 (R)] knop........................................................ 18, 78
[TRACK 2 (L)] knop ........................................................ 18, 78
Transmit ............................................................................. 138
Transmit Clock ................................................................... 138
TRANSPOSE [
E] [ ] knoppen ................................. 18, 133
Transpose Toewijzing......................................................... 133
Tune................................................................................... 121
TUNING ............................................................................ 121
U
Uitschakelen van Specifieke Parts ....................................... 78
USER drive ........................................................................... 40
Utility................................................................................. 140
V
[VARIATION] knop ........................................................ 19, 58
Velocity........................................................................ 98, 115
Velocity Change................................................................. 116
Veranderen van de Icoon ..................................................... 47
Veranderen van de Rhythmic Feel ..................................... 114
Verfraaien van uw melodieën
— met de automatische Harmony en Echo effecten .......... 30
Verlaten van kleine pop-up vensters..................................... 41
Verplaatsen van Files/Mappen.............................................. 43
Verzenden van MIDI Data.................................................. 138
VIBRATO ............................................................................. 91
[VIDEO OUT] aansluiting..................................... 19, 136, 145
Voetschakelaar............................................................. 59, 146
Voice Allocation Format..................................................... 152
Voice Effecten ...................................................................... 58
Voice Eigenschappen ........................................................... 56
VOICE knoppen ....................................................... 15, 19, 55
VOICE PART ON / OFF [LAYER] knop ........................... 18, 57
VOICE PART ON / OFF [LEFT] knop .............................. 18, 57
Voice Set............................................................................ 135
Volume/Voice .................................................................... 120
Voorbeeld Toetsenbord Data.............................................. 149
W
Waardes wijzigen .................................................................47
Wat is MIDI? ......................................................................148
Wat U met MIDI Kunt Doen ...............................................150
Weergeven van Bovenste Pagina’s........................................45
Weergeven van het Clavinova Scherm op een TV.......136, 145
Weergeven van het geluid van de Clavinova via een extern
audio systeem, en het opnemen ervan op een externe
recorder...........................................................................145
Weergeven van het geluid van een extern apparaat
via de ingebouwde luidsprekers van de Clavinova ..........145
Weergeven van Muzieknoten ...............................................81
Weergeven van Song Teksten ...............................................84
Werckmeister......................................................................128
Wijzigen van de Aanslaggevoeligheid en Transpose ...........133
Wijzigen van de Automatisch Geselecteerde
Voice Instellingen............................................................135
Wijzigen van de Toonhoogte-gerelateerde Instellingen.......121
Wijzigen van de Toon van de Voice ...................................121
Wissen van Files/Mappen .....................................................44
X
XF.................................................................................19, 151
XG................................................................................19, 152
Z
Zoeken in de Music Finder Bestanden ..................................34
Zoeken van de Ideale Instellingen ........................................71
E
E
CVP-205/203
166
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
DEZE LIJST BEVAT INFORMATIE MET BETREKKING TOT PERSOONLIJK LETSEL,
ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BRANDGEVAAR.
WAARSCHUWING- Bij het gebruik van elk elektrisch of
elektronisch product, moeten altijd de algemene voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Deze voorzorgsmaatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
1. Lees alle Veiligheidsinstructies, Installatie-instructies, ge-
deelten met Speciale Mededelingen en alle Assembleerinstructies,
te vinden in deze handleiding, VOORDAT u enige aanslui-ting
maakt, inclusief de aansluiting op de stroomvoorziening.
2. Verificatie van de Stroomvoorziening: Yamaha producten wor-
den speciaal geproduceerd voor de stroomvoorziening in het land
waar ze worden afgeleverd. Als u zou verhuizen, of er enige twijfel
zou bestaan over het voltage in uw land, neem dan alstublieft contact
op met uw leverancier om dit te verifiëren en (indien van toepassing)
voor instructies. De vereiste netspanning staat op het naamplaatje. Zie
de afbeelding in het gedeelte Speciale Mededelingen, vóór in deze
handleiding, voor de lokatie van dit naamplaatje.
3. Dit product kan zijn voorzien van een ongelijke stekker
(één pin breder dan de andere). Als u niet in staat bent om de
stekker in het stopcontact te steken, draai de stekker dan om en
probeer het nog eens. Als dit niet helpt, neem dan contact op met
een elektricien om het versleten stopcontact te vervangen.
Omzeil NOOIT de veiligheidswerking van de stekker.
4. Sommige elektronische producten gebruiken een externe
netvoeding of een adaptor. Gebruik NOOIT een andere netvoe-
ding of adaptor dan voorgeschreven in de handleiding, op het
naamplaatje, of specifiek aanbevolen door Yamaha.
5. WAARSCHUWING: Plaats dit product of andere
voorwerpen niet op het netsnoer en plaats het niet daar waar men
er op kan gaan staan, erover kan struikelen, of wat voor een
voor-werpen dan ook over het netsnoer of andere snoeren kun-
nen rollen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden!
Als het toch nodig is, gebruik dan bij een lengte van 6 meter (of
minder) minimaal een 18 AWG snoer. OPMERKING: Hoe klei-
ner het AWG getal, hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg
voor grotere lengtes een plaatselijke elektricien.
6. Ventilatie: Elektronische producten, behalve die speciaal
ontworpen zijn voor installatie in gesloten ruimten, moeten zo
geplaatst worden dat een goede ventilatie niet belemmerd wordt.
Als er geen instructies zijn over de installatie in gesloten ruim-
ten, moet worden aangenomen dat een onbelemmerde ventilatie
een vereiste is.
7. Temperatuureisen: Elektronische producten dienen niet
op een plaats gezet te worden die bijdraagt tot hun
oververhitting. Daarom dient plaatsing dichtbij warmtebronnen
zoals ra-diatoren, warmtewisselaars en andere apparaten die
warmte produceren, vermeden te worden.
8. Dit product is NIET ontworpen voor gebruik in natte/
vochtige lokaties en mag niet dicht bij water worden gebruikt, of
aan regen worden blootgesteld. Voorbeelden van natte/vochtige
lokaties zijn: bij een zwembad, bron, vat, gootsteen, of een
vochtige kelder.
9. Dit product dient alleen gebruikt te worden met de bijge-
leverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen
door de fabrikant. Als er een karretje, rek of standaard wordt
gebruikt, volg dan goed alle veiligheidsaanwijzingen en
instructies van die accessoires op.
10. Het netsnoer (stekker) moet uit het stopcontact worden
getrokken wanneer elektronische producten langere tijd niet
gebruikt worden. Dit geldt ook als er kans op onweer is.
11. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in enige opening vallen
en ook dat er geen vloeistoffen worden gemorst daarin.
12. Elektrische/elektronische producten dienen te worden
nagekeken door gekwalificeerd service personeel als:
a. Het netsnoer beschadigd is; of
b. Er voorwerpen of vloeistoffen door de openingen in de
behuizing van het apparaat zijn gevallen; of
c. Het product aan regen blootgesteld is geweest; of
d. Het product niet werkt of opvallend anders functioneert;
of
e. Het product gevallen is of de behuizing van het product
beschadigd is.
13. Voer zelf geen onderhoudswerkzaamheden uit, behalve
die beschreven staan in de onderhoudsvoorschriften. Alle andere
werkzaamheden dienen verricht te worden door gekwalificeerd
servicepersoneel.
14. Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een verster-
ker en hoofdtelefoon of luidspreker(s), kan geluidsniveaus
produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen
veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog
volumeniveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u
gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen,
raadpleeg dan een KNO-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller er gehoor-
beschadiging optreedt.
15. Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of
uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele
hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstalleerd
worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel is en alle
gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd
zijn VÓÓR ingebruikname. Door Yamaha geleverde banken zijn
alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden
afgeraden.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
92-469-2
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation
© 2001 Yamaha Corporation
Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl) i.o.v. Yamaha
Clavinova Website (alleen Engels)
http://www.yamaha.clavinova.com/
Yamaha Handleidingen Bibliotheek (alleen Engelstalige versies)
http://www2.yamaha.co.jp/manual/english/
67


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Yamaha CVP-205 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Yamaha CVP-205 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 6,1 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Yamaha CVP-205

Yamaha CVP-205 User Manual - English - 56 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - English - 170 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - English - 20 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - German - 169 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - German - 56 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - Danish - 167 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - French - 56 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - French - 169 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - Italian - 168 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - Swedish - 165 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - Spanish - 169 pages

Yamaha CVP-205 User Manual - Spanish - 56 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info