AN1x ToonGenerator
Zoals het AN1x Toongenerator blokdiagram
toont, genereert de VCO module het basis
signaal, stuurt het door naar de MIX/VCF
module, dat het signaal op verscheidene
manieren kan bewerken voordat het naar de
VCA module gaat, die het signaal versterkt en
het via het signaalpad richting het uit drie multi-
effects units en een stereo equalizer bestaande
EFFECT module stuurt, waarna het signaal via de
stereo uitgangen van de AN1x's uitgestuurd
wordt. Tijdens deze rit kunnen diverse real-time
en andere controllers iedere module op zich nog
op verscheidene manieren beïnvloeden.
Oscillators, Filters En Amplifiers
Wat is er nodig om een geluid te creëren? En hoe genereert
de AN1x geluiden ?
Op zijn simpelst gezegd, er zijn drie basis elementen die het
geluid vormen: toonhoogte, oftwel hoe hoog of laag het is,
toon, oftewel hoe de algemene kwaliteit of timbre klinkt, en
amplitude, oftwel het volumeniveau van het geluid.
Synthesizers vertrouwen op drie electronische componenten om
geluiden te genereren en electronisch de geluidsgolven van bekende
muziekinstrumenten te imiteren of unieke geluiden te laten klinken. In
traditionele analog synthese, wordt de bron geluidstoonhoogte
gegenereerd door een oscillator; de toon wordt gecreërd door een
filter; en het volume word bepaald door een versterker. Bij de
AN1x, heten deze drie elementen de VCO (voltage controlled
oscillator), de VCF (voltage controlled filter), en de VCA (voltage
controlled amplifier).
Het “signaal pad” begint bij de VCO, daarna de VCF, en
daarna naar de VCA. Het signaal wordt in ieder blok (of
module) bewerkt tot het uiteindelijke geluid.
10
1 VCO
De VCO module is waar de oorspronkelijke geluidsgolfvorm
gecreërd wordt. In principe is één enkele oscillator genoeg
om een standaard zaagtand, blokgolf (square) or andere
golfvorm te generen die nodig is voor diverse typen muziek-
instrumentgeluiden, maar de VCO module in de AN1x nóg
complexer.
Allereerst bevat de VCO1 daarnaast nog een saw2 en mix
wave, die als één van drie “sync algoritmes” geconfigureerd
kan worden en de “master” en “slave” oscillators binnen de
VCO1 synchroniseert. Deze kan afhankelijk van het
algoritme met FM gemoduleerd worden. Dus, als sync
aanstaat, bestaat VCO1 eigenlijk uit twee oscillatoren, én
zijn er drie extra golfvormen beschikbaar.
De VCO1 staat altijd vast als de FM carrier, maar de carrier
kan zowel -afhankelijk van het algoritme- master of slave zijn.
De FM modulator kunt u vanaf een tweede VCO (VCO2)
selecteren, de PEG, FEG, LFO1, LFO2 of anderen.
Met de Pitch Envelope Generator (PEG) kunt u bepalen hoe
de toonhoogte van VCO in tijd wijzigt, en kunt u met de LFO
de VCO moduleren, om zo een vibrato te creëren.
Voor meer informatie, zie als volgt:
VCO1 — pag. 61
VCO2 — pag. 63
SYNC/FM — pag. 58
PEG/LFO — pag. 54
2 MIX/VCF
In de MIX/VCF module vind het mengen (mixen) van
VCO1, VCO2, Ring Modulator, Noise en Feedback
signalen plaats, die dan gefilterd kunnen worden door
de VCF High Pass Filter (HPF), Low Pass Filter (LPF),
Band Pass Filter (BPF) en Band Eliminate Filter (BEF). U
kunt de cutoff frequency van de VCF en de hoeveelheid
resonantie bepalen, of het geluid rond het frequentie
cutoff punt versterken. U kunt met de Filter Envelope
Generator (FEG) bepalen hoe de timbre in de tijd
wijzigt, en kunt u met LFO1 de VCF moduleren om
wah te creëren.
Voor meer informatie, zie als volgt:
MIX/VCF — pag. 66
VCF — pag. 64
HPF — pag. 67
ANALOG PHYSICAL
MODELING SYNTHESE
De Oscillator creëert de basistoonhoogte
Het filter bepaald het timbre
De versterker bepaald het
volume