Regelgeving
WorkCentre 7425/7428/7435
Gebruikershandleiding
260
Europa
Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur
De facsimile is goedgekeurd in overeenstemming met Richtlijn 1999/5/EC voor pan-Europese aansluiting
van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de
verschillen tussen de individuele PSTN's in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen
onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt.
Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
Dit product is getest aan de hand van de normen van ES 203 021-1, -2, -3, een specificatie voor
terminalapparatuur voor gebruik op analoog-geschakelde telefoonnetwerken in de Europese
Economische Ruimte. Aan deze normen wordt voldaan. Dit product biedt de mogelijkheid om de
landcode zelf in te stellen. Raadpleeg de gebruikersdocumentatie voor deze procedure. Landcodes
dienen te zijn ingesteld voordat u dit product op het netwerk aansluit.
Hoewel dit product zowel met puls als DTMF werkt, wordt aanbevolen DTMF-tonen in te stellen. Het
gebruik van DTMF-signalen zorgt voor een betrouwbare en snellere opbouw van de verbinding.
Wijziging van dit product, aansluiting op externe beheersoftware of externe beheerapparatuur die niet
door Xerox is goedgekeurd, maakt de certificatie van dit product ongeldig.
Waarschuwing New Zealand Telecom
1. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom
accepteert dat dit onderdeel voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het
Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door
Telecom en geeft ook geen enkele garantie. Bovenal wordt hiermee geen enkele verzekering
gegeven dat het product in alle opzichten correct werkt met een apparaat van een ander merk of
model met Telepermit, en wordt bovendien niet geïmpliceerd dat het product compatibel is met
alle netwerkdiensten van Telecom.
Mogelijk werkt de apparatuur niet goed bij hogere gegevensoverdrachtsnelheden. Verbindingen
met een snelheid van 33,6 kbps en 56 kbps zijn veelal beperkt tot lagere bit-snelheden indien
verbonden met sommige PSTN-implementaties. Telecom accepteert geen enkele verantwoording
indien er zich onder deze omstandigheden problemen voordoen.
2. Indien deze apparatuur fysiek beschadigd raakt, dient de apparatuur onmiddellijk te worden
losgekoppeld en dienen voorzieningen voor vervanging of reparatie te worden getroffen.
3. Dit modem mag niet worden gebruikt op een manier die overlast aan andere Telecom-klanten
kan veroorzaken.
4. Dit apparaat is uitgerust met pulskeuze, terwijl Telecom standaard gebruikmaakt van DTMF-
toonkeuze. Telecom geeft geen garantie dat puls altijd zal worden ondersteund.
5. Wanneer deze apparatuur is aangesloten op dezelfde lijn als andere apparaten, kan het gebruik
van pulskeuze belgerinkel of ander lawaai veroorzaken en kunnen oproepen verkeerd worden
beantwoord. Als deze problemen zich voordoen, kan de gebruiker hiervoor GEEN contact opnemen
met de storingsdienst van Telecom.