Bezig met afdrukken
Xerox
®
WorkCentre
®
6655-multifunctionele kleurenprinter 87
Handleiding voor de gebruiker
Afdrukken via
Met Afdrukken via kunnen documenten worden afgedrukt die zijn opgeslagen op de printer, op een
computer op een netwerk of op een USB-stick.
Afdrukken vanaf een USB-stick
U kunt .pdf, .tiff en .xps-bestanden rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken.
Opmerkingen:
• Als USB-poorten zijn uitgeschakeld, kunt u geen USB-kaartlezer voor verificatie gebruiken, de
software niet bijwerken en niet afdrukken vanaf een USB-stick.
• De systeembeheerder moet deze toepassing eerst instellen voordat u deze kunt gebruiken.
Voor meer informatie raadpleegt u de Handleiding voor de systeembeheerder op
www.xerox.com/office/WC6655docs.
Afdrukken vanaf een USB-stick:
1. Steek de USB-stick in de USB-poort van de printer. Het scherm Afdrukken via USB verschijnt.
De lijst onder aan het venster bevat de mappen en afdrukbare bestanden op de USB-stick.
2. Om door de lijst te scrollen en naar het af te drukken bestand te zoeken, kunt de pijlen
gebruiken.
Als het afdrukbestand zich in een map bevindt, drukt u op de naam van de map om de map te
openen.
3. Druk op de naam van het afdrukbare bestand.
4. Selecteer het aantal exemplaren, de afdrukkleur, het papierformaat, de papierkleur, de
papiersoort, het type opdracht en de afwerkopties.
5. Druk op de groene toets Start.
6. Druk op Terug om terug te keren naar het vorige scherm.
7. Druk op Bladeren om nog meer mappen en afdrukbare bestanden op te zoeken.
Afdrukken vanuit Opgeslagen opdrachten
Afdrukken vanuit opgeslagen opdrachten:
1. Druk op het bedieningspaneel op de knop Functies en daarna op Afdrukken via.
2. Selecteer Opgeslagen opdrachten en druk vervolgens op de naam van de map met daarin de
opgeslagen opdracht.
3. Selecteer de naam van de opgeslagen opdracht die u wilt afdrukken.
Opmerking: Om een opgeslagen privé-opdracht af te drukken, drukt u op de naam van de
opdracht en voert u vervolgens de toegangscode in.
4. Selecteer het aantal exemplaren, de afdrukkleur, het papierformaat, de papierkleur, de
papiersoort, het type opdracht en de afwerkopties.
5. Druk op de groene toets Start.
6. Als de opdracht is afgedrukt, drukt u op Bladeren om terug te keren naar de lijst met
opgeslagen opdrachten.
Druk op Terug om terug te keren naar de lijst met mappen.