Bezig met afdrukken
76 Xerox
®
WorkCentre
®
6655-multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
• Invoegopties - hiermee kunt u een invoeging plaatsen Na pagina X, waarbij X de opgegeven
pagina is, of Voor pagina 1.
• Aantal invoegingen - hiermee geeft u het aantal vellen op dat u op elke plaats wilt invoegen.
• Met Pagina's kunt u de pagina of het bereik van de pagina's opgeven waarbij gebruik wordt
gemaakt van de kenmerken van de afwijkende documentpagina's. Afzonderlijke pagina's of
paginabereiken moeten met komma's van elkaar worden gescheiden. Geef pagina's binnen een
bereik aan met een streepje. Als u bijvoorbeeld pagina’s 1, 6, 9, 10 en 11 wilt opgeven, dan typt
u 1,6,9-11.
• Met Papier wordt het standaardformaat, de standaardkleur en standaardsoort weergegeven
van het papier die zijn geselecteerd bij Opdrachtinstellingen gebruiken. Klik op Pijl omlaag
rechts van het veld Papier om het papierformaat, de papierkleur of -soort te veranderen.
• Opdrachtinstelling - toont de papierkenmerken voor de rest van de opdracht.
Afwijkende documentpagina's afdrukken
De instellingen voor afwijkende documentpagina's zijn niet hetzelfde als voor de rest van de
pagina's in de opdracht. U kunt verschillen zoals paginaformaat, paginasoort en paginakleur
opgeven. U kunt ook de te bedrukken zijde van het papier wijzigen als dat nodig is voor uw opdracht.
Een afdrukopdracht kan meerdere afwijkende documentpagina's bevatten.
Uw afdrukopdracht bestaat bijvoorbeeld uit 30 pagina's. U wilt vijf pagina's alleen op één zijde
speciaal papier afdrukken, en de rest van de pagina's 2-zijdig op gewoon papier. U kunt afwijkende
documentpagina's gebruiken om deze opdracht af te drukken.
Stel in het dialoogvenster Afwijkende documentpagina's toevoegen de kenmerken van de
afwijkende documentpagina's in en selecteer de afwijkende papierbron.
• Met Pagina's kunt u de pagina of het bereik van de pagina's opgeven waarbij gebruik wordt
gemaakt van de kenmerken van de afwijkende documentpagina's. Afzonderlijke pagina's of
paginabereiken moeten met komma's van elkaar worden gescheiden. Geef pagina's binnen een
bereik aan met een streepje. Als u bijvoorbeeld pagina’s 1, 6, 9, 10 en 11 wilt opgeven, dan typt
u 1,6,9-11.
• Met Papier wordt het standaardformaat, de standaardkleur en standaardsoort weergegeven
van het papier die zijn geselecteerd bij Opdrachtinstellingen gebruiken. Klik op Pijl omlaag
rechts van het veld Papier om het papierformaat, de papierkleur of -soort te veranderen.
• Met Dubbelzijdig afdrukken kunt u de opties voor 2-zijdig afdrukken selecteren. Klik op Pijl
omlaag en selecteer een optie:
− 1-zijdig afdrukken - hiermee worden de afwijkende documentpagina's slechts op één zijde
afgedrukt.
− 2-zijdig afdrukken - hiermee worden de afwijkende documentpagina's op beide zijden van
het papier afgedrukt en worden de pagina's langs de lange zijde omgeslagen. De opdracht
kan dan langs de lange zijde van het papier worden ingebonden.
− 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant - hiermee worden de afwijkende
documentpagina's op beide zijden van het papier afgedrukt en worden de pagina's langs
de korte zijde omgeslagen. De opdracht kan dan langs de korte zijde van het papier worden
ingebonden.
− Opdrachtinstelling gebruiken - de opdracht wordt afgedrukt met de kenmerken die in het
vak Opdrachtinstellingen staan weergegeven.
• Opdrachtinstelling - toont de papierkenmerken voor de rest van de opdracht.
Opmerking: Sommige combinaties van dubbelzijdig afdrukken kunnen bij bepaalde
papiersoorten en papierformaten onverwachte resultaten opleveren.