Bezig met afdrukken
70 Xerox
®
WorkCentre
®
6655-multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
Zo verwijdert u een opdracht:
1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus.
2. Druk op de opdracht op een van de tabbladen voor het type opdracht.
3. Selecteer Verwijderen.
Opmerkingen:
• De systeembeheerder kan verhinderen dat gebruikers opdrachten verwijderen. Als een
systeembeheerder beperkingen heeft ingesteld voor het verwijderen van opdrachten, dan
kunt u de opdrachten wel bekijken maar niet verwijderen.
• Een beveiligde afdrukopdracht kan alleen verwijderd worden door de gebruiker die de
opdracht heeft verzonden of door de systeembeheerder.
In het menu Afdrukken via kunt u lijsten bekijken met opgeslagen opdrachten, opdrachten die op
een USB-stick zijn opgeslagen of opdrachten die in printermappen zijn opgeslagen. U kunt
opdrachten in elk van deze lijsten selecteren en afdrukken. Zie Speciale typen afdrukopdrachten
uitvoeren op pagina 81 om de opdracht uit te voeren.
Zo kunt u opgeslagen opdrachten bekijken:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Functies.
2. Druk op Afdrukken via en daarna op Opgeslagen opdrachten.
3. Druk op een map om de opgeslagen opdrachten te bekijken.
4. Als u op de opdrachtnaam drukt, worden bijzonderheden daarover weergegeven.
Beveiligde en vastgehouden afdrukopdrachten beheren
Wanneer u een beveiligde afdrukopdracht verzendt, wordt de opdracht vastgehouden totdat u de
opdracht vrijgeeft door een toegangscode in te voeren op het bedieningspaneel.
Zo kunt u een lijst met beveiligde afdrukopdrachten bekijken:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus.
2. Druk op Beveiligde afdrukopdrachten of My Secure Jobs (Mijn beveiligde afdrukopdrachten).
Zie Beveiligde afdruk op pagina 81 voor meer informatie.
3. Opmerking: Een beveiligde afdrukopdracht kan alleen verwijderd worden door de gebruiker die
de opdracht heeft verzonden of door de systeembeheerder.
Als de systeembeheerder de functie Alle opdrachten vasthouden heeft geconfigureerd, wordt elke
opdracht die naar de printer wordt verzonden, vastgehouden totdat u de opdracht vrijgeeft. Zie
Vastgehouden afdrukopdrachten vrijgeven op pagina 86 voor meer informatie.
Niet-geïdentificeerde opdrachten zijn opdrachten die niet aan een gebruikersnaam zijn gekoppeld.
Niet-geïdentificeerde opdrachten zijn afkomstig van een computer waarop gebruikers zich niet
hoeven aan te melden. Voorbeelden zijn opdrachten verzonden vanaf een DOS- of UNIX-venster via
LPR, Poort 9100, of via het tabblad Opdrachten in CentreWare Internet Services.