Installatie en instellingen
62 Xerox
®
WorkCentre
®
6027-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
6. Selecteer een optie in het gedeelte Doorstuurinstellingen naar Doorstuurinstellingen:
− Uit: hiermee wordt het doorsturen van faxen uitgeschakeld.
− Doorsturen: hiermee worden alle inkomende faxen doorgestuurd naar het
doorstuurnummer.
− Afdrukken en doorsturen: hiermee worden inkomende faxen afgedrukt en doorgestuurd
naar het doorstuurnummer.
− Afdrukken en e-mailen: hiermee worden inkomende faxen afgedrukt en doorgestuurd naar
een e-mailadres.
Opmerking: De functie Afdrukken en e-mailen werkt alleen als u de e-mailinstellingen met een
geldige SMTP-server configureert.
− Doorsturen naar server: hiermee worden inkomende faxen doorgestuurd naar een server.
− Afdrukken en doorsturen naar server: hiermee worden inkomende faxen afgedrukt en
doorgestuurd naar een server.
7. Als u een doorstuurnummer voor faxen wilt invoeren, voert u bij Doorsturen naar fax in het veld
Doorstuurnummer een faxnummer in.
8. Bij Doorsturen naar e-mail kunt u maximaal vijf e-mailadressen invoeren. Voer in elk van de
velden bij E-mailadres voor doorsturen een geldig e-mailadres in.
9. Bij Doorsturen naar server kunt u serverinformatie invoeren:
− Selecteer het servertype in de lijst naar Servertype.
− Voer naast Hostadres (IP-adres of DNS-naam) een geldig IP-adres of een DNS-naam voor de
server in.
− Voer naast Poortnummer een geldig poortnummer voor het geselecteerde servertype in.
− Voer naast Aanmeldingsnaam de gebruikersnaam voor aanmelding bij de server in.
− Voer naast Toegangscode voor aanmelden en Toegangscode opnieuw invoeren de
toegangscode voor aanmelding bij de server in.
− Voer naast Naam van gedeelde directory de naam van de directory voor het opslaan van
faxen in.
− Voer naast Pad submap eventueel een naam in voor het pad binnen de gedeelde directory
voor het opslaan van bestanden.
10. Selecteer bij Standaardinstellingen verzending de modes voor Voorkiezen en Faxvoorblad en
voer het Voorkiesnummer en de gegevens voor opnieuw kiezen in.
11. Selecteer in elke lijst in het gedeelte Faxoverzichten de omstandigheid waarin de printer een
faxoverzicht afdrukt.
12. Klik op Wijzigingen opslaan.