56 57
Hoortoestel met folieschaaltje
Slanglengte
De oorset moet zo worden gemaakt dat deze precies
op maat is voor uw oor. Het is dus belangrijk om de
juiste slanglengte te kiezen voor een goede en prettige
pasvorm. Uw audicien kiest de juiste slanglengte en
helpt u om het anker op maat in te stellen.
Op de laatste bladzijde van deze gebruiksaanwijzing
kan uw audicien de gekozen maten invullen.
Als het hoortoestel niet werkt
Werkt uw hoortoestel niet, dan kan dat zijn omdat:
• het hoortoestel niet is ingeschakeld. Controleer of de
batterijlade is gesloten.
• de batterij leeg is. Vervang de batterij..
• de geluidsuitgang in het folieschaaltje verstopt is.
Maak het folieschaaltje schoon zoals beschreven op
pagina 53.
Is het hoortoestel niet luid genoeg, dan kan dat zijn
omdat:
• de batterij bijna leeg is. Vervang de batterij. Zorg er-
voor dat de batterij correct geplaatst wordt en dat
de batterijlade goed wordt gesloten.
• de geluidsuitgang in het folieschaaltje verstopt is.
Maak het folieschaaltje schoon zoals beschreven op
pagina 53.
• uw gehoorgang verstopt is door oorsmeer. Raadpleeg
uw huisarts of KNO-arts.
• uw gehoor veranderd is. Raadpleeg uw KNO-arts.