29
ONDERHOUD
Schoonmaak
ALLEEN reinigen met een doek die is bevochtigd met een
neutraal vloeibaar schoonmaakmiddel. GEBRUIK BIJ HET
REINIGEN GEEN GEREEDSCHAPPEN OF ANDERE
VOORWERPEN. Gebruik geen schuurmiddelen. GEBRUIK
GEEN ALCOHOL!
Onderhoud van de vetfilters
Vangt vetdeeltjes op uit de kookdampen.
Het vetfilter moet iedere maand worden gereinigd met een niet-
agressief reinigingsmiddel, met de hand of in de vaatwasser. Zet
de vaatwasser hierbij op de laagste temperatuur en het kortste
programma. In de vaatwasser kan het vetfilter wat verkleuren. Dit
heeft echter geen invloed op de filterwerking.
Trek aan de verende hendel om het vetfilter te verwijderen.
Onderhoud van het koolstoffilter
Absorbeert ongewenste kookgeurtjes. Wanneer het koolfilter
enige tijd is gebruikt, raakt het verzadigd, afhankelijk van welk type
voedsel wordt bereid en hoe vaak het vetfilter wordt
schoongemaakt.
De cartridge moet in ieder geval na vier maanden gebruik worden
vervangen.
Het koolfilter mag NIET worden gewassen of geregenereerd.
Verwijder de vetfilters.
Plaats de koolfilters over de motor.
Lijn pinnen R op de kap uit met de openingen S. Draai ze
vervolgens met de klok mee
vast.
Om de koolfilters te verwijderen, doet u het omgekeerde.
Zet de vetfilters weer terug.
Vervanging lampjes
Sluit de stroom af.
Attentie! Alvorens de lampjes aan te raken controleer eerst of ze
koud zijn.
Monteer het rooster weer terug.
Vervang de beschadigde lamp.
Gebruik alleen ledlampen van max 3W-E14. Raadpleeg voor meer
informatie de bijgevoegde folder "ILCOS D" (alfanumerieke positie
"1d").
Monteer het rooster weer terug.