ALGEMEEN
D
IT
TOESTEL IS UITSLUITEND ONTWORPEN VOOR HUISHOU-
DELIJK GEBRUIK!
H
ET TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT zonder dat er
voedsel in de oven zit wanneer u microgolven
gebruikt. Als u het toestel op deze manier bedient,
zal het wellicht beschadigd raken.
A
LS U OEFENT MET HET GEBRUIK van de oven, kunt
u er een glas water in plaatsen. Het water zal
de energie van de magnetron absorberen en de
oven zal niet beschadigd worden.
V
ERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u
de zak in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON niet om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie
niet kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
B
IJV. DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan boven
het kookpunt worden over-
verhit, zonder dat dit zichtbaar is
door het borrelen van de vloei-
stof. Hierdoor kan de hete vloei-
stof plots overkoken.
O
m dit te voorkomen, volgt u de onderstaan-
de stappen:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder in
de oven te zetten en laat het lepeltje erin
staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magne-
tronkookboek voor infor-
matie. Vooral wanneer u alco-
holhoudend voedsel bereidt of opwarmt.
A
LS U BABYVOEDING of vloeisto en in een zuig es
of potje in de magnetron verwarmt, moet u het
voedsel altijd doorroeren en de temperatuur con-
troleren voordat u het serveert. Zo zorgt u ervoor
dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld en dat
brandwonden worden voorkomen.
L
et erop dat u de ring en de speen vóór het op-
warmen verwijdert!
VOORZORGSMAATREGELEN
G
EBRUIK OVENLAPPEN OF -HANDSCHOENEN om
brandwonden te voorkomen wan-
neer u houders, ovenonderdelen en de
pan na de bereiding aanraakt. Tijdens ge-
bruik kunnen toegankelijke delen van de
oven heet worden. Houd kleine kinderen
uit de buurt.
D
E OVENRUIMTE NIET GEBRUIKEN voor opslagdoel-
einden.
D
E VENTILATIE-OPENINGEN op de oven mogen niet
worden afgedekt. Het blokkeren van de luchtin-
laat of uitlaatopeningen kan schade aan de oven en
slechte bereidingsresultaten veroorzaken.
D
IT TOESTEL NIET buitenshuis opslaan of gebrui-
ken.
D
IT PRODUCT NIET GEBRUIKEN in de buurt van een
wasbak, in een vochtige kelder, in de nabij-
heid van een zwembad, of een soortgelijke om-
geving.
T
IJDENS HET GEBRUIK, WORDT HET TOESTEL warm. Zorg
dat u de verwarmingselementen binnenin de
oven niet aanraakt.