vingernagel en de lichtgevende buizen moet en aan dezelfde kant zitten.
Onderhoud, vervoer en opslag
Reiniging en ontsmetting
De W ellion PULSE OXIMETER moet worden uitgeschak eld voordat hij wor dt gereinigd en mag niet in
vloeistof worden onder gedompeld.
Verwijder de batterijen voor dat u ze schoonmaakt en dompel ze niet onder in vloeistof .
Gebruik 75% alcohol om de behuizing van het toestel af te v egen en gebruik vloeibare zeep of
isopropanol om de draagriem af te vegen t er ontsmetting; laat aan de lucht drogen of droog af
met een schone en zachte doek. Spuit geen vloeistof rechtstr eeks op het toestel en voorkom dat
er vloeistof in het toestel kom t.
Onderhoud
1. Controleer de Wellion PULSE-OXIMETER en alle t oebehoren regelmatig om er zeker v an te
zijn dat er geen optische schade is die de veiligheid van de patiën t en de prestatiebewaking
beïnvloedt. Het ver dient aanbeveling het apparaat ten minste w ekelijks te controleren. Als er
duidelijke schade is, stop dan met het gebruik.
2. Reinig en desinfecteer het apparaat voor en na gebruik volgens de handleiding (hoof dstuk:
Reiniging en desinfectie).
3. Vervang de batterijen tijdig w anneer wordt aangegeven dat de batterijen bijna leeg zijn.
4. Verwijder de batterijen als het apparaa t voor langere tijd niet wordt gebruikt.
5. Het toestel hoeft niet gekalibreerd t e worden tijdens onderhoud.
Vervoer en opslag
1. De verpakte eenheid kan worden v er voerd met gewoon v er voer of volgens de
vervoersovereenk omst. V ermijd sterke schokken, trillingen en spatt en met water of sneeuw
tijdens het vervoer . Het mag niet samen met giftige, schadelijke en/of bijtende stoen wor den
vervoerd.
2. Het verpakte toestel moet w orden opgeslagen in een ruimte zonder corr osieve gassen en met
een goede ventilatie. T emperatuur: -40°C tot +60°C; relatiev e vochtigheid: ≤ 95 %.
Tr oubleshooting
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De waarden kunnen
niet op een standaard
of stabiele manier
worden weer ge-
geven.
1. De vinger is niet correct ingebracht
2. De vinger in beweging is of de pati-
ent beweegt.
3. Het toestel niet wor dt gebruikt in
de omgeving die in de handleiding
wordt aanbevolen
4. Het apparaat werkt niet naar
behoren
1. Breng de vinger correct in en
meet opnieuw
2. De patiënt moet kalm blijven.
3. Gebruik het apparaat in een
normale omgeving
4. Neem contact op met de
klantendienst
Het toestel kan niet
worden ingeschak eld
1. De batterijen leeg of bijna leeg zijn
2. De batterijen niet correct zijn
geïnstalleerd
3. Het toestel heeft een storing
1. Vervang de batterijen
2. Plaats de batterijen opnieuw
3. Neem contact op met de
plaatselijke klantenservice
Het scherm verdwijnt
plotseling
1. Het toestel gaat in de
energiebesparingsmodus
2. De batterij is bijna leeg.
3. Het toestel werkt niet naar behor en
1. Normaal.
2. Verwissel de batterijen.
3. Neem contact op met de
klantendienst
Functionele specicatie
SpO₂ [zie noot 1]
Weer gavebereik 0% ~ 100%
Measured range 0% ~ 100%
Accuracy [see note 2] 70 % - 100 %: ± 2 %; 0 % - 69 %: niet gespeciceerd
Resolutie 1%
PR (polsslag)
Weer gavebereik 30 - 250 slagen/minuut
Meetbereik 30 - 250 slagen/minuut
Nauwkeurigheid ± 2 spm of ± 2 % (de grootste waar de is van toepassing)
Resolutie 1 tel/minuut
Nauwkeurigheid bij lage
perfusie [zie noot 3].
Lage perfusie 0.4%:
SpO2: ±4%;
PR: ± 2 spm of ± 2 % (de grootste waar de is van toepassing)
Licht interferentie Lichtomstandigheden (normaal, omgevingslicht): SpO₂-afwijking
≤ 1 %.
Pulsintensiteit Continue staafdiagramdispla y, hoe hoger het display , hoe sterker
de puls.
Meetbereik: 0% - 20%;
Als het PI-meetbereik 1% - 20% is, is de absolute foutt olerantie ± 1%.
Als het PI-meetbereik 0 % - 0,9 % is, is de toegestane absolut e fout
± 0,2 %.
Resolutie 0.1%.
Optische sensor [zie noot 4]
Rood licht Golengte: ca. 660 nm, optisch uitgangsvermogen: < 6,65 mW
Infrarood licht Golengte: ca. 905 nm, optisch uitgangsvermogen: < 6,75 mW
Veiligheidsklasse Eenheid met interne voeding , toegepast onderdeel type BF
Internationale
bescherming
IP22
Bedrijfsspanning GELIJKSTROOM 2,6 V - 3,6 V
Werk ende stroom ≤ 30 mA
Stroomvoorziening 2 x 1,5 V alkalinebatt erijen (maat AAA) of oplaadbare batterijen
Levensduur batt erij 2 batt erijen kunnen 20 uur ononderbroken werken
Afmetingen en gewicht
Afmeting 60(L) × 30.5(W ) × 32.5(H) mm
Gewicht Ca. 50 g (met batterijen)
Opmerking 1: Beweringen over de nauwkeurigheid v an SpO₂ dienen te worden ondersteund door
klinische studieresultaten die het gehele ber eik bestrijken. Zorg voor een stabiel zuurstofniv eau
in het bereik van 70 % tot 100 % SpO₂ door kunstmatige inductie. Ver gelijk de geregistreerde
SpO₂-waarden van het secundaire standaar d PULS-OXIMETER apparaat en de geteste apparatuur
op hetzelfde moment om gepaarde gegev ens te verkrijgen die gebruikt kunnen worden v oor
nauwkeurigheidsanalyse.
Het klinisch verslag bevat gegev ens van 12 gezonde proefpersonen (mannen: 6, vrouw en: 6; leeftijd:
18 - 45 jaar; huidskleur: donkere huidskleur: 2, licht e huidskleur: 8; blanke huidskleur: 2).
Opmerking 2: Aangezien de aezingen van pulsoximet ers statistisch verdeeld zijn, wordt v er wacht
dat ongeveer 2/3 van de pulso ximeteraezingen binnen ±arms van de door een co-oximeter
gemeten waarde liggen.
Opmerking 3: V oor de procentuele modulatie v an het infraroodsignaal als indicator van een sterk
pulserend signaal, wer d een patiëntsimulator gebruikt om de nauwkeurigheid bij lage perfusie te
veriëren. De SpO₂- en PR-waar den wijken af door de lage signaalcondities, in vergelijking met de
bekende SpO₂- en PR-waarden v an het inkomende signaal.
Opmerking 4: Optische sensoren, zoals lichtemitter ende componenten, hebben invloed op het
golengtebereik van ander e medische hulpmiddelen. De informatie kan nuttig zijn voor medici die
optische behandelingen uitvoeren (bv . fotodynamische therapie).
Opmerking 5: De patiëntsimulator wer d gebruikt om de nauwkeurigheid van de polsslag te
controleren. Dit w ordt gegeven als het verschil in RMS-waarde tussen de gemeten PR -waarde en
de ingestelde simulatorwaarde.
EMC
Let op:
1. Het apparaat is onderworpen aan speciale EMC-voorzorgsmaa tregelen en moet worden
geïnstalleerd en gebruikt in over eenstemming met deze richtlijnen.
2. Het elektromagnetische veld kan van in vloed zijn op de prestaties van het apparaat, daar om
moeten andere apparat en die in de nabijheid van de W ellion PULSE-OXIMETER worden
gebruikt voldoen aan de EMC-ver eisten. Mobiele telefoons, röntgenstralen of MR-machines
zijn mogelijke bronnen van in ter ferentie, aangezien zij elektr omagnetische straling van hoge
intensiteit kunnen uitzenden.
3. Zie het bovenstaande hoofdstuk voor de minimum waarde van het fysiologische signaal van
de gebruiker . Er wordt een onnauwk eurig resultaat weergegeven als het apparaa t werkt met
waarden die lager zijn dan die welk e in het bovenstaande hoofdstuk zijn beschreven.
4. Het gebruik van niet-conforme AC CESSOIRES, transducers en kabels, anders dan transducers en
kabels die door de fabrikant van de MEESCHAKELAAR of het MEESYSTEEM wor den verkocht als
vervangingsonderdelen voor de interne c omponenten, kan leiden tot verhoogde EMISSIES of
verminderde VEILIGHEID van de MEESCHAKELAAR of het MEESYSTEEM.
5. Het toestel mag niet in de nabijheid van of op ander e apparatuur worden geplaatst en indien
gebruik in de nabijheid van of op andere apparatuur noodzak elijk is, moet de normale werking
worden gecontr oleerd in de conguratie waarin het toestel w ordt gebruikt.
6. Apparatuur of systemen kunnen nog steeds st oring onder vinden van andere apparatuur , ook al
voldoet die andere appara tuur aan de eisen van de desbetreende nationale normen.
7. Basisprestaties: SpO₂-meetbereik: 70 % - 100 %, absolute fout: ± 2 %; PR -meetbereik: 30 bpm -
250 bpm, nauwkeurigheid: ± 2 bpm of ± 2 % (de grootst e waarde is van toepassing).
Bijlage
Gids voor de fabrikant en verklaring - Elektromagnetische emissies v oor alle DEVICES en
SYSTEMEN
De W ellion PULSE-OXIMETER is ontworpen voor gebruik in de hieronder gespeciceer de
elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruik er van het toestel moet ervoor zorgen dat
het in een dergelijke omgeving w ordt gebruikt.
Emissietest Conformi-
teit
Leidraad - Elektromagnetische omgeving
HS-emissie CISPR 11 Groep 1 De W ellion PULSE OXIMETER gebruikt alleen RF-energie voor
zijn interne functie. Daarom zijn de RF-emissies zeer laag
en is het onwaarschijnlijk dat ze in ter fereren met naburige
elektronische apparatuur .
HS-emissie CISPR 11 Klasse B De W ellion PULSE OXIMETER is geschikt voor gebruik in alle
inrichtingen, met inbegrip van woonhuizen en gebouw en die
rechtstreeks zijn aangeslot en op het openbare laagspannings-
net dat gebouwen met een woonfunctie van str oom voorziet.
Gids voor de fabrikant en verklaring - Elektromagnetische immunit eit voor alle DEVICES
en SYSTEMEN
De W ellion PULSE-OXIMETER is ontworpen voor gebruik in de hieronder gespeciceer de elektro-
magnetische omgeving. De klant of de gebruiker v an het toestel moet ervoor zorgen dat het in
een dergelijke omgeving w ordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601
testniveau
Conformiteit-
sniveau
Gids - Elektromagnetische omgeving
Elektrostatische
ontlading (ESD) IEC
61000-4-2
8 kV contact
15 kV lucht 8 kV contact 15
kV lucht De vloeren moeten gemaakt zijn van
hout, beton of ker amische tegels. Als
de vloer bedekt is met een synthetisch
materiaal, moet de r elatieve
vochtigheid ten minste 30% bedragen.
De fabrikant kan de gebruiker ESD-
preventiepr ocedures aanbevelen.
Magnetisch veld
netfrequentie
(50 HZ) IEC
61000-4-8
30A/m 30A/m De lijnfrequentie van een magnetisch
veld moet waarden hebben die
kenmerkend zijn v oor een typische
locatie in een typische commerciële of
ziekenhuisomgeving.
Gids voor de fabrikant en verklaring - Elektromagnetische immunit eit voor UITRUSTING en
SYSTEMEN die niet in leven wor den gehouden
De W ellion PULSE-OXIMETER is ontworpen voor gebruik in de hieronder gespeciceer de elektro-
magnetische omgeving. De klant of de gebruiker v an het toestel moet ervoor zorgen dat het in een
dergelijke omgeving w ordt gebruikt.
Immuni-
teitstest
IEC 60601
testniveau
Conformiteit-
sniveau
Gids - Elektromagnetische omgeving
Uitgestraald
HF IEC
61000-4-6
Uitgestraald
HF IEC
61000-4-3
3V (0,15 MHz- 80
MHz), 6V (in
ISM-banden tussen
0,15 MHz en 80 MHz)
10 V/m
80 MHz tot 2,7 GH
3V (0,15 MHz-
80 MHz), 6V (in
ISM-banden
tussen 0,15 MHz
en 80 MHz)
10 V/m
Draagbare en mobiele RF-communica-
tieapparatuur mag niet te dicht bij enig
deel van de Wellion PULSE OXIMETER,
inclusief kabels, worden gebruikt dan
de aanbevolen scheidingsafstand bere-
kend uit de frequentiev ergelijking van
de zender .
Aanbevolen scheidingsafstand
dP
3.5
V1
√
=
dP
3.5
E1
√
=
80MHz tot 800 MHz
dP
7
E1
√
=
800MHz tot 2.7 GHz
Waarbij P het maximale uit gangsvermo-
gen van de zender in watt (W) is volgens
de fabrikant van de zender en d de aan-
bevolen scheidingsafstand in meter (m).
Veldst erkten van vaste RF-zenders, be-
paald door een elektromagnetische site
“a ”: moeten onder het conformiteitsni-
veau liggen in elk frequentiegebied “b” .
Er kan interferentie optreden in de buurt
van het apparaat dat is gemark eerd met
het volgende symbool:
OPMERKING 1 V oor 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik v an toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtsnoeren zijn niet in alle situaties v an toepassing. De elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en r eec tie van structuren, voorwerpen en mensen.
Shanghai International Holding Corp . GmbH (Europe)
Address: Eiestrasse 80, 20537, Hambur g, Germany
T el: +49-40-2513175; Fax: +49-40-255726
E-mail: shholding@hotmail.com
Contec Medical Syst ems Co., L td.
Address:No .112 Qinhuang W est Street, Economic & T echnical
Development Zone, Qinhuangdao , Hebei Province , PEOPLE’S REPUBLIC
OF CHINA; T el: +86-577-89618386; F ax: +86-577-89618386
WPULS032NL 20220629
© MED TRUST and Wellion ar e registered trademarks.
7
11 12 13 13
8 9 10
Verklaring van de symbolen
Symbool Uitleg Symbool Uitleg
T ype BF Europese V ertegenwoordiger
Neem de gebruiksaanwijzing
in acht Vervaardigingsda tum
Serienummer
60°C
140 °F
-40°C
-40 °F
T emperatuurbeperking bij
opslag en vervoer
Alarmvergr endeling Opslag en vervoer
Voch tigheidsbeperking
WEE (2002/96/EG) Opslag en vervoer Beperking
van de atmosferische druk
Internationale bescherming Begin van deze pagina
Dit artikel is in overeenstem-
ming met Richtlijn 93/42/EEG
van 14 juni 1993 betreende
medische hulpmiddelen; met
inbegrip van, op 21 maart
2010, de wijzigingen door
Richtlijn 2007/47/EEG van
de Raad.
Breekbaar , voorzichtig
behandelen
Droog houden
Recycleerbaar
a De veldsterkte van vast e zenders, zoals basisstations van radiot elefoons (mobiel/draadloos) en
landmobiele radio‘s , radioamateurs, AM- en FM-radio-omroep en televisiez enders kan niet met
nauwkeurigheid theoretisch w orden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving als gevolg
van vaste RF-zenders t e beoordelen, moet een elektromagnetisch locatieonderzoek worden
uitgevoerd . Als de gemeten veldsterkte op de plaats waar de Wellion PULSE O XIMETER wordt
gebruikt, hoger is dan het toepasselijke RF-conformiteitsniv eau hierboven, moet het apparaat
worden geobserveerd om de normale werk ing te controleren. Als atypische presta ties worden
waargenomen, kunnen aanvullende maa tregelen nodig zijn, zoals het opnieuw uitlijnen of
instellen van de Wellion PULSE-OXIMETER.
b In het frequentiegebied van 150 kHz tot 80 MHz moeten de v eldsterkten lager zijn dan 3 V/m.
Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en het
DEVICE of SYSTEM - voor DEVICES of SYSTEMS die niet op life support werken.
De W ellion PULSE OXIMETER is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin
uitgestraalde RF-storingen wor den bewaakt. De klant of de gebruiker van de Wellion PULSE OXI-
METER kan elektromagnetische interferentie helpen voork omen door een minimale afstand aan te
houden tussen het draagbare en mobiele RF-communicatietoestel (z ender) en de W ellion PULSE
OXIMETER, die over eenkomt met het maximale uitgangsvermogen van het communicatiet oestel.
Nominaal
maximaal
uitgangsver-
mogen van de
zender (W )
Scheidingsafstand naar gelang van de zenderfrequentie (m)
150 kHz tot 80 MHz
dP
3.5
V1
√
=
80 MHz tot 800 MHz
dP
3.5
E1
√
=
800 MHz tot 2.7 GHz
dP
7
E1
√
=
0.01 0.058 0.035 0.07
0.1 0.18 0.11 0.22
10.58 0.35 0.7
10 1.83 1.10 2.21
100 5.8 3.5 7
Voor z enders met een niet hierboven genoemd maximaal uitgangsvermogen kan de aanbevolen
afstand d in meter (m) worden gescha t met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de
frequentie van de zender , waarbij P het maximale uitgangsv ermogen van de zender in watt (W) is
volgens de fabrikant van de zender .
Opmerking 1 V oor 80 MHz en 800 MHz geldt de afstand voor het hogere frequentieber eik.
Opmerking 2 Deze richtsnoeren zijn mogelijk niet in alle situaties v an toepassing. De elektroma-
gnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en r eec tie van structuren, voorwerpen
en mensen.