44
5Neem de bijgeleverde veiligheidsvoorschriften, de
veiligheidsvoorschriften van deze gebruiksaanwijzing
alsook de handleiding van uw regelapparaat voor de
ingebruikneming van het regelapparaat volledig door en
neem de daarin omschreven voorzorgsmaatregelen in
acht.
5Plaats het soldeergereedschap bij niet-gebruik altijd in
de veiligheidshouder.
5Scheidingsschakelaar dient niet voor het scheiden van
het net!
5Scheidingsschakelaar bij niet-gebruik uitschakelen
(„0“-stand).
1. Het toestel zorgvuldig uitpakken.
2. Bij het plaatsen van de nieuwe soldeerpunt moet erop
gelet worden dat de soldeerpunt in een bewerking
volledig tot aan de aanslag ingestoken wordt. Het
gebruik met niet volledig ingebrachte soldeerpunt kan
tot storingen leiden.
Attentie:
Altijd op de goede zitting van de soldeerpunt letten.
3. Het soldeerwerktuig in de veiligheidshouder plaatsen.
4. Controleer of de netspanning met de gegevens op het
typeplaatje overeenkomt en de netschakelaar (6) zich in
uitgeschakelde toestand bevindt, alleen accuversie.
5. Het regelapparaat met de schakelvoeding (26) met het
net verbinden. Scheidingsschakelaar (6) op "I" zetten,
accu wordt geladen. Op het display (1) verschijnt "OFF".
6. Het knipperen van BAT (10) geeft de laadprocedure
weer.
7. Druk ca. 1 sec. op de toetsen + (2) en – (3), het toestel
wordt ingeschakeld en op het display (1) verschijnt
"ON".
Daarna schakelt de elektronica automatisch over op de
weergave van de gewenste waarde.
6. Toestel bedienen
6.1 Temperatuur instellen
Temperatuur individueel instellen
Op het display worden 2 vrij instelbare gewenste
temperatuurwaarden weergegeven. De actieve gewenste
waarde wordt door een pijl onder de waarde aangeduid.
Door het indrukken van de toetsen + (2) of – (3) wordt de
betreffende vaste temperatuur gekozen. Deze temperatuur
kan met + (2) of – (3) versteld worden.
- Kort aantippen verstelt de gewenste waarde met één
graad Celsius/Fahrenheit
- Het permanent indrukken verandert de gewenste
waarde in snelloop.
Ca. 2 seconden na het loslaten van de insteltoetsen
verschijnt op het display opnieuw de werkelijke waarde van
het geselecteerde kanaal.
6.2 Solderen
Behandeling van de soldeerpunten
- Maak bij het eerste opwarmen de vertinde soldeerpunt
met soldeersel nat. Dit verwijdert oxidelagen en
onreinheden aan de soldeerpunt.
- Bij soldeerpauzes en voor het afleggen van de
soldeerbout er altijd op letten dat de soldeerpunt goed
vertind is.
- Geen te agressieve vloeimiddelen gebruiken.
- Controleer altijd of de soldeerpunten goed vast zitten.
- Stel de werktemperatuur zo laag mogelijk in.
- Kies de voor de toepassing grootst mogelijke
soldeerpuntvorm.
Vuistregel: ca. zo groot als het component of het
landvlak van de printplaat
- Zorg voor een ruime warmteoverdracht tussen
soldeerpunt en soldeerplaats door de soldeerpunt goed
te vertinnen.
- Schakel bij langere werkonderbrekingen het
soldeersysteem uit of gebruik de Weller-functie voor de
temperatuurverlaging bij niet-gebruik.
- Maak de punt nat voor u de soldeerbout in de houder
plaatst.
- Doe het soldeersel direct op de soldeerplaats, niet op de
soldeerpunt.
- Oefen geen mechanische kracht op de soldeerpunt uit.
Aanwijzing:
De regelapparaten werden voor een gemiddelde
soldeerpuntgrootte gejusteerd. Afwijkingen door een
puntwissel of het gebruik van andere puntvormen kunnen
ontstaan, deze kunnen echter met de offsetfunctie
aangepast worden.
6.3 Toestel uitschakelen
Druk op de toets + en – tot "OFF" op het display
verschijnt.
Aanwijzing
Bij langer niet-gebruik de scheidingsschakelaar (6) op
"OFF" zetten. Hierbij dient erop gelet te worden dat de
accu min. 50% geladen is, zie gebruiksvoorschrift accu op
pagina 2.
Nederlands