30
7
Factor voor snelle verlaging
➩ Er moet een buitenvoeler aangesloten zijn.
Gebruik :
Na de gebruikstijd moet de ruimtetemperatuur zo snel
mogelijk tot op de ingestelde spaartemperatuur dalen.
Daarvoor wordt de stookkringpomp gedurende een
bepaalde tijd uitgeschakeld.
Bij een geactiveerde ruimtesensor dient de ruimte-
temperatuur als sturingsgrootte voor de afschakelduur van
de stookkringpomp. De pomp wordt zo lang afgeschakeld
totdat het niveau spaartemperatuur bereikt wordt.
Bij een niet-geactiveerde ruimtesensor wordt de actuele
buitentemperatuur gebruikt als afschakelgrootte. Tevens
kan via de snelle verlagingsconstante de duur van de
afschakeling beïnvloed worden.
Opmerking : is er geen warmtevraag vanwege de
stookkring, dan kan bij bepaalde
buitentemperaturen de ketel verlaagd
worden, d.w.z. de ketel-minimum-
temperatuur wordt niet aangehouden.
Instelbereik :
0 Snelle verlaging niet actief
1…20 Snelle verlaging actief.
De stookkringpomp wordt uitgeschakeld in
functie van de factor.
Werking :
• verhogen voor goed geïsoleerde gebouwen, die
langzaam afkoelen.
• verlagen voor slecht geïsoleerde gebouwen, die snel
afkoelen.
Voorbeeld voor een weersafhankelijke regeling :
Uitschakeltijd van de stookkringpomp in uren
T
Agem
Factor
0 48121520
-20 0 00000
-10 0 0,5 1 1,5 2 2,5
0 0 3691115
+10 05 11 15 15 15
Fabrieksinstelling : 5
Bescherming pompstookkring tegen oververhitting
➩
Bij een aangesloten vertrektemperatuurvoeler is de
beveiliging voor oververhitting niet actief.
Gebruik :
Pompen met vast toerental.
Verhindering van oververhitting in de pompstookkring op
basis van de keteltemperatuur. Bij een oververhittings-
bescherming wordt de pomp zo getakt, dat de werking van
een te hoge temperatuur t.o.v. de instelwaarde
gecompenseerd wordt. De taktperiode bedraagt 10 min.
Pompen met variabel toerental (PWM).
Is de vertrektemperatuur hoger als de instelwaarde van de
pompstookkring, dan wordt vervolgens het pompen-
toerental verlaagd. Is de verlaging niet voldoende, dan
wordt de pomp verder getakt.
Instelbereik :
Uit Oververhittingsbeveiliging niet actief
Aan Oververhittingsbeveiliging actief.
Fabrieksinstelling : uit
Temperatuurverhoging in de mengstookkring
Gebruik :
Het regelbereik van het mengklepventiel kan
geoptimaliseerd worden.
Opmerking : bij een mengstookkring moet de
keteltemperatuur hoger zijn dan de
vertrektemperatuur, zodat de
mengstookkring beter kan geregeld
worden.
Instelbereik :
0 geen temperatuurverhoging
1°C temperatuurverhoging
tot
50°C
Fabrieksinstelling : 10° C
Ketel-Mk Verhog
148 10°C
Overhitbeveilig
147 Uit
Snelle verlaging
146 5