33
5
Parametermodus
(alleen voor gekwalificeerde vakmensen))
Oproepen alleen bij weergave OFF mogelijk.
1. Branderafdekkap verwijderen.
2. Brugstekker 7 eruit trekken.
Brander gaat naar „stand by”, met de weergave OFF
3. gelijktijdig gedurende ca. 2 sec. drukken.
Op het display verschijnt
Om de waarde te veranderen:
☞of drukken.
Om tot de volgende parameter te komen:
☞drukken.
Voorbeeld:
naventilatietijd 28 sec
Foutaanwijzing
De verbrandingsmanager is voorzien van een stoormel-
dingssysteem. De foutfunctie welke tot storingsafschake-
ling heeft geleid, wordt weergegeven als foutcode.
Om de brander te ontgrendelen:
☞drukken (bij afstandsontgrendeling toets S2).
Nr. Foutmelding
01...15 interne apparaatfout
(RAM / ROM-test en tijdbewaking)
28...32 interne apparaatfout (in programma modulen)
70...79 interne apparaatfout (onderspanning- en Pin-
kortsluittest e.d.)
45...5C interne apparaatfout
(bij de berekening van de interne waarden)
20 luchtdrukvoeler bij branderstart niet in rustpositie
21 luchtdrukvoeler heeft niet geschakeld
22 gasdrukvoeler heeft tijdens de veiligheidstijd
niet geschakeld
25 geen vlamsignaal na de veiligheidstijd
26 vreemdlicht
27 vlamuitval tijdens bedrijf
42 afschakeling door stekker 7
43 ventiel 1 bij dichtheidscontrole ondicht of gas-
drukvoeler valt niet af
44 ventiel 2 bij dichtheidscontrole ondicht
60 servomotor lucht loopt niet correct naar referen-
tiepunt 0
61 servomotor gas loopt niet correct naar referen-
tiepunt 0
63 looptijd van de luchtaandrijving is overschreden
64 looptijd van de gassmoorklep is overschreden
65 brandertype bij de start niet herkend
66 stekkeraansluiting gassmoorklep niet correct;
servomotor lucht resp. aandrijfmechanisme
67 algemene fout van de stappenmotorbesturing
68 terugmelding servomotor lucht foutief
69 terugmelding servomotor gas foutief
6A tolerantiefout servomotor lucht
6B tolerantiefout servomotor gas
6C stapsgewijze aansturing servomotor lucht foutief
6D stapsgewijze aansturing servomotor gas foutief
6E servomotoren verwisseld
6F fout bij het herkennen van de brander resp.
stekker servomotor niet correct
Voorbeeld:
gasdrukvoeler heeft niet geschakeld
(weergave knippert!)
5.6 Buiten werking zetten
Bij korte bedrijfsonderbrekingen
(b.v. schoorsteenreiniging e.d.):
☞Hoofd en gevaarschakelaar voor de brander uitschake-
len.
Bij langere bedrijfsonderbrekingen:
1. Hoofd- en gevaarschakelaar voor de brander uit-
schakelen.
2. Brandstof-afsluitorganen sluiten.
Nr. Waarde
03 Verwijzing naar parameterniveau
(kan niet versteld worden)
103H, 13H, 33H,
73H, F3H Aanduiding eBUS adres
20tot 25.5 Luchtkleppositie in standby
positie in hoekgraden 0...25,5<)
40tot 240 Naventilatietijd in sec.
50of 10=foutgeheugen is leeg
1=foutgeheugen bevat gege-
vens. Om het foutgeheugen
te wissen:
☞2 sec. gelijktijdig
ingedrukt houden.
61tot 255 Factor voor de brandstofhoeveel-
heidsregistratie.
Instellen al naar gelang de impuls-
hoeveelheid van de teller.
Fabrieksinstelling: 200
Impulshoeveelheid: Impulsen van
de teller per 1m3(geldt voor laag-
frequentuitgang LF)
810H, 17H, 30H eBus-regelaar-adres
37H, 70H, 77H
F0H, F7H
9➀0 tot 100 Ventilatortoerental voor motorduur-
loop in standby-bedrijf
10➀Keuze van de gasarmaturen
ON DMV-VEF (2de gasdrukvoeler)
OFF W-MV-VEF (1ste gasdrukvoeler)
➀Alleen voor branders met toeren-
talsturing
Na parametercode nr. 8 of na een wachttijd van 20 sec.
keert men terug in het aanwijsveld van de bedrijfsmodus.