634250
23
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/25
Next page
AIRTOP
2000 (S)
3500 (VP)
5000
LUCHTVERWARMERS
Handleiding
December 2003
Feel the drive
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
1
Feel the drive
Inhoudsopgave Blz.
1. Technische gegevens 2
1.1 Elektrische componenten 2
1.2 Brandstof AirTop 2000 (S)/3500/5000 Benzine 2
1.3 Brandstof AirTop 2000 (S)/3500/5000 Diesel 2
2. Inbouw 3
2.1 Toepassing 3
2.2 Algemeen 3
2.3 Inbouwplaats 3
2.4 Montage 4
2.5 Verwarmingsluchtsysteem 4
2.6 Aanvoer verwarmingslucht 5
2.7 Verwarmingslucht 5
3. Brandstofverzorging 8
3.1 Doseerpomp 8
3.2 Brandstofaansluiting 8
3.3 Brandstofleidingen 8
3.4 Voertuigen met carburateurs 9
3.5 Voertuigen met benzine injectie 9
3.6 Voertuigen met dieselmotoren 9
3.7 Vaartuigen 9
3.8 Brandstoffilter 9
4. Verbrandingslucht toevoer/uitlaatgas afvoer 10
5. Elektrische aansluiting 11
5.1 Aansluiting verwarmingsapparaat 11
5.2 TRS/VLG 12
5.3 Ventilatie 12
6. Schakelschema’s AirTop 2000(S) 13
6.1 Legenda schakelschema’s AirTop 2000(S) 15
7. Schakelschema’s AirTop 3500/5000 16
7.1 Legenda schakelschema’s AirTop 3500/5000 18
8. Ingebruikname 19
8.1 Uitschakeling door storing 19
8.1.1 Foutcode indicatie 19
8.2 Bedieningsvoorschrift 19
8.2.1 Bedieningselement 20
8.2.2 Inschakelen 20
8.2.3 Startverloop 20
8.2.4.1 Stabilisatie (dieseluitvoering) 20
8.2.4.2 Stabilisatie (benzine uitvoering) 20
8.2.5 Volbedrijf 20
8.2.6 Regelpauze 21
8.2.7 Uitschakelen 21
8.3 Onderhoud 21
8.4 Oververhitting 21
9. Gebruiksaanwijzing combinatieklok 22
9.1 Combinatieklok 22
10. AirTop 3500 VP 23
Vóór ingebruikname van het apparaat dient deze inbouwhandleiding en
gebruiksaanwijzing geheel doorgelezen te worden.
Belangrijke tips:
Zorg voor een droge opstelling van het verwarmingsapparaat.
Bij voorkeur het uitlaatsysteem kort houden.
De kabellengte van de brandstof-doseerpomp mag niet langer zijn dan
noodzakelijk.
Let op de goede massa en op de voorgeschreven kabeldikte.
Let op dat er geen uitlaatgassen door de kachel kunnen worden aangezogen.
Voldoende inbouwruimte vrijhouden voor uitbouw c.q. onderhoud.
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
2
1. Technische gegevens
Tenzij de toleranties in het technische schema zijn vermeld, moet een tolerantie van ± 10% worden toegepast bij
een buitentemperatuur van + 20°C en bij de nominale voltage en condities.
1.1 Elektrische componenten
De stuureenheid, motor, brandstofdoseerpomp, gloeilamp in de digitale tijdklok en gloeistift zijn ontworpen voor
ofwel een 12 volts ofwel 24 volts werking.
De digitale tijdklok*, temperatuursensor en vlambewaker zijn voltage-onafhankelijke onderdelen (niet bij AT
3500/5000).
* Van tevoren instellen van de verwarmingstijd is niet toegelaten bij TRS-werking.
1.2 Brandstof voor AT 2000 (S), 3500, 5000 B (Benzine):
De brandstof die gespecificeerd is door de autofabrikant is geschikt als brandstof voor de kachel.
1.3 Brandstof voor AT 2000 (S), 3500, 5000 D (Diesel/Stook olie EL):
De dieselbrandstof die is voorgeschreven door de autofabrikant is geschikt als brandstof voor de kachel.
Tevens kan stookolie klasse EL - echter niet stookolie type L - gebruikt worden onder voorwaarde, dat het
voldoet aan de standaard kwaliteitseis DIN 51603. Negatieve effecten als gevolg van additieven zijn niet bekend.
Als de brandstof voor de kachel wordt onttrokken uit de brandstoftank, dan moeten de specificaties van de
autofabrikant aangaande de additieven worden geraadpleegd.
Als men wisselt tussen verschillende brandstoffen, moet de kachel eerst ± 15 minuten operatief zijn om ervoor te
zorgen, dat de brandstofpomp gevuld is met de nieuwe brandstof.
Enige toevoeging of afvalolie is niet toegestaan.
AT 2000 (S) AT 3500 AT 5000Kachel
Benzine Diesel Benzine Diesel Benzine Diesel
Keuringsmerk -S277
(-S325,
AT 2000 S)
-S270
(-S324,
AT 2000S)
-S305 -S306 -S304 -S303
Type Luchtverwarmer met verdamperbrander
Warmtecapaciteit
*(boosterstand max. 30 min.)
1.1 – 2.0 kW
traploos
0.9 – 2.0 kW
traploos
1.5 – 3.5 kW
traploos
1.5 – 5.0 (5.5)*
traploos
Brandstofverbruik (0.16 - 0.27 l/h)
traploos
(0.12 - 0.24 l/h)
traploos
0.17 – 0.46 l/h 0.17 – 0.42 l/h 0.19 – 0.66
l/h
(0.73)* l/h
0.17 – 0.60 l/h
(0.66)* l/h
Voltage 12 V 12 V 24 V 12 V 12 V 24 V 12 V 12 V 24 V
Bedrijfsspanning
10-15 V 10-15 V 20-30 V 10.5–15 V 10.5–15 V 21–30 V 10.5–15 V 10.5–15 V 21–30 V
Opgenomen elektr. vermogen 9 – 22 W
traploos
15 – 36 W
traploos
15 – 90 W
traploos
Toelaatbare omgevingstemp.:
Apparaat: - in gebruik
- buiten gebruik
Doseerpomp: - in gebruik
- buiten gebruik
Stuureenheid: - in gebruik
- buiten gebruik
-40° - +40°C
-40° - +85°C
-40° - +20°C
-40° - +85°C
-40° - +75°C
-40° - +85°C
Toelaatbare verbrandingslucht
inlaattemperatuur
-40° - +20°C
Instelgebied binnentemperatuur +10° - +40°C
traploos
+10 - +45°C
traploos
Luchtverplaatsing bij 0,5 mbar
max.
70 m
3
/h 139 m
3
/h 218 m
3
/h
CO2 in uitlaatgassen (toelaatbaar
werkbereik)
9.5 – 10.5 9.5 – 12.0 1.5 kW: 5.0 – 8.0 %
3.5 / 5.0 kW: 9.0 – 12.5 %
Afmetingen verwarmingsapparaat
L 322 ± 2 mm (AT2000S: L: 311 ± 2 mm)
B 130 ± 1 mm (AT2000S: B: 120 ± 1 mm)
H 122 ± 1 mm (AT2000S: H: 121 ± 1mm)
L: 425 ± 2 mm
B: 148 ± 1 mm
H: 148 ± 1 mm
Gewicht verwarmingsapparaat 2.6 kg 5.9 kg
Bij een inbouw die afwijkt van deze algemene beschrijving vervalt de type goedkeuring van het
verwarmingsapparaat en tevens de wettelijke aansprakelijkheid van Webasto. Hetzelfde geldt wanneer
reparaties worden uitgevoerd door niet Webasto geschoolde personen of wanneer er niet originele
Webasto onderdelen worden toegepast.
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
3
2. Inbouw
2.1. Toepassing
De luchtverwarmingsapparaten AirTop 2000 (S)/3500/5000 dient voor:
verwarmen van vrachtwagencabines, kraancabines, mobiele werkplaatsen, zeil- en motorjachten,
laadruimten etc.
ontdooien van de ramen van bovengenoemde voer(vaar)tuigen.
De verwarmingsapparaten werken onafhankelijk van de voer(vaar)tuigmotor en worden aangesloten op de
brandstoftank en het elektrische systeem van het betreffende voer(vaar)tuig.
2.2 Algemeen
Het apparaat mag niet zonder afdekkap van het elektronische stuurdeel gebruikt worden (leidt tot
oververhitting). Er dient op de inbouwmogelijkheden van het betreffende voer(vaar)tuig gelet te worden.
Tevens moeten de regels en voorschriften van de Rijksdienst Wegverkeer in acht genomen te worden.
2.3 Inbouwplaats
Het apparaat wordt veelal in de te verwarmen ruimte gemonteerd. Indien een plaats buiten de te
verwarmen ruimte wordt gekozen, dient er voor gezorgd te worden dat het verwarmingsluchtsysteem
hercirculerend wordt gemaakt. Bij gebruik van verse buitenlucht dient een externe temperatuursensor te
worden toegepast (zie hoofdstukken 2.5 en 5). Voor buitenmontage is ook een inbouwkast leverbaar. Het
verwarmingsapparaat dient op een schone droge plaats gemonteerd te zijn.
Afb. 2: AT 3500 / 5000
taarappasgnimrawrev enizneB Diesel verwarmingsapparaat
Afb. 3-4: toegestane inbouwposities
A
fb. 1: AT 2000 S
1. verwarmingslucht toevoer
2. verwarmingslucht afvoer
3. verbrandingslucht toevoer
4. uitlaatgas afvoer
5. brandstoftoevoer
6. benodigde ruimte voor verwarmingslucht afvoe
r
7. Benodigde ruimte voor uitbouw apparaat
8. Kabeluitvoer (rechts of links)
1. verwarmingslucht toevoer
2. verwarmingslucht afvoer
3. verbrandingslucht toevoer
4. uitlaatgas afvoer
5. brandstoftoevoer
6. benodigde ruimte voor verwarmingslucht afvoe
r
7. benodigede ruimte voor uitbouw apparaat
8. Kabeluitvoer (rechts of links)
1
2
3
5
6
4
6
8
7
8
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
4
2.4 Montage
De moeren M6 moeten bij de montage van het verwarmingsapparaat AirTop 2000 (S)/ 3500/5000 met een
draaimoment van 6 Nm + 1Nm aangetrokken worden.
De afmetingen voor de montage en de benodigde plaats voor service zijn te vinden op de
montagetekening (afb. 1&2). De horizontale en axiale hoek mag de opgave niet te boven gaan (afb. 3/4).
Tussen het apparaat en de (cabine)vloer wordt de bijgeleverde pakking gemonteerd. Indien de
montageplaat niet vlak is (ribbels tot 1 mm hoogte worden door de pakkingplaat gecompenseerd) dan dient
de plaat vlak getrokken te worden. De pakking/afdichting moet voor iedere hermontage vernieuwd worden.
Belangrijk is dat het verwarmingsapparaat rondom vrij ligt van de montagebodem. Eventuele
vloerbedekking, isolatiemateriaal e.d. dient rondom het apparaat verwijderd te worden. Eventueel is er een
6 mm dikke extra tussenplaat leverbaar. Het aanliggen van de behuizing van het apparaat tegen de
bodem van de montagevloer leidt tot blokkering van de in het apparaat gemonteerde elektromotor.
Afb. 5: Gatenpatroon Afb. 6: Pakking
De inbouwer dient ervoor te zorgen dat het jaar van ingebruikname definitief kenbaar gemaakt wordt
op het typeplaatje.
Afb. 7: Inbouw, let op vrij liggen!
2.5 Verwarmingsluchtsysteem
Aan de luchttoevoerzijde van het verwarmingsapparaat is de
temperatuurvoeler gemonteerd. Deze zorgt, afhankelijk van de stand van
het bedieningselement, voor een automatische traploze
capaciteitsregeling. Het verwarmingsapparaat moet daarom met
hercirculerende lucht werken zodat het kan reageren op de
temperatuursontwikkeling in de te verwarmen ruimte. “Kortsluiting” van het
verwarmingsluchtsysteem (aanzuig- en uitblaas vlak boven elkaar) moet
voorkomen worden.
Tevens mag het apparaat geen lucht aanzuigen direct uit het voertuig eigen verwarmingssysteem.
Wanneer het apparaat buiten de te verwarmen ruimte staat, zijn er hulpstukken leverbaar om het
hercirculeren van de verwarmingslucht mogelijk te maken middels een luchtaanzuigslang. De apparaten zijn
ook te gebruiken door toepassing van een externe temperatuurvoeler (standaard in de scheepssets). De
AT 2000 (S) dient bij toepassing met externe voeler als set aangeschaft te worden. Deze voeler (optie)
dient op een gunstige plaats in de te verwarmen ruimte gemonteerd te worden op ca. 1,5 meter hoogte,
niet direct in de uitstroomlucht of in het directe zonlicht.
De temperatuursensor mag niet:
direct de warme lucht (van voertuig- resp. verwarmingsapparaat) ontvangen
in de buurt van warmtebronnen (bijv. de autoverwarming) gemonteerd worden
direct in de zon (bijv. dashboard/stuurkast) liggen
achter gordijnen of iets dergelijks gemonteerd worden
A
fb. 8: Voorkom “kortsluiting” luchtcircuit
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
5
De temperatuurvoeler kan, na het afdekkapje losgenomen te hebben direct op het elektronische stuurdeel
aangesloten worden. Afhankelijk van het geleverde model moet eerst de interne sensor uitgenomen
worden.
Minimale binnendiameter luchtvoerende delen is 55 mm Ø bij de AT 2000 (S), 80 mm Ø bij de AT 3500 en
90 mm Ø bij de AT 5000. De toegepaste materialen voor het verwarmingsluchtsysteem moeten tegen een
minimale temperatuur van 130°C bestand zijn. Maximale weerstand tussen luchttoevoer en luchtafvoer is
1,0 mbar (10 mm waterkolom), overschrijding leidt tot oververhitting.
Apparaat Aansluiting op
apparaat ø mm
Min. maat
luchtvoering ø mm
AirTop 2000 (S) 60 55
AirTop 3500 90 80
AirTop 5000 90 90
2.6 Aanvoer verwarmingslucht
Verwarmingslucht moet gehaald worden uit een schone ruimte (niet uit de machinekamer) of
gerecirculeerd vanuit het schip
Een combinatie van verse lucht en gerecirculeerde lucht kan verkregen worden door het
gebruiken van een Y-stuk (met een klep)
Let op voldoende beluchting van ruimten waaruit de lucht onttrokken wordt
2.7 Verwarmingslucht
Het beste comfort krijgt men wanneer men de te verwarmen ruimte als uitblaas, twee keer de
oppervlakte van de uitblaasslang aan vrij uitblazende roosters toepast. Andere uitblaasmonden mogen
kleiner en afsluitbaar zijn.
Gebruik voor de hoofdkajuit een niet afsluitbaar rooster van dezelfde diameter als de uitlaat van
het verwarmingsapparaat. Gerecirculeerde lucht moet uit dezelfde ruimte genomen worden als
waarin deze uitblaast.
X
9
T 2000 (S)
12 3 4
1. doseerpomp (kabel voorgemonteerd)
2. interne of externe temperatuurvoeler
3. hoofdaansluiting
4. TRS bij voertuigen, blijft vrij bij scheepsset
A
T 3500/5000
stekkerExterne temperatuurvoeler
afdekkapje
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
6
Bediening Brandstofaansluiting Uitlaatgas afvoe
r
Warme lucht uitlaat Condensafvoer Uitlaatdemper
1. Verwarmingsapparaat
2. Brandstofaansluiting
3. Uitlaatgas afvoer
4. Verbrandingslucht afvoer
5. Verwarmingslucht toevoer
6. Verwarmingslucht uitblaasmond
A
fb. 10: inbouwvoorbeeld in een boot
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
7
A
fb. 11: Voorbeeld voor de inbouw van een luchtverwarmingsapparaat met circulatie van binnenlucht
1. Bedieningselement
2. Verwarmingsapparaat
3. Doseerpomp met membraamdemper
4. Brandstoffilter (optie)
5. Tankaansluiting
6. Uitlaatdemper (optie)
7. Zekering
A
fb. 12: Inbouwschema luchtverwarmer AT 2000 (S)
1
2
3
4
5
6
7
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
8
3. Brandstofverzorging
3.1 Doseerpomp
De doseerpomp is een gecombineerde brandstofopvoer- en doseringspomp. De montage dient speciaal
bij de benzine uitvoering op een koele plaats te geschieden (dus niet bij de motor) en zal veelal in de
nabijheid van de tank geschieden. De toelaatbare omgevingstemperaturen tijdens het in bedrijf zijn,
dienen tot +20°C bij benzine, en tot +40°C bij diesel te liggen.
Om geluidsoverdracht te voorkomen, dient de doseerpomp middels
de bijgeleverde trillingsdemper en rubberband flexibel te worden
gemonteerd. De afmetingen, maximale inbouwhoeken en maximale
lengte en hoogteverschillen doseerpomp t.o.v. het verwarmings-
apparaat worden in de afbeeldingen 13 t/m 16 aangegeven. De
doseerpomp en brandstofleidingen mogen niet in het stralingsbereik
van hete voer- of vaartuigdelen gemonteerd worden.
Opmerking:
De kabel van de automaatkast naar de doseerpomp dient op de juiste lengte ingekort te worden i.v.m.
spanningsverlies. De waterdichte stekerverbinding moet zorgvuldig aangebracht worden.
3.2 Brandstofaansluiting
De brandstof voor het verwarmingsapparaat wordt uit de brandstoftank
van het voer- of vaartuig of uit een aparte brandstoftank onttrokken.
Een speciale tankaansluiting is leverbaar, die boven in de bestaande
brandstoftank kan worden geïnstalleerd, zonder deze af te tappen.
De zuigbuis van de tankaansluiting moet zo nodig worden ingekort, zodat
deze tot 1 á 2 cm boven de bodem van de tank reikt (zie afb. 13). De buis
moet schuin worden afgezaagd. Eveneens is het mogelijk het speciaal
bijgeleverde T-stuk in de brandstofretourleiding te monteren i.p.v. een
aparte tankaansluiting te maken.
Afb. 14: Brandstof aansluitstuk (T-stuk)
In dit geval is de inbouwhoek belangrijk, welke in afb. 14 wordt aangegeven. Men dient zich er wel van te
overtuigen, dat de retourleiding voldoende diep in de tank steekt. De in de tabel (blz. 8) aangegeven
drukken mogen niet overschreden worden.
3.3 Brandstofleidingen
Als brandstofslang moet men de meegeleverde slang
gebruiken. Past men deze niet toe, dan moet men slang of
leiding toepassen die minstens aan de eisen van DIN73378
voldoen. De slang mag de binnendiameter van 4 mm niet overschrijden, daar
men anders de kans loopt dat luchtbellen zich in de bochten e.d. gaan ophopen,
wat een onregelmatige verbranding tot gevolg kan hebben. De doseerpomp en
het verwarmingsapparaat worden middels de bijgeleverde koppelslangen met de
brandstofleiding verbonden en met passende slangklemmen vastgezet (zie
afb.16).
H (m) Max.
overdruk (bar)
0,00
1,00
2,00
0,20
0,11
0,03
S (m) Max.
onderdruk (bar)
0,00
0,50
1,00
- 0,10
- 0,06
- 0,02
A
fb. 13: Brandstoftoevoer
Afb. 15: Webasto tankaansluiting
met rubberpakking
A
fb. 16: aansluiting verwarmings-
apparaat met koppelslangen
max.3m
H
S
I
I
I
I
1
1
2
2
iO2mm
iO2mm
iO2mm
iO2mm
l
+ l
12
10m
l
1,2 m
l
8,8 m
1
2
>25mm
2
5
>25mm
2
5
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
9
3.4 Voertuigen met carburateurs
De brandstofaansluiting naar de impulspomp wordt via het speciaal meegeleverde T-stuk gemaakt in de
brandstoftoevoer- of retourleiding (mits deze diep genoeg in de tank steekt). Het T-stuk moet dusdanig
worden gemonteerd dat eventuele luchtbellen in de benzineleiding vanzelf naar de benzinetank
terugvloeien (zie afb. 14).
3.5 Voertuigen met benzine-injectie
Wanneer de pomp in de tank is gemonteerd, kan het T-stuk in de benzine retourleiding worden geplaatst,
mits deze leiding diep genoeg in de tank steekt. Gebruik van een aparte tankaansluiting is natuurlijk ook
mogelijk. Wanneer de benzinepomp niet in de tank is gemonteerd, kan men een aansluiting tussen de
pomp en de tank maken. Er dient aandacht te worden besteed aan warmte-storende invloeden en de
juiste montagestand van het T-stuk zoals reeds eerder is beschreven.
Let op: de retourleiding dient drukloos naar de benzinetank te lopen, indien niet: separate
tankaansluiting monteren. Er mag zich geen terugslagklep in de retourleiding bevinden.
3.6 Voertuigen met dieselmotoren
Brandstofaansluiting geschiedt als onder 3.2 omschreven.
3.7 Vaartuigen
Indien conform ERP-norm ingebouwd wordt (ISO 7840), moet de brandstofleiding in de machinekamer van
een niet brandbaar materiaal zijn.
3.8 Brandstoffilter
Indien er vervuiling verwacht wordt, moet het Webasto brandstoffilter met artikelnummer 487.171
gemonteerd worden, let op: zelfontluchtend monteren (afb. 17), let op doorstroomrichting.
A
fb. 17: Brandstoffilter
A
fb. 19: Doseerpomp AT3500/5000 12 V diesel
0-90°
0-90° 0-
90
°
A
fb. 18: Doseerpomp AT3500/5000 12-24 V benzine/diesel
0-
180
°
+
+
0
0-180°
A
fb. 19a: Doseerpomp AT2000 S 12 Volt, benzine Afb. 18a: Doseerpomp AT2000 S 12-24 Volt, diesel
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
10
4. Verbrandingslucht toevoer/uitlaatgasafvoer
Toevoer
Verbrandingslucht mag nooit uit ruimten onttrokken worden waarin zich personen bevinden. De
verbrandingsluchttoevoer moet met de bijgeleverde slang dusdanig verlengd worden dat er schone droge
lucht aangezogen wordt, het uiteinde van de slang mag niet door rijwind beïnvloed worden.
Indien de slang niet aflopend gemonteerd wordt, dan dient er een gaatje
van 4 mm op laagste punt aangebracht te worden. Om beschadiging van
de doseerpompkabel te voorkomen mag alleen de papier/kunststofslang
gebruikt worden. De bijgeleverde verwarmingslucht toevoerslang dient ten
alle tijden gemonteerd te worden.
Verlenging
Maximale som verlenging verbrandingsluchttoevoer en uitlaatgasafvoer:
zonder uitlaatdemper 5,0 meter
met uitlaatdemper 2,0 meter
diameter 22 mm AT 2000 (S), diameter 24 mm AT 3500-5000, kleinste buigradius 50 mm
som van bochten verbrandingsluchttoevoerleiding 270°
som van bochten uitlaatgasafvoerleiding 270°
Afvoer
De RVS uitlaatslang moet aflopend gemonteerd worden, indien niet mogelijk dan dient er op laagste punt
een gaatje van 4 mm aangebracht te worden, voor de afvoer van eventuele condens. Bij voertuigen moet
het uiteinde van de uitlaatslang verticaal (90° +/- 10°) naar beneden gericht zijn.
De verbindingen worden met klemmen vastgezet. De uitlaatgassen mogen natuurlijk niet in het voer- of
vaartuig binnen kunnen dringen of worden aangezogen door de ventilator van de originele
cabineverwarmer of Webasto verwarmer. Bij een voertuig mag het uiteinde van de uitlaatpijp niet buiten de
carrosserie steken.
Bij een zeiljacht zal de huiddoorvoer veelal in de spiegel gemonteerd worden, bij een motorjacht hoog
boven de waterlijn, onder het gangboord. De huiddoorvoer, de uitlaat en eventueel de
verbrandingsluchtslang dienen dusdanig gemonteerd te worden, dat er onder geen enkele omstandigheid
water in het verwarmingsapparaat kan dringen. Dit door eventueel een zwanenhals in de slangen te
vormen. Nooit de huiddoorvoer boven een teakhouten zwemplateau monteren, roetdelen kunnen vlekken
veroorzaken.
Bij toepassing in schepen dient de gasdichte uitlaatdemper toegepast te worden. Let op: Niet dichtbij de
verdikking buigen (isolatie kan scheuren), en bij de AT 2000 (s) scheepsset het verloopbusje 22-24 over
de uitlaatpijp van het apparaat schuiven. Bij verlenging van meer dan 2 meter dient de uitlaatgasafvoer-
slang geïsoleerd te worden om condensvorming te voorkomen. Als alternatief kan een condensafvoer
gemonteerd worden (na installatie de drainage vullen met water).
Pas op:
Het uitlaatsysteem dient vrij te liggen van brandbare delen en waar nodig geïsoleerd te worden.
De huidtoevoer en de verwarmingslucht toevoermond moeten ver uit elkaar geplaatst worden.
A
fb. 21: Voorkom condensatievorming
A
fb. 22: Leidingen niet in rijrichting
A
fb. 23: Niet in ruimtes die blootgesteld
worden aan water, modder of sneeuw
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
11
5. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting geschiedt volgens onderstaand schema:
Bedieningsvorm AT 2000 S Pagina AT 3500/5000 Pagina
Bedieningselement Afb. 37 13 Afb. 42 16
Combinatieklok Afb. 39 14 Afb. 43 16
Bedieningselement
TRS
Afb. 38 13 Afb. 45 17
Bedieningselement
TRS met pomp
Afb. 41 15 Afb. 44 17
Middels de bijgeleverde zekeringhouder dient de voedingskabel op het voer- en vaartuignet aangesloten
te worden, zekeringhouder mag alleen in een droge ruimte gemonteerd worden. Om altijd een
naloopperiode te garanderen dient het verwarmingsapparaat altijd voor de hoofdschakelaar aangesloten
te worden.
5.1 Aansluiting verwarmingsapparaat
Teneinde de kabelboom aan te kunnen sluiten moet het deksel van het stuurapparaat afgenomen worden
en de stekker aangesloten worden op het stuurapparaat.
A
fb. 24: Uitlaatdemper (optie), let op Inbouwhoeken
A
fb. 25: Stand uiteinde uitlaatslang
A
fb. 30: Openen afdekkapje
A
fb. 28: Zekeringhouder
A
fb. 29: Zekeringhouder
fb. 26: scheeps uitlaatdemper ‘dicht’
A
fb.27 Huiddoorvoer
A
fb. 31: kabelboom
A
T3500/5000
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
12
De stekerverbinding voor het bedieningselement is voorgemonteerd, bij demontage alleen aan het
stekerblokje trekken (niet aan bedrading). Bij montage van het bedieningselement dient op de juiste
montage gelet te worden, zie afb. 33 en 34.
Afb. 32: Bedieningselement Afb. 33: Montage bedieningselement Afb. 34: montage bedieningselement
De doseerpompkabel moet op de juiste lengte worden ingekort en met de bijgeleverde waterdichte
stekerverbinding aangesloten worden. Aansluiting bij de AT 2000 (S) is ook mogelijk op pin 4 en 6 van de
8-polige steker (X6).
5.2 TRS/VLG
Bij montage conform TRS voorschriften dient het apparaat volgens het desbetreffende schema aangesloten te
worden. Het apparaat wordt normaal met het bedienelement ingeschakeld, uitschakeling volgt wanneer:
1. het apparaat normaal wordt uitgezet
2. de voertuigmotor uitgezet wordt (D+/61 wordt spanningsloos)
3. een pompinstallatie wordt ingeschakeld middels S4
Bij 2 en 3 stopt het apparaat met een korte naloopperiode van ca. 20 seconden. Opmerking: steker X11/2
dient bij de AT 2000 (S) voor het inschakelen van het apparaat aan de massa te liggen, anders geen TRS
functie. Voor de AT 3500/5000 is dit steker X6/1.
Bij de combinatieklok kan S3 gebruikt worden om vanaf een willekeurige montageplaats het apparaat direct in
te schakelen.
5.3 Ventilatie
De modellen AT 3500 en AT 5000 hebben ook een ventilatiemogelijkheid. Aansluiting van de extra
ventilatieschakelaar geschiedt conform schema en onderstaande afbeeldingen.
Incorrect!
Bedieningselement
Wit/zwart Wit/rood
Ventilatieschakelaar
Bedieningspaneel
Draaischakelaar
Ring vervalt
A
ansluiting
ventilatieschakelaar
A
fb. 35
AirTop 2000 (S)
13
6. Schakelschema’s AirTop 2000 (S)
A
fb. 37: Schema 12/24 volt met bedieningselement
A
fb. 38: Schema 24 volt met bedieningselement TRS zonder pompinrichting
AirTop 2000 (S)
14
A
fb. 39: Schema 12/24 volt met combinatieklok
A
fb. 40: Schema 12/24 volt met combinatieklok
AirTop 2000 (S)
15
Draadkleuren
bl blauw
br bruin
ge geel
gn groen
gr grijs
or oranje
rt rood
sw zwart
vi violet
ws wit
6.1 Legenda voor schakelschema’s AirTop 2000 (S)
POS Omschrijving Opmerking
A1 Verwarmingsapparaat AirTop 2000 (S)
A2 Elektronisch stuurdeel
B1 Vlambewaker
B2 Temperatuursensor
B3 Oververhittingsbeveiliging
E Gloeistift
F2 Zekering 24V 10A / 12V 15 A Steekzekering SAE J 1284
H1 LED Groen in pos. S1
H6 Lampje (min. 1,2W) Inschakelcontrole pompinstallatie
H7 LED Rood in pos. P
H8 Verwarmingssymbool in display
(in pos. P)
Inschakelcontrole, oververhittingsindicator
H9 Lampjes (in pos. P) Display verlichting
M Motor
P1 Combinatieklok
P2 Standard schakelklok 1531
S1 Bedieningselement
S2 Hoofdschakelaar
S3 Drukknop Direct bediening
S4 Schakelaar Op pompinstallatie 1
S5 Schakelaar Op pompinstallatie 2
X1-X5 2 polige stekers Op pos. A2
X6 8 polige steker Op pos. A2
X7 4 polige steker Op pos. A2
X8 2 polige steker
X9 2 polige steker Op pos. A2
X11 6 polige steker Op pos. A2
X12 1 polige steker Diagnose aansl. (K-signaal)
X13 12 polige steker Op pos. P
Y1 Doseerpomp
Y2 Solenoid klep Pompinstallatie 1
Y3 Solenoid klep Pompinstallatie 2
A
fb. 41: schema 24 volt met bedieningselement TRS pompinrichting
Plus 15/75 op aansluiting 10:
Continu bedrijf mogelijk zolang contact aan is.
Geen aansluiting op 10:
Variabele verwarmingsduur kan worden geprogrammeerd (10 … 120 min.)
Stekers X11/2 en X11/3 alleen voor TRS functie
AirTop 3500, 5000
16
7. Schakelschema’s AirTop 3500/5000
A
fb. 42: schakelschema AirTop 3500/5000, 12V/24V met bedieningselement en ventilatie (S6)
A
fb. 43: schakelschema AirTop 3500/500, 12V/24V met combinatieklok
ws/sw
ws/sw
AirTop 3500, 5000
17
A
fb. 44: schakelschema AirTop 3500/5000 D, TRS uitvoerin
g
met pompinrichtin
g
A
fb. 45: schakelschema AirTop 3500/5000 D, TRS uitvoering zonder pompinrichting
ws/sw
AirTop 3500, 5000
18
7.1 Legenda voor schakelschema’s AT 3500/5000
POS. Omschrijving Opmerking
A1 Verwarmingsapparaat AirTop 3500/5000
A1 Stuurapparaat
B2 Temperatuursensor
B3 Temperatuursensor (-begrenzer) Bescherming oververhitting
E Gloeistift/vlambewaking
F1 Zekering 24V 15A / 12V 20A Vlakke zekering SAE J 1284
F2 Zekering 20A Vlakke zekering SAE J 1284
F3 Zekering max. 15A Vlakke zekering SAE J 1284
H1 LED groen (in pos. S1) Aan lampje
H3 LED rood (in pos. P) Verlichting knop direct verwarmen, standby lampje
H4 Symbool verwarmen op display (in pos. P.) Aan lampje
H5 Lampen (in pos. P) Verlichting display- en schakelaars
H6 Lamp (mind. 1,2 W) Inschakelcontrole transporteur
M1 Motor Verbrandings- en warmelucht aanjager
M3 Motor Aanjager voertuig
P Combinatieklok (1531) Voorkeuzeklok en normwaardegever
S1 Bedieningselement Normwaardegever-schakelaar
S2 Onderbrekingsschakelaar 1 of 2 pol. Noodknop
S3 Schakelaar Aan of voor transporteur
S6 Schakelaar Beluchten
S7 Drukknop Drukknop direct verwarmen afstandsbediening
S8 Batterijschakelaar
V1 Diode
V2 Diode
X1 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST B)
X2 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST V)
X3 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST U)
X4 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST Z)
X5 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST Y)
X6 Steekverbinding 2 polig Op pos. A2 (ST X)
X7 Steekverbinding 12 polig Op pos. A2 (ST1)
X8 Steekverbinding 2 polig
X9 Steekverbinding 4 polig Op pos. S1
X10 Steekverbinding 2 polig
X11 Steekverbinding 2 polig Op pos. Y1
X12 Steekverbinding 12 polig Op pos. P
Y1 Doseerpomp
Y2 Magneetventiel Voor transporteur
Draadkleuren
bl blauw
br bruin
ge geel
gn groen
gr grijs
or oranje
rt rood
sw zwart
vi violet
ws wit
Met plus van klem (15/75) naar aansluiting 10:
Continu in bedrijf bij direct verwarmen zolang het contact aan is.
Zonder plus aansluiting 10:
Verwarmingsperiode is variabel te programmeren (10 … 120 min.), basisinstelling is 120 minuten.
Diagnose K-leiding
Diagnose L-leiding
Ingangspin (pin 7/stekker X7, kleur in kabelboom: wt/rd): “Beluchten” (toerental aanjager hangt af van de stand van
het bedienelement)
CO
2
instelling (zie handboek werkplaats)
OPMERKING: Wordt aangesloten aan klem 30, is het mogelijk continu te verwarmen bij uitgeschakelde ontsteking!
OPMERKING: De grijze en paarse draden zijn noodzakelijk voor de TRS functie.
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
19
8. Ingebruikname
Na inbouw dient het brandstofsysteem ontlucht te worden, tijdens het proefdraaien moeten alle verbindingen op
dichtheid gecontroleerd worden.
8.1 Uitschakeling door storing
In het elektronisch stuurdeel worden problemen in componenten en storingen tijdens de werking herkend. Het
apparaat wordt uitgeschakeld (en geblokkeerd) wanneer:
vlambewakerweerstand te gering is
gloeistift aansturing defect is
te laag motortoerental, kortsluiting of onderbreking
fout in stroomkring doseerpomp of oververhitting (alleen tijdens de start)
onderspanning lager als 10 resp. 20 volt bij 12 resp. 24 volt, langer dan 20 seconden
overspanning hoger als 15 resp. 30 volt bij 12 resp. 24 volt, langer dan 20 seconden
defect stuurdeel
Bij oververhitting komt geen brandstof meer en volgt een nakoelperiode, waarna het apparaat geblokkeerd
wordt. Oververhitting wordt aangegeven door het knipperen van de groene LED in de bedieningseenheid.
Storingsoorzaak oplossen, apparaat kort uit- en daarna weer inschakelen (minimaal 2 seconden uit).
8.1.1 Fout code indicatie
Als de verwarmer bediend wordt middels de combinatieklok of met standaard digitale schakelklok, dan zal
ingeval van storing de foutcode in het display aangegeven worden.
F 00 Fout in stuurapparaat
F 01 geen start (na 2 startpogingen)
F 02 vlamonderbreking (meer dan 5 keer)
F 03 onder- of overspanning
F 04 vlambewaker “vreemdlicht”
F 05 vlambewaker onderbroken of kortsluiting
F 06 temperatuursensor onderbroken of kortsluiting
F 07 doseerpomp onderbroken of kortsluiting
F 08 ventilatormotor onderbroken of kortsluiting
F 09 gloeistift onderbroken of kortsluiting
F 10 Oververhitting
F 11 Temperatuurbegrenzer onderbroken of kortsluiting
F 12 Bedieningselement onderbroken of kortsluiting
Bij gebruik middels het standaard bedieningselement wordt de storing middels een knippercode aangegeven.
De lange pulsen moeten geteld worden, het aantal pulsen komt overeen met de foutcode indicatie van de
digitale klok.
8.2 Bedieningsvoorschrift
Het bedieningselement dient zowel voor het in- en uitschakelen als voor het instellen van de gewenste
temperatuur. Instelveranderingen worden met inachtneming van een tijdsvertraging door elektronisch stuurdeel
uitgevoerd.
Afb. 46: Standaard bedieningselement
Wordt het apparaat middels een digitale schakelklok bediend, dan moet tijdens het programmeren hiervan ook
reeds de temperatuur instelknop op de gewenste waarde ingesteld worden.
Draaiknop voor:
- Aan- en uitzetten
- Instellen van de binnentemperatuur
- Deblokkeren van storingen
Controle voor inschakelen / Foutcode indicator
V
eranderingen van de
instelling via het bedienings-
element treden met een zekere
vertraging in werking.
!
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
20
Het apparaat mag niet in afgesloten ruimten zoals garages en werkplaatsen zonder uitlaatgas afzuigsysteem
worden ingeschakeld. Tijdens het tanken moet het apparaat uitgeschakeld zijn.
8.2.1 Bedieningselement
Het bedieningselement dient voor het in- en uitschakelen van het verwarmingsapparaat, het instellen van de
gewenste ruimte temperatuur (aanzuigtemperatuur tussen de 10° en 45°C) en voor het déblokkeren na een
storing. De ingebouwde groene LED werkt als inschakelcontrole en foutcode indicator.
Opmerking:
Als de constante voeding van het apparaat onderbroken is geweest en daarna het bedieningselement
wordt ingesteld, dan wordt het apparaat elektronisch geblokkeerd, eerst weer uit- en daarna weer
inschakelen waarna normale werking weer mogelijk is.
8.2.2 Inschakelen
Bedieningselement op de gewenste temperatuur instellen, inschakelcontrole licht op, gloeistift wordt pulserend
ingeschakeld, verbrandingssetmotor start gedurende 1 seconde met hoog toerental daarna op laag.
Opmerking:
Ligt de aangezogen luchttemperatuur boven de ingestelde waarde van het bedieningselement dan
draait alleen de elektromotor op “regelpauze” snelheid. Bij de AT 3500/5000 scheepsuitvoering gaat het
apparaat in de stand-by functie, de motor draait niet.
8.2.3 Startverloop
Na 20 seconden (15 seconden bij benzineapparaten) wordt de doseerpomp ingeschakeld.
Vervolgens na weer 25 seconden wordt het motortoerental in 20 seconden traploos verhoogd en begint de
verbranding. Na de vlamstabilisatieperiode, volgt de vlambewaking.
Opmerking:
Wanneer na 120 seconden (115 bij benzine-uitvoering) geen verbranding tot stand gekomen is, wordt bij
een ingeschakelde gloeistift en uitgeschakelde doseerpomp het toerental verhoogd voor 30 seconden,
hierna volgt automatisch een startherhaling. Wanneer deze ook geen resultaat heeft, volgt na 80
seconden (85 bij benzine) een storingsuitschakeling waarbij de verbrandingsmotor 120 seconden op 2/3
van zijn maximum toerental draait.
8.2.4.1 Stabilisatie (diesel uitvoering)
Bij een nog steeds ingeschakelde gloeistift wordt het toerental traploos naar 2/3 van zijn maximum verhoogd.
Na 20 seconden volgt een verdere toerentalverhoging naar vollast, de looptijd van deze verhoging geschiedt in
17 seconden. Bij een eventuele vlamonderbreking tijdens deze periode volgt automatisch een nieuwe start.
8.2.4.2 Stabilisatie (benzine uitvoering)
Bij een nog steeds ingeschakelde gloeistift wordt het toerental traploos binnen 4 seconden naar het maximum
verhoogd. Bij een eventuele vlamonderbreking tijdens deze periode volgt automatisch een nieuwe start.
8.2.5 Volbedrijf
Tijdens het in bedrijf zijn, wordt de in de branderkamer geproduceerde warmte afgegeven aan de
warmtewisselaar. Deze warmte wordt afgegeven aan de lucht die de verwarmingsluchtwaaier langs de
buitenzijde van de warmtewisselaar voert.
De temperatuur van de aangezogen lucht wordt door de in het apparaat gemonteerde temperatuurvoeler
gemeten. Ligt deze temperatuur onder de met het bedieningselement ingestelde waarde, dan wordt de
verwarmingscapaciteit traploos naar zijn maximum opgevoerd.
Na het bereiken van de ingestelde waarde, wordt het toerental van de verbrandingsset en de door de
doseerpomp aangevoerde brandstof traploos verminderd, waardoor het afgegeven vermogen zich aanpast aan
de gevraagde hoeveelheid.
Wordt bij een minimale capaciteit de ingestelde aanzuigtemperatuur overschreden dan wordt na 5 seconden de
doseerpomp en daarmee tevens de verbranding uitgeschakeld.
AirTop 2000 (S), 3500, 5000
21
Opmerking:
Bij het in bedrijf zijn met een capaciteit van meer dan 1,2 kW, resp. 1,5 kW bij de AT 3500/5000, wordt de
doseerpomp om de 30 minuten voor 20 seconden onderbroken. Bij een kleinere warmte-afgifte wordt
om de 30 minuten voor 4 seconden de brandstoftoevoer onderbroken. Bij de diesel- en
benzineapparaten wordt de verbranding automatisch om de 9 uur door een korte regelpauze
onderbroken. Veranderingen in de instelling van het bedieningselement worden tijdsvertraagd aan het
verwarmingsapparaat doorgegeven.
8.2.6 Regelpauze
Is de ingestelde temperatuurwaarde overschreden en de minimale capaciteit langer dan 5 seconden bereikt,
dan wordt de brandstoftoevoer onderbroken en de verbranding beëindigt. De verbrandingsset loopt eerst nog
35 seconden op het huidige toerental door, vervolgens volgt een naloopperiode van 120 seconden op 2/3
maximumsnelheid om het apparaat te kunnen nakoelen. Tijdens de regelpauze loopt de verwarmingsluchtmotor
op minimum toerental verder, bij de AT3500 en AT5000 scheepsuitvoering stopt deze motor ook. De inschakel
LED blijft branden. Daalt de temperatuur onder de ingestelde waarde dan volgt een nieuwe start.
8.2.7 Uitschakelen
Na het uitschakelen met het bedieningselement gaat de groene LED uit. De brandstofdoseerpomp wordt
uitgeschakeld en hiermee ook de verbranding. Het toerental blijft nog minimaal 5 seconden ongewijzigd en
wordt vervolgens binnen 30 seconden gereduceerd tot 2/3 van het maximum. Daarna of als de vlamwachter
“vlam uit” herkend heeft, wordt het toerental voor 60 seconden naar maximum verhoogd en begint een
naloopperiode van 120 seconden op 2/3 snelheid.
Aan het eind van deze periode wordt het apparaat uitgeschakeld.
Opmerking:
Als het apparaat tijdens de regelpauze of binnen 20 seconden (15 seconden bij benzine-uitvoering) na
inschakeling wordt uitgezet, dan volgt er geen naloopperiode. Tijdens de naloopperiode mag het
apparaat weer ingeschakeld worden. Het apparaat maakt dan wel eerst zijn naloopperiode af alvorens
weer opnieuw te starten.
8.3 Onderhoud
Verwarmingslucht toe- en afvoer vrijhouden, slangen en roosters controleren op blokkering en beschadiging.
Vervuiling en blokkering leiden tot oververhitting. Om vastzitten van mechanische delen te voorkomen, moet het
apparaat om de 4 weken minimaal 10 minuten branden.
Wij adviseren om het verwarmingsapparaat de AirTop 2000 (S)/3500/5000 jaarlijks door een erkend Webasto
service station voor het begin van het verwarmingsseizoen te laten controleren.
Bij langdurig aanhoudende rookontwikkeling, ongebruikelijke verbrandingsgeluiden of brandstoflucht moet het
apparaat uitgeschakeld worden en buitengebruik gesteld worden door het uitnemen van de zekering. Na
controle door Webasto geschoolde technici mag het apparaat weer in gebruik genomen worden.
Webasto kan alleen aansprakelijk gesteld worden indien aangetoond kan worden dat het apparaat conform de
voorschriften onderhouden is.
8.4 Oververhitting
Oververhitting wordt door het knipperen van de groene LED in het bedieningselement aangegeven. Na het
verhelpen van de oorzaak kan door het uit- en vervolgens weer inschakelen van de bedieningsknop, het
apparaat weer in gebruik genomen worden.
WAARSCHUWING: VERMIJD BRAND- EN VERWONDINGSGEVAAR!
Houdt de lucht in- en uitlaat van het extra verwarmingstoestel in de chauffeurscabine altijd vrij.
Daarom:
- Geen kleding, poetslappen of voorwerpen op of rondom het extra verwarmingstoestel leggen.
- Geen brandbaar of licht ontvlambaar materiaal in de buurt van het extra verwarmingstoestel
brengen.
Het rooster voor de luchtuitlaat van het extra verwarmingstoestel nooit verwijderen.
Gebruiksaanwijzing bedieningselement
22
9. Gebruiksaanwijzing combinatieklok
9.1 Combinatieklok
Algemeen Met de standaard/combiklok kan het tijdstip van het begin van de verwarming in een
periode van 7 dagen vooruit gekozen worden. Het is mogelijk tot 3 verschillende
tijdstippen voor het inschakelen te kiezen, echter slechts één kan geactiveerd
worden. De standaardklok heeft een wekfunctie, de combiklok heeft een
temperatuurregelaar. De combiklok kan slechts gebruikt worden voor de
verwarmingsapparaten AT 2000 (S), 3500, 5000, waar men de temperatuur vooraf
kan kiezen.
Na het inschakelen van de ontsteking toont de klok de actuele tijd en dag van de
week. Wanneer het verwarmingsapparaat aan is, zijn de toetsen en het display
verlicht.
Na het aansluiten van de stroomtoevoer knipperen alle symbolen in het display. De
juiste tijd en de dag van de week moeten ingesteld worden. TRS-voertuigen hebben
geen display.
Bediening Het bedienen van de klok is zo, dat alle knipperende symbolen met de toetsen
en ingesteld kunnen worden. Drukt men langer dan 5 seconden niet op een
toets, dan wordt de zichtbare tijd opgeslagen. Drukt men de toetsen
en langer
dan twee seconden, dan wordt het snel voor- en teruglopen geactiveerd. Wordt het
contact uitgeschakeld terwijl het verwarmingsapparaat in continu bedrijf is, dan
verschijnt op het display een restlooptijd van 15 minuten, maar het verwarmings-
apparaat blijft in werking.
AirTop
2000 (S)/3500/5000
In geval van verwarmingsapparaten die een storingscode geven, kan op het display
een getal (een foutcode) verschijnen. Zoekt u in dat geval een Webasto service punt
op.
Aanzetten Handmatig: druk op de toets (continu verwarmen).
Automatisch: programmeer het begintijdstip van de verwarming
Uitzetten Handmatig: druk op de toets
Automatisch: programmeer de uitschakeltijd, is het verwarmingsapparaat reeds in
werking, stel dan de restlooptijd in.
Tijd/dag instellen Toets langer dan 2 seconden indrukken – tijd knippert – met de toetsten en
tijd instellen – dag knippert – dag van de week instellen.
Opvragen tijd Indien de ontsteking uit is: druk op toets
Programmeren begin
verwarming
Druk op toets – geheugenplaats knippert – met de toetsen en het begintijdstip
instellen – Na herhaalde keren de toets
indrukken kunnen de geheugenplaatsen 2
en 3 geprogrammeerd of in de modus tijd gewisseld worden.
A
fb. 48
Gebruiksaanwijzing bedieningselement
23
Voorkeuzetijd
opvragen/wissen
De toets meerdere keren indrukken tot de gewenste geheugenplaats verschijnt in
het display. Wissen van de voorkeuzetijd – meerdere keren de toets
indrukken
totdat de tijd en geheugenplaats niet meer in het display getoond worden.
Inschakeltijd
programmeren
Het verwarmingsapparaat mag niet aan zijn. De toets gedurende 3 seconden
indrukken – inschakeltijd knippert – met de toetsen
en de gewenste inschakeltijd
instellen (van 10 tot 120 minuten)
Restlooptijd instellen Met behulp van de toetsen en de gewenste restlooptijd instellen (van 1 tot 120
minuten). De restlooptijd is die tijd dat het verwarmingsapparaat nog in werking is.
Wektijdstip instellen Het wektijdstip kan alleen maar met de standaardklok ingesteld worden. De wektijd is
onafhankelijk van de dag van de week. De toets meerdere keren indrukken totdat
het symbool met het klokje
in het display verschijnt. Met de toetsen en het
gewenste wektijdstip instellen. De wekker schakelt zich na 5 minuten rinkelen vanzelf
uit of na het indrukken van een willekeurige toets.
Wektijdstip
opvragen/wissen
De toets meerdere keren indrukken totdat het symbool met het klokje
verschijnt
in het display – wektijdstip is zichtbaar. Wissen van het tijdstip – de toets
zolang
indrukken dat het symbool met het klokje
niet meer zichtbaar is in het display.
Afstandsbediening Als optie mogelijk door een afzonderlijk toets voor direct verwarmen.
Voertuigen in TRS-
uitvoering
Voertuigen met de TRS uitrusting hebben geen mogelijk voor voorkeuze. Op het
display verschijnt de restlooptijd, wanneer het verwarmingsapparaat in bedrijf is. De
tijd kan ingesteld worden. In het geval van de standaardklok kan de wekker
geprogrammeerd worden.
10. AirTop 3500 VP
De AirTop 3500 VP is een variant van de normale AirTop 3500. De AirTop 3500 VP wordt
gebruikt in situaties waar lange luchtleidingen en/of veel uitblaaspunten toegepast worden.
Ten opzichte van de normale versie gelden de volgende technische afwijkingen:
- opgenomen elektrisch vermogen 15 … 90 Watt
- luchtverplaatsing 218 m3/h (max.)
De aansluiting van de doseerpomp geschiedt niet onder het apparaat, maar wordt via de
kabelboom naar buiten gebracht in de vorm van een 2 polige (zwart-zwart) kabel.
Onjuiste installatie of reparatie van Websto verwarmings- en koelsystemen kan resulteren in brand of in het uitstromen van dodelijke
koolmonoxide, wat kan leiden tot ernstige verwondingen of de dood. Installatie en reparatie van Webasto verwarmings- en koelsystemen
vereisen een speciaal daarop afgestemde in-factory opleiding, technische informatie, speciaal gereedschap en speciale apparatuur.
Probeeer NOOIT Webasto verwarmings- en koelsystemen te installeren of te repareren, tenzij u de in-factory opleiding met succes
hebt afgerond en bechikt over de technische vaardigheden, technische informatie, gereedschap en apparatuur die nodig zijn om de
benodigde procedures op de juiste manier uit te voeren. Volg ALTIJD de Webasto installatie- en reparatieinstructies op en neem alle
WAARSCHUWINGEN in acht. Webasto is niet aansprakelijk voor problemen en schade veroorzaakt door het systeem die het gevolg
zijn van ongeschoold personeel.
Webasto Product Nederland
Postbus 41, 8260 AA Kampen
Tel. 038 - 337 11 37
Fax. 038 - 337 11 71
E-mail info@webasto.nl
Internet www.webasto.nl
Feel the drive
Advies, inbouw, service:
© 2004 Webasto Product International 99600012A
23


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Webasto AIRTOP 5000 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Webasto AIRTOP 5000 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,59 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Webasto AIRTOP 5000

Webasto AIRTOP 5000 User Manual - English - 4 pages

Webasto AIRTOP 5000 User Manual - German - 4 pages

Webasto AIRTOP 5000 User Manual - French - 4 pages

Webasto AIRTOP 5000 User Manual - Italian - 4 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info